Parlementair onderzoek Arabische boycot

Source: Parlement.com.

Op 11 april 1978 besloot de Tweede Kamer1 een bijzondere commissie in te stellen die als taak kreeg een voorbereidend onderzoek te verrichten naar de Arabische boycot en Nederland. Er werd onderzoek gedaan naar economische maatregelen van Arabische landen tegen Nederlandse bedrijven waarvan werd verondersteld dat zij een bijdrage leverden aan versterking van de economische en militair-strategische positie van Israël.

Belangrijke boycotinstrumenten waren de niet-Joodverklaring en de niet-Israëlverklaring, die van bedrijven werd gevraagd om handel te kunnen drijven. Er waren in Arabische landen vaak zwarten lijsten en veel bedrijven werden met boycotmaatregelen geconfronteerd. De commissie werd geleid door Harry van den Bergh2.

De Tweede Kamer besprak de stukken over de Arabische boycot in oktober 1979 en februari 1981.

Contents

  1. Samenstelling van de commissie
  2. Samenvatting
  3. Reactie kabinet

1.

Samenstelling van de commissie

Mommersteeg3 (CDA)

Van Thijn4 (PvdA)

Van Rossum5 (SGP)

Van der Stoel6 (PvdA)

Scholten7 (CDA)

Waalkens8 (VVD)

Van Amelsvoort9 (CDA)

Van Houwelingen10 (CDA)

Waltmans11 (PPR)

Van der Doef12 (PvdA)

Van der Hek13 (PvdA)

De Vries14 (PvdA)

Engwirda15 (D'66)

Van den Broek16 (CDA)

Van Dijk17 (CDA)

Van den Bergh2 (PvdA)

Castricum18 (PvdA)

De Korte19 (VVD)

Bolkestein20 (VVD)

Blaauw21 (VVD)

Griffier was mevr. G. Vrins

2.

Samenvatting

De commissie stelde onder meer vast dat:

  • - 
    de Arabische landen de boycot niet als een inmenging in de interne zaken van andere staten zagen
  • - 
    er onduidelijkheid was over de inhoud van de boycotbepalingen en de samenstelling van de zwarte lijsten
  • - 
    Nederlandse bedrijven werden in alle fasen van hun transacties met het Midden-Oosten geconfronteerd met de Arabische boycot
  • - 
    het was onduidelijk waarom sommige bedrijven op de zwarte lijst stonden
  • - 
    de door de boycotautoriteiten gedane mededelingen waren niet in overeenstemming met de werkelijke praktijk
  • - 
    de Kamer van Koophandel had zelf geen negatieve goederenverklaring of fabrikantenverklaring afgegeven

Lees het rapport.

3.

Reactie kabinet

Op 9 augustus 1979 bracht de regering een brief uit met beleidsconclusies, waarin onder meer werd gemeld dat de antidiscriminatiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht zouden worden aangescherpt. Het afleggen van een negatieve goederenverklaring zou niet worden verboden. Bekeken zou worden hoe wettelijk verstoring van concurrentievoorwaarden door de Arabische Boycot konden worden voorkomen. Er zou een commissie komen om de omvang en effecten van de boycot in kaart te brengen en om aanbevelingen te doen over eventuele maatregelen daartegen.

 

Meer over

  • Parlementair onderzoek22
  • Parlementair onderzoek - 1875 - heden23

  • 1. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 2. 
    In de jaren zeventig en tachtig één van de buitenlandspecialisten van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Voor hij Kamerlid werd buitenland-secretaris van de PvdA. Specifiek hield hij zich bezig met handelspolitiek, het Midden-0osten en mensenrechten. Hij trok zich in het bijzonder het lot van joden in de Sovjet-Unie aan en leidde een Kamercommissie die onderzoek deed naar de boycot van bedrijven met Joodse werknemers in de Arabische wereld. Hield zich later ook bezig met het aanschaffingsbeleid van defensiematerieel en was voorzitter van de commissie voor Defensie. Moest de Tweede Kamer verlaten nadat hij in opspraak was gekomen door dubieuze transacties in aandelen Fokker. Werd op latere leeftijd raadslid in Amstelveen.
     
