Parlementair onderzoek zaak-Khan

Source: Parlement.com.

Deze bijzondere commissie onderzocht vanaf 1980 spionage-activiteiten van dr.ir. A. Q. Khan, een Pakistaanse medewerker van splijtstofopwerkingsfabriek Urenco in Almelo.

Begin jl. 1979 werd vanuit het buitenland informatie ontvangen dat het Pakistaanse uraniumverrijkingsprocédé gebaseerd zou zijn op centrifuges van het type dat in Nederland ook werd gebruikt. Daarbij werd gelijk een koppeling gelegd met Khan, die een van de leiders zou zijn van het Pakistaanse uraniumverrijkingsproject.

Contents

  1. Samenstelling van de commissie
  2. Werkwijze
  3. Conclusie

1.

Samenstelling van de commissie

  • - 
    Ter Beek1 (PvdA) (voorzitter)
  • - 
    Abma2 (SGP)
  • - 
    Mommersteeg3 (CDA)
  • - 
    Van der Stoel4 (PvdA)
  • - 
    Roethof5 (PvdA)
  • - 
    Scholten6 (CDA)
  • - 
    Voortman7 (PvdA)
  • - 
    Stoffelen8 (PvdA)
  • - 
    Van Houwelingen9 (CDA)
  • - 
    Waltmans10 (PPR)
  • - 
    Patijn11 (PvdA)
  • - 
    Van der Hek12 (PvdA)
  • - 
    Evenhuis13 (VVD)
  • - 
    Pronk14 (PvdA)
  • - 
    Van den Broek15 (CDA)
  • - 
    Braams16 (VVD)
  • - 
    Brinkhorst17 (D66)
  • - 
    Gualthérie van Weezel18 (CDA)
  • - 
    Frinking19 (CDA)
  • - 
    Bolkestein20 (VVD)
  • - 
    Tripels21 (VVD)
  • - 
    Van der Burg22 (CDA)

2.

Werkwijze

De bijzondere commissie wilde nadere informatie krijgen over de bevindingen van een ambtelijke werkgroep. Het ging hoofdzakelijk om een schriftelijke behandeling.

Die ambtelijke werkgroep had zich tot taak gesteld:

  • - 
    Khan's activiteiten in Nederland nader te bekijken
  • - 
    Na te gaan of vanuit Nederlandse materialen waren toegeleverd aan Pakistan, die in strijd waren met de geldende uitvoerbepalingen
  • - 
    De vraag te bestuderen of en in hoeverre veiligheidsvoorschriften niet werden nageleefd of werden overtreden
  • - 
    Nader te evalueren of er nog andere maatregelen nodig zouden zijn om ongewenste kennisoverdracht te voorkomen

3.

Conclusie

De werkgroep had niet kunnen vaststellen dat Khan, al dan niet met behulp van anderen, zich opzettelijk onder beschikking had gesteld van een buitenlandse mogendheid. De feiten wekten echter wel de indruk dat de veronderstelling dat Khan ten minste handelingen had verricht om, zonder daartoe gerechtigd zijn zijn, de beschikking te krijgen over gegevens die niet toegankelijk waren.

Lees het rapport van de werkgroep.

 

Meer over

  • Parlementair onderzoek23
  • Parlementair onderzoek - 1875 - heden24

  • 1. 
    Drents PvdA-politicus en -bestuurder en oud-voorzitter van de PvdA-jongeren die zeventien jaar een vooraanstaand buitenland-woordvoerder van de Tweede Kamerfractie was en een belangrijke rol speelde bij de debatten over het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime en kernwapens. Minister van Defensie in het kabinet-Lubbers III. Besloot in zijn Prioriteitennota tot inkrimping van de krijgsmacht en tot opschorting van de dienstplicht. Eerstverantwoordelijke voor de Nederlandse deelname aan de Golf-oorlog en voor uitzending van militairen in VN-verband naar Bosnië. Vanaf 1995 ruim dertien jaar Commissaris van de Koningin in Drenthe. Doortastend en strategisch politicus die echter ook van gezelligheid hield. Quiz- en wielerliefhebber.
     
