Politieke crises rond staatssecretarissen
Net als voor ministers geldt voor staatssecretarissen de ministeriële verantwoordelijkheid1. De Tweede Kamer kan het vertrouwen in een staatssecretaris opzeggen en dat is reden voor vertrek. Bij ernstige beleidsfouten kan een staatssecretaris ook zelf besluiten op te stappen en dat is meer dan eens gebeurd.
Daarnaast zijn er voorbeelden van een verstoorde relatie met de 'eigen' minister, die tot vertrek leidden en van staatssecretarissen die aftraden na in opspraak te zijn gekomen.
Toen eind jaren vijftig bleek dat er bij Defensie van alles mis was met materieel (onder meer met de helmen) werd staatssecretaris Kranenburg2 daarop als eerste aangesproken. De vraag rees of ook niet minister Staf verantwoordelijk was, maar uiteindelijk nam alleen Kranenburg ontslag.
Staatssecretaris Brokx3 van Volkshuisvesting moest in 1986 vertrekken, nadat CDA-fractievoorzitter Bert de Vries4 daarop had aangedrongen. De Vries vreesde dat Brokx politieke schade zou oplopen door een parlementaire enquête naar bouwsubsidies.
Staatssecretaris Ter Veld5 trad in 1991 af, nadat haar 'eigen' PvdA-fractie het vertrouwen in haar had opgezegd vanwege de in de ogen van de fractie gebrekkige communicatie. Met name de door Ter Veld voorgestelde aanpassing van de Bijstandswet speelde daarbij een rol.
De uitkomst van een parlementair onderzoek naar de gang van zaken bij het College van Toezicht op de Sociale Verzekeringen (CTSV) leidde in 1996 tot het aftreden van VVD-staatssecretaris Linschoten6.
Tijdens het kabinet-Rutte II7 kwamen drie staatssecretarissen in ernstige politieke moeilijkheden. Het betrof in 2014 Frans Weekers8 en in 2015 Fred Teeven9 en Wilma Mansveld10. Weekers trad af nadat een motie van wantrouwen11 dreigde te worden aangenomen vanwege zijn beleid om fraude met toeslagen te bestrijden. Teeven trad af toen zijn geloofwaardigheid was geschaad door het aftreden van zijn minister Ivo Opstelten. Mansveld diende haar ontslag in na het Fyra-debacle12.
In 1975 ontsloeg minister Van Agt13 min of meer eigenstandig zijn staatssecretaris Glastra van Loon14 (D66) toen die kritiek had geuit op de leiding van het departement.
In 2004 ontstond na een omstreden interview een vertrouwensbreuk tussen staatssecretaris Nijs15 en CDA-minister Van der Hoeven16. De staatssecretaris moest, nadat ook de VVD-fractie het vertrouwen in haar had opgezegd, opstappen.
Er waren ook nog vier staatssecretariaten die vanwege het in opspraak raken van de benoemden al vrijwel direct eindigden. Het betrof in 1982 Schwietert17 (VVD), in 1991 In 't Veld18 (PvdA), in 2002 Bijlhout19 (LPF) en in 2012 Co Verdaas20.
Meer over
- 1.De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.
- 2.PvdA-politicus en bestuurder. Zoon van de staatsrechtgeleerde en Senaatsvoorzitter prof. R. Kranenburg. Was in Rotterdam advocaat en gemeenteraadslid en werd in 1951 staatssecretaris voor defensiematerieel. Trad in 1958 af, nadat ernstige kritiek was geuit op het materieelbeleid vanwege de aanschaf van ondeugdelijke helmen ('helmenaffaire'). Zijn afwezigheid in de Tweede Kamer tijdens een debat hierover leverde hem ernstige verwijten op, met name in de Eerste Kamer. Werd al kort na zijn aftreden justitie-woordvoerder van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Was daarna vanaf 1964 twaalf jaar de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, die als een onpartijdige, moderne 'regent' een goede naam had.
