Parlementair onderzoek uitvoeringsorganisaties (2020-2021)
Op 11 februari 2020 stelde de Tweede Kamer een tijdelijke onderzoekcommissie in om onderzoek te doen naar de problemen bij uitvoeringsorganisaties van de overheid. Het doel van het onderzoek was om de oorzaken van de problemen bij uitvoering inzichtelijk te maken. Dat moet bijdragen aan een toekomst waarin de uitvoerbaarheid van beleid beter gewaarborgd wordt en de 'menselijke maat' niet uit het oog verloren wordt.
De onderzoekscommissie, voorgezeten door André Bosman1 (VVD2) kwam op 25 februari 2021 met een rapport waarin de commissie zware conclusies trok over het functioneren van de overheid. De commissie concludeerde dat burgers te vaak in de problemen raken door missers bij de uitvoering van wetten en regels. De commissie benadrukt dat uitvoeringsorganisaties te vaak in de problemen komen door gebrekkige politieke sturing in het dilemma tussen dienstverlening en fraudebestrijding.
Daarnaast sprak de commissie de Tweede Kamer op zijn eigen verantwoordelijkheid aan. Om effectief tegenwicht te kunnen bieden moeten Kamerleden zich beter verdiepen in de uitvoering van beleid en minder vertrouwen op volledige informatievoorziening vanuit de ministeries. Het rapport concludeerde: "aan de verwaarlozing van de uitvoering ligt een gebrek aan interesse bij Kamer en kabinet ten grondslag."
Contents
De aanleiding van het onderzoek is een motie ingediend door Pieter Heerma3 en anderen tijdens de algemene beschouwingen4 op 19 september 2019. In de motie stelde Heerma dat er problemen zijn bij meerdere uitvoeringsorganisaties van de overheid. Overheidsuitvoering is te anoniem en weinig behulpzaam vanwege protocollen en procedures. Volgens de ondertekenaars is goed overheidsfunctioneren een voorwaarde voor publiek vertrouwen.
-
-André Bosman1 (VVD), voorzitter
-
-Nevin Özütok5 (GL), ondervoorzitter
-
-Evert-Jan Slootweg6 (CDA)
-
-Maarten Groothuizen7 (D66)
-
-Cem Laçin8 (SP)
-
-John Kerstens9 (PvdA)
-
-Corrie van Brenk10 (50PLUS)
-
-Farid Azarkan11 (DENK)
De onderzoeksvragen waren als volgt:
-
1.Wat zijn de belangrijkste oorzaken van problemen bij uitvoeringsorganisaties waardoor uiteindelijk o.a. de menselijke maat (lees: passende dienstverlening aan de burger) uit het oog verloren wordt?
-
2.Wat is de rol en informatiepositie van de Kamer bij problemen bij uitvoeringsorganisaties?
-
3.Hoe kan de uitvoerbaarheid van beleid (beter) gewaarborgd worden in het parlementaire proces en wat betekent dit voor de rollen, (wettelijke) taken en (wettelijke) verantwoordelijkheden van: Tweede Kamer, departementen en uitvoeringsorganisaties?
Planning
Het gehele onderzoek is afgerond op 25 februari 2021. De verhoren vonden plaats van maandag 26 oktober tot en met vrijdag 13 november 2020. Op woensdag 18 november was er een extra hoorzitting om mensen te bevragen die eerder verhinderd waren. De conclusies van dit rapport zullen betrokken worden bij de aankomende parlementaire enquête naar de toeslagenaffaire12.
De commissie concludeerde dat burgers te vaak in de problemen raken door missers bij de uitvoering van wetten en regels. Dit concludeert het onderzoeksrapport van het parlementair onderzoek uitvoeringsorganisaties13. Het rapport wees op een gebrek aan politieke sturing voor uitvoeringsorganisaties die in een spagaat zitten tussen dienstverlening aan de burger en fraudebestrijding. Dit leidt ertoe dat de uitvoeringsorganisaties, maar ook het kabinet en de Tweede Kamer de menselijke maat uit het oog verliezen.
Een belangrijke conclusie die de commissie trekt is dat er gebrekkige informatievoorziening is van de praktijk naar de beleidsambtenaren en vervolgens het parlement. Doordat ambtenaren bang zijn een incident te creëren die hun bewindspersoon of organisatie in diskrediet kan brengen worden signalen niet vaak doorgegeven en komen ze vaak niet aan bij de juiste persoon.
De parlementaire commissie heeft zeven aanbevelingen gedaan naar aanleiding van het onderzoek:
-
-Praat met de burger en de uitvoeringsorganisatie. Dit kan ervoor zorgen dat Kamerleden zich beter kunnen verplaatsen in de leefwereld van de burger en de problemen rondom de uitvoering van beleid.