  • 2. 
    Hervormde dominee (Gereformeerdebonder) en SGP-voorman met kenmerkend zwart pak en donkere domineesstem. Kwam in 1963 in de Tweede Kamer en volgde in 1971 Ir. Van Dis op als fractievoorzitter. Bleef daarnaast actief als predikant. Diende in 1979 met de GPV'er Verbrugh een, overigens kansloos, initiatiefwetsvoorstel in over bescherming van ongeboren leven, als alternatief voor de abortusvoorstellen van PvdA en D66 en van het kabinet-Van Agt. Stapte in 1981 over naar 'de overzijde van het Binnenhof'. Bleef ook in de Kamer allereerst dominee, die vaak citeerde uit de Bijbel. Als hij als Kamerlid sprak, richtte hij vaak de blik omhoog, het hoofd schuin achterover gebogen. Minzame en gerespecteerde 'getuigende' politicus.
     
  • 3. 
    Joep Mommersteeg (1917) was a member of the European Parliament from 15 February 1982 to 24 July 1984 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
     
  • 4. 
    Vooraanstaande, bedachtzame PvdA-politicus met een grote internationale staat van dienst op het gebied van mensenrechten. Was international secretaris van de PvdA en daarna Eerste en Tweede Kamerlid. Staatssecretaris onder Luns in het kabinet-Cals. Keerde in 1967 terug in de Tweede Kamer en protesteerde toen krachtig tegen mensenrechtenschendingen door het Griekse kolonelsregime. Minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl die zich inzette voor ontspanning tussen Oost en West. Nadien als Kamerlid veel gematigder dan zijn fractiegenoten. Na een kort ministerschap in het kabinet-Van Agt II ambassadeur bij de VN, staatsraad en Hoge Commissaris voor de mensenrechten. Genoot lange tijd in het buitenland, vooral in Griekenland en Tsjecho-Slowakije, meer waardering dan bij zijn partijgenoten in eigen land. Speelde een bemiddelende rol in de kwestie-Zorreguieta.
     
  • 5. 
    Onafhankelijke progressieve liberaal in de PvdA-Tweede Kamerfractie. Was parlementair journalist bij de NRC en voorzitter van de JOVD. Brak begin jaren'60 met de VVD en stapte over naar de PvdA. Goed jurist, deskundig op het gebied van het volkenrecht en verdediger van burgerlijke rechten. Keerde zich tegen beperkingen ten aanzien van politieke organisaties. Met Jan Lamberts mede-initiatiefnemer van een wetsvoorstel om zwangerschapsonderbreking te legaliseren. Het met een VVD-initiatief samengevoegde voorstel werd in 1976 echter door de Eerste Kamer verworpen. In 1981 niet herkozen, maar in 1986 teruggekeerd in de Kamer. In die periode tevens voorzitter van de commissie kleine criminaliteit en naamgever van een prijs voor initiatieven om criminaliteit tegen te gaan. Humanist en schaker.
     
  • 6. 
    Gedreven christendemocratisch politicus, die uiteindelijk bij de PvdA terecht kwam. Schoonzoon van ARP-voorman Bruins Slot. Na zijn rechtenstudie negen jaar burgemeester in het land van Heusden en Altena. Kwam in 1970 in de Tweede Kamer en werd daar woordvoerder volkshuisvesting en mediabeleid. Was als student al sterk betrokken bij internationale problemen en werd later een bekend strijder tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Koos als buitenlandwoordvoerder van de ARP- en CDA-fractie vaak de zijde van de linkse oppositie. Kwam begin jaren tachtig steeds meer in conflict met zijn eigen fractie en steunde in 1980 een motie van afkeuring na afwijzing van een olieboycot van Zuid-Afrika. Verliet nadat hem in 1983 het fractiewoordvoerderschap was ontnomen de CDA-fractie en vormde met Dijkman een fractie (het duo 'Stef en ik'). In 1986 werd hij PvdA-lid en later senator voor die partij.
     
  • 7. 
    Boerenzoon uit de Achterhoek en breed gevormde wetenschapper, die tien jaar de eigenzinnige landbouw-woordvoerder van de PvdA-Tweede Kamerfractie was. Behoorde in die tijd tot de weinigen in het groene front die de verbinding legden tussen landbouw en milieu en opkwamen voor de functie van het platteland in het ruimtelijk beleid. Studeerde onder meer landbouwkunde, sociale wetenschappen en staatsrecht in Wageningen en was werkzaam als onderzoeker bij de Landbouwhogeschool. Behalve landbouw had ook het wetenschapsbeleid zijn belangstelling. Als vertegenwoordiger van de linkervleugel en atoompacifist week hij soms af van de meerderheid van zijn fractie.
     
