Tweede Kamerfractie Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP)
De Roomsch-Katholieke Staatspartij1 (RKSP) was van 17 september 1929 tot 22 december 1945 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. Daarvoor was er wel al een katholieke fractie. De RKSP-fractie was de grootste in de Tweede Kamer. Ook voor 1929 was er al een katholieke fractie. In december 1945 ging de partij (en de fractie) over in de Katholieke Volkspartij2 (KVP).
De fractie was samengesteld uit alle geledingen van het katholieke maatschappelijke leven, zoals vakbonden, werkgevers-, landbouw- en middenstandsorganisaties, onderwijs en maatschappelijk werk. Vanwege de electorale positie waren er relatief veel leden uit Limburg en Noord-Brabant en daarnaast leden uit katholieke streken zoals West-Friesland, Twente, Zeeuwsch-Vlaanderen en Gelderland.
Bekende RKSP-Kamerleden waren Baron Van Wijnbergen3, Frans Teulings4, H.W.E. Moller5 en L.G. Kortenhorst6. Er zaten slechts enkele vrouwen in de fractie, van wie Annie Meijer7 de bekendste was.
jaar |
zetels |
jaar |
zetels |
---|---|---|---|
1918 |
30 |
1929 |
30 |
1922 |
32 |
1933 |
28 |
1925 |
30 |
1937 |
31 |
foto | naam fractievoorzitter | aanvang functie | einde functie |
---|---|---|---|
L.N. (Laurent) Deckers | 1937-11-11 | 1945-12-22 | |
J.R.H. (Joop) van Schaik | 1937-06-09 | 1937-11-11 | |
C.M.J.F. (Carel) Goseling | 1936-05-07 | 1937-06-24 | |
P.J.M. (Piet) Aalberse | 1931-09-15 | 1936-05-07 | |
W.H. Nolens | 1929-09-17 | 1931-08-27 |
Meer over
- 1.De RKSP werd formeel op 3 juni 1926 opgericht als katholieke partij en was de voorloper van de KVP. Daarvoor waren de katholieken georganiseerd in de Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen, die informeel ook al RKSP werd genoemd. Deze bond was in mei 1904 ontstaan. In de Tweede Kamer was in 1893 voor het eerst sprake van een RK-Kamerclub. Vanaf 1918 was er een RKSP-fractie. In Eerste Kamer kwamer er omstreeks 1922 een fractie.
- 2.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 3.Vooraanstaande, strijdbare katholieke politicus in de eerste helft van de twintigste eeuw. Advocaat en administratief rechter en in 1903 Tweede Kamerlid voor het district Elst. Later ook partijvoorzitter. Verdedigde met overtuiging het RK-onderwijs 'van bewaarschool tot universiteit' als ideaal van katholieke emancipatie. Maakte als onderwijswoordvoerder in 1916 deel uit van de Pacificatiecommissie-Bos. Werd vanwege zijn uitspraak 'socialisten zijn canaille' door tegenstanders 'Baron Canaille' genoemd. Gemakkelijk, slagvaardig spreker en joviaal in de omgang. Groot voorstander van samenwerking van de rechtse partijen en bewonderaar van Colijn, die als partijvoorzitter soms een moeizame relatie met fractievoorzitter Nolens had.
- 4.Vooraanstaande katholieke politicus uit het midden van de twintigste eeuw. Behoorde tot een familie van Bossche uitgevers en was partijsecretaris. Kwam in 1929 voor de RKSP in de Tweede Kamer en was eerst omroep- en later financieel specialist. Verruilde in 1948 de Tweede voor de Eerste Kamer en volgde een jaar later Van Maarseveen op als minister van Binnenlandse Zaken. In het tweede kabinet-Drees was hij vicepremier en belast met binnenlandse veiligheid. Bracht wetgeving tot stand die goed paste in de Koude-oorlogssfeer uit die periode zoals de Wet buitengewone bevoegdheden en de Wet bescherming bevolking. Keerde na zijn ministerschap terug in de Senaat. Gemoedelijke, goedlachse man, die bescheiden en met groot verantwoordelijkheidsgevoel optrad. Zette zich ook in voor het katholieke onderwijs.
- 5.Energieke onderwijswoordvoerder van de RKSP-Tweede Kamerfractie en stichter van de katholieke lerarenopleiding. Was zelf leraar in Amsterdam en privédocent aan de Gemeentelijke Universiteit. Actief als redacteur van enkele (katholieke) onderwijskundige tijdschriften. Behoorde tot de progressieve vleugel van zijn partij. Was tevens een belangrijk organisator op onderwijsgebied, onder andere als voorzitter van 'Ons Middelbaar Onderwijs' in Brabant. Bracht diverse studies op letterkundig gebied uit, onder meer over Vondel.
- 6.Katholieke Tweede Kamervoorzitter, die dat ambt vijftien jaar bekleedde. Was advocaat in Amsterdam en secretaris van katholieke werkgeversorganisatie en behoorde tot de vooraanstaande leden van de RKSP- en KVP-fracties, waarvan hij enige tijd secretaris was. Verdedigde als advocaat het 'foute' dagblad De Telegraaf en Pieter Menten. Was ook actief als schrijver en politiek commentator van De Volkskrant. Tijdens zijn voorzitterschap werd onder meer de werkwijze van de Kamer gemoderniseerd. Was voorstander van levendige debatten. Kwam in december 1958 in conflict met de PvdA-fractie toen hij tegen de zin van de PvdA en het demissionaire kabinet afhandeling van een wetsvoorstel doorzette. Zijn charme zorgde er overigens voor dat die 'aanvaring' niet de persoonlijke verhoudingen verstoorde.
- 7.Rotterdamse uit een gegoede koopmansfamilie, die vóór de Tweede Wereldoorlog de enige vrouw in de katholieke Tweede Kamerfractie was. Was in haar woonplaats tevens gemeenteraadslid en daarnaast Statenlid in Zuid-Holland. Vroeg steeds aandacht voor het gevaar van zedenverwildering (vooral bij de jeugd) door dans, film, literatuur, strandbezoek etc. Kwam op voor de positie van de vrouw, maar binnen de grenzen van haar geloof. Zette zich ook in voor verbetering van het gevangeniswezen en het nijverheidsonderwijs voor meisjes.