VVD en de Tweede Kamerverkiezingen sinds 1948

Source: Parlement.com.

De VVD1 neemt sinds 1948 deel aan de Tweede Kamerverkiezingen2. Hoeveel zetels behaalde de partij per verkiezing en welk kabinet werd vervolgens gevormd?

In het onderstaande overzicht vindt u de belangrijkste informatie rond de VVD en haar deelname aan Tweede Kamerverkiezingen. Naast de gevolgen van de verkiezingen, staat in het overzicht ook vermeld met welke lijsttrekker, programma en belangrijkste kandidaten de VVD deelnam aan de verkiezingen.

In de databank van de Kiesraad kunt u meer informatie vinden rond de VVD en de Tweede Kamerverkiezingen sinds 1948.

Contents

  1. Lijsttrekkers, kandidaten en verkiezingsprogramma's
  2. Verkiezingsuitslag

1.

Lijsttrekkers, kandidaten en verkiezingsprogramma's

Jaar

Lijsttrekker

Kandidaten*

Programma

20233

Dilan Yesilgöz4

Lijst 20235

Ruimte geven. Grenzen stellen

20216

Mark Rutte7

Lijst 20216

'Samen aan de slag'

20178

Mark Rutte7

Lijst 20178

Zeker Nederland

20129

Mark Rutte7

Lijst 201210

Niet doorschuiven maar aanpakken

201011

Mark Rutte7

Lijst 201012

Orde op zaken

200613

Mark Rutte7

Lijst 200614

Voor een samenleving met ambitie

200315

Gerrit Zalm16

Lijst 200317

De VVD maakt werk van Nederland

200218

Hans Dijkstal19

Lijst 200220

Ruimte respect en vooruitgang

199821

Frits Bolkestein22

Lijst 199823

Investeren in uw toekomst

199424

Frits Bolkestein22

Lijst 199425

Nederland moet weer aan de slag

198926

Joris Voorhoeve27

*

Een kansvolle toekomst: naar een nieuw evenwicht

198628

Ed Nijpels29

*

Als de toekomst je lief is...

198230

Ed Nijpels29

*

Verkiezingsprograma 1982

198131

Hans Wiegel32

*

Samen aan het werk

197733

Hans Wiegel32

*

Vrijheid werk samenwerking (programma in hoofdlijnen)

197234

Hans Wiegel32

*

Verkiezingsprogramma 1972 (concept)

197135

Molly Geertsema36

*

Liberalen op nieuwe wegen

196737

Edzo Toxopeus38

*

Verkiezingsprogramma 1967

196339

Edzo Toxopeus38

*

Verkiezingsmanifest 1963

195940

Pieter Oud41

*

Op het keerpunt

195642

Pieter Oud41

*

Verkiezingsmanifest 1956

195243

Pieter Oud41

*

Verkiezingsprogramma 1952

194844

Pieter Oud41

*

Urgentieprogramma

  • * 
    (Nog) niet beschikbaar

2.

Verkiezingsuitslag

In onderstaand overzicht is per verkiezingsjaar de verkiezingsuitslag opgenomen.

 

Jaar

Zetels**

Percentage

Regering of oppositie?

