Twaalf jaar premierschap: hoe alles verandert maar Rutte standhoudt

Tuesday, July 26 2022, 9:00

DEN HAAG (PDC) - Twaalf jaar geleden trad Mark Rutte1 voor het eerst aan als minister-president. Inmiddels is hij zijn vierde kabinet aan het leiden en zal hij op 2 augustus Ruud Lubbers2 voorbij gaan als langstzittende premier van het land. Bij de VVD hopen ze wellicht dat hij nooit opstapt, maar uit andere hoeken van het land komt inmiddels toch wel de vraag op: wat is de houdbaarheidsdatum van de altijd opgewekte minister-president?

"Visie is als de olifant die het zicht belemmert", sprak Rutte uit bij de H.J. Schoo-lezing van 2013. Een ongelukkige opmerking, stelt hij nu. Maar wat hij hiermee wilde zeggen, dat je je eigen visie af en toe opzij moet zetten om compromissen te sluiten, lijkt wel in lijn met de werkwijze van de premier.

Hij staat namelijk bekend als iemand die met iedereen kan samenwerken: van een kabinet met CDA en gedoogsteun van de PVV, tot de PvdA, en natuurlijk het vierpartijenkabinet CDA, D66 en ChristenUnie. Ook de rol van staatsman, vooral in tijden van crisis, lijkt de VVD'er goed te passen. Denk aan de manier waarop hij Nederland toesprak in maart 2020, het begin van de coronacrisis.

Aan de andere kant is er ook kritiek op de werkwijze van Rutte. Zo wordt hem verweten een opvallend slecht geheugen te hebben als het gaat om politiek gevoelige kwesties. Vorig jaar kreeg de premier nog een motie van afkeuring tegen zich vanwege zijn gebrekkige geheugen over het 'functie-elders' debacle. En ook Ruttes vermeende aversie tegen openbaarheid, ofwel de Rutte-doctrine, wordt vaak aangehaald als kritiekpunt.

Twaalf jaar Rutte. Dat betekent tientallen collega-bewindspersonen, vele wetsvoorstellen, en zeker geen gebrek aan ophef. Voor deze mijlpaal is PDC in het biografisch archief gedoken en is hieronder een overzicht opgenomen van de belangrijkste cijfers en wetenswaardigheden van twaalf jaar Rutte.

Contents

  1. Langstzittende premiers
  2. Kabinetten-Rutte
  3. Rutte en het parlement
  4. Lijstjes

1.

Langstzittende premiers

Op 2 augustus is Mark Rutte 4310 dagen minister-president en passeert hij het record dat in handen was van christendemocraat Ruud Lubbers. Het verbreken van dit record was volgens Rutte zelf nooit een doel, maar toch is het een grote mijlpaal in de Nederlandse parlementaire geschiedenis.

De afgelopen veertig jaar heeft Nederland maar vier premiers gehad. Met Ruud Lubbers en Mark Rutte als recordhouders, en Jan-Peter Balkenende3 en Wim Kok4 die beide acht jaar aan het roer stonden is er in Nederland een periode van toch wel opvallend stabiel leiderschap.

Wim Kok4 redt het overigens niet om in de top 5 langstzittende premiers (vóór Rutte) te verschijnen. Daar moet hij plaatsmaken voor oudere premiers, zoals de conservatieve Jan Heemskerk5 die actief was in de 19e eeuw.

 

Minister-president

Periode

Duur in dagen

Ruud Lubbers (CDA)

1982-1994

4310

Charles Ruijs de Beerenbrouck6 (RKSP7)

1918-1925, 1929-1933

3907

Willem Drees8 (PvdA)

1948-1958

3790

Jan Peter Balkenende (CDA)

2002-2010

3007

Jan Heemskerk (conservatief)

1874-1877, 1883-1888

2990

2.

Kabinetten-Rutte

Collega-bewindspersonen

In zijn jaren als minister-president heeft Rutte vele bewindspersonen zien komen en gaan. Over Rutte wordt vaak gezegd dat alles van hem afglijdt, maar voor zijn collega's is dat niet altijd het geval. Door de jaren heen vertrokken in totaal 20 ministers uit zijn kabinetten, waarvan 13 om politieke redenen.

