De regeerperiode van koningin Beatrix

Source: Parlement.com.
Copyright foto rechts RVD

Als koningin Beatrix op dinsdag 30 april 2013 het koningschap overdraagt aan haar zoon, zit zij drieëndertig jaar op de troon. Zij trad op 30 april 1980 aan. De toenmalige prinses Beatrix volgde toen haar moeder, koningin Juliana, op als koningin van Nederland1.

In de de drieëndertig jaar maakte de koningin vijf premiers mee en veertien kabinetten. Alleen bij de formatie van 'haar' eerste en laatste kabinet speelde zij geen rol. Tijdens haar regeerperiode kwam in 1983 een algehele herziening (modernisering) van de Grondwet tot stand, waarbij ook de bepalingen over het Koningschap werden gemoderniseerd.

Anders dan tijdens de regeerperiode van haar moeder (Soestdijk-affaire, 1956, Lockheed-affaire 1976) waren er geen ernstige staatsrechtelijke problemen rond de monarchie. Wel waren er, net als bij haar eigen huwelijk in 1966, discussies rond het huwelijk van haar zonen Willem-Alexander (2001) en Friso (2004), maar van directe invloed op haar koningschap was dat niet.

In 2000 startte toenmalig D66-fractievoorzitter Thom de Graaf2 een discussie over modernisering van het koningschap, maar het kabinet-Kok II zag daartoe toen geen reden. In 2011 kwam de PVV-fractie met initiatiefvoorstellen om de Koning uit de regering te halen. Die wetsvoorstellen zijn nog aanhangig bij de Tweede Kamer.

Hoewel er vele vreugdevolle momenten waren tijdens haar regeerperiode hebben enkele dramatische gebeurtenissen een belangrijk stempel gedrukt. In de persoonlijke sfeer was er het overlijden van haar echtgenoot prins Claus op 6 oktober 2002 en het ski-ongeluk van haar zoon Friso op 17 februari 2012. Daarnaast waren er drama's als de Bijlmerramp (1992), de vuurwerkramp in Enschede (2000) en de aanslag in Apeldoorn op koninginnedag 2009.

Koningin Beatrix
© rijksoverheid.nl
  • Koningin Beatrix

    Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.

Contents

  1. Inhuldiging 30 april 1980
  2. Met welke kabinetten en premiers had koningin Beatrix te maken?
  3. Wat maakte koningin Beatrix mee?
  4. Is Beatrix de langstzittende Nederlandse koning(in)?

1.

Inhuldiging 30 april 1980

Koningin Juliana maakt haar abdicatie op TV bekend.

Koningin Juliana maakte op donderdagavond 31 januari 1980, op de verjaardag van prinses Beatrix, in een vantevoren niet aangekondigde televisietoespraak, aan het volk bekend dat zij op koninginnedag zou aftreden. Zij zou op die dag, de 71ste verjaardag van koningin Juliana, worden opgevolgd door prinses Beatrix.

 
Koningin Juliana tekent de acte van abdicatie.

Zodoende trad koningin Juliana op woensdag 30 april 1980 officieel af. Zij deed dit door om 10.00 uur een Acte van Abdicatie te tekenen in het Paleis op de Dam. Haar oudste dochter Beatrix was daarmee automatisch koningin.

Beatrix werd vervolgens in de middag ingehuldigd als Koningin der Nederlanden. Deze plechtigheid speelde zich af in een Verenigde Vergadering3 van de Eerste en Tweede Kamer. Zoals voorgeschreven door de Grondwet vond die plaats in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

 
Koningin Beatrix komt de Nieuwe Kerk binnen.

Koningin Beatrix en haar man, prins Claus4, werden binnengeleid in de Verenigde Vergadering door de commissie van in- en uitgeleide. Deze bestond uit alle fractievoorzitters (behalve de afwezigen Koekoek en Van der Spek) en stond onder leiding van Tweede Kamervoorzitter Dick Dolman.

De bijeenkomst werd voorgezeten door toenmalig Eerste Kamervoorzitter Theo Thurlings5. De Eerste Kamervoorzitter6 is namelijk tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering. Tweede Kamerlid Jan-Nico Scholten baarde opzien door in een officieel ambtskostuum, geërfd van zijn schoonvader Sieuwert Bruins Slot, te verschijnen.

 
Koningin Beatrix legt de eed.

Tijdens de Verenigde Vergadering legde koningin Beatrix de eed af. De Grondwet waarop deze werd afgelegd werd gedragen door minister van Staat Marga Klompé. Van de Kamerleden legden er 84 een belofte en 126 een eed af.

Onder de aanwezige Kamerleden waren bekenden zoals Ruud Lubbers, Joop den Uyl, Laurens-Jan Brinkhorst, Frits Bolkestein, Loek Hermans, Hans van den Broek, Erica Terpstra, Max van der Stoel, Wim Deetman en Jan Pronk.

 
Kamerleden leggen de eed of gelofte af.

Bij de Verenigde Vergadering waren 210 van de in totaal 225 Eerste en Tweede Kamerleden aanwezig. Omdat er op dat moment één vacature in de Tweede Kamerfractie van het CDA was, waren er veertien afmeldingen. Siepie Langedijk-de Jong (PvdA), Frans Uijen (PvdA), Chel Mertens (D'66) en de PSP'ers Joop Vogt en Fred van der Spek bleven weg om principiële redenen. De Tweede Kamerleden Bonno Spieker (PvdA), Hendrik Koekoek (Boerenpartij) en Frans Moor (PvdA) waren zonder opgaaf van reden afwezig.

 
Poster met oproep tot demonstratie.

De inhuldiging van koningin Beatrix vond plaats in een gespannen atmosfeer, want de krakersbeweging had de dag van de inhuldiging uitgeroepen tot 'Nationale Kraakdag'. 'Geen woning, geen kroning', zo meenden de krakers. Dit leidde in Amsterdam tot hevige rellen tussen aan de ene kant de krakers en antimonarchistische jongeren, en aan de andere kant de politie. De mobiele eenheid kon maar met moeite voorkomen dat de plechtigheden werden verstoord door oprukkende demonstranten.