- 3.Brabants KVP- en CDA-bestuurder (gedeputeerde), die enkele keren staatssecretaris van Volkshuisvesting was. Tijdens het eerste kabinet-Van Agt kruiste hij in de Tweede Kamer regelmatig de degens over het huurbeleid met zijn voorganger, PvdA-woordvoerder Marcel van Dam. In 1981 werd hij Tweede Kamerlid, maar een jaar later keerde hij terug als staatssecretaris in het kabinet-Lubbers I. Trad kort na de formatie van 1986 af, nadat CDA-fractievoorzitter Bert de Vries had gesteld dat zijn aanblijven in het vooruitzicht van een parlementaire enquête naar bouwsubsidies een te groot risico inhield. Daarna burgemeester van Tilburg. Welbespraakte en bekwame bestuurder - onder andere van de KNVB -, die als staatssecretaris onder meer de Leegstandswet tot stand bracht.
- 4.Groningse antirevolutionair die al na vier jaar Tweede Kamerlidmaatschap voorzitter van de toen grootste regeringsfractie, het CDA, werd. Werkte voor hij in 1978 economisch woordvoerder in de Tweede Kamer werd bij Philips en de Erasmus Universiteit. Wist als fractieleider zijn grote fractie bijeen te houden onder meer door dissidenten geen ruimte te geven. Speelde in het derde kabinet-Lubbers als minister van Sociale Zaken een belangrijke rol bij het voorkomen van conflicten over onder andere de WAO-problematiek. Nadien part-time hoogleraar en voorzitter van de Sociale-Verzekeringsbank en het ABP. Ook enige tijd waarnemend partijvoorzitter. In zijn partij typisch een man van het midden. Had vanwege zijn saaie imago als bijnaam 'de Stofjas'.
- 5.Bevlogen Groningse 'rooie vrouw', die na een studie aan de Sociale Academie werkzaam was bij de vakbeweging. Was vervolgens in de Tweede Kamer een toonaangevend en ter zake kundige woordvoerster sociale zekerheid. Voerde krachtig oppositie tegen de ingrepen in de sociale zekerheid van minister De Koning en staatssecretaris De Graaf. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers ontkwam zij zelf echter evenmin aan dergelijke pijnlijke ingrepen, waarbij met name haar voorstel voor een nieuwe Nabestaandenwet op veel verzet stuitte. Spanningen met de PvdA-fractie rond haar plannen met de bijstand leidde in 1993 tot haar gedwongen vertrek. Keerde in 1995 terug als Eerste Kamerlid. Strijdlustige en koppige socialiste, maar ook een onconventioneel gezelligheidsdier.
- 6.VVD-politicus. Behoorde in 1982 met onder meer De Grave tot de jonge JOVD-talenten die toen toetraden tot de VVD-Tweede Kamerfractie. Werkte na een niet geheel voltooide rechtenstudie enige tijd in het bankwezen en was daarna fractiemedewerker. In de Tweede Kamer een geducht deelnemer aan debatten over sociale zaken, overheidsfinanciën en ambtenarensalarissen. Nam tijdens de kabinetten-Lubbers regelmatig afstand van het CDA en werd in het eerste kabinet-Kok staatssecretaris van Sociale Zaken. Privatiseerde de Ziektewet en bracht de omstreden Nabestaandenwet tot stand. Stapte na twee jaar op vanwege de CTSV-affaire. Was later kroonlid van de SER, consultant en ondernemer.
- 7.Dit kabinet werd door VVD en PvdA gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012. VVD-leider Mark Rutte werd voor de tweede keer premier. Onder leiding van informateurs Wouter Bos en Henk Kamp wisten de coalitiepartijen hun grote onderlinge verschillen te overbruggen. De formatie van het kabinet-Rutte II was één van de snelste kabinetsformaties ooit.
