Afwijkend stemgedrag in de Tweede Kamer
Sinds er eind negentiende/begin twintigste eeuw in de Tweede Kamerfracties1 zijn ontstaan, kunnen we spreken van afwijkend of dissident stemgedrag. Daarbij stemt één lid of een een deel van een fractie anders dan de meerderheid.
Afwijkend stemgedrag kwam aanvankelijk regelmatig voor, maar het nam zeker na 1970 steeds meer af. Er waren altijd al verschillen per fractie. Bij de CHU2 kwam het vaak voor, bij bijvoorbeeld de VVD3 nauwelijks. Tegenwoordig komt afwijkend stemgedrag nog slechts bij hoge uitzondering voor. In enkele gevallen leidde afwijkend stemgedrag tot ministers- of kabinetscrises en soms was het de inleiding tot afsplitsingen.
Verdeeld stemmen kwam in het verleden vooral voor bij enkele specifieke onderwerpen (vooral kernbewapening en medisch-ethische zaken) en meer bij moties4 dan bij wetsvoorstellen.
Contents
In de eerste decennia van de 20e eeuw waren er al wat duidelijker verbanden (fracties) zichtbaar in de Tweede Kamer. Met name ARP5 en SDAP6 waren goed georganiseerd, terwijl ook de katholieken een eigen club hadden. ARP en katholieken kregen al direct met dissidenten te maken. De antirevolutionair Staalman7 bleef buiten de AR-club en hetzelfde gold enige jaren voor de katholieke arbeidersafgevaardigde Passtoors8.
Hoewel er partijen waren ontstaan, die ook een programma opstelden, bleven er verschillen in stemgedrag. De sociale- en arbeidswetgeving van minister Talma9 (ARP) werd bijvoorbeeld deels gedwarsboomd door zijn eigen geestverwanten en door een deel van de katholieke fractie.
Een belangrijk aspect bij de fractievorming was ook het overleg tijdens kabinetsformatie10. In de negentiende eeuw kwam dat bij de liberalen al sporadisch voor (zonder al te veel succes overigens), maar met name de fracties van ARP en katholieken speelden al in 1901 en 1908 een belangrijke rol bij de vorming van een nieuw kabinet. Van directe binding tussen fracties en kabinet was echter nog geen sprake.
In 1913 nodigde de koningin voorzitters van Kamerfracties (onder wie Troelstra11) uit om haar te adviseren over de kabinetsvorming.
De vorming van het eerste kabinet-Ruijs de Beerenbrouck12 kwam in nauw overleg met de fracties van ARP, RKSP13 en CHU tot stand en dat was eveneens het geval met de opvolgende kabinetten in 1922 en 1925.
De band die zo ontstond tussen fracties en kabinet betekende nog niet dat fracties altijd de 'eigen' bewindsman of het 'eigen' kabinet steunden. In 1919 moest minister Bijleveld14 (ARP) van Marine aftreden, nadat een deel van de ARP-fractie tegen zijn begroting had gestemd. In 1921 leidde dissident-stemgedrag zelfs tot een tijdelijke kabinetscrisis15.
In 1923 stemden tien katholieken tegen de omstreden ontwerp-Vlootwet, waardoor dat voorstel met 50 tegen 49 stemmen werd verworpen en het kabinet viel. In 1925 stemden naast de CHU-fractie twee ARP-Kamerleden vóór het amendement-Kersten over schrappen van de gelden door het gezantschap bij de paus, waardoor het kabinet-Colijn16 viel.
Het wetsvoorstel tot goedkeuring van het Verdrag met België leidde in 1927 tot verdeeldheid in vrijwel alle partijen en fracties.
Ten tijde van de kabinet-Colijn in de jaren dertig waren er bij de katholieken soms enkelen die op onderdelen tegen het financieel-economische beleid stemden.
In de eerste naoorlogse jaren was met name het dekolonisatiebeleid omstreden. In de PvdA17 bestonden grote bezwaren tegen het militaire ingrijpen. Bij de KVP waren enkelen daarentegen vóór een hardere aanpak. In 1946 stemde bijvoorbeeld één KVP-lid tegen een motie van zijn eigen fractievoorzitter over het Akkoord van Linggadjati.
De Soevereiniteitsoverdracht werd slechts met krappe meerderheid aanvaard, omdat een deel van de CHU-fractie (een regeringsfractie) daar tegen stemde.
Ook in latere jaren (bij de Nieuw-Guineakwestie) bleef dissident-stemgedrag voorkomen. Zo stemden enkele ARP'ers tegen de overdracht van Nieuw-Guinea aan de VN en waren eveneens de KVP'ers Van Rijckevorsel18 en Moorman19, alsmede de in 1955 in de KVP teruggekeerde Welter20, daar tegen. Bij de PvdA nam Scheps21 op dit punt een afwijkend standpunt in.
De PvdA had vanaf eind jaren vijftig tevens enkele zogenaamde atoompacifisten in haar fractie (onder anderen Fedde Schurer22 en Jo Koopman23), die steeds tegen (onderdelen van) de defensiebegroting stemden.
Overigens kwam, behalve bij de CHU, afwijkend stemgedrag slechts in uitzonderlijke gevallen voor. De Leidse wetenschapper Visscher meldt in zijn proefschrift over parlementaire activiteiten in de periode 1963-1986 dat bij de KVP slechts in één procent van alle stemmingen afwijkend stemgedrag voorkwam.
Dat nam niet weg dat juist bij de KVP in 1966 in de Nacht van Schmelzer24 vier leden tegen de door hun fractievoorzitter Schmelzer25 ingediende motie stemden. Daarmee werd de kiem gelegd voor de scheuring in de KVP van 1968, waaruit de PPR26 zou ontstaan.
Naast de dekolonisatiepolitiek, waarover met name in de KVP afwijkende opvattingen bestonden en waarover de CHU ernstig verdeeld was, waren er enkele onderwerpen die steeds tot afwijkend stemgedrag leidden.
In de jaren zeventig en tachtig was dat bijvoorbeeld het geval bij de vredes- en veiligheidspolitiek. Een deel van de PvdA-fractie was kritisch over het Nederlandse lidmaatschap van de NAVO en een deel van de CDA-fractie maakte bezwaren tegen verdere kernbewapening.
De nasleep van de Tweede Wereldoorlog leidde in 1972 en 1989 tot verdeeldheid in vrijwel alle fracties. In beide jaren betrof het het voornemen om drie (later twee) tot levenslang veroordeelde Duitse oorlogsmisdadigers vrij te laten.
Ook ethische vraagstukken zoals de regeling van abortus, euthanasie en het homohuwelijk leidden tot verdeeldheid in sommige fracties.
Behalve over de Nieuw-Guineapolitiek was de KVP-fractie ook verdeeld over de omroep-politiek. Een deel van de fractie steunde in 1963 een motie van de VVD om een nieuw commercieel tv-net mogelijk te maken. In hetzelfde jaar stemden enkele KVP-leden, onder wie KRO-voorzitter Van Doorn27, vóór een motie die zich richtte tegen het kabinetsbesluit om een KRO-uitzending met de Franse dissident Bidault te verhinderen.
In de jaren zestig was er (vrij grote) verdeeldheid over de instelling van Openbaar Lichaam Rijnmond en over de vorming van een nieuwe gemeente Bijlmer. Ook over de beperking van de toegang tot enkele universitaire studies was de KVP-fractie verdeeld. In 1969 keerden tien (vooral Brabantse) KVP'ers zich tegen vestiging van een nieuwe universiteit in Maastricht, omdat zij een voorkeur hadden voor Eindhoven of Tilburg.
Enkele keren was er afwijkend stemgedrag van leden die tot de zgn. vakbondsvleugel behoorden. Begin jaren '60 verzette KVP-Kamerlid Weijters28, voorzitter van de Katholieke Ambtenarenbond, zich tegen maatregelen in de sfeer van de ambtenarensalarissen. In 1970 stemden onder andere de NKV-bestuurders Van Schaik29, Hermsen30 en Weijters tegen de Wet op de loonvorming die ingrijpen in de lonen mogelijk maakte.
In 1972 stemden enkele leden tegen de verhoging van het collegegeld.
Tijdens het kabinet-Den Uyl31 was een deel van de KVP-fractie tegen de aanleg van de pijlerdam in de Oosterschelde, vóór beperking van de huurstijging en tegen een motie-Kosto om vrouwen en mannen meer gelijke rechten te geven. Twee leden (Bremen32 en Hutschemaekers33) stemden in 1976 vóór een motie van afkeuring van de oppositie.
In de jaren vijftig trad Gerbrandy34 geregeld onafhankelijk op, zowel door andere opvattingen uit te dragen als door afwijkend stemgedrag.
De ARP-fractie kende net als de KVP een vakbondsvleugel. In 1960 verzetten drie leden die daartoe behoorden, Van Eibergen35, Van Nierop36 en Hazenbosch37, zich - anders dan de meerderheid - tegen de loonpolitiek van het kabinet-De Quay38. In 1970 waren Boersma39 en Van Leeuwen40 tegen het ingrijpen in de lonen door ARP-minister Roolvink.