 

Kabinet

Aantal

Namen

Rutte I

1

Piet Hein Donner9 (CDA)*

Rutte II

9

Co Verdaas10 (PvdA)

Frans Weekers11 (VVD)

Frans Timmermans12 (PvdA)*

Fred Teeven13 (VVD)

Ivo Opstelten14 (VVD)

Wilma Mansveld15 (PvdA)

Ard van der Steur16 (VVD)

Martijn van Dam17 (PvdA)*

Jeanine Hennis-Plasschaert18 (VVD)

Rutte III

10

Halbe Zijlstra19 (VVD)

Mark Harbers20 (VVD)

Menno Snel21 (D66)

Bruno Bruins22 (VVD)**

Eric Wiebes23 (VVD)

Stientje van Veldhoven24 (D66)*

Cora van Nieuwenhuizen25 (VVD)*

Tamara van Ark26 (VVD)**

Sigrid Kaag27 (D66)

Ank Bijleveld28 (CDA)

  • * 
    kreeg andere functie

** wegens gezondheid

Aan de andere kant waren er ook bewindspersonen die juist lang nauw met Rutte hebben samengewerkt. Enkele VVD-collega's werden door Rutte niet één maar twee keer gevraagd om deel uit te maken van zijn kabinet. Hierbij spannen VVD-kopstukken Sander Dekker29 en Stef Blok30 de kroon, die beide zo'n negen jaar met de premier in een kabinet hebben gezeten.

 

Bewinds­persoon

Periode

Duur in dagen

Sander Dekker (VVD)

2012-2022

3355

Stef Blok (VVD)

2012-2017, 2018-2022

3223

Melanie Maas Geesteranus31 (VVD)

2010-2017

2570

Edith Schippers32 (VVD)

2010-2017

2570

Eric Wiebes23 (VVD)

2014-2021

2539

Grootte van het kabinet

Door de jaren heen zijn Ruttes kabinetten gegroeid. In 2010 bestond het kabinet-Rutte I uit 20 bewindspersonen; bij de aanstelling van Rutte IV moesten er 29 kabinetsleden worden ingezworen. Deze groei is te wijten aan het toenemende aantal ministersposten. Zo was er bijvoorbeeld in 2010 nog geen minister voor Stikstof, terwijl dit nu toch wel één van de meest spraakmakende ministersposten is.

 

Kabinet

Totaal

Minis­ters

Staats­secretarissen

Rutte I

20

12

8

Rutte II

20

13

7

Rutte III

23

15

8

Rutte IV

29

20

9

Man-vrouw verhouding

Bij het aantreden van kabinet Rutte IV was er een primeur: er zijn evenveel vrouwelijke als mannelijke ministers. Als je de staatssecretarissen ook meetelt is de verdeling niet helemaal gelijk, maar het is een grote stap vooruit sinds het eerste kabinet Rutte I: van 20% in 2010 naar bijna 50% in 2021.

 

Kabinet

Totaal

Aantal vrouwen (%)

Rutte I

20

4 (20%)

Rutte II

20

8 (40%)

Rutte III

23

10 (43,5%)

Rutte IV

29

14 (48,3%)

Gemiddelde leeftijd

Rutte mag dan wel ouder geworden door de jaren heen, zijn kabinetten zijn dat niet. Kijkend naar de gemiddelde leeftijd van de bewindspersonen in het kabinet valt op dat de leeftijd van het eerste kabinet hoger ligt dan de drie opvolgende kabinetten. Verder valt ook op dat staatssecretarissen altijd een stukje jonger zijn geweest, al is het verschil niet enorm.

 

Kabinet

Totaal

Minis­ters

Staats­secretarissen

Rutte I

53,09

54,36

51,81

Rutte II

49,42

49,92

48,91

Rutte III

48,67

50,51

46,82

Rutte IV

50,55

51,15

49,95

Demissionaire kabinetten

Met zijn kabinetten heeft Rutte ook enkele records gebroken waarbij het maar de vraag is of hij daar blij mee was. Kabinet-Rutte III heeft de twijfelachtige eer om het langste demissionaire kabinet te zijn. Ook Rutte II is terug te vinden in deze beruchte top 5. Wat ook opvalt is dat 4 van de 5 langste demissionaire periodes in deze eeuw zijn geweest.

Over de lange formaties stelt bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis Bert van den Braak33 het volgende: "De lange duur van de recente kabinetsformaties laat zien hoe lastig het was om tot een meerderheid te komen. Dat het evenwel lukte om toch steeds stabiele kabinetten te vormen, is evenzeer tekenend voor de periode van premier Rutte."

 

Kabinet

Data

Duur (aantal dagen)

Rutte III

15 januari 2021 - 10 januari 2022

360

Den Uyl

22 maart 1977 - 18 december 1977

272

Balkenende IV

23 februari 2010 - 14 oktober 2010

235

Rutte II

15 maart 2017 - 26 oktober 2017

225

Balkenende I

17 oktober 2002 - 26 mei 2003

222

Hierbij aansluitend heeft Rutte ook het record van de langste formatie in handen. Voor zijn derde kabinet verbrak hij het record al, door 225 dagen de tijd te nemen om een nieuw kabinet te vormen. Bij de onderhandelingen voor Rutte IV kwam hier nog een schepje bovenop en werd het nieuwe record gevestigd op 299 dagen.

3.