Opmerkelijk is ten slotte dat Juliana in 1980 tegen de zin van toenmalig premier Van Agt bekend maakte dat koninginnedag voortaan op 30 april een nationale feestdag zou zijn. Het toenmalige kabinet-Van Agt I had liever bevrijdingsdag (5 mei) als nationale feestdag.

2.

Met welke kabinetten en premiers had koningin Beatrix te maken?

Kabinet-Van Agt I (1977-1981)
  • Kabinet-Van Agt I (1977-1981)7
    Kabinet-Van Agt I - Voorste rij v.l.n.r.: De Ruiter, Gardeniers, Van Agt, koningin Juliana, Wiegel, Van der Klaauw, Pais. Middelste rij v.l.n.r.: Andriessen, Krusinga, Beelaerts van Blokland, Tuijnman, Peijnenburg, Van Aardenne en Van der Stee Achterste rij v.l.n.r.: Albeda, Ginjaar en De Koning.
    © RVD
    Voorste rij v.l.n.r.: De Ruiter, Gardeniers, Van Agt, koningin Juliana, Wiegel, Van der Klaauw, Pais. Middelste rij v.l.n.r.: Andriessen, Krusinga, Beelaerts van Blokland, Tuijnman, Peijnenburg, Van Aardenne en Van der Stee Achterste rij v.l.n.r.: Albeda, Ginjaar en De Koning.

    Dit kabinet van CDA8 en VVD9 kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA10 bij de verkiezingen van 197711 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt12 premier.

 
Kabinet-Van Agt II. V.l.n.r. Van der Louw, De Ruiter, Van der Stoel, Terlouw, Zeevalking, Van Agt, Van der Stee, De Koning, H.M. koningin Beatrix, Van Dam, Den Uyl, Van Dijk, Van Mierlo, Gardeniers, Van Thijn en Van Kemenade.
  • Kabinet-Van Agt II (1981-1982)13
    Kabinet-Van Agt II - Achterste rij v.l.n.r.: Van der Louw, De Ruiter, Van der Stee, De Koning, Van Dam, Van Dijk, Van Mierlo en Van Thijn. Voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel, Terlouw, Zeevalking, Van Agt, koningin Beatrix, Den Uyl, Gardeniers en Van Kemenade.
    © RVD
    Achterste rij v.l.n.r.: Van der Louw, De Ruiter, Van der Stee, De Koning, Van Dam, Van Dijk, Van Mierlo en Van Thijn. Voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel, Terlouw, Zeevalking, Van Agt, koningin Beatrix, Den Uyl, Gardeniers en Van Kemenade.

    Dit kabinet van CDA8, PvdA10 en D'6614 werd gevormd na de verkiezingen 198115. CDA-leider Dries van Agt12 werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I7. PvdA-leider Joop den Uyl16 werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.

 
Kabinet-Van Agt III. Voorste rij (v.l.n.r.): Gardeniers, Van Agt, H.M. koningin Beatrix, Terlouw, De Koning en Van Dijk. Middelste rij: Zeevalking, Van der Stee, De Ruiter, Rood en Nypels. Achterste rij: Deetman, De Graaf en De Boer.
© RVD
Voorste rij v.l.n.r.: Gardeniers, Van Agt, koningin Beatrix, Terlouw, De Koning en Van Dijk. Middelste rij v.l.n.r.: Zeevalking, Van der Stee, De Ruiter, Rood en Nypels. Achterste rij v.l.n.r.: Deetman, De Graaf en De Boer.
  • Kabinet-Van Agt III (1982)17
    Kabinet-Van Agt III
    © RVD
    Voorste rij v.l.n.r.: Gardeniers, Van Agt, koningin Beatrix, Terlouw, De Koning en Van Dijk. Middelste rij v.l.n.r.: Zeevalking, Van der Stee, De Ruiter, Rood en Nypels. Achterste rij v.l.n.r.: Deetman, De Graaf en De Boer.

    Na de val van het kabinet-Van Agt II13 werd dit minderheidskabinet18 van CDA8 en D'6614 gevormd. CDA-leider Van Agt12 bleef premier. De posten die waren opengevallen na het vertrek van de PvdA10-bewindslieden, werden opgevuld vanuit de gelederen van de overgebleven coalitiepartners.

 
Kabinet-Lubbers I.
© RVD
Voorste rij (v.l.n.r.): Van den Broek, Smit-Kroes, Lubbers, H.M. koningin Beatrix, Van Aardenne, Schoo, De Koning. Middelste rij: De Ruiter, Ruding, Korthals Altes, Rietkerk en Deetman. Achterste rij: Brinkman, Braks en Winsemius.
  • Kabinet-Lubbers I (1982-1986)19
    Kabinet-Lubbers I -Voorste rij v.l.n.r.: Van den Broek, Smit-Kroes, Lubbers, koningin Beatrix, Van Aardenne, Schoo en De Koning. Middelste rij v.l.n.r.: De Ruiter, Ruding, Korthals Altes, Rietkerk en Deetman. Achterste rij v.l.n.r.: Brinkman, Braks en Winsemius.
    © Beeldbank Nationaal Archief
    Voorste rij v.l.n.r.: Van den Broek, Smit-Kroes, Lubbers, koningin Beatrix, Van Aardenne, Schoo en De Koning. Middelste rij v.l.n.r.: De Ruiter, Ruding, Korthals Altes, Rietkerk en Deetman. Achterste rij v.l.n.r.: Brinkman, Braks en Winsemius.

    Dit kabinet van CDA8 en VVD9 kwam tot stand na de verkiezingen van 198220. CDA-lijsttrekker Dries van Agt12, premier van het voorgaande kabinet-Van Agt III17 besloot zich niet opnieuw kandidaat te stellen voor het premierschap. Premier namens het CDA werd daarom Ruud Lubbers21.

 
Kabinet-Lubbers II
© Andere tijden
  • Kabinet-Lubbers II (1986-1989)22
    Kabinet-Lubbers II - Voorste rij v.l.n.r.: De Koning, Smit-Kroes, Lubbers, koningin Beatrix, De korte, Van den Broek en Van Dijk. Achterste rij v.l.n.r.: Bukman, Nijpels, Deetman, Korthals Altes, Ruding, Braks, Brinkman en Van Eekelen.
    © RVD
    Voorste rij v.l.n.r.: De Koning, Smit-Kroes, Lubbers, koningin Beatrix, De korte, Van den Broek en Van Dijk. Achterste rij v.l.n.r.: Bukman, Nijpels, Deetman, Korthals Altes, Ruding, Braks, Brinkman en Van Eekelen.