Er was eveneens sprake van een onmiskenbare rechtervleugel, waarvan aanvankelijk ook Willem Aantjes41 deel uitmaakte. Die rechtervleugel stemde tegen de Algemene Bijstandswet, tegen invoering van een sociaal minimum en tegen steun aan de anti-apartheidsbeweging.
Verdeeld werd er begin jaren zestig door de AR-fractie ook gestemd bij enkele belangrijke wetsvoorstellen, zoals de Mammoetwet, de Loterijwet (Biesheuvel42 stemde daar als enige vóór) en de Drank- en Horecawet.
Bij de CHU kwam verdeeld stemmen regelmatig voor, vooral in de jaren vijftig en zestig. Freule Wttewaall van Stoetwegen43 steunde bijvoorbeeld de motie-Tendeloo over opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de vrouw. In de jaren '70 namen onder andere Van Leijenhorst44 en Tolman45 soms behoudender standpunten in dan de meerderheid.
Verdeeldheid in de CDA-fractie kwam vooral tot uiting bij stemming op het gebied van de buitenlandse politiek.
In 1978 gaf een minderheid van de fractie (enkele voormalige CHU'ers, maar ook bijvoorbeeld Hans van den Broek46) geen steun aan een motie-Terlouw die zich keerde tegen introductie van de Neutronenbom.
Een deel van de fractie keerde zich tegen (verdere) kernbewapening. Daartoe behoorden onder andere De Boer47, Scholten48 en Laning-Boersema49. Een groter deel (o.a. Couprie50, De Kwaadsteniet51, Faber52, Beinema53) steunden moties die zich keerden tegen plaatsing van kruisraketten in Nederland.
In 1980 steunde enkele CDA'ers een (verworpen) voorstel om een olieboycot tegen Zuid-Afrika in te stellen. Ook het opzeggen van het culturele verdrag met dat land leidde tot dissident stemgedrag.
Twee leden (Couprie en Van Leijenhorst) keerden zich in 1980 tegen de liberalere abortuswet. Van Leijenhorst stemde ook tegen de anti-discriminatiewet en tegen de regeling van euthanasie in 1993. De instelling van het homohuwelijk kreeg juist wel weer steun van enkele CDA-leden, onder wie Joop Wijn54.
In 2007 stemden drie fractieleden tegen een wetsvoorstel om adoptie door ouders van gelijk geslacht mogelijk te maken.
Ook bij de PvdA17 was de buitenlandse politiek vaak reden tot verdeeld stemmen. Eind jaren zestig steunde een deel van de fractie een motie waarin om steun aan Noord-Vietnam en erkenning van de DDR werd gevraagd. Verder steunde een minderheid een motie van de PSP55 die aandrong op opzegging van het NAVO-verdrag.
Enkele PvdA'ers wezen (verdere) kernbewapening af en sommigen van hen stemden stelselmatig tegen onderdelen van de defensiebegroting.
Ernstige verdeeldheid was er in 1980 bij de vraag of Nederland een boycot moest instellen van de Olympische Spelen in Moskou. In 1986 stemden liefst tien PvdA-Kamerleden tegen de leverantie van onderzeeboten aan Saoedi-Arabië. Later keerden enkele PvdA'ers zich tegen Nederlandse deelname aan de Golfoorlog.
Op het medisch-ethisch gebied waren er bij ook bij de PvdA soms dissidenten. In 1976 stemde één lid tegen het PvdA/VVD-initiatiefvoorstel over abortus en later stemde het lid Apostolou56 tegen het homohuwelijk en tegen regeling van de euthanasie. Van der Vaart57 stemde in 1993 als enige tegen de Euthanasiewet van het kabinet-Lubbers/Kok.
Een kleine linkervleugel (Drenth58, Poppe59) verzette zich tijdens het kabinet-Den Uyl tegen loonmaatregelen. De Wet arbeid buitenlandse werknemers werd door een iets groter deel van de PvdA-fractie afgewezen. Later keerden de leden Moor60 en De Visser61 zich tegen voorstellen op sociaal gebied van het kabinet-Lubbers/Kok.
Tijdens de Paarse kabinetten werd er onder meer verdeeld gestemd over de privatisering van de Ziektewet (waar Ruud Vreeman62 en José Smits63 tegen waren), in de kwestie-Gümüs, bij de Invoering van de prestatiebeurs en bij de uitvoeringswet van het Verdrag van Schengen. Na de enquêtecommissie-Bijlmermeer was er afwijkend stemgedrag van Oudkerk64 en Van Gijzel65. Zij steunden, anders dan de meerderheid, een door de oppositie ingediende motie van afkeuring.
Bij de besluitvorming over Nederlandse deelname aan missies in Irak en Afghanistan stemde steeds één lid anders dan de meerderheid.
In 2004 stemden enkele leden tegen het voorstel om de kroonbenoeming van burgemeesters uit de Grondwet te halen. Lutz Jacobi66 stemde in 2013 als enige tegen een motie over aanschaf van de JSF en in 2014 stemde Selçuk Öztürk67 als enige vóór een SP-motie over de mogelijke nadelige gevolgen van accijnsverhoging voor pomphouders in de grensstreek.
Jacques Monasch68 stemde in 2015 als enige voor een initiatiefvoorstel over een zwaardere eis voor aanvaarding van goedkeuring van EU-verdragen en in 2016 voor een motie-Van Bommel over spoedige intrekking van de goedkeuringswet voor het EU-associatieverdrag met Oekraïne.
Van de sporadische keren dat de VVD-fractie verdeeld stemde, kunnen worden genoemd: een motie over het rechtspersoonlijkheid verlenen aan het COC, een motie-Van der Stoel over de bombardementen op Vietnam en een amendement over het recht van een verdachte om te zwijgen tijdens de voorlopige hechtenis.
Bij een wetsvoorstel tot invoering van de voetbaltoto stemde in 1960 een deel (onder wie Oud) tegen van de fractie tegen een onder anderen door Berkhouwer ingediend amendement om de maximumprijs te verdubbelen. Tegen het wetsvoorstel zelf stemde alleen Geertsema.
De liberalisering van de Opiumwet in 1976 waardoor een onderscheid zou worden gemaakt tussen soft- en harddrugs was voor enkele VVD-leden onaanvaardbaar. Zij stemden, anders dan de meerderheid, tegen het betreffende wetsvoorstel.
In de discussie in 1985 over het niet verlenen van de P.C. Hooftprijs aan de satiricus Brandt Cortius weken enkele leden van de fractielijn. Deze minderheid vond dat de minister zich ten onrechte met deze prijsverlening had bemoeid.
Erica Terpstra69 stemde in 2001 als enige van haar fractie vóór aanscherping van de Tabakswet.
Onderwijs-woordvoerder Cornielje70 stemde in 2004 als enige tegen moties die aandrongen op het bemoeilijken van de stichting van islamitische scholen. In 2015 stemde Joost Taverne71 als enige van zijn fractie vóór een (verworpen) motie tegen het derde steunpakket voor Griekenland.
In 2022 stemden Thierry Aartsen72 en Daniël Koerhuis73 tegen het initiatiefwetsvoorstel-Paternotte c.s. over afschaffen van de vijf dagen bedenktijd voor de afbreking van een zwangerschap.
Bij D6674 kwam verdeeld stemmen slechts enkele voor. Een deel van de fractie keerde zich tegen de wetjes die radio-uitzendingen vanaf de Noordzee moeilijker moesten maken. Enkele leden keerden zich verder tegen uitbreiding van de reclamezendtijd op tv. In de abortuskwestie week één lid af van de meerderheid.
Marijke Augusteijn75, lid van de enquêtecommissie Bijlmermeer, ondersteunde als enige van haar fractie een motie van afkeuring.
In 2003 stemde één lid (Giskes76) tegen uitzending van Nederlandse militairen naar Irak.
Bij CPN77 en PSP kwam verdeeld stemmen niet voor, en dat gold eveneens voor SGP78, GPV79, RPF80 en ChristenUnie81, en voor de SP. Bij de PPR keerden twee leden zich in 1976 tegen de loonmaatregel en stemde De Gaay Fortman82 tegen het initiatiefvoorstel over abortus.
De fractie GroenLinks83 stemde vrijwel nooit verdeeld. Wel stemden enkele GroenLinks-Kamerleden tegen het wetsvoorstel over het verlenen van toestemming aan prins Willem-Alexander om met Máxima te trouwen.
Bij de SP stemde de fractie altijd in unanimiteit.
Ook voor de PVV-fractie geldt dat die vrijwel altijd eensgezind stemt. Als enige stemde in 2011 Wim Kortenoeven84 tegen het initiatiefwetsvoorstel-Thieme over het ritueel slachten.