Rutte en het parlement

Moties van wantrouwen

Premier Rutte is een kampioen in moties van wantrouwen en/of afkeuring ontvangen. Zijn kabinetten ontvingen meer moties van wantrouwen en afkeuring dan die van welke naoorlogse premier ook (in totaal 104). Vooral Rutte II en III ontvingen veel moties, maar ook het vierde kabinet is goed op weg: na zes maanden waren er al weer tien ingediend.

De vraag is nog wel of dit aan Rutte ligt of dat het meer zegt over de inflatie van het instrument van moties van wantrouwen.

Wetgeving

De wetgevingsmachine draait op volle toeren tijdens Ruttes kabinetten. Door de jaren heen zijn er veel ingrijpende wetgevingsvoorstellen ingediend en aangenomen. Zo slaagde Rutte I er in om in de twee jaar dat het kabinet bestond de nieuwe Politiewet in te voeren, en hield Rutte II zich bezig met grote hervormingen op het gebied van zorg en sociale zekerheid. Tijdens dit tweede kabinet werd onder meer een deel van de zorgtaken van Rijksoverheid overgeheveld naar gemeenten, waaronder de jeugdzorg zoals geregeld in de Jeugdwet.

In Rutte III kwam de intrekkingswet tot stand die de Wet raadgevend referendum heeft ingetrokken. Ook werden hier belangrijke stappen gezet richting het sluiten van het gasveld in Groningen met het wetsvoorstel Minimalisering gaswinning Groningen. Rutte IV lijkt nog een beetje op stoom te moeten komen, maar het kabinet staat dan ook tegenover enkele grote complexe vraagstukken die niet zomaar zijn opgelost, zoals het omvormen van het toeslagenstelsel.

 

Kabinet

Belangrijke wetgeving

Rutte I

Politiewet 2012

Versterking eigen verantwoordelijkheid inburgeringsplichtige

Wet bankenbelasting

Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd

Rutte II

Participatiewet

Wet verhuurderheffing

Jeugdwet

Wet werk en zekerheid

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Wet langdurige zorg

Omgevingswet

Wet studievoorschot hoger onderwijs (leenstelsel)

Rutte III

Intrekking Wet raadgevend referendum

Minimalisering gaswinning Groningen

Wet stikstofreductie en natuurverbetering

Rutte IV

Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking

CETA (EU-verdrag Canada)

Kijkend naar het aantal wetsvoorstellen dat is ingediend, dan valt op dat vooral in Rutte II veel wetten zijn ingediend. Daarnaast is te zien dat de Eerste Kamer net wat vaker voorstellen van het kabinet verwerpt dan de Tweede Kamer.

 

Kabinet

Ingediend

Aangenomen

Verworpen

Rutte I

325

301

2, 1 in de Eerste Kamer en 1 in de Tweede Kamer

Rutte II

645

607

8, 5 in de Eerste Kamer en 3 in de Tweede Kamer

Rutte III

458

453

2, beide in de Eerste Kamer

Rutte IV

59

9

1, in de Eerste Kamer

4.

Lijstjes

Met welke ophef kreeg Rutte zoal te maken?

Nasleep bankencrisis

Griekse begrotingsproblemen

Polen-meldpunt

Teevendeal

MH17

Brexit

Dividendbelasting/Shell/Unilever

Terugkeer IS-weduwen

Hawija-burgerslachtoffers

Omtzigt, functie elders

Evacuaties uit Afghanistan

Notulen ministerraad over toeslagen en kritische Kamerleden

Niet gearchiveerde sms'jes

Welke Europese collega's heeft Rutte onder anderen zien vertrekken?

België: Leterme, Di Rupo, Michel, Wilmčs

Denemarken: Thorning-Schmidt, Løkke Rasmussen

Duitsland: Merkel

Finland: Kiviniemi, Katainen, Stubb, Sipilä, Rinne

Frankrijk: Sarkozy, Hollande

Griekenland: Papandreou jr., Papademos, Samaras, Tsipras, Thanou-Christofilou

Ierland: Cowen, Kenny, Varadkar

Polen: Tusk, Kopacz, Szydło

Portugal: Sócrates, Passos Coelho

Slowakije: Radicová, Fico, Pellegrini

Spanje: Rodríguez Zapatero, Rajoy

Tsjechië: Rusnok, Sobotka, Babiš

Zweden: Reinfeldt, Löfven

Europese Commissie: Barroso, Juncker

Europese Raad: Van Rompuy, Tusk

 

De opgenomen cijfers maken onderdeel uit van het biografisch archief en de dataverzameling van PDC. Zowel op teksten als op de cijfers is het copyright van toepassing. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de redactie van Parlement.com, t.a.v. Prof. dr. Bert van den Braak, eindredacteur en onderzoeker bij PDC en bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel aan de Universiteit Maastricht.

E-mail: info@parlement.com

Read more ...