-
-Schenk meer aandacht aan de uitvoerbaarheid van beleid en aan doenvermogen. Hierbij moet bijvoorbeeld meer aandacht aan uitvoeringstoetsen besteed worden evenals de doenvermogenstoets van de WRR, zeker bij wetsvoorstellen die een grote invloed op burgers kunnen hebben.
-
-Signaleer en adresseer problemen in de uitvoering zo snel mogelijk. Hiervoor moet er voornamelijk binnen uitvoeringsorganisaties een cultuuromslag komen waarbij medewerkers zich veilig voelen om problemen te melden.
-
-Creëer meer vertrouwen binnen de driehoek Tweede Kamer, departementen en uitvoeringsorganisaties. De Kamer kan hier bijvoorbeeld accepteren dat er dingen fout zullen gaan en de problemen hierom heen te veranderen in plaats van bewindspersonen erop af te rekenen.
-
-Verbeter de kennis- en informatiepositie van de Tweede Kamer. De Kamer moet beter gebruik maken van zijn instrumenten zoals technische briefings, hoorzittingen en parlementaire ondervragingen en onderzoeken. Hierbij moet de Kamer zelf meer verdieping zoeken in de uitvoering van beleid.
-
-Geef de uitvoering meer waardering en de professionals meer zeggenschap. Hierdoor kunnen de organisaties beter betrokken worden bij beleid en dit geeft ruimte voor maatwerk.
-
-De impact van deze aanbevelingen moet na een jaar weer besproken worden in de Tweede Kamer.
Meer over
- 1.André Bosman (1965) was kandidaat voor de VVD bij de Eerste Kamerverkiezingen 2023. Hij was in de periode 2010-2021 Tweede Kamerlid. Bosman is voormalig vluchtcommandant, squadronvlieger en vlieginstructeur bij de Koninklijke Luchtmacht. Was eerder voor de VVD bestuurlijk actief in Zeeland en werkte onder meer als liason officier op het hoofdkwartier van ISAF in Kaboel. Defensiewoordvoerder van de VVD-fractie en later woordvoerder Europese zaken en Koninkrijksrelaties.
- 2.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yeşilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 3.Niet zo spectaculaire, maar wel degelijke en vooraanstaande christendemocraat, die ruim elf jaar Tweede Kamerlid was. Volgde in 2019 Sybrand Buma op als fractievoorzitter. Bleef dat toen tot de verkiezingen van maart 2021 en vervulde de functie opnieuw tussen januari 2022 en september 2023. Was eerder persvoorlichter van de CDA-fractie en manager bij een zorgverzekeraar. Hield zich als Kamerlid verder bezig met sociale zaken, wonen en integratiebeleid. In 2017-2019 was hij secretaris van de CDA-fractie. Zoon van oud-CDA-politicus Enneüs Heerma. Judoka, die met zijn twee meter werd omschreven als 'de grote vriendelijke reus'.
- 4.In de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) worden in het parlement de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid besproken. Daarbij wordt meestal veel aandacht besteed aan de overheidsfinanciën en sociaaleconomische onderwerpen. Er is zowel in de Tweede als Eerste Kamer een dergelijk debat, maar die in de Tweede Kamer heeft veel meer politieke betekenis.
- 5.In de periode 2017-2021 Tweede Kamerlid voor GroenLinks, na eerder in 2006 al acht weken als invalster te zijn opgetreden. Geboren in Turkije en afkomstig uit een groot gezin. Was vicevoorzitter van GroenLinks en bestuurder van FNV Bondgenoten in de luchtvaartsector en zat tevens vijf jaar in de gemeenteraad van Amsterdam. Later wethouder en bestuurder van Stadsdeel Amsterdam-Oost. Hield zich als Kamerlid vooral bezig met binnenlandse zaken (kiesrecht, constitutionele zaken, binnenlands bestuur), emancipatie en Koninkrijksrelaties. Maakte zich sterk voor gelijke beloning van mannen en vrouwen en voor het tegengaan van discriminatie op grond van sekse en herkomst. In 2021-2022 was zij wethouder in Beverwijk.
- 6.Aan de VU opgeleide econoom, die onder meer financieel woordvoerder van de CDA-Tweede Kamerfractie was. Had daarin enkele perioden zitting (2017-2021, 2022 en 2023), onder andere als tijdelijk vervanger. Was daarvoor werkzaam bij organisaties op gebied van pensioenen en sociaal beleid, als fractiemedewerker en als medewerker van het CNV en het wetenschappelijk instituut voor het CDA. Hield zich als Kamerlid behalve met financiën bezig met pensioenwetgeving en digitale zaken en was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Bescheiden lid, voor wie de inhoud voorop stond. Is sinds 1 december 2023 van wethouder van de gemeente West Maas en Waal.