    Dit kabinet was qua politieke samenstelling een voortzetting van het eerste kabinet-Lubbers19. De coalitiepartijen CDA8 en VVD9 hadden bij de verkiezingen van 198623 hun gezamenlijke meerderheid in de Tweede Kamer behouden.

 
Kabinet-Lubbers III
  • Kabinet-Lubbers III (1989-1994)24
    Kabinet-Lubbers III - Voorste rij v.l.n.r.: Dales, Van den Broek, Lubbers, koningin Beatrix, Kok, Hirsch Ballin en Ritzen. Achterste rij v.l.n.r.: Braks, d'Ancona, Maij-Weggen, Ter Beek, Alders, Andriessen, De Vries en Pronk.
    © RVD
    Voorste rij v.l.n.r.: Dales, Van den Broek, Lubbers, koningin Beatrix, Kok, Hirsch Ballin en Ritzen. Achterste rij v.l.n.r.: Braks, d'Ancona, Maij-Weggen, Ter Beek, Alders, Andriessen, De Vries en Pronk.

    In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA8 samen met de PvdA10. De VVD9, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II22, belandde na de verkiezingen van 198925 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers21 werd voor de derde keer premier.

 
Kabinet-Kok I. Voorste rij (v.l.n.r.): Ritzen, Van Mierlo, Kok, H.M. koningin Beatrix, Dijkstal, Sorgdrager en Zalm. Achterste rij: Borst, Van Aartsen, Jorritsma, Voorhoeve, De Boer, Wijers, Melkert en Pronk.
  • Kabinet-Kok I (1994-1998)26
    Kabinet-Kok I - Voorste rij v.l.n.r.: Ritzen, Van Mierlo, Kok, koningin Beatrix, Dijkstal, Sorgdrager en Zalm. Achterste rij: Borst, Van Aartsen, Jorritsma, Voorhoeve, De Boer, Wijers, Melkert en Pronk.
    © RVD
    Voorste rij v.l.n.r.: Ritzen, Van Mierlo, Kok, koningin Beatrix, Dijkstal, Sorgdrager en Zalm. Achterste rij: Borst, Van Aartsen, Jorritsma, Voorhoeve, De Boer, Wijers, Melkert en Pronk.

    Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA10, VVD9 en D6614 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 199427. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok28, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III24, werd premier.

 
Kabinet-Kok II
  • Kabinet-Kok II (1998-2002)29
    Kabinet Kok II op bordes Huis ten Bosch met koningin Beatrix
    © RVD
    Voortse rij v.l.n.r.: Korthals, Borst, Kok, koningin Beatrix, Jorritsma, Van Aartsen en Peper. Achterste rij v.l.n.r.: Herfkens, Apotheker, Pronk, Zalm, Hermans, De Grave, Netelenbos, De Vries en Van Boxtel.

    Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I26. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA10, VVD9 en D6614 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok28 werd voor de tweede keer premier.

 
Kabinet-Balkenende I. Vl.n.r. De Geus, De Hoop Scheffer, Heinsbroek, Remkes, Kamp, Balkenende, Hoogervorst, H.M. koningin Beatrix, Korthals, Bomhoff, De Boer, Van der Hoeven, Veerman, Donner en Nawijn.
  • Kabinet-Balkenende I (2002-2003)30
    Kabinet-Balkenende I
    © Rijksoverheid.nl
    Voorste rij v.l.n.r: De Hoop Scheffer, Remkes, Balkenende, koningin Beatrix, Bomhoff, Van der Hoeven en Donner. Achterste rij: De Geus, Heinsbroek, Kamp, Hoogervorst, Korthals, De Boer, Veerman en Nawijn.

    Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I26 en Kok II29) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA8 en VVD9 samen met nieuwkomer LPF31 (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 200232 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende33 werd de nieuwe premier.

 
Kabinet-Balkenende II. Voorste rij (v.l.n.r.): Van der Hoeven, De Graaf, Balkenende, H.M. koningin Beatrix, Zalm, De Hoop Scheffer en Donner. Middelste rij: Kamp, Van Ardenne, Peijs, Remkes, Dekker en Verdonk. Achterste rij: De Geus, Veerman, Brinkhorst en Hoogervorst.
  • Kabinet-Balkenende II (2003-2006)34
    Kabinet-Balkenende II - Voorste rij v.l.n.r.: Van der Hoeven, De Graaf, Balkenende, koningin Beatrix, Zalm, De Hoop Scheffer en Donner. Middelste rij v.l.n.r.: Kamp, Van Ardenne, Peijs, Remkes, Dekker en Verdonk. Achterste rij v.l.n.r.: De Geus, Veerman, Brinkhorst en Hoogervorst.
    © RVD
    Voorste rij v.l.n.r.: Van der Hoeven, De Graaf, Balkenende, koningin Beatrix, Zalm, De Hoop Scheffer en Donner. Middelste rij v.l.n.r.: Kamp, Van Ardenne, Peijs, Remkes, Dekker en Verdonk. Achterste rij v.l.n.r.: De Geus, Veerman, Brinkhorst en Hoogervorst.

    Na de Tweede Kamerverkiezingen van 200335 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA8, VVD9 en D6614 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I30 keerden allen terug. Jan Peter Balkenende33 (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.

 
Kabinet-Balkenende III (2006-2007)
  • Kabinet-Balkenende III (2006-2007)36
    Kabinet-Balkenende III - Zittend v.l.n.r.: Bot, Peijs, Remkes, De Geus. Balkenende, Zalm en Van der Hoeven. Staand v.l.n.r.: Verdonk, Wijn, Nicolai, Donner, Van Ardenne, Kamp, Veerman, Hordijk (secretaris), Dekker, Hoogervorst, onbekend en De Geus
    © RVD
    Zittend v.l.n.r.: Bot, Peijs, Remkes, De Geus. Balkenende, Zalm en Van der Hoeven. Staand v.l.n.r.: Verdonk, Wijn, Nicolai, Donner, Van Ardenne, Kamp, Veerman, Hordijk (secretaris), Dekker, Hoogervorst, onbekend en De Geus.

