Dr. B. (Bert) de Vries - Main contents
Groningse antirevolutionair die al na vier jaar Tweede Kamerlidmaatschap voorzitter werd van de toen grootste regeringsfractie, het CDA. Werkte voor hij in 1978 sociaal-economisch fractiewoordvoerder werd bij Philips en de Erasmus Universiteit. Wist als fractieleider tijdens de kabinetten-Lubbers I en II zijn grote fractie bijeen te houden onder meer door dissidenten geen ruimte te geven. Speelde in het derde kabinet-Lubbers i als minister van Sociale Zaken een belangrijke rol bij het voorkomen van conflicten over onder andere de WAO-problematiek. Nadien parttime hoogleraar en voorzitter van de Sociale Verzekeringsbank en het ABP. Ook enige tijd waarnemend partijvoorzitter. In zijn partij typisch een man van het midden. Had vanwege zijn saaie imago als bijnaam 'de Stofjas'.
CDA
functie(s) in de periode 1978-1994: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, partijvoorzitter
Contents
Berend (Bert)
Place and date of birth
Groningen, 29 March 1938 Party/Parties
-
-ARP (Anti-Revolutionaire Partij), until 11 October 1980
-
-CDA (Christen-Democratisch Appèl), from 11 October 1980 until November 2010
-
-werkzaam bij de belastingdienst, from 1953 until 1956
-
-ambtenaar Provinciale Griffie te Groningen, from 1956 until 1964
-
-medewerker financiële afdeling, N.V. Philips' Gloeilampenfabriek te Eindhoven, from 1964 until 1968
-
-wetenschappelijk hoofdmedewerker sociale faculteit, Nederlandse Economische Hogeschool (later Erasmus Universiteit) te Rotterdam, from 1968 until 22 November 1978
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 21 November 1978 until 7 November 1989
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 4 November 1982 until 22 May 1986
-
-waarnemend fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 22 May 1986 until 25 July 1986
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 25 July 1986 until 7 September 1989
-
-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, from 7 November 1989 until 22 August 1994
-
-minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ad interim, from 19 September 1990 until 27 September 1990 (na het aftreden van minister Braks)
-
-deeltijd-hoogleraar onderzoekscentrum financieel-economisch beleid, Erasmus Universiteit Rotterdam, from October 1994 until 1998 (1 dag per week)
-
-voorzitter bestuur SVB (Sociale Verzekeringsbank), from November 1994 until 1 January 1999 (parttime)
-
-voorzitter bestuur ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds), from June 1997 until 1 September 2001 (parttime)
-
-interim-voorzitter CDA, from 10 October 2001 until 2 November 2002
Previous
-
-lid redactie "Nederlandse Gedachten", weekblad van de ARP
-
-lid raad van advies Dr. Abraham Kuyperstichting
-
-rapporteur CDA-studiecommissie midden- en kleinbedrijf, from 1976
-
-interim-voorzitter CDA, from 10 October 2001 until 2 November 2002
-
-voorzitter adviescommissie kandidaatstelling CDA Eerste Kamerverkiezingen 2011, from December 2009 until November 2010
-
-lid commissie Midden- en Kleinbedrijf (ex art. 61 Gemeentewet) te Capelle aan de IJssel
-
-lid enige begeleidingscommissies gemeente Rotterdam ter voorbereiding van het stadsdeel-winkelcentrum Rotterdam-Oost/Capelle aande IJssel
-
-lid bestuur Stichting ter bevordering van de Christelijke Pers in Nederland
-
-voorzitter sectorbestuur voor de Onderwijsarbeidsmarkt, from November 1994 until October 1997
-
-lid Raad van Commissarissen verzekeringsmaatschappij "De Amersfoortse", from December 1994 until 1997
-
-voorzitter Branche Organisatie van Arbo-diensten, from 1995 until 1997
-
-lid Raad van Commissarissen "Biohorma" B.V., from 1995 until 1997
-