In 2022 stemden zeven leden tegen het initiatiefwetsvoorstel-Paternotte c.s. over afschaffen van de vijf dagen bedenktijd voor de afbreking van een zwangerschap.
Bij JA21 stemde in 2022 Derk Jan Eppink85 als enige van zijn fractie voor een motie van wantrouwen tegen Hugo de Jonge vanwege een mondkapjesdeal tijdens de coronacrisis.
Joost Eerdmans86 stemde In 2022 anders dan zijn twee fractiegenoten vóór het initiatiefwetsvoorstel-Paternotte c.s. over afschaffen van de vijf dagen bedenktijd voor de afbreking van een zwangerschap.
Meer over
J.Th.J. van den Berg, " Was de CHU wel zo achterlijk88 " (column, 8 augustus 2014)
J.Th.J. van den Berg, " De noodzaak van fractiediscipline89 " (column, 6 september 2013)
Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over moties, stemgedrag, Kamervragen of andere parlementaire activiteiten? PDC, partner van het Montesquieu Instituut, kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC90 van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
- 1.Een Tweede Kamerfractie is een organisatie van Tweede Kamerleden die deel uitmaken van dezelfde politieke partij en die zowel op hoofdlijnen als bij deelonderwerpen in de Tweede Kamer standpunten bepaalt. Daarnaast worden in een fractie onderling de werkzaamheden verdeeld. Een fractie staat onder leiding van een fractievoorzitter. Tweede Kamerfracties hebben personeel in dienst, zoals voorlichters en beleidsmedewerkers.
- 2.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 3.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yeşilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 4.Moties zijn uitspraken van de Tweede of Eerste Kamer, die door één of meer Kamerleden worden voorgesteld. Een motie wordt vaak gebruikt om een conclusie van een debat of een actiepunt voor een minister (of staatssecretaris) vast te leggen. Moties komen veel voor bij de bespreking van regeringsnota's en -notities in de Tweede Kamer.
- 5.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 6.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 7.Dissident antirevolutionair Tweede Kamerlid, dat uiteindelijk brak met de ARP en een nieuwe partij, de CDP, oprichtte. Werkzaam in Den Helder onder meer als boekhandelaar en uitgever van een kritisch blad. In de Tweede Kamer dé belangenbehartiger van dienstplichtigen en van het lagere marinepersoneel. Zette zich ook in voor de vissersweduwen. Keerde zich in 1902 tegen het kabinet-Kuyper. Voerde in 1917 in het district Den Helder een felle verkiezingsstrijd met de jeugdige P.J. Oud, die hem toen versloeg. In de periode 1918-1922 Tweede Kamerlid voor de CDP. Sociaal voelend man, die prikkelend kon optreden en zichzelf 'een echte jongen van het volk' noemde.
- 8.Eerste arbeidersvertegenwoordiger van de Katholieken in de Tweede Kamer. Was arbeider in de sigarenindustrie en daarna handelsreiziger. Richtte in Amsterdam een Rooms-Katholieke bond van ambachtslieden op (de Volksbond) en werd later voorzitter van de Centrale Raad daarvan. Had een zeer moeizame verhouding met Schaepman, die hem zelfs als paria behandelde. Kondigde in 1902 enkele keren aan uit de Katholieke Kamerclub te stappen, omdat die te weinig zou vergaderen. Hield zich als Kamerlid vooral bezig met volkshuisvesting en sociale wetgeving. Werd nog tijdens zijn Kamerlidmaatschap burgemeester van Ginneken bij Breda. Forsgebouwde en breedgeschouderde man, die in de omgang gemoedelijk, eenvoudig en joviaal was.
- 9.Als minister in het kabinet-Heemskerk één van de grondleggers van de sociale wetgeving in Nederland. Sociaal voelende predikant die bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1901 Troelstra versloeg in het district Tietjerksteradeel. Grote stevig gebouwde man met een jeugdig aanzien en een rustige spreektrant zonder preektoon (al vonden sommigen hem een 'langspreker'). Werd bij het totstandbrengen van zijn wetgeving vooral tegengewerkt door conservatieve geloofsgenoten in ARP en CHU. Bracht wel de Invaliditeits- en ouderdomswet en de Ziektewet tot stand, maar deze werden pas na enkele jaren ingevoerd. Harde werker, die zowel onder de zwaarte van het ambt als onder de tegenwerking bij zijn wetgevende arbeid leed. Werd na zijn ministerschap weer predikant, maar overleed al na enkele jaren.
- 10.Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
- 11.De grote voorman van de sociaaldemocraten en voorvechter van de rechten van arbeiders aan het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Was advocaat in Leeuwarden en richtte in 1894 met elf anderen de SDAP op. Kwam in 1897 met Van Kol in de Tweede Kamer en werd, ondanks de afkeer die anderen van zijn denkbeelden hadden, al snel erkend als goed politiek debater. In 1901 niet herkozen, maar in 1902 teruggekeerd via een Amsterdams district. Was een goed spreker, zowel in het parlement als bij massabijeenkomsten. Soms kregen zijn emoties - hij had een tamelijk zwak zenuwgestel - de overhand, waardoor hij onbezonnen reageerde. Het beste voorbeeld daarvan is zijn revolutiepoging in november 1918. Bleef desondanks zeer populair bij zijn achterban. Was ook redacteur van socialistische dagbladen en Fries dichter.
- 12.Dit centrumrechtse kabinet regeerde in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog en in de roerige jaren die daarop volgden. Hoewel ARP, CHU en Katholieken, alleen samen met enkele kleine partijen een meerderheid hadden, werd toch een overwegend christelijk kabinet gevormd onder leiding van de eerste katholieke minister-president, de Limburgse Commissaris van de Koningin Charles Ruijs de Beerenbrouck.
- 13.De RKSP werd formeel op 3 juni 1926 opgericht als katholieke partij en was de voorloper van de KVP. Daarvoor waren de katholieken georganiseerd in de Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen, die informeel ook al RKSP werd genoemd. Deze bond was in mei 1904 ontstaan. In de Tweede Kamer was in 1893 voor het eerst sprake van een RK-Kamerclub. Vanaf 1918 was er een RKSP-fractie. In Eerste Kamer kwamer er omstreeks 1922 een fractie.
- 14.Amsterdamse advocaat die als jonge man (hij was 33 jaar) korte tijd minister van Marine in het eerste kabinet-Ruijs de Beerenbrouck was. Dankte zijn ministerschap waarschijnlijk vooral aan het feit dat hij compagnon van minister De Vries was geweest. Kwam in conflict met de Tweede Kamer over de bouw van nieuwe schepen en trad af nadat zijn begroting mede door toedoen van enkele van zijn geestverwanten was verworpen. Nadien ARP-Tweede Kamerlid en fractiesecretaris. In de Kamer onder andere woordvoerder volksgezondheid en vanaf 1928 koloniaal woordvoerder als opvolger van Scheurer. Sprak met een donkere, sonore stem en maakte als spreker brede armgebaren.
- 15.Een kabinet kan vanwege een intern conflict of door een conflict met Tweede Kamer of Eerste Kamer ten val komen. Bij interne conflicten kan worden gedacht aan een meningsverschil tussen ministers over een te nemen maatregel of over een wetsvoorstel dat in behandeling is.
- 16.Dit eerste christelijke kabinet onder leiding van Hendrikus Colijn kwam al na drie maanden, in november 1925, ten val. Colijn was bij de verkiezingen als sterke man geafficheerd, nadat hij als minister van Financiën in het vorige kabinet een op bezuinigingen gericht financieel beleid had gevoerd. Ook in dit door hem geleide kabinet had hij de portefeuille Financiën.
- 17.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 18.Vooraanstaand justitiewoordvoerder van de KVP-Tweede Kamerfractie in de jaren vijftig en zestig. Maakte naam als advocaat van Rauter en van de Republiek der Zuid-Molukken. In 1952 voor de KVP in de Tweede Kamer gekozen op voordracht van de rechtse groep-Steenberghe. Dreigde in 1959 niet te worden herkozen, maar kreeg na een door de Haagse zakenman Levi Lassen opgezette actie ruim 91.000 voorkeurstemmen. De Telegraaf riep hem uit tot 'Man van het Jaar'. Bescheiden onconventioneel man, die voor alles advocaat was. Later lid van de Raad van State en lange tijd de bekwame beheerder van de nalatenschap van Levi Lassen.
- 19.Katholieke marineofficier die onder meer actief was in Nederlands-Indië. Werd in 1949 staatssecretaris voor Marine, hetgeen hij tot 1959 bleef, maar had feitelijk de politieke leiding van dat departement. Was ook korte tijd als staatssecretaris van Oorlog belast met personeelszaken. Na zijn staatssecretariaat werd hij Tweede Kamerlid voor de KVP. In die functie hield hij zich vooral bezig met Koninkrijkszaken. Behoorde tot de rechtervleugel van zijn fractie en stemde tegen de Goedkeuring van het verdrag over Nieuw-Guinea. Vriendelijke man, die ferm taalgebruik echter niet schuwde. Vurig pleitbezorger van de marinebelangen.