  • 8. 
    PvdA-woordvoerder politie en binnenlands bestuur in de Tweede Kamer. Gedegen, integer, maar door velen saai gevonden Kamerlid. Werkte op de gemeentesecretarie van Enschede en was stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Als Kamerlid een geducht deelnemer aan debatten over politiereorganisatie en bestuurlijke vernieuwing. Zijn samen met de CDA'er Van der Burg ingediende initiatiefwetsvoorstel om een parlementaire minderheid het recht van enquête te verlenen, werd door de Eerste Kamer verworpen. Was als parlementslid van de Raad van Europa een actief verdediger van burgerlijke vrijheden. Moest in 1994 in de fractie plaats maken voor een politieagente, maar was later nog wel enige jaren senator.
     
  • 9. 
    ARP- en CDA-politicus en bestuurder. Opgeleid tot chemicus en werkzaam in het bedrijfsleven. Was daarnaast actief in de ARJOS, de antirevolutionaire jongerenorganisatie. In 1973 werd hij Tweede Kamerlid en daar was hij al spoedig een gerespecteerd deskundige op het gebied van energie, milieu en industriebeleid. Werd in ARP en CDA tot de linkervleugel gerekend en behoorde tot de 'loyalisten' onder het eerste kabinet-Van Agt. Met name kritisch over het kernwapen- en kernenergiebeleid. Was altijd sterk overtuigd van zijn eigen gelijk. Werd in het tweede kabinet-Van Agt vrij verrassend staatssecretaris van Defensie en bleef dat tot 1989 in de kabinetten-Lubbers. Daarna weer ruim vier jaar Tweede Kamerlid en vervolgens burgemeester van Haarlemmermeer.
     
  • 10. 
    Uit de KVP afkomstige Limburgse medeoprichter en parlementariër van de PPR. Was journalist, docent en cursusleider. Als oprichter van de Stichting Europa Huis een overtuigd Europeaan. Als Kamerlid actief op het gebied van de buitenlandse politiek en defensie, maar ook woordvoerder binnenlandse zaken. Geducht deelnemer aan debatten over kernbewapening. Na zijn Tweede Kamerlidmaatschap burgemeester van Landsmeer en korte tijd, mede dankzij steun van de Friese nationalisten, lid van de Senaat.
     
  • 11. 
    Regent moderne stijl van PvdA-huize uit een bestuurdersfamilie. Achtereenvolgens Tweede Kamerlid, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland en burgemeester van Amsterdam. Was als Kamerlid een warm pleitbezorger van Europese samenwerking en ontwierp een regeling voor rechtstreekse verkiezing van het Europees Parlement. Speelde verder een belangrijke rol bij de debatten over de Grondwetsherziening van 1983. Krachtige burgemeester van Amsterdam, die met voortvarendheid de drugsoverlast bestreed. Wist, ondanks zijn 'Haagse' afkomst, populariteit te verwerven onder de Amsterdammers door zijn open en directe wijze van besturen en zijn goede contacten met 'gewone' Amsterdammers. Warme, innemende man, die zich met veel toewijding voor de publieke zaak inzette.
     
  • 12. 
    Vooraanstaand en spreekvaardig PvdA-Tweede Kamerlid dat zich vooral bezighield met economische zaken (industrie, handelspolitiek). Behoorde tot Nieuw-Links en was één van de schrijvers van 'Tien over rood'. Na werkzaam te zijn geweest bij het Vorrink-instituut en als ambtenaar op het terrein van ontwikkelingssamenwerking werd hij in 1973 Tweede Kamerlid. Was onder meer voorzitter van de commissie voor Economische Zaken en enige jaren vicefractievoorzitter. In de Kamer een geducht tegenspeler van VVD-minister Van Aardenne en onvermoeibaar strijder voor het behoud van werkgelegenheid bij de Nederlandse industrie, met name bij de scheepsbouw. Na zijn Kamerlidmaatschap bestuurder in het hoger onderwijs. Promoveerde op 80-jarige leeftijd.
     
