Tweede Kamerfractie Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB)

De VDB1 was van 17 september 1901 tot 9 februari 1946 in de Tweede Kamer2 vertegenwoordigd. In de jaren 1905-1908 en 1933-1937 was de VDB regeringspartij. In 1913-1918 waren er VDB-ministers, maar beiden braken na enige tijd met hun partij. In februari 1946 ging de VDB-fractie op in die van de nieuwopgerichte Partij van de Arbeid3.

De middelgrote VDB-fractie (circa zes zetels) stond kwalitatief hoog aangeschreven. Aanvankelijk waren vooral juristen (Van Raalte4, Smidt5, Limburg6) goed vertegenwoordigd. De fractie telde verder altijd een onderwijsdeskundige, lange tijd de Amsterdammer Theo Ketelaar7. Vanwege de electorale positie was er ook steeds een Groninger in de fractie te vinden, eerst Teenstra8 en later Ebels9 en de graanhandelaar Schilthuis10.

In de VDB-fractie zat steeds een vrouwelijk lid. Vanaf 1922 was dat Betsy Bakker-Nort11 en in de periode 1928-1933 voegde Mien van Itallie-van Embden12 zich daar bij.

Contents

  1. Zetels vanaf 1918
  2. Overzicht fractievoorzitters

1.

Zetels vanaf 1918

jaar

zetels

jaar

zetels

1918

5

1929

7

1922

5

1933

6

1925

7

1937

6

2.

Overzicht fractievoorzitters

fotonaam fractievoorzitteraanvang functieeinde functie
A.M. JoekesA.M. (Dolf) Joekes1938-10-161946-02-09
P.J. OudP.J. Oud1937-09-201938-10-15
A.M. JoekesA.M. (Dolf) Joekes1933-06-011937-09-20
H.P. MarchantH.P. (Henri) Marchant1916-05-161933-05-27
Bos, Dr. D.D. (Dirk) Bos1913-06-291916-05-06
Drucker, Mr. H.L.H.L. Drucker1901-09-181913-06-29

Meer over

  • VDB1

  • 1. 
    De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
     
  • 2. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 3. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 4. 
    Vooraanstaande liberale politicus van Joodse komaf. Afwisselend Unie-liberaal en vrijzinnig-democraat. Voor hij in de politiek kwam advocaat. Zelfbewust en scherpzinnig, maar ook nogal hautain, breedsprakig en koppig. Bracht als minister van Justitie in het kabinet-De Meester de Wet op het arbeidscontract tot stand. Werd na zijn ministerschap opnieuw lid en, in 1917, op 76-jarige leeftijd fractievoorzitter van de Liberale Unie. Opvallend door zijn Assyrische baard en wat geaffecteerde spreektrant. Op hem werd in 1907 een (mislukte) moordaanslag gepleegd door een geestelijk gestoorde.
     
  • 5. 
    Vooruitstrevend liberaal Tweede Kamerlid, dat zich in 1901 aansloot bij de vrijzinnig-democraten. Zoon van de liberale minister H.J. Smidt. Was na advocaat te zijn geweest werkzaam bij het Openbaar Ministerie en kwam in 1893 tussentijds als 36-jarige in de Kamer voor het district Veendam door Treub met één stem verschil te verslaan. Toen hij zich wegens benoeming tot officier van justitie in 1899 aan herverkiezing moest onderwerpen, verloor hij verrassend zijn zetel aan de 33-jarige sociaaldemocraat Schaper. Keerde in 1901 echter terug in de Kamer. Voerde regelmatig het woord over hoofdzakelijk 'kleinere' onderwerpen. Bekwaam Kamerlid, dat gewaardeerd werd door zijn medeleden.
     
  • 6. 
    Knappe en sympathieke jurist en gerenommeerde advocaat uit een joods middenstandsgezin, die als veelzijdig vrijzinnig-democratisch Tweede Kamerlid onder meer een initiatiefwet tot stand bracht over de toegang voor hbs'ers tot de universiteit. Werd in 1905 Kamerlid en wist zijn zetel daarna - soms met moeite - te behouden, onder andere via het rode district Schoterland. Was tevens ruim achttien jaar gedeputeerde van Zuid-Holland. Trad in 1916 terug als fractiesecretaris nadat Marchant, die veel militanter was dan hij, tot fractievoorzitter was gekozen. Slaagde er in 1926 net niet in een 'zakenkabinet' te formeren waarin hijzelf minister van Justitie zou worden. Deze formatiepoging leidde tot een breuk met zijn partij. Werd daarna staatsraad.
     