  • M. (Mark) Rutte
  • Minister-president

  • 1. 
    Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
     
  • 2. 
    Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
     
  • 3. 
    Former Christian democratic prime-minister of The Netherlands, from 2002 to 2010. Jan Peter Balkenende led four coalition governments, each of different composition. It mirrored the unstable political climate in The Netherlands after the rise and murder of Pim Fortuyn in 2002. Having worked for the Christian democratics' scientific bureau, Jan Peter Balkenende was elected as member of the House of Commons in 1998. He was spokesperson for the party on public finance before becoming party leader in 2001. Jan Peter Balkende left politics after a disastrous election result in 2012. He currently works at university and as consultant.
     
  • 4. 
    Former social democratic prime minister of The Netherlands between 1994 to 2002. Wim Kok led a coalition of two political opposites: the social democrats of the PvdA and the liberals of the VVD. Prior to becoming prime minister he was minister for Finance. Considered a competent, sincere politician, capable of forging alliances between political and socio-economic adversaries. During his tenure as prime minister unemployment figures dropped and general income levels rose continually, but his governments were unable to stem growing problems in the sectors of healthcare and education. Internationally lauded as proponent of the "Third Way", striking a balance between right-wing economic and left-wing social policies.
     
  • 5. 
    Belangrijke negentiende-eeuwse politicus, die driemaal een bekwame minister van Binnenlandse Zaken was, met grote kennis van zaken. Aanvankelijk gematigd liberaal Tweede Kamerlid voor Amsterdam. Werd allengs conservatiever. Speelde een voorname rol in de conflictenperiode (1866-1868), waarbij kabinet en koning de strijd aanbonden met de Tweede Kamer. Was daarna enige tijd raadsheer in de Hoge Raad. Bracht in zijn tweede periode als minister belangrijke wetten tot stand zoals de Hoger-onderwijswet, de Hinderwet en de Spoorwegwet. In 1883 formateur en leider van een gematigd kabinet, die behendig de Grondwetsherziening verdedigde die de weg opende naar uitbreiding van het (mannen)kiesrecht. Hardwerkende pragmaticus met een conservatieve levenshouding. Politicus zonder partij, die bedaard en met milde humor optrad.
     
  • 6. 
    Limburgse katholieke staatsman die in het interbellum driemaal minister-president en in twee periodes Tweede Kamervoorzitter was. Na advocaat en ambtenaar van het Openbaar Ministerie te zijn geweest, werd hij in 1905 Tweede Kamerlid. In 1918 volgde hij zijn vader op als Commissaris van de Koningin in Limburg, maar spoedig daarna werd hij kabinetsleider. Zijn eerste kabinet kreeg te maken met problemen die samenhingen met de Eerste Wereldoorlog en de afloop daarvan, zoals voedselschaarste en de vlucht van de Duitse keizer naar Nederland. Beantwoordde in november 1918 Troelstra's revolutiepoging met de aankondiging van hervormingen (achturendag, vrouwenkiesrecht). Tijdens zijn laatste kabinet brak de economische wereldcrisis uit. Hoffelijke edelman en goed teamleider, die ook door niet-geloofsgenoten werd gewaardeerd. Als minister van Binnenlandse Zaken echter niet zo doortastend.
     
  • 7. 
    De RKSP werd formeel op 3 juni 1926 opgericht als katholieke partij en was de voorloper van de KVP. Daarvoor waren de katholieken georganiseerd in de Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen, die informeel ook al RKSP werd genoemd. Deze bond was in mei 1904 ontstaan. In de Tweede Kamer was in 1893 voor het eerst sprake van een RK-Kamerclub. Vanaf 1918 was er een RKSP-fractie. In Eerste Kamer kwamer er omstreeks 1922 een fractie.
     
  • 8. 
    'Vadertje Drees'. Eén van de grootste twintigste-eeuwse politici, onder wiens leiding na de Bevrijding zowel de dekolonisatie als de wederopbouw plaatsvonden. Overtuigd sociaaldemocraat, maar wel zeer pragmatisch ingesteld ('niet alles kan, en zeker niet alles tegelijk'). Groeide op in Amsterdam en klom op van stenograaf, SDAP-wethouder van Den Haag en Kamerlid, tot minister en minister-president. Had als wethouder van Den Haag al voor 1940 een goede naam als bestuurder. In de oorlog enige tijd gijzelaar en centrale figuur in het politieke verzet. Bracht in 1947 als minister van Sociale Zaken de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand, de voorloper van de AOW. Werd zowel daardoor, als door zijn leiderschap en soberheid een populair staatsman, ook buiten zijn eigen kring. Tien jaar premier van brede coalities waarvan PvdA en KVP de kern vormden. Had goede contacten met Beel. Brak in de jaren '70 met zijn partij, de PvdA, uit onvrede over de koers. Sober levende en altijd eenvoudig gebleven man, die een zeer hoge leeftijd bereikte.
     