  • 13. 
    Drents VVD-politicus. Was voor hij Tweede Kamerlid werd leraar geschiedenis. Kruiste in de Kamer aanvankelijk vooral de degens met minister Van Kemenade over de middenschool. Hield zich later ook met binnenlands bestuur, landbouw, recreatie en defensie bezig. Was voorzitter van de Defensiecommissie. Als vicefractievoorzitter vertrouweling van Ed Nijpels. In het tweede kabinet-Lubbers was hij staatssecretaris voor midden- en kleinbedrijf. Moest aftreden na publicaties over een dubieuze lening. Werd later - maar toen had hij de politiek al verlaten - echter vrijgesproken. Gemoedelijke, zelfbewuste levensgenieter.
     
  • 14. 
    Bevlogen en vaak emotioneel betrokken PvdA-politicus, die gold als exponent van de linkervleugel van zijn partij. Zeer begaan met de problematiek van armoede in de wereld en deskundig op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking. Vooral tijdens het kabinet-Den Uyl mikpunt van kritiek van behoudend Nederland vanwege de steun aan de bevrijdingsbewegingen in Afrika en aan Cuba. Na een periode in de Kamer en een functie bij de UNCTAD keerde hij terug in Den Haag. Als medeauteur van het rapport 'Schuivende Panelen' droeg hij bij aan een koerswijziging van de PvdA. Werd in 1989 wederom minister van Ontwikkelingssamenwerking. In het tweede kabinet-Kok minister van VROM. Kreeg veel waardering als voorzitter van de Wereldmilieuconferentie. Werd in 2001 gepasseerd voor de post van Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen.
     
  • 15. 
    Juridisch geschoolde CDA-politicus, die lange tijd minister van Buitenlandse Zaken was. Begon zijn loopbaan als advocaat in Rotterdam en was later werkzaam bij Enka in Arnhem. Justitie-woordvoerder van de KVP en het CDA in de Tweede Kamer. Werd in 1982, na één jaar staatssecretaris te zijn geweest, minister. Gold als een overtuigd aanhanger van de Atlantische samenwerking en verdedigde van harte het NAVO-besluit om kruisraketten te plaatsen in Nederland. Dreigde met name op Europees gebied soms overvleugeld te worden door de premier. Was enige tijd 'kroonprins' bij het CDA. Na zijn ministerschap Europees Commissaris voor buitenlandse betrekkingen. Geen voorstander van een moraliserende buitenlandse politiek. Kwam vaak nogal zelfstandig tot zijn beleidskeuzes. Kreeg in 2005 de titel minister van staat.
     
  • 16. 
    Scheikundige, oud-hoogleraar moleculaire biofysica in Utrecht die twaalf jaar woordvoerder milieu en wetenschapsbeleid van de VVD-Tweede Kamerfractie was. Hield zich in de Kamer ook bezig met energievraagstukken en was een warm pleitbezorger van kernenergie. Meer een wetenschapper dan een uitgesproken politicus en naar buiten toe niet erg op de voorgrond tredend. Veelzijdige, sportieve en erudiete man. Was in zijn jonge jaren nationaal kampioen tienkamp en speelde klarinet.
     
  • 17. 
    D66-politicus, Europeaan in hart en nieren. Was al op jonge leeftijd hoogleraar in Groningen en stond bekend als scherp denker en debater. Werd staatssecretaris van Europese Zaken in het kabinet-Den Uyl en daarna Tweede Kamerlid. Volgde in 1981 Terlouw op als fractievoorzitter, maar vertrok na de verkiezingsnederlaag in 1982 uit de Haagse politiek. Via Europese ambtelijke en diplomatieke functies en het Europees Parlement keerde hij in 1999 verrassend terug als minister van Landbouw in het kabinet-Kok II. Saneerde de varkenshouderij en pakte krachtdadig de MKZ-crisis aan, al verweten boeren hem daarbij harteloos te zijn. Als minister van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende II warm verdediger van sociaaleconomische hervormingen. Nadien hoogleraar internationaal en Europees recht en bestuur in Leiden.
     