- 8.Limburgse VVD-politicus, die na financieel woordvoerder van de Tweede Kamerfractie te zijn geweest in 2010 staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Rutte I werd. Hij bleef dat in het kabinet-Rutte II, maar moest voortijdig aftreden, omdat zijn positie was ondermijnd door ernstige problemen bij de belastingdienst met de verwerking van toeslagen. Een nauwe band met de omstreden Roermondse VVD'er Jos van Rey had hem eerder al in problemen gebracht. Voor hij in 1998 Kamerlid werd, was hij advocaat en geruime tijd gemeenteraadslid (fractievoorzitter) in Weert. Na zijn aftreden als staatssecretaris waarnemend burgemeester van Heerlen en van Beek. In 2016-2020 was hij bewindvoerder bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. Tegenwoordig is de heer Weekers secretaris-generaal van de Benelux Unie.
- 9.Kamerlid en staatssecretaris, die daarvoor als officier van justitie naam had gemaakt als 'crimefighter'. Was in 2002-2003 fractievoorzitter van Leefbaar Nederland en toonde zich toen een gedegen Kamerlid. In 2010 keerde hij terug in de Tweede Kamer, maar nu voor de VVD. Als staatssecretaris van Veiligheid van Justitie verdedigde hij in het parlement meer dan de minister veel justitiewetgeving. In het kabinet-Rutte II had hij de lastige portefeuille asielbeleid. Trad in maart 2015 af toen minister Opstelten viel over de 'bonnetjesaffaire' over de deal uit 2000 die Teeven als OvJ met een crimineel had gesloten. Hij keerde kort daarna terug als Tweede Kamerlid. Ongecompliceerde, hardwerkende politicus, die na zijn vertrek uit de politiek als buschauffeur en ondernemer aan de slag ging.
- 10.Zakelijk ingestelde PvdA-politica, die na een loopbaan als boekhouder en personeelsmanager secretaris werd van de sociaal-economische raad Noord-Nederland. Tien jaar later, in 2011, werd zij gedeputeerde van Groningen, belast met onder meer economische zaken, milieu en klimaat en jeugdzorg. Als staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu in het kabinet-Rutte II kreeg zij spoedig te maken met problemen bij ProRail en bij de treinverbinding HSL-Zuid. Na publicatie van het rapport van de enquêtecommissie Fyra nam zij de politieke verantwoordelijkheid voor falend beleid in dat langlopende project. Was daarna een half jaar waarnemend burgemeester van Tytsjerksteradiel en is nu directeur van de Veiligheidsregio Groningen.
- 11.An overview of votes of no confidence in the Netherlands.
- 12.In juni 2013 besloot de Tweede Kamer een parlementaire enquête te houden over de Fyra-treinverbinding tussen Nederland en België. Op 28 oktober 2015 bracht de enquêtecommissie een vernietigend rapport ('De reiziger in de kou') uit over het vervoer over de HSL-Zuid. Er was sprake van een aaneenschakeling van fouten bij NS, kabinet en het toezicht. Ook de Tweede Kamer had steken laten vallen, terwijl achtereenvolgende bewindslieden de Kamer onjuist, onvolledig en soms ontijdig hadden geïnformeerd.
- 13.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Werd de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl. Even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archa%C3%A1sche taalgebruik.
- 14.Staatssecretaris en senator van D'66 en ook enige tijd partijvoorzitter. Als rechtsfilosoof van grote faam en als politicus onafhankelijk en inspirerend denker van links-liberale snit. Was tijdens de bezetting leidinggevend in het studentenverzet. Werd met een artikel uit 1964 onbedoeld de geestelijk vader van de latere 'kroonjuwelen' van D'66: de gekozen minister-president en het (gematigde) districtenstelsel. Kwam als staatssecretaris van Justitie in het kabinet-Den Uyl in conflict met de ambtelijke top van het ministerie, waarna de minister (Van Agt) hem liet vallen. Een geluk bij een ongeluk voor D'66, want hij kreeg de tijd om met een onvoorwaardelijke persoonlijke inzet de partij, die op sterven na dood was, tot nieuw leven te wekken. Opgewekte wetenschapper, filosoof en vooraanstaande humanist.