- 20.Hoffelijke 'grand seigneur', die tot op hoge leeftijd actief bleef als Tweede Kamerlid. Werd in 1925 na een loopbaan bij het Indische Gouvernement minister van Koloniën in het kortstondige eerste kabinet-Colijn. Leidde daarna onder andere een bezuinigingscommissie en werd in 1937 wederom minister. Wees vóór 1940 een dominionstatus van Nederlands-Indië af en trad in Londen af na een conflict met Gerbrandy. Sympatiseerde in de oorlog met het bewind van Pétain in Frankrijk en gold daarom in Londen als defaitist. Keerde zich na de oorlog tegen de Indië-politiek van de KVP en richtte een eigen partij op, de Katholiek Nationale Partij. Onder invloed van het Mandement van 1954 in 1956 teruggekeerd in de 'moederpartij'. Als KVP-Kamerlid tamelijk onafhankelijk, met name ten aanzien van de Nieuw-Guineapolitiek.
- 21.Markant en welsprekend, protestants PvdA-Tweede Kamerlid, dat altijd 'het gehoor' van de vergadering had. In zijn jonge jaren evangelist en straatprediker. Moedig verzetsstrijder. Belangenbehartiger van Nederlanders in West-Duitsland. In de PvdA-fractie jarenlang woordvoerder binnenlandse zaken en justitie, met speciale belangstelling voor de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Voorstander van vergaande gemeentelijke herindeling. Verhinderde in 1964 vorming van een aparte Bijlmergemeente. Steunpilaar van de Republiek Zuid-Molukken en tegen overdracht van Nieuw-Guinea. Was ook actief in de gemeentepolitiek van Zeist. Fel gekant tegen strijdwijze van Nieuw Links.
- 22.In de Kamer de spreekbuis van een kleine pacifistische minderheid in de PvdA. Belangrijke Friese dichter van vroom gereformeerden huize, die in 1929 als onderwijzer aan een christelijke school in Lemmer werd ontslagen omdat zijn antimilitaristische opvattingen onbijbels zouden zijn. Sloot zich aan bij de CDU en werd onderwijzer aan een openbare school in Amsterdam. Onderging de invloed van Karl Barth en J.J. Buskes en werd in 1938 lid van de SDAP. Na de oorlog als hoofdredacteur van de Friese Koerier tegelijk politicus en taalkunstenaar. Militant strijder voor het gebruik van Fries in onderwijs en rechtsverkeer. Een principiële man die van nature koos voor de onderliggende partij.
- 23.Econoom in de PvdA-Tweede Kamerfractie. Was afkomstig uit een eenvoudig joods middenstandsgezin. Vanaf 1946 zeven jaar wethouder van verkeer, sociale zaken en huisvesting van Amersfoort en daarna adviseur bij het Bureau van de regeringscommissaris voor de werkgelegenheid. Werd eind 1956 in de Tweede Kamer PvdA-woordvoerder voor onder meer verkeer en waterstaat. Met Schurer en Franssen één van de drie atoompacifisten in de PvdA-fractie. Vervulde later internationale functies en woonde geruime tijd in Israël. Vrij klein van postuur.
- 24.Het slot van de algemene beschouwingen over de begroting voor 1967 in de nacht van 13 op 14 oktober 1966 staat bekend als de Nacht van Schmelzer. Het debat eindigde namelijk in de nachtelijke uren met de aanneming van een door KVP-fractievoorzitter Schmelzer ingediende motie, die door het kabinet-Cals tot motie van wantrouwen was verklaard. Die stemmingsuitslag leidde tot de val van het kabinet.
- 25.Leider van de KVP in de jaren zestig, toentertijd de grootste partij. Pragmatische christendemocraat, die na een ambtelijke loopbaan snel carrière maakte in de politiek, mede dankzij de steun van KVP-voorman Romme. Werd na staatssecretariaten in de kabinetten-Drees, -Beel en -De Quay eind 1963 fractievoorzitter. Speelde als zodanig een hoofdrol in de naar hem genoemde 'Nacht'. Een door hem ingediende motie leidde toen (14 oktober 1966) tot de val van het door zijn partijgenoot Cals geleide kabinet. Leidde daarna nog tot 1971 zijn partij en werd vervolgens minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Biesheuvel. Charmante, hoffelijke man, die echter evenzeer als behendig machtspoliticus werd gezien. Door de cabaretier Wim Kan werd hij vanwege zijn rol bij de kabinetscrisis van 1966 omschreven als 'een (gladde) teckel met een vette kluif in zijn bek'.
- 26.De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
- 27.Bekwame progressieve katholieke magistraat, die in 1956 als voorzitter van de KVP harde strijd voerde tegen de PvdA, maar in 1968 uit onvrede over de koers van zijn partij uit de Kamer trad. In de Nacht van Schmelzer één van de vier KVP-dissidenten. Minister van CRM voor de PPR in kabinet-Den Uyl. Maakte tijdens zijn ministerschap een einde aan radiopiraten die vanuit de Noordzee uitzonden en produceerde een reeks nota's over cultuur- en welzijnsbeleid. Voor hij de politiek in ging advocaat-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof waar hij vele malen de doodstraf eiste tegen landverraders. Later de dominante voorzitter van de KRO. Eigenzinnig, autoritair en moedig man, die tegen de waan van de dag durfde in te gaan.
- 28.Bescheiden en rustige vertegenwoordiger van de katholieke ambtenarenbond in de KVP-Tweede Kamerfractie. Van geboorte Brabander. Kwam als ambtenaar in dienst van de PTT, werd actief in de vakbond en lid van de Haagse gemeenteraad. Had in de Tweede Kamer ambtenarenzaken en pensioenwetgeving als zijn specialismen en gold als groot kenner van het arbeidsrecht van ambtenaren. Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken, vicefractievoorzitter en ondervoorzitter van de Tweede Kamer. Alom gewaardeerd Kamerlid, dat steeds een grote sociale betrokkenheid toonde en in zijn eigen fractie nadrukkelijk als vakbondsvertegenwoordiger optrad.
- 29.Justitie-woordvoerder in de KVP-Tweede Kamerfractie. Was voor hij in februari 1967 in de Kamer kwam advocaat en juridisch adviseur van de katholieke vakbond. Stemde tijdens het kabinet-De Jong op sociaal gebied enkele malen met de oppositie mee, maar was op ethisch gebied tamelijk behoudend. Bracht in 1974 met de VVD'er Geurtsen een initiatiefwet over de legalisering van casino's tot stand en diende in 1975 samen met Hannie van Leeuwen (ARP) een initiatiefwetsvoorstel over abortus (met als uitgangspunt: 'nee, tenzij') in. Was vele jaren actief bij het amateurtoneel. Na zijn Kamerlidmaatschap bijna elf jaar lid van de Raad van State.
- 30.Een gedegen, zich van zijn functie zeer bewust Tweede Kamerlid, duidelijk behorend tot de vakbondsvleugel van de KVP en het CDA. Groeide op in een groot, katholiek gezin in Gelderland. Werd na de oorlog actief als opbouwwerker in de katholieke vakbond en in 1966 in de politiek als lid van de gemeenteraad van Emmen. Tijdens zijn Kamerlidmaatschap was hij als bestuurder betrokken bij een groot aantal maatschappelijke organisaties op het gebied van woningbouw, kinderzorg en onderwijs. Voorzitter van een aantal bijzondere Kamercommissies en van de vaste commissie voor Sociale Zaken. Secretaris van de CDA-fractie van september 1982 tot mei 1986.
- 31.Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
- 32.Zuid-Limburgs Tweede Kamerlid voor KVP en CDA, dat zich vooral inzette voor zijn eigen streek. Was als beambte werkzaam in de mijnbouw en later wethouder van Kerkrade. In de Tweede Kamer vooral actief als woordvoerder volkshuisvesting en politie. Voorzitter van de bijzondere commissie voor de Perspectievennota Zuid-Limburg en voorstander van de spreiding van rijksdiensten. Behoorde in KVP en CDA tot de rechtervleugel en was in 1973 in zijn fractie één van de vier leden die tegen de vorming van het kabinet-Den Uyl stemden.
- 33.Limburger die in 1972 met voorkeurstemmen tot Tweede Kamerlid werd gekozen. Afkomstig uit de kring van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond. Typische regio-vertegenwoordiger, die zich in de Kamer vooral met landbouw, milieu, onderwijs en wetenschapsbeleid bezighield. Behoorde tot de rechtervleugel van zijn partij.