  • 18. 
    Bekend CDA-Tweede Kamerlid van CHU-huize, die als buitenland- en justitie-woordvoerder op de rechtervleugel van zijn fractie opereerde. Zoon van de Haagse hoofdcommissaris J.H.A.K. ('Jan Hak') van Weezel. Studeerde rechten en geen geschiedenis, omdat zijn vader de titel drs. niks vond. Werd daarna diplomaat en voorlichter van Van der Stoel en Brinkhorst. Gold in het CDA als vertegenwoordiger van law-and-order. Vurig verdediger van het Atlantische bondgenootschap, het leger en de monarchie. Keerde zich tegen de loyalisten in zijn fractie, wees sancties jegens het apartheidsbewind af en was voorstander van een harde lijn tegenover de Sovjet-Unie. Maakte zich sterk voor een fraudebestendig paspoort. Na zijn Kamerlidmaatschap ambassadeur.
     
  • 19. 
    In Groningen geboren, vriendelijke en milde christendemocraat, die echter niet was gericht op de harde politiek. Dat hij er toch vele jaren in functioneerde als defensiespecialist van de CDA-fractie had alles te maken met zijn militaire deskundigheid en het ontbreken van de behoefte om zaken hoog op te spelen. Samen met Joep de Boer, de andere militair en defensiespecialist in de fractie, speelde hij een kalmerende, maar steeds consequente rol in de vaak heftige discussies over al dan niet plaatsing van kruisraketten. Enige jaren president van het NAVO-parlement. Besloot zijn actieve politieke leven als staatssecretaris materieel op Defensie in het derde kabinet-Lubbers.
     
  • 20. 
    Succesvolle en erudiete VVD-politicus, die zijn partij in 1994 en 1998 naar verkiezingsoverwinningen leidde. Afkomstig uit het bedrijfsleven (Shell) en uit hoofde van zijn functies lange tijd in het buitenland verblijvend. Was staatssecretaris van buitenlandse handel in het eerste kabinet-Lubbers en daarna een vooraanstaand VVD-Kamerlid. Volgde in 1988 Van Eekelen op als minister van Defensie en werd in 1990 politiek leider van de VVD, als tussentijdse opvolger van Voorhoeve. Bleef daarna, net als Romme (KVP) in de jaren vijftig, buiten het kabinet. Wist als geen ander het publieke debat te stimuleren door pittige uitspraken en plaatste het thema 'integratie' blijvend op de politieke agenda. In 1999-2004 Europees Commissaris voor de interne markt. Was daarna bijzonder hoogleraar in Delft en Leiden.
     
  • 21. 
    Maastrichtenaar die voor de VVD in de Tweede Kamer zat. Advocaat uit een familie van juristen. Was zeer actief in het Maastrichtse verenigingsleven, onder andere als voorzitter van de voetbalclub MVV. Daarnaast bestuurder van de KNVB. Degelijk, maar niet erg op de voorgrond tredend Kamerlid, dat zich vooral met justitiële onderwerpen en milieurecht bezighield. Was tevens voorzitter van de commissie voor de Nationale Ombudsman.
     
  • 22. 
    Tamelijk behoudende katholieke justitie- en politie-woordvoerder van het CDA in de Tweede Kamer. Was advocaat en wetgevingsjurist. Ondernam met Stoffelen (PvdA) een vergeefse poging om een parlementaire minderheid het recht op enquête te verlenen. Was zelf lid van de enquêtecommissie RSV en van de enquêtecommissie uitvoeringsorganen sociale zekerheid. Speelde een belangrijke rol bij de behandeling van het Nieuwe Burgerlijke Wetboek. Was voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en later van de commissie voor Justitie.
     
  • 23. 
    Tweede en Eerste Kamer kunnen zelfstandig onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Er kunnen daarbij meerdere instrumenten worden gebruikt. Het zwaarste middel is onderzoek op basis van de Wet op de parlementaire enquête (Wpe). Tussen 2016 en 2023 kende de Tweede Kamer ook de mogelijkheid voor het houden van een parlementaire ondervraging. In juli 2023 is de parlementaire ondervraging vervangen door de beknopte parlementaire enquête.
     
  • 24. 
    De Tweede Kamer kan zelfstandig een onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Dit heet het recht van parlementair onderzoek. Onderzoeken worden gedaan door middel van een hoorzitting, een rondetafelgesprek of een parlementaire enquête. Ook de Eerste Kamer heeft het onderzoeksrecht, maar maakt daar beduidend minder vaak gebruik van.