    Dit minderheidskabinet18 van CDA8 en VVD9 werd niet gevormd na verkiezingen, maar direct na de val van het kabinet-Balkenende II34. Nadat de D6614-bewindslieden uit dat kabinet gestapt waren, werden de twee opengevallen ministersposten opgevuld door andere leden van het kabinet. In plaats van aan het rompkabinet van CDA en VVD een demissionaire status37 toe te kennen werd missionair overgangskabinet gevormd.

 
Balkenende IV (2007-2010)
  • Kabinet-Balkenende IV (2007-2010)38
    Kabinet-Balkenende IV
    © Rijksoverheid.nl
    Voorste rij v.l.n.r.: Hirsch Ballin, Rouvoet, Balkenende, koningin Beatrix, Bos, Verhagen en Ter Horst. Achterste rij: Koenders, Donner, Van der Hoeven, Cramer, Plasterk, Van Middelkoop, Eurlings, Verburg, Klink en Vogelaar.

    Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 200639. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA8, PvdA10 en ChristenUnie40 en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III36. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.

 
Kabinet-Rutte I (2010-2012)
  • Kabinet-Rutte I (2010-2012)41
    Kabinet-Rutte I - Voorst rij v.l.n.r.: Rosenthal, Rutte, koningin Beatrix, Verhagen en Opstelten. Achterste rij v.l.n.r.: Schippers, Schultz van Haegen, De Jager, Donner, Bijsterveldt, Hillen, Kamp en Leers.
    © RVD
    Voorst rij v.l.n.r.: Rosenthal, Rutte, koningin Beatrix, Verhagen en Opstelten. Achterste rij v.l.n.r.: Schippers, Schultz van Haegen, De Jager, Donner, Bijsterveldt, Hillen, Kamp en Leers.

    Dit minderheidskabinet18 van VVD9 en CDA8 werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 201042 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV38. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord43 met de PVV44. VVD-leider Mark Rutte45 werd de eerste premier van VVD-huize.

 
Kabinet-Rutte II op birdes
© rijksoverheid.nl
Voorste rij v.l.n.r.: Timmermans, Rutte, koningin Beatrix, Asscher en Opstelten. Achterste rij v.l.n.r.: Blok, Schippers, Schultz van Haegen, Dijsselbloem, Plasterk, Bussemaker, Hennis-Plasschaert, Kamp en Ploumen.
  • Kabinet-Rutte II (2012-heden)46
    Kabinet-Rutte II op birdes
    © rijksoverheid.nl
    Voorste rij v.l.n.r.: Timmermans, Rutte, koningin Beatrix, Asscher en Opstelten. Achterste rij v.l.n.r.: Blok, Schippers, Schultz van Haegen, Dijsselbloem, Plasterk, Bussemaker, Hennis-Plasschaert, Kamp en Ploumen.

    Dit kabinet werd door VVD9 en PvdA10 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 201247. VVD-leider Mark Rutte45 werd voor de tweede keer premier. Onder leiding van informateurs Wouter Bos48 en Henk Kamp49 wisten de coalitiepartijen hun grote onderlinge verschillen te overbruggen. De formatie van het kabinet-Rutte II was één van de snelste kabinetsformaties50 ooit.

3.

Wat maakte koningin Beatrix mee?

Koningin Beatrix verhuisde in augustus 1981 van Kasteel Drakenstein in Lage Vuursche naar Huis ten Bosch in Den Haag. Zij nam Paleis Noordeinde in Den Haag in gebruik als werkpaleis. In de beginjaren van haar koningschap kreeg zij te maken met de ziekte van haar echtgenoot, prins Claus. In 1987 belandde de vorstin enige tijd in het ziekenhuis, toen zij tijdens een verblijf in Italië werd getroffen door een hersenvliesontsteking.

Koningin Beatrix legde 52 staatsbezoeken af, bijvoorbeeld aan Spanje, Italië, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Japan, Jordanië, Indonesië, Zuid-Afrika, China, Rusland en aan de paus, en recentlijk aan de Verenigde Arabische Emiraten. Ook bezocht zij de Nederlandse Antillen en Aruba.

Behalve de ontvangst van buitenlandse gasten, onder wie de Zuid-Afrikaanse president Mandela en de Amerikaanse presidenten Bush (sr.) en Clinton, waren opmerkelijke gebeurtenissen de redes die zij hield voor onder meer het Europees Parlement en voor de Europese Raad in 1991 in Maastricht.

Op 2 februari 2002 trouwde de oudste zoon van koningin Beatrix, prins Willem-Alexander51, met de Argentijnse Máxima Zorreguieta. Hieraan ging veel commotie over het verleden van de vader van prinses Máxima52 vooraf, in verband met diens rol in de Argentijnse dictatuur in de jaren zeventig. De schoonvader van prins Willem-Alexander was in verband daarmee niet aanwezig zijn bij het huwelijk.

De koningin werd oma van een aantal kleinkinderen, onder wie de op 7 december 2003 geboren prinses Catharina-Amalia (de oudste dochter van prins Willem-Alexander), die straks eerste in de lijn van opvolging wordt.

Koningin Beatrix maakte de laatste periode van haar regering ook droevige gebeurtenissen mee, doordat binnen vrij korte tijd haar echtgenoot prins Claus, haar moeder Juliana en haar vader prins Bernhard53 overleden. In 2012 werd de koninklijke familie zwaar getroffen door het ski-ongeval van prins Friso, die daarbij in coma raakte.

Op 8 februari 2005 aanvaardde koningin Beatrix een eredoctoraat aan de Universiteit Leiden.

4.

Is Beatrix de langstzittende Nederlandse koning(in)?

Koningin Beatrix is met 33 jaar koningschap, niet het langst zittende Nederlandse staatshoofd in de periode vanaf 1813. De huidige vorstin komt op de derde plaats op de 'ranglijst'.

Koningin Wilhelmina54 is met afstand recordhouder; zij was koningin van 1890-1948. Omdat Wilhelmina pas in 1898 achttien werd, trad haar moeder, koningin Emma55, van 1890-1898 op als regentes.

