Staatscommissie-Teulings/Donner
De staatscommissie1-Teulings/Donner werd in 1953 per koninklijk besluit2 ingesteld door het kabinet-Drees III3. De commissie kreeg de opdracht om te adviseren over het kiesstelsel4 en een wettelijke regeling voor politieke partijen5. Bij die advisering hield ze ook de grondwettelijke bepalingen tegen het licht. Het ging onder meer over versterking van de band tussen kiezers en gekozenen en waarborging van een democratische wijze van kandidaatstelling door partijen.
De staatscommissie bracht in 1958 een eindverslag uit. Ze beveelde aan om het huidige kiesstelsel ongewijzigd te laten en geen wettelijke regeling te ontwerpen voor het partijstelsel.
Deze aanbevelingen werden door de regering overgenomen, de regering besloot ook om niks aan de toenmalige situatie te veranderen.
Tijdens de parlementaire behandeling van een nieuwe kieswet waren er verschillende wensen tot hervorming van het Nederlandse kies- en partijstelsel naar voren gekomen omdat men vond dat het kiesstelsel leidde tot een verzwakking van de band tussen kiezer en gekozene. Maar de nieuwe Kieswet die het parlement in 1951 aannam, veranderde niet veel. Daarom besloot de regering in 1953 om een staatscommissie in te stellen om deze wensen te onderzoeken.
Voorafgaand hieraan had het centraal stembureau6 in 1949 al kritiek geuit op het kiesstelsel. Deze kritiek had de regering echter naast zich neergelegd.
naam |
functie(s) |
politieke kleur |
---|---|---|
president van de Hoge Raad (voorzitter, vanaf december 1954) |
||
Eerste Kamerlid10 (voorzitter, tot december 1954) |
||
rechtsgeleerde |
||
secretaris |
||
hoogleraar staatsrecht VU |
ARP |
|
partijsecretaris |
KVP |
|
E.F. Albrecht |
partijsecretaris |
PvdA |
prof.dr. J. Barents |
hoogleraar politieke wetenschappen Gem. Universiteit |
PvdA |
Tweede Kamerli18d en partijsecretaris |
||
mr. F.J.F.M. Duynstee |
hoogelaar staatsrecht in Nijmegen |
KVP |
Tweede Kamerlid |
PvdA |
|
Tweede Kamerlid |
ARP |
|
prof.dr. J.J. de Jong |
hoogleraar politieke wetenschappen VU |
ARP |
dr. B.H. Kazemier |
ambtenaar ministerie van Justitie, hoogleraar te Roterdam |
partijloos |
mr. L.A. Nypels |
secretaris Kiesraad, vicepresident Hoge Raad |
liberaal |
Tweede Kamerlid |
||
commissaris van de Koningin in Noord-Holland |
PvdA |
|
hoogleraar staats- en administratief recht te Leiden |
VVD |
|
dr. A.C. de Ruyter |
commies-griffier Tweede Kamer |
ARP |
R.H. van Schaik |
burgemeester van Maarheeze |
KVP |
prof.mr. L.G.A. Schlichting |
hoogleraar politieke wetenschappen te Nijmegen |
|
sociologe, Eerste Kamerlid (vanaf 1954) |
PvdA |
|
dr. B.H.M. Vlekke |
universitair docent geschiedenis te Leiden |
KVP |
Tweede Kamerlid |
CHU |
De staatscommissie moest de regering van advies voorzien:
-in hoeverre er behoefte was aan een wijziging van het kiesstelsel
-in hoeverre een wettelijke regeling voor politieke partijen in het belang van een onbegrensde politieke meningsvorming was.
Een wijziging van het kiesstelsel moest worden bezien in het licht van de verslechterde band tussen kiezer en gekozene. In het kader van het kiesstelsel zou de staatscommissie ook moeten kijken naar de grondwettigheid van een verhoging van de kiesdrempel.
Kiesstelsel
De commissie adviseerde het bestaande kiesstelsel te handhaven. Voornaamste reden hiervoor was dat door herinvoering van een districtenstelsel28 of variant hiervan er een verschil tussen de stemverhoudingen en zetelverdeling29 zou ontstaan, waardoor grote partijen oververtegenwoordigd zouden zijn. Een andere overweging was dat het de belangenbehartiging van regio's en provincies zou bevorderen, wat niet wenselijk werd gevonden.
De commissie erkende dat het huidige kiesstelsel leidde tot een verzwakking van de band tussen kiezer en gekozene, maar achtte dit niet belangrijk genoeg om tot een wijziging van het kiesstelsel over te gaan.
