Dubbele Staten-Generaal en Dubbele Tweede Kamer
De procedure tot grondwetsherziening was tussen 1814 en 1848 anders dan tegenwoordig. In de periode 1814-1815 moesten na aanneming van een wet die verklaarde dat de Grondwet moest worden gewijzigd door de Provinciale Staten buitengewone leden worden gekozen. Het aantal leden van de Staten-Generaal verdubbelde daardoor.
Een wetsvoorstel tot herziening van de Grondwet moest in de Dubbele Staten-Generaal met ten minste twee derde van de aanwezige leden worden aangenomen en er moest daarbij een twee derde meerderheid zijn.
Toen er in 1815 een tweekamerstelsel1 kwam, wijzigde de procedure enigszins. Net als in de Grondwet van 1814 werd na de eerste lezing (behandeling van de overwegingswet) verdubbeling van het ledental verlangd, maar dat gold alleen voor de Tweede Kamer. Die buitengewone leden werden door Provinciale Staten gekozen. De samenstelling van de door de koning benoemde Eerste Kamer veranderde niet.
In de Dubbele Tweede Kamer was een meerderheid van drie vierde van het aantal aanwezige leden nodig om een herzieningsvoorstel aan te nemen, waarbij ten minste twee derde van de leden present moest zijn. In de Eerste Kamer volstond een normale meerderheid.
Er was een 'Dubbele' Staten-Generaal tussen 8 en 19 augustus 1815
De 'Dubbele' Tweede Kamer bestond tussen 5 augustus en 5 september 1840 en tussen 18 september en 7 oktober 1848.
Contents
Meer over
- 1.Veel landen hebben een parlement dat uit twee Kamers bestaat. Zo heeft het Verenigd Koninkrijk een Hoger- en Lagerhuis en kent Duitsland een Bondsdag en een Bondsraad. Ook Nederland heeft sinds 1815 twee Kamers en daarmee een tweekamerstelsel ('bicameralisme').
- 2.Onder de Staten-Generaal verstaan we de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Formeel is er dan ook sprake van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Beide Kamers kunnen tevens in Verenigde Vergadering bijeenkomen.
- 3.Om de Nederlandse Grondwet te wijzigen, moet een voorstel tot wijziging worden ingediend. De wijziging moet twee keer in de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld. Zo’n behandeling van een wetsvoorstel in het parlement wordt een lezing genoemd. Er zijn dus twee lezingen nodig voor de Grondwet kan worden gewijzigd. Vóórdat de tweede lezing plaatsvindt, moeten Tweede Kamerverkiezingen worden gehouden. In theorie moeten kiezers zich zo over de wijziging(en) kunnen uitspreken. Bij de tweede lezing is er in beide Kamers een tweederdemeerderheid vereist.