V Naar de Grondwet van 1848 (1840-1850)

Source: Parlement.com.

Achtergrondinformatie bij het vijfde hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.

Contents

  1. De periode
  2. Personen
  3. Gebeurtenissen

1.

De periode

  • ministers in de periode 1840-1848

    Kort na de afkondiging van de Grondwetsherziening van 1840 doet koning Willem I1 afstand van de troon ten gunste van zijn oudste zoon, die vanaf 7 oktober 1840 als koning Willem II2 gaat regeren. Het bewind van de nieuwe koning verschilt niet zo veel van dat van zijn vader.

2.

Personen

koning Willem II

Willem Frederik George Lodewijk, Z.M. koning

Negen jaar koning van Nederland. 'Held van Waterloo'. Vocht met de geallieerden mee tegen de legers van Napoleon. Als kroonprins leek hij zich in 1830 op te werpen als leider van de Belgische onafhankelijkheidsbeweging. Regeerde vanaf 1840 aanvankelijk als conservatief vorst, die elke grondwetswijziging tegenhield. Werd in 1848 in één dag (noodgedwongen) uiterst liberaal en steunde Thorbecke3 en Donker Curtius4 bij het tot stand brengen van de nieuwe Grondwet. Overleed echter al kort na invoering daarvan. Was gehuwd met de Russische grootvorstin Anna Paulowna. Had goede banden met katholieken (verbleef veel in Tilburg). Gold als nogal wispelturig en gemakkelijk beïnvloedbaar.

meer informatie

H.J. (Henri) baron van Doorn van Westcapelle

Doorn van Westcapelle, Mr. H.J. baron van

Conservatieve staatsman uit een vooraanstaand Zeeuws geslacht. Trouwe dienaar van Willem I en Willem II. Vervulde tot 1818 bestuursfuncties in Zeeland en werd door Willem I in dat jaar als 31-jarige tot Gouverneur van Zeeland benoemd. In 1826 zond de koning hem als Gouverneur naar Oost-Vlaanderen. Was vervolgens vijf jaar minister van Binnenlandse Zaken en daarna secretaris van staat. Stijfde in die periode de koning in diens overtuiging dat de afscheiding van België ongedaan kon worden gemaakt. Vanaf 1841 invloedrijk als vicepresident van de Raad van State en secretaris van de ministerraad. Werd in 1848 één van de voornaamste 'slachtoffers' van de koerswijziging van de koning die hem, vertegenwoordiger van het ancient regime, ontsloeg.

meer informatie

F.A. baron van Hall

Floris van Hall

Belangrijk staatsman uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Als moderaat vertegenwoordiger van de Amsterdamse handels- en bankierswereld, die als behendig politicus zowel vóór als na 1848 een voorname rol speelde. Volgde in 1842 Van Maanen5 op als minister van Justitie en saneerde in 1844 als minister van Financiën de staatsfinanciën met een gedwongen ('vrijwillige') geldlening. Volgde in 1853 Thorbecke3 op als kabinetsleider en wist de gemoederen na de Aprilbeweging6 tot bedaren te brengen. In 1860 bewerkstelligde hij als minister een regeling voor de aanleg van spoorwegen. Politieke tegenstander van Thorbecke en bête noire van de liberalen. Vaak onderwerp van spotprenten vanwege zijn rode gelaatskleur. Weigerde een benoeming tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië. Werd in 1856 door de koning tot baron verheven.

meer informatie

J.R. Thorbecke

J.R. Thorbecke

Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 18487 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II2 gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid8 en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III9. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste staatsman van de negentiende eeuw.

meer informatie

D. (Dirk) Donker Curtius

D. Donker Curtius

Vooraanstaand liberaal politicus uit de jaren rond 18487. Haagse advocaat die als opposant optrad tegen het bewind van Willem I en Willem II. Pleitte onder meer in brochures en krantenartikelen voor invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid en voor een rechtstreeks gekozen parlement. In 1848 lid van de Grondwetscommissie-Thorbecke, waarvan hij de voorstellen - met steun van de koning - als minister van Justitie behendig door het overwegend conservatieve parlement loodste. Kwam later in gematigder vaarwater en vormde na de Aprilbeweging6 van 1853 met Van Hall10, een vroegere politieke tegenstander, een kabinet. Energieke, spreekvaardigde, maar ook pragmatische wetgever.

meer informatie

J.M. de Kempenaer

J.M. de Kempenaer

Arnhemse advocaat. Kon bij binnenkomst in de Tweede Kamer gerekend worden tot de liberalen en behoorde in 1844 tot de Negenmannen11 die het initiatief namen tot Grondwetsherziening. Maakte in 1848 deel uit van de Grondwetscommissie-Thorbecke en speelde als minister van Binnenlandse Zaken een belangrijke rol bij het tot stand komen van de herziening van de Grondwet. Belandde nadien in conservatiever vaarwater en kwam als Tweede Kamerlid tegenover Thorbecke3 te staan.