- 34.Fries, jurist, hoogleraar, maar bovenal oorlogspremier. Was gedeputeerde in Friesland en hoogleraar handels- en procesrecht aan de VU en al in 1929 kandidaat-minister. Trad in 1939 tegen de zin van zijn partij toe tot het tweede kabinet-De Geer en werd in september 1940 door de koningin aangezocht als premier, omdat hij, anders dan De Geer, krachtdadiger streed voor herwinning van de vrijheid. Inspireerde vanuit Londen met zijn kenmerkende stemgeluid in radiopraatjes het verzet. Trad als premier vaak zonder overleg met collega's op, hetgeen tot de nodige conflicten leidde. Na de oorlog fel opposant tegen de Indiëpolitiek van de kabinetten-Drees. Trok zich als Kamerlid vaak weinig aan van de lijn die door de fractie was uitgestippeld. Zette zich in voor een gelijkwaardige positie van de Friese taal. Solist, eigengereid, maar ook standvastig en oprecht.
- 35.Protestants-christelijk vakbondsleider en ARP-Tweede Kamerlid met alleen lagere school, maar met een helder verstand. Was vijftien jaar voorzitter van de christelijke bouwvakkersbond. In de Tweede Kamer volkshuisvestingspecialist in een periode dat woningnood nog volksvijand nummer één was. Vroeg in 1960 in motie om verhoging van het aantal te bouwen woningen voor minderdraagkrachtigen. Door de opstelling van de ARP-ministers leidde dit tot de 'dakpancrisis' in het kabinet-De Quay. Werd in 1964 voorzitter van het CNV.
- 36.Rechtsgeleerde die in de Tweede Kamer volgeling van Thorbecke was. In zijn tijd een bekende Amsterdamse advocaat. In 1851 tot Tweede Kamerlid gekozen, maar na de Aprilbeweging van 1853 uitgevallen. Keerde in de periode 1864-1866 echter terug als afgevaardigde voor het district Haarlem. Nadien ondanks herhaalde pogingen niet gekozen. Raadslid in Amsterdam en Statenlid in Noord-Holland. Zette zich buiten de Kamer in voor de belangen van het Nederlands-Israëlitisch kerkgenootschap.
- 37.Veelbelovend ARP-Tweede Kamerlid, dat op jonge leeftijd in de Ardennen verongelukte. Secretaris van het CNV en vertrouweling van Bruins Slot. Was europarlementariër en woordvoerder economische zaken. Speelde een belangrijke rol in de bouwcrisis van 1960. Kwam toen tegenover zijn partijgenoot minister Zijlstra te staan. Werd door velen gezien als een toekomstig minister. Tweede Kamervoorzitter Kortenhorst noemde hem in zijn herdenkingsrede "één van onzer gaafste en één onzer meest belovende medeleden".
- 38.Dit centrumrechtse kabinet van KVP, ARP, CHU en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1959 als opvolger van het kabinet-Beel II. Het was het eerste naoorlogse kabinet zonder de PvdA. Minister-president De Quay kwam van de KVP. Het kabinet trad op 19 mei 1959 aan.
- 39.Progressieve antirevolutionair en vakbondsman uit Friesland die in 1973 zijn fractieleider Biesheuvel trotseerde door 'ja' te zeggen op het verzoek van informateur Burger om minister te worden in het te vormen kabinet-Den Uyl. Was voor hij in de politiek kwam economisch adviseur van het CNV. Vanaf 1964 als Tweede Kamerlid woordvoerder economische en sociale zaken. Werd in 1971 minister van Sociale Zaken in het kabinet-Biesheuvel en lag toen geregeld in de clinch met de VVD- en DS'70-ministers over het sociaaleconomische beleid. Als minister in het kabinet-Den Uyl koos hij vaak de zijde van de progressieve bewindslieden. Keerde in 1978 nog wel kort terug in de Kamer, maar stapte snel daarna uit onvrede over zijn positie in de CDA-fractie over naar het bedrijfsleven. Was later enige jaren PvdA-lid. Gedreven, emotioneel betrokken politicus.
- 40.Vooraanstaande, strijdbare christendemocratische politica. Was maatschappelijk werkster en kwam eind 1966 voor de ARP in de Tweede Kamer. Werd woordvoerster maatschappelijk werk en sociale zaken en in 1973 tevens defensie-woordvoerster. Behoorde tot de 'sociale' vleugel van haar fractie. Verdedigde in 1976 (tevergeefs) met Til Gardeniers een abortusvoorstel dat uitging van het beginsel 'nee, tenzij'. Verliet in 1978 de Kamer en stapte over naar het bedrijfsleven. Actief in diverse organisaties op het gebied van welzijn, volksgezondheid en sociale zekerheid. Was tevens fractievoorzitter in de gemeenteraad, wethouder en waarnemend burgemeester. Keerde in 1995 op 69-jarige leeftijd terug in de Haagse politiek als senator. Was in de Eerste Kamer voorzitter van de vaste commissie voor VWS en woordvoerster sociale zaken. Door haar kennis en ervaring was zij in de Senaat een geducht tegenspeelster van de bewindslieden op die terreinen.
- 41.Bevlogen christendemocratisch politicus. Was afkomstig uit een hervormd-gereformeerd milieu uit de Alblasserwaard en behoorde aanvankelijk tot de rechtervleugel van de ARP. Als voorman van de bouwondernemers woordvoerder volkshuisvesting en daarnaast woordvoerder PTT-zaken. Werd in 1971 na de vorming van het kabinet-Biesheuvel fractievoorzitter, maar schoof op naar links en bevorderde de komst van het kabinet-Den Uyl. Stond aarzelend tegenover de vorming van het CDA, omdat hij vreesde dat de (progressieve) evangelische grondslag niet verzekerd was. Behoorde als fractieleider ten tijde van het eerste kabinet-Van Agt tot de loyalisten. Trad af als Kamerlid vanwege onthullingen over zijn oorlogsverleden. Werd later grotendeels gerehabiliteerd toen erkend werd dat zijn versie van dat verleden juist was geweest.
- 42.Charismatische ARP-voorman, minister van Landbouw en premier. Afkomstig uit Haarlemmerliede en net als Colijn een boerenzoon. Kwam via de Christelijke boeren- en tuindersbond in de Kamer, waarvan hij al snel een gerespecteerd lid was. Werd in 1963 minister van Landbouw en vicepremier. Na een mislukte poging een kabinet te vormen in 1967 fractievoorzitter. Was zowel criticaster als steunpilaar van het kabinet-De Jong. Pleitbezorger van christendemocratische samenwerking. In 1971 alsnog premier van een instabiel kabinet, dat na een jaar ten val kwam. Behaalde in november 1972 met zijn partij een goed verkiezingsresultaat, maar verdween korte tijd later vrij geruisloos uit de politiek toen zijn partij aanstuurde op een kabinet met de PvdA. Populair in eigen kring. Harde werker, pragmatisch maar ook soms erg rechtlijnig. Werd vanwege zijn lange gestalte (bijna twee meter) 'mooie Barend' genoemd.
- 43.'De freule'. Kleine, praatgrage, vrijgezelle adellijke dame die door haar onconventionele optreden zowel binnen als buiten de Tweede Kamer, waarvan zij zesentwintig jaar deel uitmaakte, grote populariteit verwierf. Werd daardoor tevens één van de bekendste Tweede Kamerleden. Was justitie- en mediawoordvoerster van de CHU-fractie met belangstelling voor het gevangeniswezen en het familierecht. Kwam zowel op voor de rechten van de vrouw als van het Oranjehuis, waarmee ze zeer nauwe relaties onderhield. Maakte negen jaar deel uit van de enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945. Vooruitstrevend op sociaal gebied, maar verder behoudend. Bijnamen: 'de rode freule' en 'de oranje freule'.
- 44.In de CHU een representant van het vooral op de Veluwe voorkomende orthodoxe protestantisme. Trouwe werker, die zich vooral met onderwijszaken bezighield. Behoorde in ethische zaken tot de uiterste rechtervleugel (stemde tegen de wetsvoorstellen over abortus en euthanasie en de algemene wet gelijke behandeling). Was voor hij de politiek in ging scheikundeleraar in Almelo en Gouda. Actief in diverse organisaties van protestants-christelijke signatuur (met name op onderwijsgebied). In het kabinet-Van Agt II als staatssecretaris belast met minderhedenbeleid en rampenbestrijding. In het kabinet-Lubbers I staatssecertaris van onderwijs. Stond welwillend tegenover het Zuid-Afrikaanse Apartheidsbewind.
- 45.Teun Tolman (1924) was a member of the European Parliament from 17 July 1979 to 24 July 1989 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
- 46.Juridisch geschoolde CDA-politicus, die lange tijd minister van Buitenlandse Zaken was. Begon zijn loopbaan als advocaat in Rotterdam en was later werkzaam bij Enka in Arnhem. Justitie-woordvoerder van de KVP en het CDA in de Tweede Kamer. Werd in 1982, na één jaar staatssecretaris te zijn geweest, minister. Gold als een overtuigd aanhanger van de Atlantische samenwerking en verdedigde van harte het NAVO-besluit om kruisraketten te plaatsen in Nederland. Dreigde met name op Europees gebied soms overvleugeld te worden door de premier. Was enige tijd 'kroonprins' bij het CDA. Na zijn ministerschap Europees Commissaris voor buitenlandse betrekkingen. Geen voorstander van een moraliserende buitenlandse politiek. Kwam vaak nogal zelfstandig tot zijn beleidskeuzes. Kreeg in 2005 de titel minister van staat.