De ranglijst ziet er tot dusverre als volgt uit:

 
Wilhelmina Helena Pauline Maria, H.M. koningin
  • Wilhelmina: 1890-1948 (bijna 58 jaar)

    Dochter van koning Willem III, die al op haar tiende, aanvankelijk onder het regentschap van haar moeder, koningin werd. In september 1898 als koningin ingehuldigd en daarna vijftig jaar regerend vorstin. Haar regering kenmerkte zich lange tijd door een zekere afstandelijkheid tot de bevolking, maar in de Tweede Wereldoorlog werd zij uitermate populair. Nadat zij in de meidagen van 1940 noodgedwongen was uitgeweken naar Londen gaf zij haar rol als 'Moeder des Vaderlands' ten volle gestalte door het verzet via radio-toespraken te inspireren. Zag zichzelf als leidsvrouwe van een vernieuwd en verenigd volk. Nadat na de bevrijding bleek dat de oorlog niet de politieke vernieuwing had gebracht die zij had gewenst, deed zij afstand van de troon. Krachtige persoonlijkheid, godsdienstig en temperamentvol.

 
Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, Z.M.
Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, Z.M.
  • Willem III: 1849-1890 (ruim 41,5 jaar)

    Vorst in de tweede helft van de negentiende eeuw. Volgde in 1849 zijn vader pas na enige aarzeling op, omdat hij weinig ingenomen was met de nieuwe liberale Grondwet. Trachtte nog enige jaren zijn macht enigszins te herwinnen en behield nog enige jaren invloed op ministersbenoemingten. Ging soms in tegen zijn ministers, bijvoorbeeld in 1853 (Aprilbeweging56). Had lange tijd ook een afkeer van Thorbecke57. Verloor later steeds meer interesse in de politiek. Kreeg bovendien te maken met privé-affaires, met conflicten met zijn zoons en met gezondheidsproblemen. Berucht vanwege zijn wispelturigheid en barse uitvallen tegen onder anderen ministers. Trouwde op hoge leeftijd met de veel jongere Duitse prinses Emma55, die hem een opvolgster, Wilhelmina54, schonk.

 
Koningin Beatrix
© rijksoverheid.nl
  • Beatrix: 1980-heden (33 jaar)

    Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.

 
Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, H.M. koningin
  • Juliana: 1948-1980 (ruim 31,5 jaar)

    Vorstin, die op menselijke ('gewone') manier inhoud wilde geven aan haar taak en weinig op had met 'protocol'. Stond daardoor veel dichter bij de bevolking dan haar moeder. Verklaarde bij haar inhuldiging het moederschap net zo belangrijk te vinden als haar rol als vorstin. Had goede banden met Drees58 en Beel59. Kreeg twee maal te maken met ernstige constitutionele moeilijkheden. In 1956 door de 'kwestie-Soestdijk (vaak aangeduid als Greet Hofmansaffaire) en in 1976 door de Lockheedaffaire waarbij haar echtgenoot in opspraak kwam. Dat deed geen afbreuk aan haar populariteit. Zette zich in het bijzonder in voor het maatschappelijk werk en voor gehandicaptenzorg.

 
Willem Frederik, Z.M. koning
  • Willem I: 1814-1840 (bijna 27 jaar)

    De 'Koning-Koopman'. Eerste Nederlandse koning na het herstel van de zelfstandigheid in 1814. Had ervaring als vorst opgedaan in Fulda. Regeerde als verlichte autoritaire vorst en zette zich in voor ontwikkeling van het economisch leven (kanalen!). Weigerde zich lange tijd neer te leggen bij de afscheiding van België van 1830 en veroorzaakte mede daardoor problemen met de staatsfinanciën. Die financiële politiek was de voornaamste bron van kritiek van de oppositie. Trad in 1840 teleurgesteld af na een beperkte Grondwetsherziening. Verloor de grote lijnen vaak uit het oog, doordat hij zich te veel bezighield met details. Beschouwde ministers als zijn dienaren en stelde in hen vaak weinig vertrouwen.

 
Willem Frederik George Lodewijk, Z.M. koning
Willem Frederik George Lodewijk, Z.M. koning
  • Willem II: 1840-1849 (bijna 8,5 jaar)

    Negen jaar koning van Nederland. 'Held van Waterloo'. Vocht met de geallieerden mee tegen de legers van Napoleon. Als kroonprins leek hij zich in 1830 op te werpen als leider van de Belgische onafhankelijkheidsbeweging. Regeerde vanaf 1840 aanvankelijk als conservatief vorst, die elke grondwetswijziging tegenhield. Werd in 1848 in één dag (noodgedwongen) uiterst liberaal en steunde Thorbecke57 en Donker Curtius60 bij het tot stand brengen van de nieuwe Grondwet. Overleed echter al kort na invoering daarvan. Was gehuwd met de Russische grootvorstin Anna Paulowna. Had goede banden met katholieken (verbleef veel in Tilburg). Gold als nogal wispelturig en gemakkelijk beïnvloedbaar.


Meer over

  • Onze koningen en koninginnen sinds 181361

  • 1. 
    Nederland is een koninkrijk. Dat betekent dat een koning het staatshoofd is of eigenlijk: het 'onschendbare deel' van de regering. Het Statuut voor het Koninkrijk bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk wordt gedragen door de erfgenamen van koningin Juliana. Sinds 30 april 2013 is Willem-Alexander koning der Nederlanden.
     
  • 2. 
    Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
     
  • 3. 
    De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
     
  • 4. 
    Deels in Afrika opgegroeide Duitse diplomaat die in 1966 in het huwelijk trad met de toenmalige kroonprinses Beatrix. Vanwege zijn Duitse afkomst maakten sommigen (met name uit het voormalig verzet) bezwaar tegen een toekomstige rol als prins-gemaal. Dankzij zijn optreden wist hij zich echter allengs een grote populariteit te verwerven. Zette zich vooral in voor ontwikkelingssamenwerking en milieubescherming. Kreeg enige jaren nadat Beatrix koningin was geworden te maken met klachten van depressieve aard en was hier opmerkelijk open over. In de laatste jaren van zijn leven speelde hij de rol als wijze pater familias. Trad in het openbaar vaak onconventioneel op en beschikte over de nodige humor.
     