20233

24

15,2

Regering, kabinet-Schoof45

20216

34

21,8

Regering, kabinet-Rutte IV46

20178

33

21,3

Regering, kabinet-Rutte III47

20129

41

26,8

Regering, kabinet-Rutte II48

201011

31

20,5

Regering, kabinet-Rutte I49

200613

22

14,7

Oppositie, kabinet-Balkenende IV50

200315

28

17,9

Regering, kabinet-Balkenende II51

200218

24

15,4

Regering, kabinet-Balkenende I52

199821

38

24,6

Regering, kabinet-Kok II53

199424

31

19,9

Regering, kabinet-Kok I54

198926

22

14,6

Oppositie, kabinet-Lubbers III55

198628

27

17,4

Regering, kabinet-Lubbers II56

198230

36

23,1

Regering, kabinet-Lubbers I57

198131

26

17,3

Oppositie, kabinet-Van Agt II58

197733

28

17,9

Regering, kabinet-Van Agt I59

197234

22

14,4

Oppositie, kabinet-Den Uyl60

197135

16

10,3

Regering, kabinet-Biesheuvel I61

196737

17

10,7

Regering, kabinet-De Jong62

196339

16

10,2

Regering, kabinet-Marijnen63

195940

19

12,2

Regering, kabinet-De Quay64

195642

13

8,9

Oppositie, kabinet-Drees IV65

195243

9

8,8

Oppositie, kabinet-Drees III66

194844

8

7,9

Regering, kabinet-Drees I67

** Tot 1956 waren er 100 zetels in de Tweede Kamer

Voor de ontsluiting van de verkiezingsprogrogramma's en verkiezingsaffiches is gebruik gemaakt van de collecties van Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen. Ontbrekende affiches uit de collectie zijn afkomstig uit 'Om de stembus... verkiezingsaffiches 1918-1989,', D.J. Elzinga en G. Voerman, Den Haag (1992).

 

Meer over

  • VVD1

  • 1. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 2. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
     
  • 3. 
    De VVD nam deel aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 en behaalde 24 zetels. De fractie van de VVD heeft momenteel 34 zetels in de Tweede Kamer. Demissionair minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz was lijsttrekker voor de VVD.
     
  • 4. 
    Dilan Yeşilgöz (1977) is sinds 23 november 2023 fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Sinds 6 december 2023 is zij Tweede Kamerlid. Eerder was zij lid van 23 maart 2017 tot 3 september 2021. Van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 was mevrouw Yesigöz minister van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte IV. In het (demissionaire) kabinet-Rutte III was zij van 25 mei 2021 tot 10 januari 2022 staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Mevrouw Yeşilgöz was eigenaar/senior adviseur van Bureau DenW in Amsterdam en daar raadslid. Eerder was zij bestuursadviseur veiligheid en zorg van het college van B&W van Amsterdam. Zij was lijsttrekker bij de Tweede Kamerverkiezingen 2023.
     
  • 5. 
    Hieronder een overzicht van de kansrijke kandidaten en zittende Kamerleden op de lijst
     
  • 6. 
    De VVD had bij de verkiezingen van 17 maart 2021 Mark Rutte als lijsttrekker. De titel van het verkiezingsprogramma luidde 'Samen aan de slag'. De partij haalde bij deze verkiezingen 34 zetels. Daarvoor waren dat er 33.
     
  • 7. 
    Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
     
  • 8. 
    De VVD had bij de verkiezingen van 15 maart 2017 Mark Rutte als lijsttrekker. De titel van het verkiezingsprogramma luidde 'Zeker Nederland'. Vóór de verkiezingen had de VVD 41 zetels, na 15 maart had de partij er 33.
     
  • 9. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 12 september 2012 41 zetels, premier Mark Rutte was lijsttrekker. Vóór de verkiezingen had de partij 31 zetels. De titel van het verkiezingsprogramma luidde: 'Niet doorschuiven maar aanpakken'.
     
  • 10. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 12 september 2012 41 zetels, premier Mark Rutte was lijsttrekker. Vóór de verkiezingen had de partij 31 zetels. De titel van het verkiezingsprogramma luidde: 'Niet doorschuiven maar aanpakken'.
     
  • 11. 
    De VVD behaalde bij de verkiezingen op 9 juni 2010 31 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Mark Rutte. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Orde op Zaken'.
     
  • 12. 
    De VVD behaalde bij de verkiezingen op 9 juni 2010 31 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Mark Rutte. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Orde op Zaken'.
     
  • 13. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 22 november 2006 22 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Mark Rutte. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Een samenleving met ambitie'. De VVD had voor de verkiezingen 27 zetels in de Tweede Kamer.
     