  • 3. 
    Joep Mommersteeg (1917) was a member of the European Parliament from 15 February 1982 to 24 July 1984 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
     
  • 4. 
    Amsterdamse, gepassioneerde sociaaldemocraat, die als Joodse jongen de bezetting overleefde en daarna een onvermoeibaar mensenrechtenstrijder werd. Vanuit de WBS, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, spoedig raadslid in Amsterdam en vooraanstaand Tweede Kamerlid, dat zich met binnenlandse zaken en verkeer bezighield. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl fractievoorzitter en in 1977 onderhandelaar bij de mislukte formatie. Werd daarna (opnieuw) woordvoerder staatkundige vernieuwing en in 1981 minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt II. Vanaf 1983 tien jaar een populaire burgemeester van Amsterdam die veel betrokkenheid toonde met de stad in alle facetten. Keerde in 1994 terug als minister, maar de IRT-affaire dwong hem tot voortijdig aftreden. Speelde als senator in 2005 een cruciale rol bij het 'afschieten' van het voorstel voor de gekozen burgemeester. Goed bestuurder en debater; cultuur- en sportliefhebber.
     
  • 5. 
    Opgewekte Delftse ingenieur civiele techniek, afkomstig van Overflakkee, die van 1967 tot 1986 een alom gewaardeerd Tweede Kamerlid was voor de SGP. Genoot in waterstaatskringen groot gezag. Bracht in 1968 als beginnend parlementariër een initiatiefwet op waterstaatkundig gebied tot stand. Introduceerde aan het eind van het Kamerdebat over de RSV-enquête de term "aangeschoten wild " voor minister Van Aardenne. Vele bestuurlijke functies in de Gereformeerde Gemeenten. Sprak met het accent van zijn geboorte-eiland.
     
  • 6. 
    Vooraanstaande, bedachtzame PvdA-politicus met een grote internationale staat van dienst op het gebied van mensenrechten. Was international secretaris van de PvdA en daarna Eerste en Tweede Kamerlid. Staatssecretaris onder Luns in het kabinet-Cals. Keerde in 1967 terug in de Tweede Kamer en protesteerde toen krachtig tegen mensenrechtenschendingen door het Griekse kolonelsregime. Minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl die zich inzette voor ontspanning tussen Oost en West. Nadien als Kamerlid veel gematigder dan zijn fractiegenoten. Na een kort ministerschap in het kabinet-Van Agt II ambassadeur bij de VN, staatsraad en Hoge Commissaris voor de mensenrechten. Genoot lange tijd in het buitenland, vooral in Griekenland en Tsjecho-Slowakije, meer waardering dan bij zijn partijgenoten in eigen land. Speelde een bemiddelende rol in de kwestie-Zorreguieta.
     
  • 7. 
    Gedreven christendemocratisch politicus, die uiteindelijk bij de PvdA terecht kwam. Schoonzoon van ARP-voorman Bruins Slot. Na zijn rechtenstudie negen jaar burgemeester in het land van Heusden en Altena. Kwam in 1970 in de Tweede Kamer en werd daar woordvoerder volkshuisvesting en mediabeleid. Was als student al sterk betrokken bij internationale problemen en werd later een bekend strijder tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Koos als buitenlandwoordvoerder van de ARP- en CDA-fractie vaak de zijde van de linkse oppositie. Kwam begin jaren tachtig steeds meer in conflict met zijn eigen fractie en steunde in 1980 een motie van afkeuring na afwijzing van een olieboycot van Zuid-Afrika. Verliet nadat hem in 1983 het fractiewoordvoerderschap was ontnomen de CDA-fractie en vormde met Dijkman een fractie (het duo 'Stef en ik'). In 1986 werd hij PvdA-lid en later senator voor die partij.
     