meer informatie

G. (Gerrit) graaf Schimmelpenninck

G. graaf Schimmelpenninck

Staatsman en diplomaat, die als een naaste vertrouweling van koning Willem I en Willem II gold. Was aanvankelijk zakenman, maar werd later hoofd van de Staatssecretarie, het administratieve centrum van de regering, en gezant in Sint Petersburg en Londen. Zat vanaf 1836 tevens in de Eerste Kamer. Werd door Willem II in 1848 naar Nederland gehaald, vooral om Thorbecke3 buiten het kabinet te houden. Zijn voorstellen voor het invoeren van een Grondwet naar Brits model werden echter door zijn collega's afgewezen, waarop hij ontslag nam. Was na de Aprilbeweging6 van 1853 nog een jaar Tweede Kamerlid. Zoon van raadpensionairs Rutger Jan12.

meer informatie

3.

Gebeurtenissen

  • Op 10 december 1844 dienden negen leden (de "Negenmannen") van de Tweede Kamer een voorstel in tot wijziging van de Grondwet om onder meer rechtstreekse verkiezingen in te voeren.

  • De Grondwet van 1818

    De Grondwetsherziening van 1848 legde de basis voor ons huidige stelsel van parlementaire democratie. Niet langer was de Koning, maar waren de ministers verantwoordelijk voor het beleid. De Tweede Kamer kreeg veel meer invloed en werd bovendien rechtstreeks - weliswaar voorlopig nog door een beperkte groep kiezers - gekozen.

 

Meer over

  • I Proloog: het einde van de oude Republiek13
  • II De Bataafse Republiek (1796-1806)14
  • III Het Koninkrijk Holland en de inlijving in het Franse keizerrijk (1806-1813)15
  • IV Het Koninkrijk van Willem I (1813-1840)16
  • VI Het liberale hoogtij: van Thorbecke tot Heemskerk (1850-1888)17
  • VII De tweevoudige kloof: Antithese en klassenstrijd (1888-1918)18
  • VIII Tussen twee wereldoorlogen (1918-1940)19
  • IX Bezetting, herstel en vernieuwing (1940-1946)20

  • 1. 
    De 'Koning-Koopman'. Eerste Nederlandse koning na het herstel van de zelfstandigheid in 1814. Had ervaring als vorst opgedaan in Fulda. Regeerde als verlichte autoritaire vorst en zette zich in voor ontwikkeling van het economisch leven (kanalen!). Weigerde zich lange tijd neer te leggen bij de afscheiding van België van 1830 en veroorzaakte mede daardoor problemen met de staatsfinanciën. Die financiële politiek was de voornaamste bron van kritiek van de oppositie. Trad in 1840 teleurgesteld af na een beperkte Grondwetsherziening. Verloor de grote lijnen vaak uit het oog, doordat hij zich te veel bezighield met details. Beschouwde ministers als zijn dienaren en stelde in hen vaak weinig vertrouwen.
     
  • 2. 
    Negen jaar koning van Nederland. 'Held van Waterloo'. Vocht met de geallieerden mee tegen de legers van Napoleon. Als kroonprins leek hij zich in 1830 op te werpen als leider van de Belgische onafhankelijkheidsbeweging. Regeerde vanaf 1840 aanvankelijk als conservatief vorst, die elke grondwetswijziging tegenhield. Werd in 1848 in één dag (noodgedwongen) uiterst liberaal en steunde Thorbecke en Donker Curtius bij het tot stand brengen van de nieuwe Grondwet. Overleed echter al kort na invoering daarvan. Was gehuwd met de Russische grootvorstin Anna Paulowna. Had goede banden met katholieken (verbleef veel in Tilburg). Gold als nogal wispelturig en gemakkelijk beïnvloedbaar.
     
  • 3. 
    Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 1848 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste staatsman van de negentiende eeuw.
     
  • 4. 
    Vooraanstaand liberaal politicus uit de jaren rond 1848. Haagse advocaat die als opposant optrad tegen het bewind van Willem I en Willem II. Pleitte onder meer in brochures en krantenartikelen voor invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid en voor een rechtstreeks gekozen parlement. In 1848 lid van de Grondwetscommissie-Thorbecke, waarvan hij de voorstellen - met steun van de koning - als minister van Justitie behendig door het overwegend conservatieve parlement loodste. Kwam later in gematigder vaarwater en vormde na de Aprilbeweging van 1853 met Van Hall, een vroegere politieke tegenstander, een kabinet. Energieke, spreekvaardigde, maar ook pragmatische wetgever.
     
  • 5. 
    Belangrijkste minister onder Willem I. Begon zijn bestuurlijke loopbaan tijdens de Bataafse tijd en was minister van Justitie en Politie onder Lodewijk Napoleon. Maakte deel uit van de Grondwetscommissies in 1814 en 1815. Had een groot aandeel in de totstandkoming van de codificatie van het recht in wetboeken. Aanvankelijk tamelijk verlicht en voorstander van openbare Kamervergaderingen. Onder Willem I speelde hij echter een belangrijke rol bij het tegengaan van oppositie, onder andere door maatregelen om de persvrijheid te beperken. Tegenstander van de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid en voorstander van het regeren bij besluit. Willem II verving hem door de liberalere Van Hall.
     