  • 14. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 22 november 2006 22 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Mark Rutte. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Een samenleving met ambitie'. De VVD had voor de verkiezingen 27 zetels in de Tweede Kamer.
     
  • 15. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 28 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Gerrit Zalm. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'De VVD maakt werk van Nederland'. Vóór de verkiezingen had de VVD 24 zetels in de Tweede Kamer.
     
  • 16. 
    Met twaalf jaar de langstzittende minister van Financiën. Kwam uit een eenvoudig milieu (zijn vader was kolenboer); hardwerkend en wars van dikdoenerij. Doorliep na een studie economie een ambtelijke loopbaan en werd gezaghebbend directeur van het Planbureau. Als minister in het paarse kabinet ontwikkelde hij een nieuwe begrotingsnorm die uitging van een strikte scheiding van overheidsinkomsten en -uitgaven. Was verantwoordelijk voor een omvangrijke herziening van het belastingstelsel en de invoering van de euro. Bepleitte strakke naleving van de begrotingsregels in de EU. Na de verkiezingen van 2002 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Keerde echter na anderhalf jaar terug naar het ministerschap dat hem beter lag. Lag goed in het parlement zowel door zijn deskundigheid als joviale optreden. Na zijn ministerschap acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO.
     
  • 17. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 28 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Gerrit Zalm. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'De VVD maakt werk van Nederland'. Vóór de verkiezingen had de VVD 24 zetels in de Tweede Kamer.
     
  • 18. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 15 mei 2002 24 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Hans Dijkstal. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Ruimte, respect & vooruitgang'. De VVD had voor de verkiezingen 38 zetels in de Tweede Kamer.
     
  • 19. 
    Flamboyante, goedlachse liberale voorman en minister die wars was van populisme. Kwam na een loopbaan als zelfstandig adviseur en het wethouderschap van Wassenaar in 1982 voor de VVD in de Tweede Kamer. Aanvankelijk een niet zo opvallende woordvoerder minderheden en welzijn. Werd in 1990 echter vicefractievoorzitter. Betoonde zich voorstander van samenwerking met de PvdA en werd in 1994 als 'bruggenbouwer' vicepremier in het (paarse) kabinet-Kok I. Na de verkiezingen van 1998 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Verliet na de teleurstellende verkiezingen van 2002 de politiek en vervulde daarna vele bestuurs- en adviesfuncties. Jazzliefhebber, saxofoonspeler en met fractiegenote Annemarie Jorritsma enige jaren lid van het Tweede Kamercabaret.
     
  • 20. 
    De VVD haalde bij de verkiezingen van 15 mei 2002 24 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Hans Dijkstal. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Ruimte, respect & vooruitgang'. De VVD had voor de verkiezingen 38 zetels in de Tweede Kamer.
     
  • 21. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 6 mei 1998 waren reguliere verkiezingen. Het kabinet-Kok I zat zijn gehele termijn uit. Er lagen ook grondwetswijzigingen voor, zoals het grondwetsvoorstel voor het correctief referendum dat in eerste lezing was aangenomen. De regeringspartijen PvdA en VVD wonnen de verkiezingen; de PvdA bleef de grootste. Verlies was er voor D66 en opnieuw het CDA. GroenLinks won flink. CD en ouderenpartijen verdwenen uit de Kamer.
     
  • 22. 
    Succesvolle en erudiete VVD-politicus, die zijn partij in 1994 en 1998 naar verkiezingsoverwinningen leidde. Afkomstig uit het bedrijfsleven (Shell) en uit hoofde van zijn functies lange tijd in het buitenland verblijvend. Was staatssecretaris van buitenlandse handel in het eerste kabinet-Lubbers en daarna een vooraanstaand VVD-Kamerlid. Volgde in 1988 Van Eekelen op als minister van Defensie en werd in 1990 politiek leider van de VVD, als tussentijdse opvolger van Voorhoeve. Bleef daarna, net als Romme (KVP) in de jaren vijftig, buiten het kabinet. Wist als geen ander het publieke debat te stimuleren door pittige uitspraken en plaatste het thema 'integratie' blijvend op de politieke agenda. In 1999-2004 Europees Commissaris voor de interne markt. Was daarna bijzonder hoogleraar in Delft en Leiden.
     