  • 8. 
    Landbouwdeskundige van de VVD uit de Noordoostpolder, waar hij een groot landbouwbedrijf runde. Zoon van een Groningse burgemeester. Actief in diverse landbouworganisaties. Als woordvoerder ontwikkelingssamenwerking tevens de grote tegenspeler van minister Jan Pronk in de jaren 1973-1977. Met name kritisch over de Nederlandse ontwikkelingshulp aan Cuba en over de steun aan bevrijdingsbewegingen in Afrika. Harde werker, wars van gewichtigdoenerij.
     
  • 9. 
    Veelzijdige katholieke politicus uit Brabant die vijfentwintig jaar in diverse functies actief was. Begon zijn loopbaan in het bankwezen en was daarna financieel-economisch woordvoerder van de KVP in Eerste en Tweede Kamer. Hield zich als Tweede Kamerlid ook bezig met buitenlandse zaken. Tussen 1980 en 1994 diverse keren staatssecretaris van Financiën en Binnenlandse Zaken. Als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken bracht hij nieuwe wetgeving over rampenbestrijding tot stand; als staatssecretaris van fiscale zaken een nieuwe belasting op personenauto's. Was in die functie ook verantwoordelijk voor verhoging van de accijns op autobrandstoffen, in latere politieke discussies bekend als 'het kwartje van Kok'.
     
  • 10. 
    ARP- en CDA-politicus en bestuurder. Opgeleid tot chemicus en werkzaam in het bedrijfsleven. Was daarnaast actief in de ARJOS, de antirevolutionaire jongerenorganisatie. In 1973 werd hij Tweede Kamerlid en daar was hij al spoedig een gerespecteerd deskundige op het gebied van energie, milieu en industriebeleid. Werd in ARP en CDA tot de linkervleugel gerekend en behoorde tot de 'loyalisten' onder het eerste kabinet-Van Agt. Met name kritisch over het kernwapen- en kernenergiebeleid. Was altijd sterk overtuigd van zijn eigen gelijk. Werd in het tweede kabinet-Van Agt vrij verrassend staatssecretaris van Defensie en bleef dat tot 1989 in de kabinetten-Lubbers. Daarna weer ruim vier jaar Tweede Kamerlid en vervolgens burgemeester van Haarlemmermeer.
     
  • 11. 
    Uit de KVP afkomstige Limburgse medeoprichter en parlementariër van de PPR. Was journalist, docent en cursusleider. Als oprichter van de Stichting Europa Huis een overtuigd Europeaan. Als Kamerlid actief op het gebied van de buitenlandse politiek en defensie, maar ook woordvoerder binnenlandse zaken. Geducht deelnemer aan debatten over kernbewapening. Na zijn Tweede Kamerlidmaatschap burgemeester van Landsmeer en korte tijd, mede dankzij steun van de Friese nationalisten, lid van de Senaat.
     
  • 12. 
    PvdA-politicus en burgemeester. Nuchtere zakelijke bestuurder met veel oog voor technologische ontwikkelingen. Begon als jongste bediende in een boekhandel en ontwikkelde zich daarna tot een prominent bestuurder in de katholieke vakbeweging. Deskundig op het gebied van het goederenvervoer. Als Tweede Kamerlid voor de PvdA woordvoerder verkeer, inkomensbeleid en technologiebeleid. Zorgde, samen met de VVD'er De Beer, voor een wettelijke regeling van de verplichte periodieke autokeuring. Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (onder meer van PTT-aangelegenheden en vervoer) in tweede kabinet-Van Agt. Daarna dertien jaar burgemeester van Vlissingen.
     