  • 9. 
    Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.
     
  • 10. 
    Planoloog die tien jaar bestuurlijk actief was, waarvan bijna vier jaar als PvdA-Tweede Kamerlid. Hij was onderzoeker, directeur van een avondopleiding bedrijfskunde van de KU Nijmegen, adviseur van diverse gemeenten en manager woondiensten van een woningcorporatie. In de Kamer woordvoerder op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuivesting en verkeer, waarna hij in 2007 gedeputeerde van Gelderland werd. Aan zijn staatssecretariaat van Economische Zaken in het kabinet-Rutte II kwam spoedig een einde na een affaire rond declaratiegedrag als gedeputeerde. In 2013 werd hij directeur van het Centre for Development Innovation, Wageningen Universiteit en in mei 2018 deeltijd-hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. In 2019-2023 was hij dijkgraaf en sindsdien Deltacommissaris.
     
  • 11. 
    Limburgse VVD-politicus, die na financieel woordvoerder van de Tweede Kamerfractie te zijn geweest in 2010 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte I werd. Hij bleef dat in het kabinet-Rutte II, maar moest voortijdig aftreden, omdat zijn positie was ondermijnd door ernstige problemen bij de belastingdienst met de verwerking van toeslagen. Een nauwe band met de omstreden Roermondse VVD'er Jos van Rey had hem eerder al in problemen gebracht. Voor hij in 1998 Kamerlid werd, was hij advocaat en geruime tijd gemeenteraadslid (fractievoorzitter) in Weert. Na zijn aftreden als staatssecretaris waarnemend burgemeester van Heerlen en van Beek. In 2016-2020 was hij bewindvoerder bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. Tegenwoordig is de heer Weekers secretaris-generaal van de Benelux Unie.
     
  • 12. 
    Frans Timmermans is Minister of Foreign Affairs since November 5th 2012. Between 2007 and 2010 Timmermans was junior minister of Foreign Affairs, charged with European Cooperation. In 1998 Timmermans became member of the House of Representatives, serving terms until 2007 and again in between 2010 and 2012. Prior to his political career Frans Timmermans served with dr. M. van der Stoel, High Commissioner of national minorities at OSCE and was member of the cabinet of Commissioner Van den Broek at the EC. He also worked at various posts at the Ministry of Foreign Affairs.
     
  • 13. 
    Kamerlid en staatssecretaris, die daarvoor als officier van justitie naam had gemaakt als 'crimefighter'. Was in 2002-2003 fractievoorzitter van Leefbaar Nederland en toonde zich toen een gedegen Kamerlid. In 2010 keerde hij terug in de Tweede Kamer, maar nu voor de VVD. Als staatssecretaris van Veiligheid van Justitie verdedigde hij in het parlement meer dan de minister veel justitiewetgeving. In het kabinet-Rutte II had hij de lastige portefeuille asielbeleid. Trad in maart 2015 af toen minister Opstelten viel over de 'bonnetjesaffaire' over de deal uit 2000 die Teeven als OvJ met een crimineel had gesloten. Hij keerde kort daarna terug als Tweede Kamerlid. Ongecompliceerde, hardwerkende politicus, die na zijn vertrek uit de politiek als buschauffeur en ondernemer aan de slag ging.
     
  • 14. 
    VVD-bestuurder, minister en partijvoorzitter, die werd gevormd in de gemeenteadministratie en daarna op 28-jarige leeftijd aan een indrukwekkende loopbaan begon als burgemeester. Na een onderbreking van vijf jaar als topambtenaar op Binnenlandse Zaken werd hij in 1992 eerste burger van Utrecht en ruim zes jaar later van het voorheen 'rode bolwerk' Rotterdam. Was een krachtig, maar soepel handhaver van gezag. Daarna nog waarnemer in Tilburg en vanaf 2008 voorzitter van de VVD. Politieke peetvader van Mark Rutte en na de formatie van diens eerste kabinet, waarin hij een groot aandeel had, minister van Veiligheid en Justitie. Voerde voortvarend een nieuwe Politiewet in. Kwam in het kabinet-Rutte II minder uit de verf en moest voortijdig aftreden. Rasbestuurder met een fors postuur en sonore basstem, die amicaal en prettig in de omgang is.
     
  • 15. 
    Zakelijk ingestelde PvdA-politica, die na een loopbaan als boekhouder en personeelsmanager secretaris werd van de sociaal-economische raad Noord-Nederland. Tien jaar later, in 2011, werd zij gedeputeerde van Groningen, belast met onder meer economische zaken, milieu en klimaat en jeugdzorg. Als staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu in het kabinet-Rutte II kreeg zij spoedig te maken met problemen bij ProRail en bij de treinverbinding HSL-Zuid. Na publicatie van het rapport van de enquêtecommissie Fyra nam zij de politieke verantwoordelijkheid voor falend beleid in dat langlopende project. Was daarna een half jaar waarnemend burgemeester van Tytsjerksteradiel en is nu directeur van de Veiligheidsregio Groningen.
     
