Brits vertrek werpt schaduw op Nederlands voorzitterschap

Nico Visser en Casper van Vliet zijn verbonden aan het Parlementair Documentatie Centrum

Nu de laatste maand van het Nederlands voorzitterschap er praktisch op zit, is het een mooi moment om terug te kijken naar het laatste half jaar. Nederland kon dit half jaar achter de schermen een rol als 'oliemannetje' vervullen. In Brusselse én Haagse kringen wordt Rutte1 lof toegezwaaid voor zijn rol bij het tot stand komen van de migratiedeal tussen de EU en Turkije. Toen de migrantenstroom in de weken na de gemaakte afspraken sterk afnam kon Nederland dat succes ook daadwerkelijk claimen. Maar het voorzitterschap eindigde toch in mineur. 

Terugblik juni

Eerst kijken we nog even naar de laatste maand van het Nederlandse voorzitterschap. De belangrijkste datum was uiteraard 23 juni, de dag van het referendum in het Verenigd Koninkrijk. In de peilingen stonden beide kampen afwisselend aan de leiding, dus de spanning liep flink op. Terwijl de beurzen en de bookmakers erop speculeerden dat de Britten zouden blijven, weten we inmiddels beter: bijna 52 procent van de Britten stemde voor een Brexit. 

Premier Cameron heeft zijn aftreden aangekondigd; hij wil het officieel kennisgeven van de wens dat het Verenigd Koninkrijk zich uit de EU wil terugtrekken, overlaten aan zijn opvolger. Vanaf de officiële kennisgeving start een periode van twee jaar waarin de Britten kunnen onderhandelen over de voorwaarden voor hun vertrek. Het ziet er naar uit dat de overblijvende EU-landen niet genegen zijn de Britten veel tegemoet te komen, bijvoorbeeld in de sfeer van toegang tot de interne markt. Hoe gunstiger de exit van de Britten, hoe groter de kans dat andere landen in de verleiding komen zich ook los te maken uit de EU. Niet iets om aan te moedigen, zou je zeggen. Wachten met de kennisgeving en eerst gaan onderhandelen, zodat de termijn van twee jaar nog niet gaat lopen, zou hun onderhandelingspositie kunnen verbeteren. De meest waarschijnlijke kandidaat-premier, Boris Johnson, heeft dan ook al laten weten dat hij geen haast heeft met de officiële kennisgeving van het Britse vertrek. 

Beperken belastingontwijking

Een belangrijk besluit dat in juni werd genomen is het akkoord over maatregelen tegen belastingontduiking door multinationals. Ietwat ironisch dat dat werd bereikt tijdens het voorzitterschap van Nederland, berucht om zijn brievenbusfirma’s, die het ontwijken van belasting juist faciliteren. De maatregelen zijn wel flink afgezwakt ten opzichte van eerdere voorstellen. Op het laatste moment sputterde België nog wat tegen, maar uiteindelijk gingen onze zuiderburen toch akkoord, in ruil voor een uitstel van vijf jaar voor bepaalde maatregelen. Kern van het voorstel is dat bedrijven belasting gaan betalen in het land waar de winst wordt behaald. Aan het schuiven met winsten naar dochterbedrijven in andere landen komt dus een eind

Minister Jeroen Dijsselbloem2, die de onderhandelingen de afgelopen vijf maanden leidde, was verheugd over de uitkomst: ‘Dat grote bedrijven eerlijk hun belasting betalen is cruciaal voor de bereidheid bij burgers om ook hun deel bij te dragen. Onthullingen als LuxLeaks en Panama Papers hebben het vertrouwen bij burgers in een eerlijk belastingsysteem geen goed gedaan. Ik hoop dat het vertrouwen nu terugkeert’, aldus de minister van financiën.

COSAC-bijeenkomst

Medio juni vond onder auspiciën van het Nederlandse voorzitterschap een tweedaagse conferentie plaats van de COSAC3. De leden van de commissies voor Europese Zaken van de nationale parlementen kwamen bijeen in de Haagse Ridderzaal. Bij die gelegenheid noemde premier Mark Rutte de uitslag van het referendum over het Associatie-akkoord met Oekraïne4 'desastreus' en liet hij weten dat hij ‘totaal, totaal, totaal’ tegen referenda over multilaterale overeenkomsten is. Thema’s tijdens de conferentie waren onder andere de rechtsstaat, de rol van de parlementen bij de Europese besluitvorming en het migratievraagstuk.