  • 13. 
    Vooraanstaand en spreekvaardig PvdA-Tweede Kamerlid dat zich vooral bezighield met economische zaken (industrie, handelspolitiek). Behoorde tot Nieuw-Links en was één van de schrijvers van 'Tien over rood'. Na werkzaam te zijn geweest bij het Vorrink-instituut en als ambtenaar op het terrein van ontwikkelingssamenwerking werd hij in 1973 Tweede Kamerlid. Was onder meer voorzitter van de commissie voor Economische Zaken en enige jaren vicefractievoorzitter. In de Kamer een geducht tegenspeler van VVD-minister Van Aardenne en onvermoeibaar strijder voor het behoud van werkgelegenheid bij de Nederlandse industrie, met name bij de scheepsbouw. Na zijn Kamerlidmaatschap bestuurder in het hoger onderwijs. Promoveerde op 80-jarige leeftijd.
     
  • 14. 
    Dominante PvdA-politicus met een grote staat van dienst. Zoon van een protestantse Limburgse leraar. Studeerde staatsrecht na eerst in de VS een opleiding voor acteur te hebben gevolgd. Onderscheidde zich in de Tweede Kamer al jong als defensiewoordvoerder en was daarna onder meer fractiesecretaris en voorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Na hoofddirecteur van de VNG en voorzitter van de SER te zijn geweest, keerde hij in 1998 terug in de Haagse politiek als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II. In 1999 stapte hij over naar Binnenlandse Zaken. Kwam in 2002 als één van de weinige paarse ministers terug in de Kamer en dong mee naar het leiderschap van de PvdA. Kruiste vaak de degens met minister Verdonk over het asielbeleid. Na 2007 acht jaar een prominent Eerste Kamerlid. Scherp debater, die met een nuchtere zakelijkheid zijn tegenstanders nooit spaarde.
     
  • 15. 
    Sympathieke en bescheiden parlementarier van D66 die in 1982 zijns ondanks de voorman werd van de partij die toen op sterven na dood leek. Zoon van een huisarts. In 1971 op 28-jarige leeftijd Tweede Kamerlid en, na gedwongen vertrek in 1972, in 1977 opnieuw gekozen. Was vooral deskundig op financieel-economisch gebied. Leek niet in de wieg gelegd voor het leiderschap, maar slaagde er wonderwel in de fractie te bevrijden van de frustraties, opgelopen tijdens het mislukte avontuur van het kabinet-Van Agt/Den Uyl. Was lid van de parlementaire enquêtecommissies RSV en paspoort. Bij zijn collega's gewaardeerd voorzitter van de Kamercommissie voor de rijksuitgaven. Was zes jaar lid van de Rekenkamer en vijftien jaar lid van de Europese Rekenkamer.
     
  • 16. 
    Juridisch geschoolde CDA-politicus, die lange tijd minister van Buitenlandse Zaken was. Begon zijn loopbaan als advocaat in Rotterdam en was later werkzaam bij Enka in Arnhem. Justitie-woordvoerder van de KVP en het CDA in de Tweede Kamer. Werd in 1982, na één jaar staatssecretaris te zijn geweest, minister. Gold als een overtuigd aanhanger van de Atlantische samenwerking en verdedigde van harte het NAVO-besluit om kruisraketten te plaatsen in Nederland. Dreigde met name op Europees gebied soms overvleugeld te worden door de premier. Was enige tijd 'kroonprins' bij het CDA. Na zijn ministerschap Europees Commissaris voor buitenlandse betrekkingen. Geen voorstander van een moraliserende buitenlandse politiek. Kwam vaak nogal zelfstandig tot zijn beleidskeuzes. Kreeg in 2005 de titel minister van staat.
     
  • 17. 
    Uit de CHU afkomstige CDA-politicus van streng gereformeerden huize. Begon zijn loopbaan in Zuid-Afrika en was daarna bestuursambtenaar in Nieuw-Guinea. Werkte vervolgens onder meer bij de Wereldbank en was raadslid in Rotterdam. In de Tweede Kamer aanvankelijk woordvoerder volkshuisvesting, maar hij hield zich spoedig ook bezig met financiën, handelspolitiek en economische zaken. Werd in het tweede kabinet-Van Agt minister voor ontwikkelingssamenwerking. Keerde in 1982 terug naar de Kamer en maakte toen furore als voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie RSV. Op het eerste gezicht een steile calvinist, maar beschikkend over droge humor. In het tweede kabinet-Lubbers minister van Binnenlandse Zaken en toen enige tijd uitgeschakeld door hartklachten. Besloot zijn politieke loopbaan als senator.
     