- 47.Vooraanstaand christendemocratisch politicus en bestuurder. Afkomstig uit een arbeidersgezin en al op jonge leeftijd secretaris van de Christelijke Kruideniersbond. Was ook jong raadslid en enige tijd wethouder in Velsen. Als Tweede Kamerlid onder meer woordvoerder midden- en kleinbedrijf, mediabeleid en welzijnswerk. Behoorde tot de linkervleugel van de ARP en het CDA en maakte tijdens het kabinet-Van Agt/Wiegel deel uit van de zogenoemde loyalisten. Bijbelvaste atoompacifist. Sober man die een afkeer had van reclame. Aan het einde van zijn korte ministerschap van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in het derde kabinet-Van Agt uitgeschakeld door hartklachten. Keerde daarna terug in de Kamer, maar werd na een half jaar burgemeester van Haarlemmermeer. Trad echter binnen drie jaar af om secretaris-generaal van WVC te worden.
- 48.Gedreven christendemocratisch politicus, die uiteindelijk bij de PvdA terecht kwam. Schoonzoon van ARP-voorman Bruins Slot. Na zijn rechtenstudie negen jaar burgemeester in het land van Heusden en Altena. Kwam in 1970 in de Tweede Kamer en werd daar woordvoerder volkshuisvesting en mediabeleid. Was als student al sterk betrokken bij internationale problemen en werd later een bekend strijder tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Koos als buitenlandwoordvoerder van de ARP- en CDA-fractie vaak de zijde van de linkse oppositie. Kwam begin jaren tachtig steeds meer in conflict met zijn eigen fractie en steunde in 1980 een motie van afkeuring na afwijzing van een olieboycot van Zuid-Afrika. Verliet nadat hem in 1983 het fractiewoordvoerderschap was ontnomen de CDA-fractie en vormde met Dijkman een fractie (het duo 'Stef en ik'). In 1986 werd hij PvdA-lid en later senator voor die partij.
- 49.Atoompacifiste in de CDA-Tweede Kamerfractie. Sociaal voelende Groningse van antirevolutionairen huize, die net als haar echtgenoot huisarts op Vlieland en in Den Helder was. Kwam uit een onderwijzersgezin. Stond bij debatten over kernbewapening vaak als eenling tegenover haar fractiegenoten. Woordvoerster op het gebied van volksgezondheid en het gehandicaptenbeleid. Pleitte bij debatten over de gezondheidszorg geregeld voor een belangrijke rol van de huisarts bij het behartigen van de belangen van de patiënt.
- 50.Marineman van antirevolutionairen huize, die in de CDA-Tweede Kamerfractie één van de defensiewoordvoerders was. Worstelde met het kernwapenstandpunt van zijn partij en verzette zich in 1979 lang tegen het besluit om voorwaardelijk in te stemmen met het plaatsen van kruisraketten in Nederland. Stemde wel met Van Leijenhorst tegen het abortusvoorstel van de ministers Ginjaar en De Ruiter. Was voor hij Kamerlid werd marineofficier. Hield zich als Kamerlid ook bezig met belastingwetgeving en milieuvraagstukken. Promoveerde op latere leeftijd in de theologie.
- 51.Antirevolutionaire staatsrechtsdeskundige uit Rotterdam, die promoveerde op het recht van kamerontbinding. Was net als zijn vader partijsecretaris en vanaf 1973 Tweede Kamerlid. Woordvoerder op het gebied van defensiepersoneel en voor binnenlands bestuur en Grond- en Kieswetaangelegenheden. Een door hem ingediende motie blokkeerde in 1975 verandering van de positie van de Eerste Kamer. Speelde ook een belangrijke rol als woordvoerder Antilliaanse zaken. Sloot zich eind 1977 aan bij de loyalisten en was kritisch over kernbewapening. Kamerlid naar wie vooral werd geluisterd vanwege zijn kennis van de materie waarover hij sprak; een begenadigd spreker was hij niet.
- 52.Spraakmakend Fries Tweede Kamerlid en bestuurder van antirevolutionairen huize. Hoofdredacteur van het Friesch Dagblad en veelgevraagd columnist. Had grote bezwaren tegen het tot stand komen van het kabinet-Van Agt/Wiegel maar stemde, anders dan de loyalisten rond Aantjes, niet tegen en sloot zich ook niet bij hen aan. Het paste bij zijn onafhankelijke geest om zich niet bij voorbaat aan groepsdenken te binden. Speelde een belangrijke rol in de debatten over de grondwetsherziening en was verder onder meer woordvoerder op het gebied van binnenlands bestuur, politie, natuur en wetenschapsbeleid. Werd in 1985 burgemeester van Hoogeveen.
- 53.Bedachtzaam, sterk bijbels geïnspireerd, kunstminnend Tweede Kamerlid van ARP en CDA. Was vooral woordvoerder cultuur en mediazaken, maar ook actief op het terrein van het hoger onderwijs en wetenschapsbeleid. Warm pleitbezorger van de publieke omroep, die overigens zijn fractie niet meekreeg in de door hem gewenste afwijzing van meer reclame in de omroep. Hoewel niet behorend tot de loyalisten, die het kabinet-Van Agt I gedoogden, stond hij politiek-inhoudelijk wel dicht bij hen. Dat kwam onder meer tot uitdrukking in zijn afwijzing van productie en plaatsing van kruisraketten en in zijn stem voor een olieboycot van Zuid-Afrika.
- 54.Jonge, debatvaardige econoom die als CDA-politicus snel carrière maakte in Den Haag. Kwam uit de bankwereld en werd op 29-jarige leeftijd Tweede Kamerlid. Stemde in 2000, anders dan zijn fractie, vóór openstelling van het huwelijk voor mensen met hetzelfde geslacht. Na vier jaar staatssecretaris van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende I. Als vertrouweling van fractieleider Balkenende speelde hij een belangrijke rol bij de mislukte poging om in 2003 een CDA-PvdA-kabinet te vormen. Kort daarna werd hij staatssecretaris van fiscale zaken in het kabinet-Balkenende II. Zorgde dat er één loket kwam voor alle inkomensafhankelijke regelingen. Nadat hij minister van Economische Zaken was geweest in het kabinet-Balkenende III werd verwacht dat hij fractievoorzitter zou worden. Hij keerde echter terug naar het bankwezen en was bestuurder van een fintechbedrijf.
- 55.De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
- 56.Zachtmoedig PvdA-Tweede Kamerlid van Griekse afkomst, die als voorzitter van de commissie van de verzoekschriften een nuttige rol speelde in de politieke luwte. Trad wel voor het voetlicht toen hij in enkele kwesties (homohuwelijk, euthanasie) een ander standpunt innam dan de meerderheid van zijn fractie. Hij kwam in 1972 in Nederland en werd vormingswerker en later directeur van de Stichting Buitenlandse Werknemers Midden-Nederland. In de Tweede Kamer hield hij zich bezig met het vreemdelingenbeleid, remigratie, defensie (wapenexport), de nationale ombudsman, en het drugsbeleid.
- 57.Backbencher in de PvdA-Tweede Kamerfractie wiens kracht vooral lag in de technische behandeling van wetsvoorstellen op het gebied van financiën en milieu. Mede-initiatiefnemer van een voorstel over fiscale steun voor 'groene' investeringen. Was voor hij Kamerlid werd beleidsambtenaar op het ministerie van VROM. Klom in zijn partij op via bestuursfuncties in de afdeling Vlaardingen en het gewest Zuid-Holland, waarvan hij onder meer secretaris was.
- 58.Haags Tweede Kamerlid van de PvdA dat op de linkervleugel van zijn partij opereerde. Was tussen 1955 en 1961 actief in het Sociaal-Democratisch Centrum dat aanstuurde op een linkse koers van de PvdA. Stemde in 1973 als enige van de PvdA-fractie tegen de Machtigingswet. Atoompacifist, die ook voor uittreden van Nederland uit de NAVO was. Werkte voor hij de Kamer kwam bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat (Scheepvaartinspectie). Hield zich in de Kamer onder meer bezig met PTT-aangelegenheden en was vanaf 1977 eerste woordvoerder van volksgezondheid.
- 59.In de socialistische vakbond gevormde socioloog die zich z'n leven lang opstelde op de linkervleugel van de PvdA. Vanuit die instelling noemde hij het kabinet-Den Uyl een historische vergissing, hoewel hij in 1973 in de fractie niet tegen had gestemd. Hij achtte dat kabinet niet links genoeg op de, door hem steeds met overtuiging uitgedragen, noodzaak van fundamentele wijziging van de machtsverhoudingen. Was woordvoeder medezeggenschap en inkomenspolitiek. Enkele jaren (tweede) fractiesecretaris. Daarnaast actief als bestuurslid van de PvdA; vicevoorzitter en waarnemend partijvoorzitter. Kwam steeds via de Haagse lijst van de PvdA in de Tweede Kamer.