Kiesdrempel
Omdat het aantal leden van de Tweede Kamer30 zou uitbreiden van 100 naar 150 zouden kleine partijen makkelijker een zetel kunnen bemachtigen. Daarom opperde leden van de staatscommissie om de kiesdrempel, het minimale aantal stemmen dat nodig is voor een zetel, evenredig te verhogen.
Dit voorstel werd echter in meerderheid afgewezen. De sterke bevolkingsgroei had het al moeilijker gemaakt om een zetel te behalen bij een gelijkblijvend aantal zetels. Bovendien vond de commissie het belangrijk dat de zetelverdeling een goede afspiegeling zou blijven van de politieke verhoudingen in het land.
Wettelijke regeling partijstelsel
De staatscommissie zag af van het ontwerpen van een wettelijke regeling voor het partijstelsel. Ze had vooral bedenkingen over de uitvoerbaarheid. Als in de wet zou worden opgenomen waar een politieke partij aan moet voldoen, zou het ingewikkeld worden om partijen hieraan te toetsen.
Binnen de commissie werd ook voorgesteld om wettelijke voorwaarden te stellen aan de samenstelling van kandidaatlijsten binnen politieke partijen, omdat dit tot dan toe vooral door het partijbestuur bepaald werd. De leden zouden dan meer invloed moeten krijgen op de kandidatenlijst. De staatscommissie stemde in meerderheid tegen dit voorstel omdat naar haar mening kandidaten over bepaalde kwaliteiten moesten beschikken die in het geding konden komen bij een meer democratische verkiezing. Bovendien vond ze dat de verschillen tussen de partijen te groot waren om dezelfde voorwaarden aan alle partijen op te leggen.
Ten slotte overwoog de commissie om in de wet vast te leggen dat partijen open moeten zijn over hun financiering en dat dit gecontroleerd moet worden. De staatscommissie wees dit voorstel uiteindelijk ook af omdat ze verwachtte dat misstanden moeilijk achterhaald zouden kunnen worden.
Meer over
- 1.Een grondwetscommissie houdt zich bezig met mogelijke Grondwetsherzieningen. Vaak is een grondwetscommissie een staatscommissie: een niet-permanent adviesorgaan dat bij koninklijk besluit wordt ingesteld door de regering.
- 2.Een koninklijk besluit (KB) is een besluit van de regering dat zonder medewerking van de Staten-Generaal wordt genomen.
- 3.Na de verkiezingen van 1952 kwam dit derde kabinet op brede basis tot stand. Het kabinet onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees bestond uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en telde verder een partijloze minister. Het was een van de rooms-rode coalities. De VVD, deel van het voorgaande kabinet-Drees II, werd als regeringspartij vervangen door de ARP.
- 4.De wijze waarop de volksvertegenwoordiging wordt gekozen, noemen we het kiesstelsel. Dit stelsel is medebepalend voor het type volksvertegenwoordiging en het type bestuur dat een land heeft. In Nederland hebben we evenredige vertegenwoordiging. Landen zoals Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten hebben een meerderheidsstelsel.
- 5.Een politieke partij is een groep van politieke geestverwanten. Politieke partijen streven vaak meer dan één doel na, zoals bevordering van werkgelegenheid, een eerlijke inkomensverdeling, een schoon milieu of het bestrijden van criminaliteit. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er meer partijen ontstaan.
- 6.De Kiesraad is een adviesorganisatie op het gebied van kiesrecht en verkiezingen in Nederland.
- 7.Eminent antirevolutionair jurist, die minister van Justitie en president van de Hoge Raad was. Al jong topambtenaar en minister ('het kind van staat'), eerst in het kabinet-De Geer I en daarna in Ruijs de Beerenbrouck III. Stond goed aangeschreven bij de Kamerleden. Bracht onder meer de Ambtenarenwet tot stand. Werd na zijn aftreden als minister in 1933 raadsheer in de Hoge Raad. Tijdens de oorlog betrokken bij het kerkelijk verzet en enige tijd geïnterneerd. Nam ontslag als raadsheer, zonder overigens afstand te nemen van het beleid van de Hoge Raad tijdens de bezetting. Werd desondanks vanwege zijn houding in de oorlog in 1946 benoemd tot president van ons hoogste rechtscollege. Was tevens lange tijd voorzitter van de Kiesraad. Werd in 1971 minister van staat.