  • 16. 
    Spreekvaardige en flamboyante VVD'er, die zijn politieke loopbaan verrassend snel zag eindigen na een teleurstellend verlopen ministerschap. Na advocaat en eigenaar van een trainingsopleiding op juridisch gebied te zijn geweest, werd hij in 2010 Tweede Kamerlid. Eerder had hij in de lokale politiek ervaring opgedaan als lid van de gemeenteraden van Warmond en Teylingen. Als Kamerlid hield hij zich met name bezig met strafrecht en criminaliteitsbestrijding en was hij lid van de enquêtecommissie Fyra. Volgde in maart 2015 Opstelten op als minister van Veiligheid en Justitie in het kabinet-Rutte II. Raakte mede door onvoorzichte uitspraken spoedig betrokken bij enkele affaires. De nasleep van de Teevendeal, waarover ook zijn voorganger was gestruikeld, brak hem begin 2017 op.
     
  • 17. 
    In Eindhoven opgeleide technisch-bedrijfskundige, die na in 2003 op jonge leeftijd PvdA-Tweede Kamerlid te zijn geworden voortvarend carrière maakte in de Haagse politiek. Eerder was hij voorzitter van de Jonge Socialisten. Was als Kamerlid een helder formulerende woordvoerder mediabeleid, buitenlandse zaken en asiel en immigratie en werd in november 2012 tweede man in de PvdA-fractie. Had eerder dat jaar zonder succes meegedaan aan de lijsttrekkersstrijd. In 2015 volgde een overstap naar het kabinet-Rutte II toen hij staatssecretaris van Economische Zaken, belast met landbouw werd. Verliet in 2017 de politiek en werd lid van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Is sinds 2022 bestuurder van Nederlandse Datakluis.
     
  • 18. 
    Jeanine Hennis-Plasschaert (1973) is sinds 2024 speciaal VN-gezant in Libanon. Eerder leidde zij de VN-missie in Irak. Mevrouw Hennis was van 23 maart 2017 tot 13 september 2018 Tweede Kamerlid voor de VVD. Eerder was zij dat van 17 juni 2010 tot 5 november 2012. In 2004-2010 was zij lid van het Europees Parlement en van 5 november 2012 tot en met 3 oktober 2017 minister van Defensie in het kabinet-Rutte II. Zij werkte eerder bij de Europese Commissie in Brussel en Riga en was politiek assistent van wethouder Van der Horst van Amsterdam. Als Europarlementariër hield mevrouw Hennis zich onder meer bezig met transport, justitie en burgerlijke vrijheden, als Tweede Kamerlid met rijksbegroting en Europees en internationaal monetair beleid.
     
  • 19. 
    In de Stellingwerven geboren VVD-politicus die het tot staatssecretaris, fractievoorzitter en minister van Buitenlandse Zaken bracht, maar zijn politieke loopbaan abrupt moest afbreken. Voor hij in 2006 Tweede Kamerlid werd onder meer werkzaam bij Shell, directeur van een projectmanagmentsbureau en fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Utrecht. Als Kamerlid hield hij zich bezig met de zorg en hoger onderwijs en was hij lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Voerde als staatssecretaris in het kabinet-Rutte I, ondanks veel protest, krachtdadig forse bezuinigingen in de cultuursector door. Tijdens Rutte II was hij als fractievoorzitter een belangrijke steunpilaar voor dat kabinet. Buitenlandse Zaken in Rutte III was als 'beloning' daarvoor te beschouwen, maar ontmaskering van een door hemzelf opgeklopt verhaal over de Russiche dreiging, dat hij in 2016 op het VVD-congres had verteld, ondermijnde zijn gezag en dwong hem tot vertrek.
     
  • 20. 
    Mark Harbers (1969) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister van Infrastructuur en Waterstaat in het kabinet-Rutte IV. Van 26 oktober 2017 tot en met 21 mei 2019 was hij staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte III. Hij was eerder in 2009-2018 en 2019-2022 Tweede Kamerlid voor de VVD, onder meer als financieel woordvoerder en fractiesecretaris. Verder was hij eerste ondervoorzitter van de Kamer en voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven. De heer Harbers was eerder politiek adviseur van minister Zalm en in de periode 2007-2009 wethouder van Rotterdam. Als Kamerlid was hij in de periode 2019-2022 woordvoerder klimaat, energiebeleid en stikstofbeleid.
     