- 60.In de jaren zeventig en tachtig de 'enige arbeider' in de PvdA-fractie. Was voor hij Kamerlid werd namelijk bankwerker in de chemische industrie. Woordvoerder sociale zaken, die met Vermeend een initiatiefwet tot stand bracht om langdurig werklozen aan een baan te helpen. Kwam enkele malen in conflict met de fractieleiding over zijn standpunten en verliet de fractie vanwege de WAO-voorstellen van het derde kabinet-Lubbers. Als Hoek van Hollander enkele jaren lid van de Rotterdamse gemeenteraad. Drukte zich in duidelijke bewoordingen uit. Stapte later over naar de SP.
- 61.Paspoorten-Piet. Rotterdams PvdA-Tweede Kamerlid, dat bekendheid kreeg doordat hij de moeizame komst van een fraudebestendig paspoort voortdurend en op vaak humoristische wijze aan de kaak stelde. Studeerde aan de Harvard Business School en was werkzaam in het bedrijfsleven. Grote, feitelijk wat verlegen man, die als maatschappelijk betrokken christen-socialist toch zeer strijdbaar was. Behoorde in de PvdA tot de linkervleugel en was atoom-pacifist. Vond dat burgerlijke ongehoorzaamheid in sommige gevallen geoorloofd was. Verliet na de WAO-crisis in 1991 de PvdA en stapte later over naar GroenLinks.
- 62.PvdA-bestuurder en vakbondsman met een reputatie als krachtig bestuurder. Trad wel vaak voortvarend en erg doelgericht op, waardoor hij soms weerstanden opriep. Studeerde arbeids- en organisatiepsychologie en doorliep een loopbaan bij NVV en FNV, laatstelijk als voorzitter van de vervoersbond FNV. Vormde in 1992 samen met Felix Rottenberg het duo-voorzitterschap van de PvdA en gaf in die functie een belangrijke aanzet tot partijvernieuwing. Werd in 1994 Tweede Kamerlid, maar kon in die functie minder goed z'n draai vinden. Werd na drie jaar burgemeester, eerst van Zaanstad en daarna van Tilburg. In 2013-2015 waarnemend burgemeester van Groningen. Kwam daarna in de Eerste Kamer, maar vertrok al na anderhalf jaar toen hij waarnemend burgemeester van Zaanstad werd.
- 63.Journaliste van onder andere de GPD en De Volkskrant, die in 1998 Tweede Kamerlid voor de PvdA werd en dat met een onderbreking van ruim een half jaar tot eind 2006 bleef. Hield zich in de Tweede Kamer onder andere bezig met sociale zekerheid, de stelselherziening gezondheidszorg en de AWBZ en met het gehandicaptenbeleid. Was twee jaar voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Maakte zich vooral sterk voor de verbetering van de positie van gehandicapten en van arbeidsongeschikten. Nam enkele keren andere standpunten in dan de meerderheid van haar fractie.
- 64.Amsterdamse huisarts die acht jaar woordvoerder volksgezondheid van de PvdA-Tweede Kamerfractie was. Behoorde in 1994 tot een nieuwe lichting Kamerleden. Kreeg zowel door zijn optreden als tv-dokter als door zijn heldere taalgebruik de nodige bekendheid. Lid van de enquêtecommissie vliegramp Bijlmermeer, die zich inzette voor de slachtoffers. Vond met Van Gijzel dat de ministers Borst en Jorritsma de politieke verantwoordelijkheid droegen voor de nasleep van de ramp. Nadien wethouder van sociale zaken en onderwijs van Amsterdam die het doen van pittige uitspraken niet schuwde. Een al te openhartige onthulling over zijn privégedrag gevolgd door nieuwe berichten daarover leidde er uiteindelijk toe dat de PvdA-fractie het vertrouwen in hem opzegde.
- 65.Opvallend en zich onafhankelijk opstellend PvdA-Tweede Kamerlid, dat na een conflict in zijn fractie opstapte. Was een vooraanstaand bestuurder van de Jonge Socialisten en werkte als ambtenaar op lokaal gebied. Woordvoerder verkeer (openbaar vervoer, luchtvaart) en buitenlandse zaken. Werd bekend als de 'Bijlmer-boy', omdat hij zich sterk maakte voor een gedegen onderzoek naar de Bijlmerramp en naar de gevolgen daarvan. Pleitte later voor onderzoek naar fraude bij de aanbesteding van grote projecten en kwam daarover in conflict met fractievoorzitter Melkert. Toen hem het woordvoerderschap over dit dossier werd ontnomen, verliet hij de Kamer. Was nadien acht jaar (2008-2016) burgemeester van Eindhoven.
- 66.Authentieke en kleurrijke Friezin, die na ruim tien jaar Tweede Kamerlidmaatschap voor de PvdA succesvol lijsttrekker werd in Leeuwarden. Hechtte zeer aan goede contacten met haar achterban en was al voor haar Haagse periode maatschappelijk zeer betrokken via bestuurswerk. Zij was verder onder meer directeur van de GGD Fryslân. In de Kamer woordvoerster natuur, landschap, water (deltawerken, waterschappen, Drinkwaterwet, waterkwaliteit), Waddenzee en scheepvaart. Daarnaast was zij coördinator van het PvdA-ombudswerk. Wierp zich in 2012 in de strijd om het partijleiderschap. Zij was raadslid in Leeuwarden en directeur van de Waddenvereniging.
- 67.Tweede Kamerlid uit Roermond, zoon van een Turkse fabrieksarbeider. Verliet in november 2014 met Tunahan Kuzu de PvdA-fractie, waarvan hij sinds 2012 deel uitmaakte, en richtte in 2015 de beweging DENK op, waarvan hij tot juni 2020 voorzitter was. Managementconsultant en raadslid in zijn woonplaats en lid van Provinciale Staten van Limburg. Als Kamerlid onder meer woordvoerder binnenlandse zaken, economische zaken en defensie. Zijn filmpjes op sociale media van het stemgedrag van medeleden met een migratieachtergrond en felle debatbijdragen brachten hem soms in aanvaring met de Voorzitter. Was in de persoonlijke omgang 'rustiger'.
- 68.Kritisch PvdA-Tweede Kamerlid, dat in de aanloop van de verkiezingen van 2017 zijn partij verliet. Was geruime tijd werkzaam op gebied van communicatie en strategie en als zodanig betrokken bij verkiezingscampagnes en adviseur van bedrijven en organisaties. Hij werkte bij het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA en was deelgemeenteraadslid in Amsterdam-De Pijp. Verder was hij eigenaar van een galerie met vestigingen in Moskou en Amsterdam. Als Tweede Kamerlid was hij woordvoerder woningmarkt, cultuur en openbaar vervoer. Stond kritisch tegenover de EU en de lijn van fractievoorzitter Samsom en trachtte tevergeefs zich te mengen in de lijsttrekkersstrijd. Zijn in 2016 opgerichte partij Nieuwe Wegen bleek een doodlopende weg.
- 69.Zeer populaire VVD-politica. Was in de jaren zestig een topzwemster, die onder meer medailles won op de Olympische Spelen van 1964. Haar bekendheid werd nog vergroot door haar panellidmaatschap van een populair tv-spelletje. In 1977 gekozen tot Tweede Kamerlid en woordvoerster voor onder meer ontwikkelingssamenwerking, Antilliaanse zaken, welzijn en volksgezondheid. Zette zich ook zeer in voor gehandicapten. Was bij achtereenvolgende Kamerverkiezingen goed voor tienduizenden voorkeurstemmen. Staatssecretaris van welzijn en sport in het eerste kabinet-Kok. In die functie vaak als overenthousiast supporter aanwezig bij sportwedstrijden. Voerde het persoonsgebonden budget in. Keerde in 1998 terug als Kamerlid, leidde enkele Kamercommissies en was ondervoorzitter van de Kamer. In 2003-2010 voorzitter van NOC*NSF.
- 70.VVD-Kamerlid en Commissaris van de Koning(in). Burgemeesterszoon en leraar, wiens opmars in de VVD in 1977 begon toen hij in Gelderland vicevoorzitter politiek van de JOVD werd. In 1983 beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie en daarna politiek adviseur van vicepremier De Korte, voorlichter van de fractie, en in 1994 Tweede Kamerlid. Was vooral onderwijsspecialist, maar hield zich ook bezig met openbare orde, veiligheid en criminaliteitsbestrijding. In 2002 lag een benoeming tot staatssecretaris van Onderwijs in de rede, maar op het allerlaatste moment koos VVD-leider Zalm voor een vrouw. Werd in 2005, ondanks geringe bestuurlijke ervaring, commissaris van de Koning(in) in "zijn" Gelderland en bleef dat ruim dertien jaar. Gedegen en beginselvast politicus.