-voorzitter Raad van Commissarissen "F. van Lanschot Bankiers", from 1995 until 2008
-
-voorzitter Raad van Commissarissen "Van Lanschot's Beleggingscompagnie", from 1995
-
-lid Raad van Commissarissen N.V. Eneco, from 1995 until 2007
-
-lid Raad van Commissarissen Imtech, Gouda, from 1995 until 2007
-
-voorzitter bestuur Stichting "START", from 1996 until 2008
-
-voorzitter commissie financiële ruimte zorg, 1998
-
-voorzitter Begeleidingscommissie Uitvoering Geneesmiddelenbeleid, 1999
-
-voorzitter Raad van Commissarissen "Quest International", Nederland, from 1999 until 2007
-
-voorzitter HEC ("Het Expertise Centrum"), until January 2007
-
-voorzitter CPC (Centrale Plancommissie), from 1 January 2001 until 1 September 2007
-
-lid Raad van Commissarissen TUI (Travel Unie Internationaal), Nederland, from 18 October 2001 until 2003
-
-voorzitter Raad van Commissarissen "Doctors Pension Funds Services", from 2006 until 2012
-
-voorzitter commissie fundamentele herbezinning Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), from February 2008 until October 2008
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Derived functions
voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from 16 September 1986 until 7 November 1989 Secondary education
-
-m.u.l.o. te Groningen, until 1953
-
-h.b.s.-a, Groninger Avondlyceum te Groningen, from 1953 until September 1956
Academic education
-
-economie, Rijksuniversiteit Groningen, from September 1956 until 28 May 1964 (cum laude)
Doctorate
-
-economische wetenschappen, Vrije Universiteit te Amsterdam, 5 June 1975
-
-Hield zich in de Tweede Kamer aanvankelijk bezig met ambtenarenzaken (arbeidsvoorwaarden, pensioenen), sociale zaken (inkomensbeleid, sociale zekerheid, werkgelegenheid) en economische zaken (prijsbeleid, steunverlening bedrijven, regionaal-economisch beleid, Noord-Nederland).
Dissenting voting behaviour
-
-Behoorde in 1979 tot de vijf leden van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel Aanpassing aan de richtlijn van de EG inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen stemden
Policy-making activities as minister
-
-Voerde een op een gematigde loonontwikkeling gebaseerd beleid, waarbij werk boven inkomen werd gesteld. Door mindere economische vooruitzichten daalde het aantal banen en nam de werkloosheid toe. Via onder meer fiscale maatregelen werd het scheppen van werk in de marktsector bevorderd. Liet in 1991 de koppeling tussen lonen en uitkeringen los, maar compenseerde het inkomensverlies via fiscale maatregelen. Speerpunt was verder het terugdringen van het beroep dat op sociale-voorzieningen werd gedaan, met name op de regeling voor arbeidsongeschiktheid. Centraal stond ook het in stand houden van de kern van de regelingen van de verzorgingsstaat. Grotere arbeidsparticipatie moest daaraan bijdragen. Door vereenvoudiging van regelgeving moest de misbruikgevoeligheid van regelingen worden beperkt.
-
-Een door hem en staatssecretaris Kosto in 1992 in de Tweede Kamer met succes verdedigd wetsvoorstel over herziening van het ontslagrecht werd in 1996 door het opvolgende kabinet ingetrokken. (21.479)
-
-Het door hem en staatssecretaris Kosto verdedigde wetsvoorstel inzake een individueel klachtrecht voor werknemers werd in september 1992 door de Tweede Kamer verworpen. De fracties van CDA, VVD, RPF en CD stemden tegen.
-
-Was op 23 januari 1993 de architect van het zgn. Bami-akkoord over aanpassing van de WAO ('bami-akkoord' sloeg op het feit dat tijdens het overleg in huize De Vries een maaltijd van de afhaal-Chinees werd genuttigd). Dit akkoord tussen PvdA en CDA doorkruiste een eerder door CDA en VVD over aanpassing van de WAO gesloten overeenkomst en voorkwam de val van het derde kabinet-Lubbers.