Overige activiteiten

Tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van juni werden de Europese ministers het eens over een herziening van de richtlijn over vuurwapenhandel en vuurwapenbezit. Kernpunten zijn het aanscherpen van de controle op vuurwapenhandel, het verbeteren van de traceerbaarheid van vuurwapens en strenge regelgeving over het aanschaffen van vuurwapens. Ook gaan EU-lidstaten meer informatie uitwisselen over terrorisme, zware criminaliteit en migratie.

Op 10 juni gingen tweehonderd scholieren in gesprek met de Europarlementariërs Bas Eickhout5 en Gerben-Jan Gerbrandy6, Tweede Kamerlid Marit Maij7 en minister Bert Koenders8 van buitenlandse zaken. Het evenement was de afsluiting van het programma EU back to school. Ambtenaren uit Den Haag en Brussel gaven in dat kader gastlessen op middelbare scholen over hun ervaringen met Europa.

Verder waren er in juni onder anderen conferenties over de "digitale open overheid" en over het gebruik van ICT in de gezondheidszorg.

Terugblik zes maanden EU voorzitterschap

Nederland kon dit half jaar achter de schermen een rol als 'oliemannetje' vervullen. In Brusselse én Haagse kringen wordt Rutte lof toegezwaaid voor zijn rol bij het tot stand komen van de migratiedeal tussen de EU en Turkije. Toen de migrantenstroom in de weken na de gemaakte afspraken sterk afnam kon Nederland dat succes ook daadwerkelijk claimen. Het bleek een tijdelijk succes.

Het voorzitterschap is altijd een balanceeract geweest tussen het zijn van een "betrouwbare en efficiënte bemiddelaar die compromissen smeedt tussen 28 lidstaten onderling en tussen de Raad9 en de overige EU-instellingen" (Staat van de Unie 2015) en het kunnen uitdragen van de eigen positie. Daar is tot in april nog over gedebatteerd tussen de regering en de Kamer.

De mogelijkheden voor Nederland om een stempel te drukken op de Raad of zelfs de EU zijn beperkt. Wetgevingstrajecten zijn een doorgaand proces dat wordt doorgegeven van voorzitterschap naar voorzitterschap. Daar zijn successen in te behalen zoals het akkoord over privacywetgeving maar het blijft beperkt succes.

Nederland kon als voorzitter bepaalde zaken agenderen. De digitale stad of goedkopere inkoop van medicijnen zijn daar mooie voorbeelden van. Aan de andere kant neemt de Commissie het voortouw in dossiers als detachering. En dan zijn er de gebeurtenissen die niemand kon voorzien, zoals de aanslagen in Brussel. Nederland deed het enige wat het kon doen: het belegde een spoedzitting van de Raad van Binnenlandse Zaken en Justitie.

Een succes?

Of het voorzitterschap in Europa wel of niet als succesvol de boeken in gaat hangt af van een aantal zaken. Volgens ambtelijke en diplomatieke kringen heeft Nederland het redelijk goed gedaan in zijn rol als bemiddelaar bij wetgevingstrajecten. Dat werd gezien onze reputatie ook verwacht. Het politieke oordeel zou van meet af aan afhangen van twee zaken: Turkije en de Brexit. Nederland heeft weinig invloed op spelers als Merkel10 en Erdogan11. Die beperkte invloed gold nog meer voor het referendum in het Verenigd Koninkrijk. Maar het is wel zo dat tijdens 'ons' voorzitterschap een lidstaat besloot uit de EU te treden. Dat beeld beklijft en komt in de geschiedenisboekjes terecht.

In hoeverre in Nederland van een succes gesproken kan worden hangt af van wie je het vraagt. Alle direct betrokkenen zullen tevreden kunnen terugkijken. Voor de buitenwacht ligt dat misschien anders. Klinkende successen bleven uit. Eerder kwamen onder Nederlands voorzitterschap in 1986, 1991 en 1997 grote Europese verdragen tot stand, nieuws waar de kranten vol van stonden. De EU was nu ook in het nieuws, maar dan vooral in het kader van het Oekraïne-referendum, wat compleet los stond van het voorzitterschap. Of de gemiddelde Nederlander iets zal bijblijven van het afgelopen half jaar voorzitterschap is maar de vraag. Met deze ontnuchterende boodschap geven we het stokje door aan Slowakije.


Deze bijdrage verscheen in de Hofvijver van 27 juni 2016.

  • Lees het juni-nummer van de Hofvijver

  • 1. 
    Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
     
  • 2. 
    Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
     
  • 3. 
    De Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden (COSAC) is een conferentie van parlementaire commissies die twee keer per jaar bijeen komt om de rol van nationale parlementen in de Europese Unie te versterken. Zij komen samen in het land dat het voorzitterschap van de Europese Unie vervult. Elk nationaal parlement binnen de Europese Unie heeft een commissie die zich bezighoudt met Europese Zaken. Ook het Europees Parlement is in dit orgaan vertegenwoordigd.
     
