Eerste Kamerfractie Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)

De SDAP1 was van 16 september 1913 tot 9 februari 1946 in de Eerste Kamer2 vertegenwoordigd. Vanaf 1923 was er sprake van een fractie. In 1946 ging de SDAP-fractie, samen met die van de VDB3, op in de nieuwgevormde PvdA4-fractie.

In de fractie zaten toonaangevende sociaaldemocraten, zoals de Amsterdamse wethouder Wibaut5, de vakbondsman Henri Polak6, de partijvoorzitters Jan Oudegeest7 en Koos Vorrink8 en de partij-ideoloog Stuuf Wiardi Beckman9. In 1920 was Carry Pothuis-Smit10 het eerste vrouwelijke Eerste Kamerlid.

1.

Overzicht fractievoorzitters

In onderstaand overzicht zijn de drie laatste fractievoorzitters opgenomen. Neem contact op met de redactie voor een volledig overzicht.

fotonaam fractievoorzitteraanvang functieeinde functie
M.A. ReinaldaM.A. (Marius) Reinalda1945-10-181946-02-09
Arie de ZeeuwA.B. (Arie) de Zeeuw1937-06-101945-09-13
Maurits MendelsM. (Maup) Mendels1935-10-261937-06-08
 

Meer over

  • SDAP1

  • 1. 
    De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
     
  • 2. 
    De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
     
  • 3. 
    De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
     
  • 4. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 5. 
    Vooraanstaand SDAP-bestuurder in het interbellum, vooral vanwege zijn activiteiten als wethouder van Amsterdam. Was in Middelburg een succesvol zakenman, die in de internationale houthandel een aanzienlijk vermogen verdiende. Vestigde zich in Amsterdam waar hij als krachtdadige wethouder van volkshuisvesting en financiën veel tot stand bracht, met name bij de woningbouw ('Wie bouwt? Wibaut!'). Had tijdens de Eerste Wereldoorlog tevens bemoeienis met de levensmiddelenvoorziening. Gezaghebbend lid van de Eerste Kamer, die zich mengde in debatten over financieel-economische politiek. Vurig verdediger van de financiële autonomie van gemeenten. Zeer actief in de internationale gemeentenbeweging. Pragmatisch socialist en nonconformist.
     
  • 6. 
    Socialistisch vakbondsman en politicus. Eerste SDAP-raadslid in Amsterdam en eerste SDAP-lid in de Eerste Kamer. In 1894 leider van een diamantbewerkersstaking. Drukte rond de wisseling van de negentiende en de twintigste eeuw nadrukkelijk zijn stempel op de Nederlandse sociaaldemocratie. Maakte van de door hem opgerichte diamantbewerkersbond een modelvakbond. Vond de bevordering van het geestelijk welzijn van de arbeiders even belangrijk als de verhoging van hun materiële welvaart. Pionier op het gebied van monumentenzorg, natuur- en milieubescherming. De Gemeente-Universiteit van Amsterdam verleende hem in 1932 een eredoctoraat.
     
  • 7. 
    Voorman van NVV en SDAP en dé grote man van de Spoorwegstaking van 1903. Kwam uit een christelijk arbeidersgezin. Werd bij de spoorwegen al snel actief in de vakbeweging en was in 1899 de eerste sociaaldemocraat in de Utrechtse gemeenteraad. Door de spoorwegstaking het 'zwarte schaap' voor de christelijke en liberale burgers. In 1913 voorkwamen die dat hij via het rode district Amsterdam III in de Kamer kwam. Sinds 1908 voorzitter van het NVV en in 1918 alsnog Tweede Kamerlid. Stapte later over de Senaat en naar de internationale vakbond. Goede, eenvoudige en nuchtere organisator.
     
  • 8. 
    Charismatische en dominante sociaaldemocratische voorman in het interbellum en in de eerste naoorlogse jaren. Aanvankelijk onderwijzer. Leidde met veel bezieling de socialistische jeugdbeweging AJC en was voorzitter van de SDAP en na de oorlog van de PvdA. Was actief in het verzet, onder andere bij Het Parool. In 1945-1946 regeringscommissaris voor het toezicht op politieke delinkwenten. Fel anticommunistisch en daarom ook onderwerp van een communistische lastercampagne. In de Tweede Kamer defensiewoordvoerder van de PvdA. Goed organisator maar met een autoritaire stijl.
     
  • 9. 
    Veelbelovend sociaaldemocratisch politicus en partij-ideoloog, die kort voor de bevrijding in Dachau stierf. Hielp Troelstra bij het schrijven van diens memoires en was hoofdredacteur van dagblad Het Volk. Als partijbestuurder en Eerste Kamerlid was hij een pleitbezorger van een gematigder koers van de SDAP, met name ten aanzien van de defensie en het koningshuis. Verliet in mei 1940 de Senaat om als officier dienst te kunnen doen. Naar hem is het wetenschappelijk instituut van de PvdA vernoemd.
     
  • 10. 
    Eerste vrouw in de Eerste Kamer, die door haar optreden en kennis spoedig de argwaan overwon waarmee veel mannelijke collega's haar bij intrede in de Senaat tegemoet traden. Dochter van een welgestelde Amsterdamse middenstander. Werd al jong via het onderwijs door het socialisme gegrepen. Als hoofdredactrice van De proletarische vrouw had zij veel invloed in de SDAP. Schreef honderden pamfletten en brochures en een boek waarin zij het huwelijk verdedigde. Antimilitariste, die anders dan de meerderheid van haar partij na 1936 bleef vasthouden aan de strijd voor nationale ontwapening. Echtgenote van een Amsterdams raadslid en schoonmoeder van PvdA-politicus Gerard Nederhorst.