  • 5. 
    Uit Limburg afkomstige Wageningse hoogleraar die tien jaar Eerste Kamervoorzitter was. Voor hij voorzitter werd financieel woordvoerder van de KVP-Eerste Kamerfractie. Werd enkele malen genoemd als ministerskandidaat. Was tevens enige jaren voorzitter van het wetenschappelijk bureau van de KVP. Leidde in 1980 de Verenigde Vergadering in Amsterdam, waarin koningin Beatrix werd ingehuldigd. Gewaardeerde, kalme Kamervoorzitter, die echter niet erg op de voorgrond trad.
     
  • 6. 
    De Eerste Kamervoorzitter leidt de vergadering van de Eerste Kamer en is tevens voorzitter van het College van fractievoorzitters en het College van Voorzitter en Ondervoorzitters (interne organisatie). Hij zit ook de Verenigde Vergaderingen voor. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de Kamer naar buiten toe, zoals in contacten met buitenlandse parlementen en bij ontvangsten van gasten.
     
  • 7. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
     
  • 8. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 9. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yeşilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 10. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 11. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
     
  • 12. 
    CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
     
  • 13. 
    Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
     
  • 14. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 15. 
    Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
     
  • 16. 
    Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
     
  • 17. 
    Na de val van het kabinet-Van Agt II werd dit minderheidskabinet van CDA en D'66 gevormd. CDA-leider Van Agt bleef premier. De posten die waren opengevallen na het vertrek van de PvdA-bewindslieden, werden opgevuld vanuit de gelederen van de overgebleven coalitiepartners.
     
  • 18. 
    Als regel steunen kabinetten op het moment dat zij worden gevormd op een meerderheid van Tweede (en Eerste) Kamer. Als dat niet het geval is, spreken we van een minderheidskabinet.
     
  • 19. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam tot stand na de verkiezingen van 1982. CDA-lijsttrekker Dries van Agt, premier van het voorgaande kabinet-Van Agt III besloot zich niet opnieuw kandidaat te stellen voor het premierschap. Premier namens het CDA werd daarom Ruud Lubbers.
     
  • 20. 
    Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.
     
  • 21. 
    Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
     
  • 22. 
    Dit kabinet was qua politieke samenstelling een voortzetting van het eerste kabinet-Lubbers. De coalitiepartijen CDA en VVD hadden bij de verkiezingen van 1986 hun gezamenlijke meerderheid in de Tweede Kamer behouden.
     
  • 23. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1986 waren dat jaar op 21 mei. Het waren reguliere verkiezingen, nadat de zittingstermijn van de Kamer erop zat. Er lagen ook enkele Grondwetsvoorstellen voor. Grote winnaar was het CDA, dat de leuze had: 'Laat Lubbers zijn karwei afmaken'. Opmerkelijk was het verdwijnen van de CPN.
     
  • 24. 
    In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
     
  • 25. 
    Op 6 september 1989 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de ontbinding van de Tweede Kamer door de val van het Kabinet-Lubbers II. Het CDA won de verkiezingen door evenveel zetels te halen als in 1986. De PvdA deed het onder Wim Kok minder goed. Verliezer was de VVD en voortzetting van het centrumrechts kabinet lag net voor de hand. Onder leiding van Hans van Mierlo behaalde D66 zetelwinst. Het nieuwe GroenLinks behaalde zes zetels.
     
  • 26. 
    Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.
     
  • 27. 
    Op 3 mei 1994 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Dit waren reguliere verkiezingen, nadat het kabinet-Lubbers III zijn hele termijn had uitgezeten. Daarnaast lag er een wijziging van de Grondwet voor ten aanzien van het niet langer ontbinden van de Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen. Grote winnaars waren VVD en D66 en de nieuwe ouderenpartij AOV.
     
  • 28. 
    Former social democratic prime minister of The Netherlands between 1994 to 2002. Wim Kok led a coalition of two political opposites: the social democrats of the PvdA and the liberals of the VVD. Prior to becoming prime minister he was minister for Finance. Considered a competent, sincere politician, capable of forging alliances between political and socio-economic adversaries. During his tenure as prime minister unemployment figures dropped and general income levels rose continually, but his governments were unable to stem growing problems in the sectors of healthcare and education. Internationally lauded as proponent of the "Third Way", striking a balance between right-wing economic and left-wing social policies.
     
  • 29. 
    Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
     
  • 30. 
    Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
     
  • 31. 
    De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
     
  • 32. 
    Op 15 mei 2002 waren er reguliere (vierjaarlijkse) verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer, maar er lagen ook grondwetsvoorstellen voor, zoals over de kroonbenoemingen. Grote winnnaars waren nieuwkomer LPF, van de op 6 mei vermoorde Pim Fortuyn, en het CDA. De LPF kreeg als nieuwkomer 26 zetels, het CDA werd onder leiding van Jan Peter Balkenende de grootste. De drie regeringspartijen verloren 43 zetels, waarbij voor de PvdA fors achteruit ging. Naast de LPF was Leefbaar Nederland met twee zetels een nieuwkomer.
     
  • 33. 
    Former Christian democratic prime-minister of The Netherlands, from 2002 to 2010. Jan Peter Balkenende led four coalition governments, each of different composition. It mirrored the unstable political climate in The Netherlands after the rise and murder of Pim Fortuyn in 2002. Having worked for the Christian democratics' scientific bureau, Jan Peter Balkenende was elected as member of the House of Commons in 1998. He was spokesperson for the party on public finance before becoming party leader in 2001. Jan Peter Balkende left politics after a disastrous election result in 2012. He currently works at university and as consultant.
     
  • 34. 
    Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
     
  • 35. 
    Op 22 januari 2003 werden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende I. Deze val kwam doordat het CDA en de VVD het vertrouwen in hun coalitiepartner LPF hadden opgezegd. De verkiezingen stonden in het teken van de vraag of het door CDA, VVD en LPF uitgestippelde beleid kon worden voortgezet. De LPF verloor echter fors. De PvdA van Wouter Bos herstelde zich sterk ten opzichte van 2002. Het CDA bleef wel de grootste partij.
     
  • 36. 
    Dit minderheidskabinet van CDA en VVD werd niet gevormd na verkiezingen, maar direct na de val van het kabinet-Balkenende II. Nadat de D66-bewindslieden uit dat kabinet gestapt waren, werden de twee opengevallen ministersposten opgevuld door andere leden van het kabinet. In plaats van aan het rompkabinet van CDA en VVD een demissionaire status toe te kennen werd missionair overgangskabinet gevormd.
     