- 8.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 9.Vooraanstaande katholieke politicus uit het midden van de twintigste eeuw. Behoorde tot een familie van Bossche uitgevers en was partijsecretaris. Kwam in 1929 voor de RKSP in de Tweede Kamer en was eerst omroep- en later financieel specialist. Verruilde in 1948 de Tweede voor de Eerste Kamer en volgde een jaar later Van Maarseveen op als minister van Binnenlandse Zaken. In het tweede kabinet-Drees was hij vicepremier en belast met binnenlandse veiligheid. Bracht wetgeving tot stand die goed paste in de Koude-oorlogssfeer uit die periode zoals de Wet buitengewone bevoegdheden en de Wet bescherming bevolking. Keerde na zijn ministerschap terug in de Senaat. Gemoedelijke, goedlachse man, die bescheiden en met groot verantwoordelijkheidsgevoel optrad. Zette zich ook in voor het katholieke onderwijs.
- 10.De Eerste Kamer bestaat uit 75 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van vier jaar worden gekozen via de kieslijst van een politieke partij. De leden worden indirect gekozen: eerst kiezen burgers leden van de Provinciale Staten. Zij kiezen daarna de Eerste Kamerleden.
- 11.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 12.Telg van een industriële familie uit Oss, die acht jaar Tweede Kamerlid voor de SDAP was. Aanvankelijk advocaat. Vooraanstaand jurist in de Kamer en uitstekend kenner van het staats- en kiesrecht. Ook deskundig op het gebied van de volkshuisvesting. Bracht via een initiatiefwetsvoorstel de Geldschieterswet tot stand, die de gemeentelijke en particuliere kredietverlening regelde. Was in Amsterdam tevens raadslid. Na zijn Kamerlidmaatschap, vanaf 1936, hoogleraar staats- en administratief recht in Amsterdam en sinds 1945 voorzitter van de Kiesraad. Begaafd amateur astronoom. Vernuftig en onpraktisch idealist.
- 13.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 14.Topambtenaar op Binnenlandse Zaken en staatsraad. Secretaris en lid van enkele staatscommissies. Vervulde verder enige functies op het gebied van de luchtvaart. In de bezettingstijd een loyaal medewerker van secretaris-generaal Frederiks en na de oorlog steun en toeverlaat van Beel. Vooraanstaand publicist over staats- en administratief recht. Zoon van minister J.B. Kan en broer van cabaretier Wim Kan.
- 15.Vooraanstaand staatsrechtgeleerde uit een bekend gereformeerd geslacht van juristen. Hoogleraar aan de Vrije Universiteit en daarna rechter in het Europese Hof van Justitie. Leidde met Cals in de jaren zestig een grondwetscommissie en onderzocht in 1976 samen met Peschar en Holtrop de Lockheedaffaire. Bewerkte het door Van der Pot geschreven gezaghebbende leerboek over staatsrecht. Zijn vader en zoon waren minister.
- 16.KVP-Tweede Kamerlid en partijbestuurder. Hardwerkende en doorzettende Groninger, van huis uit leraar Nederlands, die, na te zijn gegijzeld in St. Michielsgestel en lid te zijn geweest van de staf van prins Bernhard, als eerste secretaris van de KVP jarenlang het organisatorisch centrum was van het sociaal-politieke katholicisme. Uitstekend vertaler van behoudende denkbeelden zonder veel eigen inbreng. Speelde met zijn heldere pennenvruchten en zijn sociale intelligentie een zeer belangrijke rol in de KVP. Als lid Tweede Kamer woordvoerder onderwijs en binnenlandse zaken.
- 17.CHU-voorman na het vertrek van Tilanus in 1963. Combineerde lange tijd het Tweede Kamerlidmaatschap met de functie van gemeentesecretaris van Rijswijk (Z.H.). Zag in 1967 zijn loopbaan bekroond met het ministerschap van Binnenlandse Zaken in het kabinet-De Jong. Was kort na zijn aantreden als minister verantwoordelijk voor de vervanging van burgemeester Van Hall van Amsterdam. Liet veel werkzaamheden over aan zijn staatssecretaris en partijgenoot Van Veen. Stond bekend als conservatief 'law and order'-politicus en als schaker en sigarenroker. Maakte op het eerste gezicht een wat stugge, gesloten indruk. Betrouwbare, hardwerkende en relativerende politicus met zakelijke nuchterheid, die zijn achterban goed kende.