  • 7. 
    Vooraanstaand Amsterdams Tweede Kamerlid. Werd in 1897 voor de Radicale Bond gekozen. In de VDB-fractie, waarvan hij sinds 1901 deel uitmaakte, de onderwijsspecialist en verder onder meer financieel woordvoerder. Was zelf werkzaam geweest in het onderwijs en jarenlang voorzitter van de Bond van Nederlandse Onderwijzers. Groot voorstander van openbaar onderwijs en zeer begaan met het lot van kinderen. Naast Kamerlid ook gedeputeerde van Noord-Holland en enige tijd wethouder van onderwijs in Amsterdam. Humoristisch redenaar met een Amsterdamse tongval, die door zijn ontwapende oprechtheid soms het enfant terrible van de Kamer was.
     
  • 8. 
    Groningse landbouwer die in 1909 voor het district Zuidhorn als vrijzinnig-democraat in de Tweede Kamer kwam. Was daar woordvoerder op het gebied van landbouw en nijverheid. In de veronderstelling dat zijn partij zetels zou verliezen en hij kans liep niet herkozen te worden, verliet hij begin 1922 met Van Beresteyn de VDB-fractie. Nam in dat jaar zonder succes als lijsttrekker van de Plattelandspartij deel aan de verkiezingen.
     
  • 9. 
    Oost-Groningse landbouwer die vanaf 1922 een bekwaam landbouw- en waterstaat-woordvoerder van de vrijzinnig-democraten in de Tweede Kamer was. Vooraanstaand op landbouwgebied en voorzitter van een staatscommissie over de prijzen en productiekosten in de landbouw. Bracht als Kamerlid in 1932 de Crisis-Pachtwet tot stand, die de financiële problemen van pachtboeren moest verlichten. Had tevens zitting in de gemeenteraad van Beerta en was eenentwintig jaar Statenlid in Groningen.
     
  • 10. 
    Sympathieke Groningse graanhandelaar die vóór 1945 de VDB in de Tweede Kamer vertegenwoordigde en nadien PvdA-Tweede Kamerlid was. Werkte enige jaren in het buitenland en was daarna mededirecteur van een handelscompagnie in Rotterdam. Was als Kamerlid woordvoerder vervoersaangelegenheden en economische zaken, leidde twee jaar de parlementaire enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945 en was ondervoorzitter van de Tweede Kamer. Beschikte over een grote werkkracht. Als consul-generaal had hij een speciale band met Zuid-Afrika.
     
  • 11. 
    Vrijzinnig-democratische feministe en politica. Na de vroege dood van haar vader door haar moeder opgevoed in een gezin met alleen vrouwen. Werd al snel actief in de vrouwenbeweging en richtte in Groningen een afdeling van de vereniging voor vrouwenkiesrecht op. Was advocaat in Groningen en kwam in 1922 in de Tweede Kamer (feitelijk als 'opvolgster' van de in 1918 niet gekozen Aletta Jacobs). Zette zich daar in voor gelijke rechten voor vrouwen en trachtte onder meer (tevergeefs) via een initiatiefwetsvoorstel de belemmeringen voor vrouwen op te heffen om notaris te worden. Toegewijd Kamerlid met een scherp verstand. Overleefde het concentratiekamp.
     
  • 12. 
    In de vrouwenbeweging actieve afgevaardigde van de VDB. Zette zich ook als Tweede Kamerlid in voor verbetering van de positie van vrouwen, onder andere wat hun benoembaarheid in rechterlijke functies betrof. Was gehuwd met de Leidse hoogleraar toxicologie Leopold van Itallie. In de jaren twintig interviewde zij voor de Haagsche Post en NRC bekende Nederlanders zoals Cort van der Linden, Couperus, Kamerlingh Onnes en Aletta Jacobs. Was een oudere halfzuster van VDB-senator David van Embden.