  • 23. 
    Aan de Tweede Kamerverkiezingen in 1998 namen landelijk 17 partijen deel, en daarnaast enkele partijen die niet in alle kieskringen kandidatenlijsten hadden. RPF, SGP en GPV hadden een lijstverbinding.
     
  • 24. 
    Op 3 mei 1994 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Dit waren reguliere verkiezingen, nadat het kabinet-Lubbers III zijn hele termijn had uitgezeten. Daarnaast lag er een wijziging van de Grondwet voor ten aanzien van het niet langer ontbinden van de Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen. Grote winnaars waren VVD en D66 en de nieuwe ouderenpartij AOV.
     
  • 25. 
    Aan de Tweede Kamerverkiezingen in 1994 namen landelijk 23 partijen deel, en daarnaast enkele partijen die niet in alle kieskringen kandidatenlijsten hadden. RPF, SGP en GPV en AOV en Unie 55+ hadden een lijstverbinding.
     
  • 26. 
    Op 6 september 1989 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de ontbinding van de Tweede Kamer door de val van het Kabinet-Lubbers II. Het CDA won de verkiezingen door evenveel zetels te halen als in 1986. De PvdA deed het onder Wim Kok minder goed. Verliezer was de VVD en voortzetting van het centrumrechts kabinet lag net voor de hand. Onder leiding van Hans van Mierlo behaalde D66 zetelwinst. Het nieuwe GroenLinks behaalde zes zetels.
     
  • 27. 
    Hoogleraar en wetenschapper, die in 1986 Ed Nijpels opvolgde als fractieleider van de VVD. Was directeur van de Telders-stichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, en daarna hoogleraar internationale betrekkingen. Werd in 1982 Tweede Kamerlid en was aanvankelijk buitenland-woordvoerder. Lijsttrekker in 1989. Op hem bleef het stempel staan van een in de politiek verdwaalde professor. Deelde de politieke leiding van de VVD met vicepremier De Korte, wat onduidelijk was. Trad af op Koninginnedag 1990 en werd opgevolgd door Frits Bolkestein. Stapte over naar de wetenschap, als directeur van Instituut Clingendael. Keerde in 1994 terug als minister van Defensie en kreeg daar te maken met het Srebenica-drama. Na zijn ministerschap Tweede Kamerlid, hoogleraar en lid van de Raad van State. Stapte in 2010 over van de VVD naar D66.
     
  • 28. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
     
  • 29. 
    VVD-politicus uit Bergen op Zoom, die een turbulente politieke loopbaan kende. Werd in 1982 door Wiegel als 32-jarige naar voren geschoven als zijn opvolger na nog slechts vijf jaar Kamerlid te zijn geweest. Behaalde vervolgens in 1982 een uitstekend verkiezingsresultaat, hetgeen resulteerde in de vorming van het kabinet-Lubbers/Van Aardenne. Bedenker van het strategisch monisme, waarbij de band tussen fractie en ministers heel hecht was. Kreeg tijdens die kabinetsperiode te maken met diverse affaires en werd na de nederlaag van 1986 als leider vervangen. Werd in het tweede kabinet-Lubbers wel minister van VROM en kreeg in die functie waardering voor zijn milieubeleid. Nadien bleef hij bestuurlijk actief onder meer als burgemeester van Breda, Commissaris van de Koningin in Friesland en bestuursvoorzitter van het ABP. Is als SER-lid hoofd uitvoering energieakkoord.
     
  • 30. 
    Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.
     