- 18.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 19.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 20.'Rode advocaat' uit Nijmegen. Voor de oorlog justitie-woordvoerder van de SDAP en al snel vooraanstaand fractielid. Volgde in 1945 Drees op als fractievoorzitter en leidde in 1946 ook de eerste PvdA-fractie. Opereerde in die functie nogal solistisch. Kwam in 1951 in conflict met zijn partij over het beleid ten aanzien van Nieuw-Guinea en moest toen opstappen als fractievoorzitter. Pleitbezorger van Europese integratie, zorg voor het milieu, natuurbehoud en ontwikkelingssamenwerking. Was actief in het EGKS-parlement en het Europees Parlement. Kleurrijke, wat geaffecteerd sprekende, rebelse, maar ook vooruitziende figuur in sociaaldemocratische kring.
- 21.Landbouwer uit de Haarlemmermeer, die behalve landbouw-specialist ook financieel woordvoerder van de ARP-Tweede Kamerfractie was. Joviale afgevaardigde, die over veel gevoel voor humor en een goed humeur beschikte en die gemakkelijk, levendig sprak. Medeoprichter van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond en daarvan veertig jaar bestuurder (na 1945 bijna veertien jaar voorzitter). Stond bekend als een 'socialistenvreter', die echter door vriend en vijand gewaardeerd werd.
- 22.Staatsman, geschiedschrijver, staatsrechtgeleerde en voorman van de VDB en de VVD. Begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris en belastingontvanger en was al op jonge leeftijd een vooraanstaand en veelzijdig Tweede Kamerlid. Trad in 1933 met Marchant toe tot het crisiskabinet-Colijn en voerde als minister van Financiën een strak bezuinigingsbeleid. In 1938 burgemeester van Rotterdam (tot 1952). Na de oorlog korte tijd lid van de PvdA, maar voelde zich daarin toch niet thuis en richtte met Stikker in 1948 de VVD op. Werd daarvan de onbetwiste politieke leider. Sprak met een wat hoge, zachte stem, maar had in de Kamer veel gezag door zijn kennis van het staats- en parlementsrecht. Kon overigens ook vilein uit de hoek komen en gold als autoritair. Schreef standaardwerken over de parlementaire geschiedenis.
- 23.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yeşilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 24.Bekwame fiscalist die na een loopbaan bij de rijksbelastingdienst in de bezettingstijd op Binnenlandse Zaken de rechterhand werd van secretaris-generaal Frederiks en na de bevrijding diens opvolger. Was als SG de vertrouweling van minister Beel en de laatste tien jaar van zijn carrière commissaris van de Koningin in Noord-Holland. Handig bestuurder met veel politiek gevoel, die zijn eigen positie nooit uit het oog verloor.
- 25.Liberale rechtsgeleerde die zijn loopbaan begon op de griffie van Gelderland en daarna in Leiden vele jaren een gezaghebbend hoogleraar staatsrecht was. Belangrijk docent van prinses Beatrix en in 1967 één van de getuigen bij het huwelijk van prinses Margriet met mr. Pieter van Vollenhoven. In 1966 als staatsrechtgeleerde medeopsteller van een Proeve voor een nieuwe Grondwet. Eindigde zijn loopbaan als lid van de Raad van State, waarvan hij tweeëntwintig jaar deel uitmaakte.
- 26.Onafhankelijke, intelligente en arbeidzame socialiste van vrijzinnigen huize. Sloot zich in haar studententijd aan bij de SDAP. Eerste vrouwelijke sociologe die promoveerde. Enige jaren lid van de Eerste Kamer, daarna vijftien jaar Kroonlid van de SER waar zij zich beter thuis voelde. Haar hele leven betrokken bij problemen van vluchtelingen. Feministe. Veelzijdige maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke activiteiten. Veelgevraagd spreekster en publiciste.
- 27.'De freule'. Kleine, praatgrage, vrijgezelle adellijke dame die door haar onconventionele optreden zowel binnen als buiten de Tweede Kamer, waarvan zij zesentwintig jaar deel uitmaakte, grote populariteit verwierf. Werd daardoor tevens één van de bekendste Tweede Kamerleden. Was justitie- en mediawoordvoerster van de CHU-fractie met belangstelling voor het gevangeniswezen en het familierecht. Kwam zowel op voor de rechten van de vrouw als van het Oranjehuis, waarmee ze zeer nauwe relaties onderhield. Maakte negen jaar deel uit van de enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945. Vooruitstrevend op sociaal gebied, maar verder behoudend. Bijnamen: 'de rode freule' en 'de oranje freule'.
- 28.Bij een districtenstelsel wordt het land in twee of meer districten verdeeld, waarin afgevaardigden worden gekozen. Het aantal districten kan variëren en het is denkbaar dat per district meerdere afgevaardigden worden gekozen.
- 29.In onderstaand overzicht staat de zetelverdeling in de Tweede Kamer na de laatste vier verkiezingen aangegeven.
- 30.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.