  • 6. 
    De Aprilbeweging van 1853 was het protestantse en conservatieve protest tegen het herstel door de paus van de bisschoppelijk hiërarchie in Nederland. De bisschoppelijke hiërarchie is de indeling van de Rooms-Katholieke kerk in Nederland in (toen vijf) kerkprovincies, met aan het hoofd een bisschop. De beweging richtte zich tevens tegen het kabinet-Thorbecke, dat de RK-kerk geen strobreed in de weg legde, op grond van de scheiding van kerk en staat.
     
  • 7. 
    De Grondwetsherziening van 1848 legde de basis voor ons huidige stelsel van parlementaire democratie. Niet langer was de Koning, maar waren de ministers verantwoordelijk voor het beleid. De Tweede Kamer kreeg veel meer invloed en werd bovendien rechtstreeks - weliswaar voorlopig nog door een beperkte groep kiezers - gekozen.
     
  • 8. 
    De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.
     
  • 9. 
    Vorst in de tweede helft van de negentiende eeuw. Volgde in 1849 zijn vader pas na enige aarzeling op, omdat hij weinig ingenomen was met de nieuwe liberale Grondwet. Trachtte nog enige jaren zijn macht enigszins te herwinnen en behield nog enige jaren invloed op ministersbenoemingten. Ging soms in tegen zijn ministers, bijvoorbeeld in 1853 (Aprilbeweging). Had lange tijd ook een afkeer van Thorbecke. Verloor later steeds meer interesse in de politiek. Kreeg bovendien te maken met privé-affaires, met conflicten met zijn zoons en met gezondheidsproblemen. Berucht vanwege zijn wispelturigheid en barse uitvallen tegen onder anderen ministers. Trouwde op hoge leeftijd met de veel jongere Duitse prinses Emma, die hem een opvolgster, Wilhelmina, schonk.
     
  • 10. 
    Belangrijk staatsman uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Als moderaat vertegenwoordiger van de Amsterdamse handels- en bankierswereld, die als behendig politicus zowel vóór als na 1848 een voorname rol speelde. Volgde in 1842 Van Maanen op als minister van Justitie en saneerde in 1844 als minister van Financiën de staatsfinanciën met een gedwongen ('vrijwillige') geldlening. Volgde in 1853 Thorbecke op als kabinetsleider en wist de gemoederen na de Aprilbeweging tot bedaren te brengen. In 1860 bewerkstelligde hij als minister een regeling voor de aanleg van spoorwegen. Politieke tegenstander van Thorbecke en bête noire van de liberalen. Vaak onderwerp van spotprenten vanwege zijn rode gelaatskleur. Weigerde een benoeming tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië. Werd in 1856 door de koning tot baron verheven.
     
  • 11. 
    Op 10 december 1844 dienden negen Tweede Kamerleden (de 'Negenmannen'), van wie Thorbecke de voornaamste was, een voorstel in tot herziening van de Grondwet. Thorbecke, hoogleraar in Leiden, was in mei 1844 Tweede Kamerlid geworden en zijn termijn liep in oktober 1845 af. Hij had eerder al, in januari 1840, een Proeve voor een nieuwe Grondwet uitgebracht, waarin onder meer invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid werd bepleit.
     
  • 12. 
    Telg uit een adellijke Gelders-Overijsselse familie die al als student actief was in de patriottenbeweging. Advocaat in Amsterdam. Kwam na de omwenteling van 1795 in het voorlopige stadsbestuur. Behoorde als lid van de Nationale Vergadering tot de gematigde unitarissen. Werd in 1798 Bataafs ambassadeur in Parijs en speelde een belangrijke rol bij het verdedigen van de Nederlandse belangen. In 1802 gezant in Londen, maar later teruggekeerd in Parijs. Nam op verzoek van Napoleon in 1805 als raadpensionaris de regering over van het Staatsbewind. Na een jaar vervangen door koning Louis Napoleon. Tijdens de inlijving was hij senator in Parijs. Als Eerste Kamerlid onder Willem I voerde hij oppositie tegen enkele financiële voorstellen. Trad terug uit het openbare leven vanwege een oogaandoening.
     
  • 13. 
    Achtergrondinformatie bij de proloog van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
     
  • 14. 
    Achtergrondinformatie bij het tweede hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
     
  • 15. 
    Achtergrondinformatie bij het derde hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
     
  • 16. 
    Achtergrondinformatie bij het vierde hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
     
  • 17. 
    Achtergrondinformatie bij het zesde hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
     
  • 18. 
    Achtergrondinformatie bij het zevende hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
     
  • 19. 
    Achtergrondinformatie bij het achtste hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
     
  • 20. 
    Achtergrondinformatie bij het negende hoofdstuk van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.