- 7.Uit de rechterlijke macht afkomstig D66-Tweede Kamerlid, dat in die functie justitie ook als voornaamste werkterrein had. Hij was woordvoerder op het gebied van strafrecht, criminaliteitsbeleid, slachtofferhulp, kansspelen, auteursrecht en immigratie en asielbeleid. Voor hij in 2017 Kamerlid werd officier van justitie in Den Bosch, Breda en Arnhem en gemeenteraadslid in Nijmegen. Tevens was hij betrokken bij EU-missies in Kosovo en Oekraïne. Keerde na vier jaar terug naar de rechtspraak.
- 8.Uit een gastarbeidersgezin afkomstig SP-Tweede Kamerlid uit Rotterdam. Was bestuurder en onderhandelaar bij de FNV en eerder (lead)organizer van FNV Bondgenoten. In de vier jaar dat hij Kamerlid was woordvoerder op het gebied van infrastructuur, verkeer en milieu. Zette zich in het bijzonder in voor werknemers die in hun werken waren blootgesteld aan het gebruik van chemische stoffen en was lid van de commissie die onderzoek deed naar problemen bij uitvoeringsorganisaties.
- 9.Vakbondsman, die met onderbreking van ruim een jaar tussen 2017 en 2021 Tweede Kamerlid voor de PvdA was. Was voorzitter van FNV Bouw en vicevoorzitter van de FNV en werkte eerder bij de kappersvakbond en de vakbond van spoorwegbeambten. Ook was hij cao-onderhandelaar bij FNV Bouw en zelfstandig pensioenadviseur. Als Tweede Kamerlid woordvoerder sociale zaken, defensie en zorg (thuis- en verpleegzorg) en pleitbezorger van eerlijke beloning van (niet-Nederlandse) flexwerkers. Maakte deel uit van de onderzoekscommissie uitvoeringsorganisaties. Sinds 2021 is hij voorzitter van de Koepel Gepensioneerden.
- 10.Vakbondsvrouw, die Tweede Kamerlid voor 50PLUS was. Werkte onder meer als personeelsassistent en secretaresse, maar ging later bij de Abva/Kabo werken, onder meer als cao-onderhandelaar en regiobestuurder, en werd daarvan in 2012 voorzitter. Was ook vijf jaar gemeenteraadslid voor de PvdA in De Bilt. Kreeg landelijke bekendheid als belangenbehartigster van het zorgpersoneel. Als Kamerlid voor 50PLUS kruiste zij vaak de degens met minister Koolmees, onder meer over de pensioenen. Daarnaast hield zij zich bezig met infrastructuur en waterstaat en buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Was vaardig in het debat. Volgde in 2015 Henk Krol op als fractieleider, maar werd niet de nieuwe lijsttrekker en verliet in 2021 de politiek.
- 11.Drie jaar de voorman van DENK en zes jaar Tweede Kamerlid. Was, zelf van Marokkaanse afkomst, acht jaar actief voor het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland. Bekleedde verder managementfuncties bij de directie Vastgoed, bij de Rijksgebouwendienst en bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en werkte daarvoor bij de gemeente Amersfoort en in het bedrijfsleven. Hield zich als Kamerlid behalve met algemeen beleid bezig met economische zaken en klimaat, wonen, justitie en financiën en was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Eén van de aanjagers van genoegdoening voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire en spreekvaardig strijder tegen discriminatie.
- 12.Op 15 januari 2021 boden de ministers en staatssecretarissen van het kabinet-Rutte III hun ontslag aan naar aanleiding van de kritiek in het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Minister-president Rutte en de overige bewindslieden aanvaardden met hun ontslag de politieke medeverantwoordelijkheid voor het falend overheidsbeleid dat leidde tot duizenden gedupeerde en niet gehoorde ouders.
- 13.Op 11 februari 2020 stelde de Tweede Kamer een tijdelijke onderzoekcommissie in om onderzoek te doen naar de problemen bij uitvoeringsorganisaties van de overheid. Het doel van het onderzoek was om de oorzaken van de problemen bij uitvoering inzichtelijk te maken. Dat moet bijdragen aan een toekomst waarin de uitvoerbaarheid van beleid beter gewaarborgd wordt en de 'menselijke maat' niet uit het oog verloren wordt.
- 14.Tweede en Eerste Kamer kunnen zelfstandig onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Er kunnen daarbij meerdere instrumenten worden gebruikt. Het zwaarste middel is onderzoek op basis van de Wet op de parlementaire enquête (Wpe). Tussen 2016 en 2023 kende de Tweede Kamer ook de mogelijkheid voor het houden van een parlementaire ondervraging. In juli 2023 is de parlementaire ondervraging vervangen door de beknopte parlementaire enquête.
- 15.De Tweede Kamer kan zelfstandig een onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Dit heet het recht van parlementair onderzoek. Onderzoeken worden gedaan door middel van een hoorzitting, een rondetafelgesprek of een parlementaire enquête. Ook de Eerste Kamer heeft het onderzoeksrecht, maar maakt daar beduidend minder vaak gebruik van.