  • 21. 
    Menno Snel (1970) was van 26 oktober 2017 tot 18 december 2019 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte III. Daarvoor was hij voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Waterschapsbank. Eerder was hij plaatsvervangend directeur-generaal fiscale zaken op het ministerie van Financiën, directeur bij pensioenuitvoerder APG en bewindvoerder bij het IMF in Washington. Sinds 1 februari 2023 is hij partner bij Hague Corporate Affairs.
     
  • 22. 
    Bruno Bruins (1963) was van 26 oktober 2017 tot en met 19 maart 2020 in het kabinet-Rutte III minister voor Medische Zorg (en Sport) op het ministerie van VWS. Hij was eerder, van 7 juli 2006 tot 22 februari 2007, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende III. Sinds september 2020 is hij interim-directeur van vervoersbedrijf HTM. De heer Bruins was onder meer werkzaam bij enkele vervoersbedrijven en voor de VVD in de periode 2000-2006 wethouder van Den Haag. Tevens was hij voorzitter van veiligverkeersorganisatie 3VO. In 2007 was hij waarnemend burgemeester van Leidschendam-Voorburg en in 2008-2011 directeur van vervoersbedrijf Connexxion. In 2012-2017 was hij bestuursvoorzitter van het UWV en in 2016-2017 tevens voorzitter van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Publieke Omroep. In 2021-2024 was hij staatsraad in de Afdeling advisering van de Raad van State.
     
  • 23. 
    Eric Wiebes (1963) was van 26 oktober 2017 tot 15 januari 2021 minister van Economische Zaken en Klimaat in het kabinet-Rutte III. Daarvoor was hij van 4 februari 2014 tot 26 oktober 2017 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte II. In 2010-2014 was de heer Wiebes namens de VVD wethouder van onder meer verkeer en vervoer van Amsterdam. Eerder werkte hij in het bedrijfsleven en bij het ministerie van Economische Zaken. Daar was hij onder meer plaatsvervangend secretaris-generaal.
     
  • 24. 
    Stientje van Veldhoven (1973) was van 26 oktober 2017 tot 19 juli 2021 staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in het kabinet-Rutte III. Deze functie werd van 1 november 2019 tot 14 april 2020 onderbroken, toen zij minister voor Milieu en Wonen was. Mevrouw Van Veldhoven was van 17 juni 2010 tot 26 oktober 2017 Tweede Kamerlid voor D66. In de Tweede Kamer hield zij zich vooral bezig met klimaat, energie, circulaire economie en het gaswinningsdossier. Mevrouw Van Veldhoven was secretaris van de D66-fractie en lid van het Presidium. Eerder was zij onder meer diplomaat bij de Nederlandse Vertegenwoordiging van de EU in Brussel en werkzaam bij de Europese Commissie en clusterleider van het programma Zuidvleugel Randstad op het ministerie van Economische Zaken. Sinds 1 september 2021 is zij vicepresident/directeur van het Europa voor het World Resources Institute.
     
  • 25. 
    Cora van Nieuwenhuizen-Wijbenga (1963) is a member of the Dutch parliament since 2010 on behalf of the VVD, the Dutch centre-right liberal party. Prior to her election to parliament she held the post for mobility and infrastructure in government at a provincial level, having been elected member of the provincial parliament in the years before that. As member of parliament Van Nieuwenhuizen-Wijbenga is chair of the committee on finance, and specialised in policies regarding the labour market. In 2014 she stood as candidate for the European Parliament.
     
  • 26. 
    Tamara van Ark (1974) was van 9 juli 2020 tot en met 3 september 2021 minister voor Medische zorg in het kabinet-Rutte III. Daarvoor was zij vanaf 27 oktober 2017 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Mevrouw Van Ark was van 27 juni 2010 tot 26 oktober 2017 en van 31 maart tot 3 september 2021 Tweede Kamerlid voor de VVD. In haar eerste Kamerperiode was zij onder meer woordvoerster langdurige zorg, thuiszorg, emancipatie en homo-emancipatiebeleid. Mevrouw Van Ark was wethouder van de in 2010 gevormde gemeente Zuidplas en zij was dat eerder in Nieuwerkerk aan den IJssel. Daarvoor werkte zij als teamchef van de Dienst sociale zaken in Rotterdam-Feijenoord.
     
  • 27. 
    Sigrid Kaag (1961) was van 10 januari 2022 tot 8 januari 2024 minister van Financiën en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Zij was eerder tot 29 mei 2021 minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelings­samenwerking en van 25 mei 2021 tot 17 september 2021 minister van Buitenlandse Zaken. Van 31 maart 2021 tot 10 januari 2022 was zij Tweede Kamerlid en in 2020-2023 was zij politiek leider van D66. Mevrouw Kaag was voor haar ministerschap diplomate bij de VN. Sinds januari 2015 was zij VN-coördinator in Libanon en daarvoor onder meer betrokken bij de VN-missie ter vernietiging van chemische wapens in Syrië. Eerder werkte zij onder andere bij de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen en bij UNICEF. Mevrouw Kaag begon haar loopbaan bij Shell en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Sinds 2024 is zij namens de VN humanitair- en wederopbouwcoördinator voor Gaza.
     