-
-Bracht in 1993 tegelijk met de begroting de Nota 'Meer werk, weer werk' uit
-
-Diende in 1994 het wetsvoorstel Arbeidstijdenwet in. Dit voorstel werd in 1995 door minister Melkert in het Staatsblad gebracht. (23.646)
Legislative activities as minister (10/12)
-
-Bracht in 1991 samen met staatssecretaris Ter Veld de Jeugdwerkgarantiewet (Stb. 250) tot stand, die jongeren die binnen een half jaar tot een jaar geen werk vonden, een baan garandeerde in de non-profitsector. Het wetsvoorstel was in 1989 ingediend door minister De Koning. (21.352)
-
-Bracht in 1991 een wet tot stand over de bekostiging van banenpools. Via banenpools werd aan moeilijk bemiddelbare en langdurige werklozen een perspectief geboden op doorstroming naar een reguliere baan of, als dat niet mogelijk was, langdurig werk. Het ging daarbij om ruim 21.000 arbeidsplaatsen bij projecten in de collectieve sector. De banenpools werden bekostigd door het rijk, arbeidsvoorzieningsorganisaties en via loonkostensubsidies op basis van de Wet Vermeend/Moor. (21.722)
-
-Bracht in 1991 een wet tot stand ter Goedkeuring van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (New York, 18 december 1979). Het wetsvoorstel was in 1985 ingediend door staatssecretaris Kappeyne van de Coppello. (18.950)
-
-Bracht in 1992 samen met staatssecretaris Ter Veld een wijziging (Stb. 62) van de Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag en van een aantal sociale zekerheidswetten, de zogenoemde 'Koppelingswet', tot stand. Hiermee worden minimumloon en uitkeringen gekoppeld aan de loonontwikkeling. Afwijking hiervan is mogelijk als sprake is van bovenmatige loonontwikkeling of als het aantal uitkeringsgerechtigden sterk is gegroeid. (22.012)
-
-Bracht in 1992 een wijziging (Stb. 409) van de Wet op de bedrijfsorganisatie tot stand, waardoor de SER instellingsbevoegdheid krijgt voor product- en bedrijfschappen. De toetsingsbevoegdheid voor verordeningen van bedrijfslichamen gaat over van de minister naar de SER. De SER kan voortaan tevens zonder tussenkomst van de Kroon de besturen van bedrijfslichamen vaststellen. (21.657)
-
-Bracht in 1993 samen met minister Maij-Weggen de Wet vaartijden en bemanningsstrekte binnenvaart (Stb. 368) tot stand. In het belang van de arbeidsbescherming en van de veiligheid van de vaart kunnen regels worden gesteld aan de rusttijden van bemanningsleden, alsmede aan de samenstelling van de bemanning. Deze regels worden bij algemene maatregel van bestuur nader vastgesteld. De gezagvoerend schipper en de eigenaar zijn verplicht tot naleving. (22.494)
-
-Bracht in 1993 samen met staatssecretaris Wallage een wet (Stb. 750) tot stand inzake het terugdringen van ziekteverzuim. Deze wet verplicht werkgevers de eerste zes weken van het ziekteverzuim minimaal 70% van het loon door te betalen (voor bedrijven van minder dan 15 werknemers geldt dat voor twee weken). De werkgever is tot zes weken verantwoordelijk voor de controle van de zieke werknemer, daarna neemt de bedrijfsvereniging de controle en uitbetaling van de uitkering over. (22.899)
-
-Bracht in 1993 een wijziging (Stb. 757) van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) tot stand in verband met de tenuitvoerlegging van een EG-richtlijn. Op basis van een EG-kaderrichtlijn worden algemene bepalingen en maatregelen vastgesteld om de veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers op het werk te verzekeren en op minimumniveau te harmoniseren. Ieder bedrijf moet zorgen voor preventiezorg en bedrijfshulpverleners aanstellen. De werkgever moet verder zorgen voor scholing van het personeel op het gebied van veiligheid, welzijn en gezondheid. Iedere werknemer krijgt het recht zich periodiek medisch te laten onderzoeken en recht op medezeggenschap over arbeidsomstandigheden. De wijziging behelst tevens maatregelen om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid te beperken. (22.898)