  • 31. 
    Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
     
  • 32. 
    Voorman en prominent lid van de VVD. Bevorderde in de periode 1971-1982 als (jeugdig) partijleider door een op de middengroepen en geschoolde arbeiders gerichte koers de groei van zijn partij. Zette zich sterk af tegen het kabinet-Den Uyl. Uitstekend debater en raspoliticus die optimaal gebruikmaakte van de media. Kon het goed vinden met CDA-leider Van Agt en werd in diens kabinet in 1977 vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Werd in 1982 commissaris van de Koningin in Friesland, maar bleef lang een vooraanstaande rol in zijn partij spelen. Stapte later over naar de organisatie van zorgverzekeraars en werd senator. Zijn tegenstem in de Eerste Kamer tegen het correctief referendum veroorzaakte in 1999 een korte kabinetscrisis. Hoffelijke man, die feitelijk vrij verlegen was en een afkeer had van scherpslijperij. Genoot graag van een goed glas en goede maaltijd.
     
  • 33. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
     
  • 34. 
    Het politieke beeld veranderde door de vervroegde Tweede Kamer­verkiezingen van 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (elf zetels), waar PvdA en VVD wonnen. De PvdA bleef met Joop den Uyl als lijsttrekker de grootste. Hans Wiegel leidde de VVD naar zes zetels winst. Winnaar was ook de PPR, die vijf zetels won. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel.
     
  • 35. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1971 waren op 28 april. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Kamer, maar tevens waren het grondwetsverkiezingen. Grootste partij werd de PvdA, grote nieuwkomer was DS'70 (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie haar meerderheid verloor haar meerderheid; alle vier regeringspartijen verloren. Winst was er behalve voor DS'70 en de PvdA ook voor D'66. De nieuwe NMP kreeg twee zetels. Bij deze verkiezingen was voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
     
  • 36. 
    VVD-politicus uit een familie met een grote bestuurstraditie. Was actief in het gemeentebestuur en als ambtenaar van Binnenlandse Zaken. Kwam in 1959 als Tweede Kamerlid in de landspolitiek en combineerde later het fractievoorzitterschap met het ambt van burgemeester van Wassenaar. Minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier in de kabinetten-Biesheuvel. Werd in 1973 Commissaris van de Koningin in Gelderland en woonde in het kasteeltje Middachten. Nadien op hoge leeftijd nog Eerste Kamerlid. Stond in de VVD wat links van het midden, vooral door zijn pleidooien voor samenwerking met de PvdA en voor gelijke rechten van homoseksuelen. In driedelig kostuum geklede nonconformist. Was vanwege zijn (geaffecteerde) tongval voor velen het prototype van de liberale burgerheer. Beschikte over een enorme werkkracht.
     
  • 37. 
    Op 15 februari 1967 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de val van het kabinet Cals. Het gevolg was een spectaculaire winst voor nieuwkomer D'66 en groei voor de Boerenpartij. De KVP bleef de grootste partij, ondanks een fors zetelverlies. Het waren de eerste verkiezingen na verlaging van de leeftijdsgrens van het actieve kiesrecht tot 21 jaar. De leeftijd om te kunnen worden gekozen, ging naar 25 jaar.
     
  • 38. 
    In de periode 1963-1969 de gezaghebbende leider van de VVD als opvolger van Oud. Welsprekende, hoffelijke en aimabele zoon van een lutherse dominee. Aanvankelijk advocaat in Breda. Werd al na drie jaar in de Kamer minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-De Quay. Befaamd om de Toxopeusronde (loonsverhoging voor ambtenaren) die hij als minister begin jaren zestig doorvoerde. Voerde tevens de vrije zaterdag en het welvaartvaste pensioen voor ambtenaren in. Na zijn ministerschap in het kabinet-Marijnen teruggekeerd in de Tweede Kamer als fractievoorzitter. Werd in 1969 Commissaris van de Koningin in Groningen en daarna staatsraad en minister van staat.
     