- 71.Zelfverzekerde en stijlvolle VVD-politicus, die zich als Tweede Kamerlid met name roerde in discussies over staatsrechtelijke onderwerpen en die met initiatiefvoorstellen op dat terrein kwam. Was woordvoerder Grondwetszaken, hoge colleges van staat, kiesrecht, financiering politieke partijen en vrijheid van meningsuiting, alsmede over internationale verdragen en ontwikkelingssamenwerking. Begon zijn (politieke) loopbaan als medewerker van Kamerlid Clemens Cornielje en europarlementariër Jules Maaten en was adviseur van de onderwijsministers Hermans en Van der Hoeven. Was daarna ambassaderaad voor onderwijs in Washington DC. Keerde zich in 2015 als enige van zijn fractie tegen nieuwe financiële steun aan Griekenland.
- 72.Thierry Aartsen (1989) is sinds 13 september 2018 lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. Hij was fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Breda, een raad waarvan hij sinds 2010 deel uitmaakte. Verder was hij programmamanager & accountmanager Taskforce Health Care bij werkgeversorganisatie FME/CWM en adviseur van locoburgemeester Wijbenga van Rotterdam. Eerder was hij actief in de JOVD. Als Kamerlid houdt hij zich onder meer bezig met sociaaleconomisch beleid (inkomensbeleid, arbeidsmarkt), pensioenen, arbeidsmigratie en koninklijk huis. Hij was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening.
- 73.Opvallend en tamelijk spraakmakend Tweede Kamerlid van de VVD uit het Overijsselse Raalte, die zich soms bediende van oneliners, als 'bouwen, bouwen, bouwen' en 'rijden, rijden, rijden'. Woningbouw, weginfrastructuur, maar ook luchtvaart en scheepvaart waren dan ook de onderwerpen waarmee hij zich specifiek bezighield. Eerder was hij ambtenaar in Brussel. Zo was hij enige jaren betrokken bij het instrumentarium dat tot grotere financiële stabiliteit moest leiden, zoals de Europese noodfondsen. Daarnaast was hij betrokken bij de hulpprogramma's voor Cyprus en Griekenland. Daarna werkte hij bij de SRB, onderdeel van de Europese Bankenunie. Als Kamerlid medeverdediger van wetgeving over handhaving van het verbod op het kraken van gebouwen.
- 74.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 75.D66-afgevaardigde uit Emmen die zich als Tweede Kamerlid vooral inzette voor natuurbehoud en het milieu. Kreeg echter met name bekendheid vanwege haar lidmaatschap van de parlementaire enquêtecommissie Bijlmerramp waarin zij enkele spraakmakende ondervragingen deed. Was voor zij Kamerlid werd onder meer eigenares van uitzendbureaus en een organisatiebureau. Behalve milieu en natuur waren ook duurzame energie en kernenergie, visserij, natte waterstaat en dierenwelzijn onderwerpen waarmee zij zich bezighield.
- 76.Planologe en geografe die tien jaar een gewaardeerd Tweede Kamerlid voor D66 was. Werkte onder meer bij het adviesbureau van de Raad van State en het ministerie van VROM. Vanaf 1994 woordvoerster van de D66-fractie voor onder meer financiën, verkeer (waaronder grote projecten), volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, grotestedenbeleid, energie, pensioenen en arbeid en zorg. Pleitbezorgster van de kilometerheffing bij autogebruik. Wist moeilijke vraagstukken helder uiteen te zetten. Maakte enige tijd deel uit van het Kamerpresidium. Verliet in 2004 vanwege tragische persoonlijke omstandigheden de Tweede Kamer. Werd in 2009 burgemeester van Texel en was daarna vanaf 2015 vijf jaar lid van de Algemene Rekenkamer.
- 77.De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.
- 78.De SGP is een behoudende christelijke (reformatorische) partij aan de rechterkant van het politieke spectrum, die strikt volgens Bijbelse normen politiek wil bedrijven. Politiek leider van de SGP is Chris Stoffer. De partij werd opgericht op 24 april 1918 en is daarmee de oudste nog bestaande partij van Nederland.
- 79.Het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) was een in 1948 gevormde protestants-christelijke partij, die zich baseerde op bijbelse normen. De partij was sterk verbonden met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
- 80.De RPF was een protestants-christelijke partij die in 1975 ontstond en sinds januari 2000 samenwerkte met het GPV onder de naam ChristenUnie. Op 15 mei 2002 heeft de RPF ook niet meer zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deelgenomen.
- 81.De ChristenUnie is een christelijke partij, met op sociaal en ecologisch gebied progressieve en op ethisch gebied behoudender standpunten. Politiek leider van de ChristenUnie is sinds januari 2023 Mirjam Bikker. De partij ontstond in januari 2000 als samenwerkingsverband tussen het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en de Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Per 22 januari 2000 zijn de partijen gefuseerd.
- 82.Voorman en later senator van de PPR en deskundige op het gebied van politieke economie. Stapte in 1970 als één van de weinige ARP-spijtstemmers over naar de PPR. Hoogleraar in Afrika, daarna jarenlang aan het Institute for Social Studies en vanaf 2000 aan de Universiteit Utrecht. In 1971 Tweede Kamerlid. Was op het eerste gezicht voor de wat jonge, hippe achterban een wat a-typisch PPR-lid, maar was bij hen populair. Leidde zijn partij in 1972 naar verkiezingswinst. Fractievoorzitter tijdens het kabinet-Den Uyl. Verruilde in 1977 de Tweede Kamer voor de Eerste Kamer, waarvan hij steeds meer een verdediger zou worden. Zoon van ARP-senator en minister W.F. de Gaay Fortman.
- 83.GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 84.Sterk op Israël georiënteerd Tweede Kamerlid van de PVV. Werkte enige tijd in Israël in twee Kibboetsen en was vervolgens werkzaam in de toeristenindustrie, de maatschappelijke dienstverlening, het bedrijfsleven en de journalistiek. Daarna was hij tien jaar verbonden aan het CIDI, het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël. Als Tweede Kamerlid woordvoerder buitenlandse zaken en defensie van de PVV-fractie en een half jaar voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel. Stapte in juli 2012 samen met Marcal Hernandez uit de PVV-fractie vanwege kritiek op de fractieleiding.
- 85.Derk Jan Eppink (1958) was a member of the European Parliament from 2 July 2019 to 31 March 2021 and from 14 July 2009 to 1 July 2014 as an independent member, and was aligned with the European Conservatives and Reformists. He took seat in Parliament on behalf of Belgium.
- 86.Joost Eerdmans (1971) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamerfractie van JA21. Hij is fractievoorzitter en politiek leider. De heer Eerdmans was secretaris van burgemeester Opstelten van Rotterdam en kwam in 2002 voor de LPF in de Tweede Kamer. Voor de verkiezingen van 2006 stapte hij over naar Eén NL. Toen die partij geen zetel haalde, kwam er vrij onverwacht een einde aan zijn Kamerlidmaatschap. In 2009-2014 was hij wethouder van Capelle aan den IJssel en in 2014-2018 wethouder in Rotterdam namens Leefbaar Rotterdam. In de aanloop naar de verkiezingen van 2021 werd hij adviseur van Thierry Baudet, maar in november 2020 kwam het tot een breuk met FVD.
- 87.Wat is er te zeggen over Tweede Kamerleden in het verleden, bijvoorbeeld over het jongste Tweede Kamerlid, het oudste Tweede Kamerlid, opleidingsniveau of de eerste vrouw in de Tweede Kamer?
- 88.De column van Bert van den Braak, vorige week, bevatte een fraai portret van Hendrik Tilanus, jarenlang de fractievoorzittter van de CHU in de Tweede Kamer. Zijn collega van de PvdA, Jaap Burger, die zelf een christelijk-historisch verleden had, betitelde de CHU ooit als een troep patrijzen die bij een geweerschot alle kanten uitvloog, om het gebrek aan eenheid en samenhang in de Unie te illustreren. Waarop Tilanus, aldus Van den Braak, snedig zou hebben geantwoord: zeker, maar ze komen uiteindelijk allemaal weer op hetzelfde nest terug.
- 89.Zolang als het parlement, het Nederlandse zo goed als elk ander, vertrouwd is met georganiseerde partijen, speelt ook de eenheid van optreden en dus de interne discipline een belangrijke rol. Het zijn, vanaf het einde van de negentiende eeuw, de georganiseerde partijen in Tweede en Eerste Kamer geweest die zowel noodzakelijke daadkracht als redelijke voorspelbaarheid in de parlementair besluitvorming tot stand hebben gebracht.
- 90.Op de website Parlement.com vindt u onafhankelijke informatie over de Nederlandse politiek en over de personen die daarin een rol spelen of hebben gespeeld. De website wordt mogelijk gemaakt door de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut. Deze website is niet verbonden aan en wordt niet gefinancieerd door politieke partijen en/of belangengroepen.