- 15.Brabantse die met een vlot verlopen studie macro-economie en een carrière bij het Ondernemersverbond en in het bedrijfsleven de basis legde voor een korte politieke loopbaan. In de periode 1987-1988 voorzitter van de JOVD. Werkte als manager bij Shell in Manilla toen de VVD haar vroeg staatssecretaris van onderwijs te worden in het kabinet-Balkenende I. Had in die functie niet alleen een moeizame relatie met de universitaire wereld vanwege haar plannen voor selectie aan de poort, maar naar later bleek ook met 'haar' minister. Toen zij dat in een interview had openbaar gemaakt, zegde de VVD-top het vertrouwen in haar op. Kwam een jaar later tussentijds in de Kamer en hield zich daar onder meer bezig met het cultuurbeleid.
- 16.Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.
- 17.Journalist, die rond 1980 parlementair verslaggever was bij het NOS-journaal. Gezien zijn KRO-verleden werd algemeen verondersteld dat hij CDA-sympathisant was. In 1982 werd hij echter volkomen onverwacht door Nijpels naar voren geschoven als VVD-staatssecretaris van Defensie. Trad al na enkele dagen af, nadat hij onwaarheden bleek te hebben verteld over zijn dienstplicht en opleiding.
- 18.Bestuurskundige van PvdA-huize, die kort staatssecretaris van hoger onderwijs was. Als wetenschapper veelvuldig betrokken bij advisering van de overheid en als topambtenaar en bestuurder nauw betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van een nieuw stelsel van studiefinanciering. Werd in 1993 als opvolger van Wallage, die op Sociale Zaken de afgetreden staatssecretaris Ter Veld verving, benoemd tot staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen. PvdA-leider Kok noemde zijn komst toen een 'kwaliteitsimpuls'. Trad echter al na tien dagen af wegens problemen rond een door hem als hoogleraar vervulde nevenfunctie. Bleef daarna hoogleraar.
- 19.Philomena Bijlhout was op 22 en 23 juli 2002 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (belast met familie- en emancipatiezaken). Al enkele uren na haar beëdiging trad zij af vanwege de onjuiste informatie over haar deelname in de Surinaamse militie ten tijde van en na de decembermoorden in 1982. Zij was in Suriname en Nederland werkzaam bij de omroep, laatstelijk als eindredacteur en presentatrice bij TV Rijnmond. In mei 2002 was zij voor de LPF gekozen tot Tweede Kamerlid.
- 20.Planoloog die tien jaar bestuurlijk actief was, waarvan bijna vier jaar als PvdA-Tweede Kamerlid. Hij was onderzoeker, directeur van een avondopleiding bedrijfskunde van de KU Nijmegen, adviseur van diverse gemeenten en manager woondiensten van een woningcorporatie. In de Kamer woordvoerder op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuivesting en verkeer, waarna hij in 2007 gedeputeerde van Gelderland werd. Aan zijn staatssecretariaat van Economische Zaken in het kabinet-Rutte II kwam spoedig een einde na een affaire rond declaratiegedrag als gedeputeerde. In 2013 werd hij directeur van het Centre for Development Innovation, Wageningen Universiteit en in mei 2018 deeltijd-hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. In 2019-2023 was hij dijkgraaf en sindsdien Deltacommissaris.
- 21.Wie waren de jongste en oudste staatssecretarissen, hoeveel vrouwelijke staatssecretarissen waren er en wat waren hun maatschappelijke en bestuurlijke achtergronden? Rondom welke staatssecretarissen speelde er een crisis? De interessante wetenswaardigheden op een rijtje.