  • 39. 
    Op 15 mei 1963 waren er reguliere Tweede Kamerverkiezingen. Er lagen ook enkele grondwetsvoorstellen voor. Winnaars waren de KVP, die 50 zetels behaalde en nieuwkomer Boerenpartij, die onder leiding van 'boer' Koekoek drie zetels kreeg. Kleine winst was er verder voor CPN en PSP, terwijl de PvdA juist verloor.
     
  • 40. 
    Op 12 maart 1959 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Drees III. Omdat de PvdA bij deze vervroegde Tweede Kamerverkiezingen twee zetels verloor, werd de KVP met 49 zetels de grootste partij. Grote stijger was de VVD met zes zetels, die daarmee voor het eerst de derde partij van het land werd. De communisten leden een zware nederlaag. Nieuwkomer was de PSP met twee zetels. De PvdA koos voor de oppositie en KVP, VVD, ARP en CHU vormden het kabinet De Quay.
     
  • 41. 
    Staatsman, geschiedschrijver, staatsrechtgeleerde en voorman van de VDB en de VVD. Begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris en belastingontvanger en was al op jonge leeftijd een vooraanstaand en veelzijdig Tweede Kamerlid. Trad in 1933 met Marchant toe tot het crisiskabinet-Colijn en voerde als minister van Financiën een strak bezuinigingsbeleid. In 1938 burgemeester van Rotterdam (tot 1952). Na de oorlog korte tijd lid van de PvdA, maar voelde zich daarin toch niet thuis en richtte met Stikker in 1948 de VVD op. Werd daarvan de onbetwiste politieke leider. Sprak met een wat hoge, zachte stem, maar had in de Kamer veel gezag door zijn kennis van het staats- en parlementsrecht. Kon overigens ook vilein uit de hoek komen en gold als autoritair. Schreef standaardwerken over de parlementaire geschiedenis.
     
  • 42. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1956 waren op 13 juni van dat jaar. Het was een nek-aan-nek-race tussen KVP en PvdA, die werd gewonnen door laatstgenoemde partij. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Er waren verder slechts kleine verschuivingen in de zeteltallen.
     
  • 43. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1952 waren op 25 juni. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. De PvdA van premier Drees haalde een goed resultaat. Door een zetelwinst van drie en een hoger stemmenaantal streefden zij de KVP voorbij als grootste partij. Na de verkiezingen formeerden PvdA, KVP, ARP en CHU het derde kabinet-Drees.
     
  • 44. 
    Op 7 juli 1948 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig vanwege de aanstaande Soevereiniteits­overdracht aan Indonesië (en daarmee samenhangende grondwetsherziening). De KVP kwam als sterkste uit de bus. Net als in 1946 behaalde de partij 32 zetels. De PvdA verloor daarentegen twee zetels en kwam op 27 zetels. Nieuwkomer was de lijst-Welter, van een oud-minister die ontevreden was over de koers van de KVP. Lichte winst was er voor de VVD van Oud, de 'opvolger' van de Partij van de Vrijheid.
     
  • 45. 
    Dit kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB trad op 2 juli 2024 aan. Formateur was staatsraad Richard van Zwol (CDA) en minister-president de partijloze oud-topambtenaar Dick Schoof.
     
  • 46. 
    Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de langste formatie sinds de Tweede Wereldoorlog tot stand. Negen maanden na de verkiezingen van 17 maart 2021 en bijna een jaar na de ontslagneming van het kabinet-Rutte III stond er een nieuw kabinet op het bordes. Premier Mark Rutte leidde voor de vierde keer een kabinet.
     