  • 37. 
    Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
     
  • 38. 
    Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
     
  • 39. 
    Op 22 november 2006 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 15 mei 2007, maar werden vervroegd door de val van het kabinet-Balkenende II. Het CDA handhaafde zich als grootste, maar de SP onder leiding van Jan Marijnissen werd met zestien zetels winst de grote winnaar. De Groep-Wilders/PVV kwam met negen zetels in de Kamer. PvdA, VVD en D66 verloren.
     
  • 40. 
    De ChristenUnie is een christelijke partij, met op sociaal en ecologisch gebied progressieve en op ethisch gebied behoudender standpunten. Politiek leider van de ChristenUnie is sinds januari 2023 Mirjam Bikker. De partij ontstond in januari 2000 als samenwerkingsverband tussen het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en de Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Per 22 januari 2000 zijn de partijen gefuseerd.
     
  • 41. 
    Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
     
  • 42. 
    Op 9 juni 2010 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende IV. De PvdA-bewindslieden traden in februari 2010 uit dat kabinet. Grote winnaars van de verkiezingen waren PVV en VVD. De VVD, met Mark Rutte als lijsttrekker, werd voor het eerst de grootste partij door de PvdA met één zetel voor te blijven. GroenLinks won licht. Het CDA leed een (zware) nederlaag, net als SP en D66. De Partij voor de Dieren kreeg voor het eerst (twee) zetels.
     
  • 43. 
    In een gedoogakkoord leggen Kamerfracties afspraken vast over de steun voor het toekomstige regeringsbeleid. Het gaat daarbij om afspraken tussen fracties van partijen die toetreden tot het nieuwe kabinet en een fractie (of fracties) die alleen 'gedoogt', maar zelf buiten het kabinet blijft. Tot 2010 kenden we dit begrip overigens niet. Of, als er in de toekomst vaker gedoogakkoorden worden gesloten, de opzet daarvan hetzelfde is, is onzeker.
     
  • 44. 
    De Partij voor de Vrijheid (PVV) is een populistische partij, met zowel conservatieve, 'rechtse' als 'linkse' standpunten. De PVV is op 22 februari 2006 geregistreerd bij de Kiesraad door Geert Wilders, na zijn vertrek bij de VVD. Hij is sindsdien ook de politiek leider.
     
  • 45. 
    Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
     
  • 46. 
    Dit kabinet werd door VVD en PvdA gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012. VVD-leider Mark Rutte werd voor de tweede keer premier. Onder leiding van informateurs Wouter Bos en Henk Kamp wisten de coalitiepartijen hun grote onderlinge verschillen te overbruggen. De formatie van het kabinet-Rutte II was één van de snelste kabinetsformaties ooit.
     
  • 47. 
    Op 12 september 2012 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Rutte op 23 april 2012. De VVD won tien zetels en werd de grootste. De PvdA, met Diederik Samsom als lijsttrekker, won eveneens. Er was opnieuw verlies voor het CDA en ook de PVV ging flink achteruit. Verliezer was verder GroenLinks. Een nieuwkomer was 50PLUS met twee zetels.
     
  • 48. 
    Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
     
  • 49. 
    Henk Kamp (1952) was van 24 september 2021 t/m tot 10 januari 2022 minister van Defensie in het (demissionaire) kabinet-Rutte III. Eerder was hij in het kabinet-Balkenende I minister van Volkshuisvesting en nam later in dat kabinet ook Defensie op zich; een ministerschap dat hij ook bekleedde in Balkenende II. Had toen intensieve bemoeienis met de missies in Irak en Uruzgan. Na twee jaar Kamerlid en een functie op de Antillen keerde hij in 2010 terug als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Rutte I. Wegbereider van het kabinet-Rutte II en daarin minister van Economische Zaken. De heer Kamp begon zijn loopbaan als fiscaal rechercheur en wethouder van Borculo en werd in 1994 Tweede Kamerlid voor de VVD. Sinds 1 januari 2018 was hij voorzitter van branchevereniging ActiZ (zorg).
     
  • 50. 
    Kabinetsformaties na de verkiezingen duren sinds 1946 gemiddeld 103 dagen. Formaties van tussenkabinetten zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Soms komt het voor dat na een kabinetscrisis zonder nieuwe verkiezingen een ander of overgangskabinet wordt gevormd. Dergelijke formaties verlopen doorgaans veel sneller.
     
  • 51. 
    Koning Willem-Alexander bekleedt sinds 30 april 2013 het koningschap. Hij werd in 1967 geboren als oudste zoon van prinses Beatrix en prins Claus. Hij volgde onder meer een opleiding aan het Atlantic College in Wales en bij de Nederlandse Marine en studeerde geschiedenis in Leiden. De koning was bestuurslid van het Internationaal Olympisch Comité en was actief op het gebied van internationaal watermanagement. Sinds 2002 is hij gehuwd met de in Argentinië geboren Máxima Zorreguieta. De koning heeft drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Hij staat bekend als sportief, spontaan en open en ziet samenbinden, vertegenwoordigen en aanmoedigen als belangrijkste taken.
     
  • 52. 
    Máxima Zorreguieta is sinds 2 februari 2002 echtgenote van Willem-Alexander en sinds 30 april 2013 koningin. Zij hebben drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Koningin Máxima is geboren in Argentinië en werkte als bankemployé in New York en Brussel. Als prinses hield zij zich onder meer bezig met vraagstukken op het gebied van inburgering en met bevordering van microfinanciering. De rol van haar vader, die staatssecretaris was tijdens het Videla-regime, leidde tot spanningen rond haar huwelijksvoltrekking. Vanaf het moment van de verloving wist zij echter door haar spontaniteit en warmte de harten van de bevolking te veroveren. Werkt onder meer in VN-verband op gebied van microfinanciering en financiële gezondheid.
     