-
-Bracht in 1994 met staatssecretaris Kosto een wijziging (Stb. 134) van het Burgerlijk Wetboek in verband met de positie van gewetensbezwaarde werknemers tot stand. Als een werknemer op grond van een persoonlijk normbesef onoverkomelijke hinder ziet in het verrichten van werkzaamheden, moet allereerst gezocht worden naar vervangende passende arbeid. Eventuele gewetensbezwaren dienen dan wel tijdens de sollicitatieprocedure aan de orde zijn gesteld. Als geen andere passende arbeid voor handen is, moet de normale ontslagprocedure worden gevolgd, waarbij de rechter een billijke schadevergoeding kan toekennen of herstel van de dienstbetrekking kan gelasten. (22.392)
-
-Bracht in 1994 een wijziging (Stb. 361) van de Jeugdwerkgarantiewet tot stand, die 'leegloop' (wel een dienstbetrekking en loon, maar geen feitelijke plaatsing op een garantieplaats) moet tegengaan. Er komt meer ruimte voor een voorbereidingsfase voor jongeren die nog niet geplaatst kunnen worden, waarin onder meer scholing mogelijk is. Daarvoor komt een ander beloningsniveau, dat een duidelijke prikkel bevat om door te stromen naar een garantieplaats. (23.453)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen (5/9)-
-Lanceerde in 1987 de zogenaamde "Bert-norm": de collectieve uitgaven zouden op 60% van het nationaal inkomen gehandhaafd moeten blijven. Zette zich hiermee af tegen verdere terugdringing van de publieke sector ten opzichte van de private sector, zoals sommige van zijn partijgenoten en de VVD wensten.
-
-Probeerde als minister in de periode 1991-1994 vaak een bemiddelende rol te spelen tussen de kritische CDA-Tweede Kamerfractie onder leiding van Brinkman en het kabinet. Wees wensen van Brinkman tot verdere ingrepen in de sociale zekerheid en tot ontkoppeling van uitkeringen en het minimumloon af.
-
-Toonde zich na zijn ministerschap steeds vaker een kritisch beoordelaar van het sociale beleid van CDA en de kabinetten-Balkenende. Hij schreef daarover het boek "Overmoed en onbehagen" (2005) dat in de top van het CDA groot onbehagen veroorzaakte.
-
-Was medeondertekenaar van een open brief van 27 CDA'ers, onder wie Cees Veerman, Herman Wijffels, Hanja Maij-Weggen en Frans Andriessen, die de CDA-fractie opriep af te zien van vorming van een kabinet met gedoogsteun van de PVV. De brief werd gepubliceerd in NRC Handelsblad van 28/29 augustus 2010.
-
-Bedankte in november 2010 voor het CDA uit onvrede over de samenwerking met de PVV en over de in zijn ogen rechtse koers van het CDA
Private life
-
-Was werkstudent
-
-Als wetenschappelijk medewerker was hij een kennis van professor Albeda. In de jaren dat Albeda minister was, woonde hij soms het zondagse overleg van de minister met CDA-fractievoorzitter Lubbers bij.
Campaign trail
-
-In 1986 en 1989 nummer 2 op de CDA-kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen
Pseudonyms and nicknames
-
-"de Stofjas"
-
-"de Drogist" (bijnaam in CDA-kringen)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publications-
-Marc Chavannes, "De erfopvolger van Kuyper en Romme", NRC Handelsblad, 20 november 1982
-
-H. Visser, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1983)
-
-Lex Oomkes, "Een niet te onderschatten schim", Trouw, 15 november 1990
-
-"De Vries is zo rekbaar als de Martinitoren; Profiel van Bert de Vries", NRC Handelsblad, 17 augustus 1992
-
-Mark Kranenburg, "'Ik vond dat we heel wat hadden gepresteerd'; Bert de Vries over twaalf jaar politiek en het 'merkwaardig constante' beleid van paars", NRC Handelsblad, 17 september 1994
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.