  • 4. 
    De Europese Unie en Oekraïne sloten in juni 2014 een associatieovereenkomst (ook wel 'associatieverdrag' genoemd). Het verdrag zorgt voor verregaande politieke en economische samenwerking tussen de EU en Oekraïne. Het verdrag is op 1 september 2017 volledig in werking getreden.
     
  • 5. 
    Bas Eickhout (1976) is a member of the European Parliament since 2009 on behalf of GroenLinks, the Dutch green and leftwing liberal party. He was frontrunner at the 2014 elections for the European Parliament for his party. Prior to his election Eickhout was a senior researcher at the Netherlands Environmental Assessment Agency. As MEP he focuses on climate, energy and environmental policy, and to a lesser extent the eurocrisis.
     
  • 6. 
    Gerban Jan Gerbrandy (1967) is a member of the European Parliament since 2009 on behalf of D66, the Dutch centre liberal party. Prior to his election Gerbrandy was senior political advisor at the Ministry of Agriculture, Nature and Food Safety. As MEP he member of the Committee on the Environment, Public Health and Food Safety and is involved in committees on relations with neighbouring countries.
     
  • 7. 
    Marit Maij (1972) is sinds 16 juli 2024 lid van het Europees Parlement voor GroenLinks-PvdA en maakt deel uit van de fractie van S&D (sociaaldemocraten). Zij was van 20 september 2012 tot 23 maart 2017 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Eerder werkte zij in het Europees Parlement, bij Buitenlandse Zaken en in de diplomatieke dienst. Was als Kamerlid actief als woordvoerder Europese zaken, rapporteur voor de Brexit en afgevaardigde naar het parlement van de Raad van Europa. Hield zich als Kamerlid ook enige tijd bezig met het asielbeleid en was een jaar fractiesecretaris. Mevrouw Maij is een dochter van oud-CDA-minister en oud-commissaris van de Koningin Hanja Maij.
     
  • 8. 
    PvdA-politicus met een grote internationale staat van dienst en betrokkenheid met Afrika. Was in het kabinet-Balkenende IV minister voor Ontwikkelingssamenwerking en in Rutte II drie jaar minister van Buitenlandse Zaken. Hij begon als beleidsmedewerker van de PvdA-Tweede Kamerfractie en was European director Parlementarians for Global Action en politiek adviseur van de Verenigde Naties in zuidelijk Afrika. In de periode 2011-2013 was hij vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN in Ivoorkust en in 2013-2014 was hij dat in Mali. Als PvdA-Tweede Kamerlid (1997-2007) buitenlandwoordvoerder, die onder meer aandrong op onderzoek naar de Nederlandse betrokkenheid bij de strijd in Irak. Hij zat in de enquêtecommissie Srebrenica. Ter zake kundig minister, die beslissingen echter soms lang afwoog. Sinds 2019 is hij hoogleraar vrede, recht en veiligheid in Leiden/Den Haag.
     
  • 9. 
    In the Council, government ministers from each EU country meet to discuss, amend and adopt laws, and coordinate policies. The ministers have the authority to commit their governments to the actions agreed on in the meetings.
    Together with the European Parliament , the Council is the main decision-making body of the EU.
    Not to be confused with:
     
  • 10. 
    Angela Merkel (1954) was van 22 november 2005 tot 8 december 2021 bondskanselier van Duitsland. Zij leidde sinds 2018 een coalitie van CDU/CSU met de SPD. Zij is scheikundige en werkte als wetenschapper in de DDR. In 1990 werd zij voor de CDU lid van de Bondsdag. In 1991-1994 was Angela Merkel minister voor vrouwen- en jeugdzaken en in 1994-1998 minister van milieu. In 2000 volgde zij Helmut Kohl op als voorzitter van de CDU.
     
  • 11. 
    Recep Erdogan (1954) is sinds 2014 president van Turkije. Hij is leider van de nationalistische en Islamitische Gerechtigheidspartij (AKP). Erdogan was eerder burgemeester van Istanboel. In die functie wist hij diverse projecten tot stand te brengen, zoals verbetering van de watervoorziening. Erdogan is sinds de jaren tachtig politiek actief in nationalistische partijen. Bij zowel de verkiezingen van 2007 als die van 2011 wist zijn AK-partij de absolute meerderheid te halen. In 2003-2013 was hij premier.