  • 53. 
    Duitse prins die in 1937 huwde met prinses Juliana. Week in mei 1940 met zijn gezin uit naar Engeland. Verbleef in Londen, terwijl zijn gezin zich tijdelijk in Canada vestigde. Was tijdens de oorlogsjaren een belangrijke vertrouweling van koningin Wilhelmina. In 1944 bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten en in die functie betrokken bij de Duitse capitulatie in Wageningen. Na de oorlog vervulde hij vele economische missies, onder meer naar Zuid-Amerika. In 1976 bleek dat aan die banden met het bedrijfsleven ook schaduwkanten hadden gezeten (de zgn. Lockheedaffaire). Gaf toen vele functies op. Wist desondanks zijn populariteit te behouden, met name in de kring van oud-strijders en voormalige verzet. Zette zich in voor natuurbescherming en cultuur (Anjerfonds). Had vliegen als grote liefhebberij. Charmante levensgenieter omgeven door mythes, die vaak grenzen opzocht en ook overschreed en zich weinig aantrok van de beperkingen die zijn huwelijk hem oplegde.
     
  • 54. 
    Dochter van koning Willem III, die al op haar tiende, aanvankelijk onder het regentschap van haar moeder, koningin werd. In september 1898 als koningin ingehuldigd en daarna vijftig jaar regerend vorstin. Haar regering kenmerkte zich lange tijd door een zekere afstandelijkheid tot de bevolking, maar in de Tweede Wereldoorlog werd zij uitermate populair. Nadat zij in de meidagen van 1940 noodgedwongen was uitgeweken naar Londen gaf zij haar rol als 'Moeder des Vaderlands' ten volle gestalte door het verzet via radio-toespraken te inspireren. Zag zichzelf als leidsvrouwe van een vernieuwd en verenigd volk. Nadat na de bevrijding bleek dat de oorlog niet de politieke vernieuwing had gebracht die zij had gewenst, deed zij afstand van de troon. Krachtige persoonlijkheid, godsdienstig en temperamentvol.
     
  • 55. 
    Duitse prinses die op 20-jarige leeftijd in 1879 de tweede echtgenote van de 62-jarige koning Willem III werd. Trad in 1890 tijdens ziekte en daarna, na het overlijden van de koning, acht jaar op als regentes voor de nog minderjarige koningin Wilhelmina. Voerde vervolgens met haar dochter een soort goodwillcampagne onder het motto 'we zijn er nog' en wist daarmee het onder Willem III geslonken prestige van het koningshuis te herstellen. Was nadat Wilhelmina in 1898 regerend vorstin was geworden, een belangrijk (informele) adviseur van haar dochter. Zette zich daarnaast in voor de tuberculosebestrijding ('Emma-bloem'). Had vorstelijke allure en was zeer geliefd bij de bevolking.
     
  • 56. 
    De Aprilbeweging van 1853 was het protestantse en conservatieve protest tegen het herstel door de paus van de bisschoppelijk hiërarchie in Nederland. De bisschoppelijke hiërarchie is de indeling van de Rooms-Katholieke kerk in Nederland in (toen vijf) kerkprovincies, met aan het hoofd een bisschop. De beweging richtte zich tevens tegen het kabinet-Thorbecke, dat de RK-kerk geen strobreed in de weg legde, op grond van de scheiding van kerk en staat.
     
  • 57. 
    Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 1848 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste staatsman van de negentiende eeuw.
     
  • 58. 
    'Vadertje Drees'. Eén van de grootste twintigste-eeuwse politici, onder wiens leiding na de Bevrijding zowel de dekolonisatie als de wederopbouw plaatsvonden. Overtuigd sociaaldemocraat, maar wel zeer pragmatisch ingesteld ('niet alles kan, en zeker niet alles tegelijk'). Groeide op in Amsterdam en klom op van stenograaf, SDAP-wethouder van Den Haag en Kamerlid, tot minister en minister-president. Had als wethouder van Den Haag al voor 1940 een goede naam als bestuurder. In de oorlog enige tijd gijzelaar en centrale figuur in het politieke verzet. Bracht in 1947 als minister van Sociale Zaken de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand, de voorloper van de AOW. Werd zowel daardoor, als door zijn leiderschap en soberheid een populair staatsman, ook buiten zijn eigen kring. Tien jaar premier van brede coalities waarvan PvdA en KVP de kern vormden. Had goede contacten met Beel. Brak in de jaren '70 met zijn partij, de PvdA, uit onvrede over de koers. Sober levende en altijd eenvoudig gebleven man, die een zeer hoge leeftijd bereikte.
     
  • 59. 
    Katholieke staatsman. Eén van de belangrijkste politici van na 1945. Begon zijn loopbaan als gemeenteambtenaar. In 1945 werd hij minister van Binnenlandse Zaken en als zodanig speelde hij een voorname rol bij de naoorlogse zuiveringen. Was als premier en Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon een vooraanstaande figuur in het moeizame proces van dekolonisatie. Voorstander van militair optreden (politionele acties) tegen de Republiek Indonesia. Na terugkeer uit Indië hoogleraar en in 1951 weer minister van Binnenlandse Zaken en in het kabinet-Drees III tevens vicepremier. Had een goede band met Drees. In de jaren vijftig en zestig als (in)formateur betrokken bij de vorming van diverse kabinetten, vooral van centrumrechtse signatuur. Belangrijk adviseur en vertrouweling van koningin Juliana. Gezagvol, inventief en doortastend politicus, die vaak als regelaar en 'bruggenbouwer' fungeerde. Ook een wat dorre formalistische jurist, die als bijnaam 'de Sfinx' had. In de persoonlijke omgang echter veel minzamer.
     
  • 60. 
    Vooraanstaand liberaal politicus uit de jaren rond 1848. Haagse advocaat die als opposant optrad tegen het bewind van Willem I en Willem II. Pleitte onder meer in brochures en krantenartikelen voor invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid en voor een rechtstreeks gekozen parlement. In 1848 lid van de Grondwetscommissie-Thorbecke, waarvan hij de voorstellen - met steun van de koning - als minister van Justitie behendig door het overwegend conservatieve parlement loodste. Kwam later in gematigder vaarwater en vormde na de Aprilbeweging van 1853 met Van Hall, een vroegere politieke tegenstander, een kabinet. Energieke, spreekvaardigde, maar ook pragmatische wetgever.
     
  • 61. 
    Nederland bestaat sinds 1813 als zelfstandige eenheidsstaat. Sinds 16 maart 1815 is Nederland een koninkrijk, nadat soeverein vorst Willem zichzelf tot koning uitriep.