  • 47. 
    Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de tot dan langste formatie sinds 1945 tot stand. Zeven maanden na de verkiezingen van 15 maart 2017 stond er een opvolger van het kabinet-Rutte II op het bordes. Voor premier Mark Rutte was het de derde keer dat hij een kabinet leidde. Het kabinet bood op 15 januari 2021 ontslag aan, vanwege de harde conclusies van het parlementair onderzoek kinderopvangtoeslag. Hiermee werd het kabinet, en de leden hiervan, demissionair. Deze demissionaire periode zou 360 dagen duren, een record.
     
  • 48. 
    Dit kabinet werd door VVD en PvdA gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012. VVD-leider Mark Rutte werd voor de tweede keer premier. Onder leiding van informateurs Wouter Bos en Henk Kamp wisten de coalitiepartijen hun grote onderlinge verschillen te overbruggen. De formatie van het kabinet-Rutte II was één van de snelste kabinetsformaties ooit.
     
  • 49. 
    Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
     
  • 50. 
    Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
     
  • 51. 
    Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
     
  • 52. 
    Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
     
  • 53. 
    Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
     
  • 54. 
    Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.
     
  • 55. 
    In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
     
  • 56. 
    Dit kabinet was qua politieke samenstelling een voortzetting van het eerste kabinet-Lubbers. De coalitiepartijen CDA en VVD hadden bij de verkiezingen van 1986 hun gezamenlijke meerderheid in de Tweede Kamer behouden.
     
  • 57. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1982. CDA-lijsttrekker Dries van Agt, premier van het voorgaande kabinet-Van Agt III besloot zich niet opnieuw kandidaat te stellen voor het premierschap. Premier namens het CDA werd daarom Ruud Lubbers.
     
  • 58. 
    Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
     
  • 59. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
     
  • 60. 
    Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
     
  • 61. 
    Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.
     
  • 62. 
    Het kabinet-De Jong regeerde aan het einde van de roerige jaren zestig. Er was tijdens deze kabinetsperiode veel onrust in de maatschappij onder meer als gevolg van de democratiseringsgolf bij universiteiten en hogescholen. Ook vrouwen, dienstplichtigen en werknemers vroegen om hervormingen en in 1970 was er een groot loonconflict met de vakbeweging.
     
  • 63. 
    Het centrumrechtse kabinet-Marijnen was als voortzetting van het kabinet-De Quay te beschouwen. De coalitie van KVP, ARP, CHU en VVD behield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1963 zijn meerderheid. Minister-president namens de KVP werd echter niet Jan de Quay, maar Victor Marijnen - in het vorige kabinet minister van Landbouw en Visserij.
     
  • 64. 
    Dit centrumrechtse kabinet van KVP, ARP, CHU en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1959 als opvolger van het kabinet-Beel II. Het was het eerste naoorlogse kabinet zonder de PvdA. Minister-president De Quay kwam van de KVP. Het kabinet trad op 19 mei 1959 aan.
     
  • 65. 
    Het kabinet-Drees IV was een coalitie van PvdA, KVP, ARP en CHU. Na de verkiezingen van 1956 zetten de partijen uit het kabinet-Drees III hun samenwerking voort. Het was het laatste van de rooms-rode kabinetten. Premier was PvdA-leider Willem Drees. Het kabinet trad aan op 13 oktober 1956.
     
  • 66. 
    Na de verkiezingen van 1952 kwam dit derde kabinet op brede basis tot stand. Het kabinet onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees bestond uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en telde verder een partijloze minister. Het was een van de rooms-rode coalities. De VVD, deel van het voorgaande kabinet-Drees II, werd als regeringspartij vervangen door de ARP.
     
  • 67. 
    Na de Tweede Kamerverkiezingen van 1948 kwam een coalitie van KVP, PvdA, CHU en VVD tot stand onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees. In het kabinet zaten naast de ministers uit de coalitiepartijen ook twee partijloze ministers. Er was geen formele binding van de fracties aan een regeringsprogramma, maar die hadden wel daarmee ingestemd. Het kabinet volgde vanaf 7 augustus 1948 het kabinet-Beel I op.