  • 28. 
    Ank Bijleveld (1962) was van 26 oktober 2017 tot en met 17 september 2021 minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 april 2020 was zij tevens minister voor de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst. Mevrouw Bijleveld was van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Balkenende IV. Zij was Tweede Kamerlid voor het CDA in de periode 1989-2001 en in 2010. Zij was enige jaren vicefractievoorzitter en in 2010 betrokken bij de onderhandelingen tijdens de kabinetsformatie. Eerder werkte mevrouw Bijleveld bij de gemeente Hengelo (Ov.), was zij raadslid in Enschede en was zij actief bij het dekenaat van Enschede. Van 1 januari 2001 tot 22 februari 2007 was zij burgemeester van Hof van Twente en van 1 januari 2011 tot 26 oktober 2017 commissaris van de Koning(in) in Overijssel. Op 17 januari 2022 werd zij waarnemend burgemeester van Almere en bleef dat tot 1 maart 2023.
     
  • 29. 
    Sander Dekker (1975) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Rechtsbescherming op het ministerie van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte III. Van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 was hij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Rutte II. Van 23 maart tot 26 oktober 2017 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. De heer Dekker was in 2006-2012 wethouder van Den Haag. Vanaf 2023 is hij lid van de raad van bestuur van het Maasstad Ziekenhuis.
     
  • 30. 
    Stef Blok (1964) was van 25 mei 2021 tot 10 januari 2022 minister van Economische Zaken en Klimaat. Hij verving minister Van 't Wout. Zijn taken als minister van Buitenlandse Zaken, wat hij sinds 7 maart 2018 was, werden overgenomen door minister Kaag. In het kabinet-Rutte II was de heer Blok van 5 november 2012 tot 27 januari 2017 minister voor Wonen en Rijksdienst en van 27 januari tot 26 oktober 2017 minister van Veiligheid en Justitie. Van 25 augustus 1998 tot 5 november 2012 was de heer Blok Tweede Kamerlid. Hij was in de periode 2010-2012 fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Daarvoor was hij kredietanalist-secretaris Concern Krediet College en accountmanager Corporate Banking bij ABN/Amro. In de Tweede Kamer was hij woordvoerder sociale zekerheid, AOW, pensioenen en financiën. De heer Blok is sinds 2022 lid van de Europese Rekenkamer.
     
  • 31. 
    VVD-politica, die na een succesvol driejarig wethouderschap in Leiden al op jonge leeftijd staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat werd in de kabinetten-Balkenende. Voerde in de Kamers met het gemak het woord zonder al te zeer op haar ambtenaren te hoeven steunen. Maakte verruiming van grote rivieren mogelijk om overstromingen te voorkomen en bracht met minister Zalm een wet om Schiphol te privatiseren tot stand. Werd in 2007 directeur zorginkoop bij Achmea, maar keerde in 2010 in het kabinet-Rutte I terug als minister voor Infrastructuur en Milieu en behield die post in Rutte II. Wist de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/uur door te voeren en bracht de omvangrijke Omgevingswet tot stand. Hoewel zij als politiek talent te boek stond, voerde zij toch vooral op een zakelijke, wat a-politieke wijze beleid.
     
  • 32. 
    Edith Schippers (1964) was van 13 juni 2023 tot 14 januari 2025 voorzitter van de VVD-fractie in de Eerste Kamer. Zij was minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kabinet-Rutte I en kabinet-Rutte II en daarvoor van 2003 tot 2010 Tweede Kamerlid voor de VVD. Als Kamerlid hield zij zich bezig met zorg. In 2006 werd zij vicefractievoorzitter. Mevrouw Schippers was voor zij in de politiek ging onder meer werkzaam bij VNO-NCW. Na haar ministerschap werd zij voorzitter van de raden van bestuur van DSM Nederland en DSM Europa. Dat bleef zij tot mei 2023. Nu is zij lid van de Raad van Bestuur van de Mosadex Groep.
     
  • 33. 
    Kenner van de parlementaire geschiedenis met grote parate feitenkennis. Als medewerker van het PDC nauw betrokken bij websites over parlement en politiek en beheerder van het omvangrijke biografisch archief, het databestand over Nederlandse politici. Promoveerde in 1998 op een lijvig proefschrift over de Eerste Kamer, schreef samen met J.Th.J. van den Berg een boek over de parlementaire geschiedenis 1946-2016 en publiceert regelmatig in tijdschriften en dagbladen. Sinds 1 december 2018 is hij bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel in Maastricht.