  • 18. 
    Frits Castricum (1947) was a member of the European Parliament from 19 July 1994 to 20 July 1999 as an independent member, and was aligned with the Progressive Alliance of Socialists and Democrats. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
     
  • 19. 
    Ambitieuze VVD-politicus, die carrière maakte in het bedrijfsleven en in 1977 de succesvolle verkiezingscampagne leidde. Werd daarna woordvoerder sociale zaken (arbeidsvoorwaarden, inkomensbeleid) en financieel-economische zaken van zijn fractie. Behoorde met o.a. Hermans en Evenhuis tot de vertrouwelingen van VVD-leider Ed Nijpels. Volgde begin 1986 de overleden minister Rietkerk op als minister van Binnenlandse Zaken. Vicepremier en minister van Economische Zaken in het tweede kabinet-Lubbers en korte tijd politiek leider van de VVD. Maakte een einde aan de investeringssubsidie via de WIR. Stapte na een tweede periode als Kamerlid (1989-1995) over naar een internationale functie. Intelligent, maar als minister niet altijd even tactisch opererend.
     
  • 20. 
    Succesvolle en erudiete VVD-politicus, die zijn partij in 1994 en 1998 naar verkiezingsoverwinningen leidde. Afkomstig uit het bedrijfsleven (Shell) en uit hoofde van zijn functies lange tijd in het buitenland verblijvend. Was staatssecretaris van buitenlandse handel in het eerste kabinet-Lubbers en daarna een vooraanstaand VVD-Kamerlid. Volgde in 1988 Van Eekelen op als minister van Defensie en werd in 1990 politiek leider van de VVD, als tussentijdse opvolger van Voorhoeve. Bleef daarna, net als Romme (KVP) in de jaren vijftig, buiten het kabinet. Wist als geen ander het publieke debat te stimuleren door pittige uitspraken en plaatste het thema 'integratie' blijvend op de politieke agenda. In 1999-2004 Europees Commissaris voor de interne markt. Was daarna bijzonder hoogleraar in Delft en Leiden.
     
  • 21. 
    Voormalige marineofficier die lange tijd defensiewoordvoerder was van de VVD-fractie in de Tweede Kamer. Werd na zestien jaar actieve dienst docent bij de onderzeebootbestrijding van de Marine en was tevens buitenland-secretaris van de VVD. In de Tweede Kamer hield hij zich behalve met defensie ook bezig met buitenlandse zaken en verkeer (infrastructuur). Actief in internationale parlementen, zoals de NAVO-assemblée, en hoofdbestuurslid van de vereniging 'Onze Vloot'. Hoffelijk in de omgang en altijd correct gekleed. Voerde in de Tweede Kamer met krachtig stemgeluid het woord. Was in 2006 Kamerkandidaat voor Eén NL.
     
  • 22. 
    Tweede en Eerste Kamer kunnen zelfstandig onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Er kunnen daarbij meerdere instrumenten worden gebruikt. Het zwaarste middel is onderzoek op basis van de Wet op de parlementaire enquête (Wpe). Tussen 2016 en 2023 kende de Tweede Kamer ook de mogelijkheid voor het houden van een parlementaire ondervraging. In juli 2023 is de parlementaire ondervraging vervangen door de beknopte parlementaire enquête.
     
  • 23. 
    De Tweede Kamer kan zelfstandig een onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Dit heet het recht van parlementair onderzoek. Onderzoeken worden gedaan door middel van een hoorzitting, een rondetafelgesprek of een parlementaire enquête. Ook de Eerste Kamer heeft het onderzoeksrecht, maar maakt daar beduidend minder vaak gebruik van.