Achtergrond: oudste nieuwkomer in de Tweede Kamer
Als de 80-jarige Nico Uppelschoten (PVV) morgen is geïnstalleerd als Tweede Kamerlid dan is hij de oudste die op die leeftijd lid is geworden. Recordhouder was heel lang de Luxemburger Jean d'Olimart1. Hij was ruim 75 jaar toen hij in september 1815 Tweede Kamerlid werd.
Recentelijker werd Lenny Geluk2 voor het CDA op tamelijk hoge leeftijd Tweede Kamerlid. Zij was bij binnenkomst in 2017 74 jaar.
Uppelschoten is niet het oudste Tweede Kamerlid. Dat is C.A. baron de Bieberstein3, die tot zijn overleden in 1880 Tweede Kamerlid bleef en toen 84 jaar en 6 maanden was. Ouder dan 83 jaar waren De Savornin Lohman4 (1917), Van der Schrieck5 (1896) en Welter6 (1963). Tot de 80-plussers behoorde ook SGP-voorman P. Zandt7.
Nog ouder bij zijn vertrek uit de Eerste Kamer in 1946 was W.L. baron de Vos van Steenwijk8. Hij was toen 86 jaar en 11 maanden.
Read more ...
- 1.Luxemburgse advocaat en rechter, die in 1815 door de koning tot Tweede Kamerlid werd benoemd. Week in 1794 naar Bonn uit vanwege de komst van het Franse leger. Behoorde in 1815 tot de Zuid-Nederlandse grondwetsnotabelen. Vroeg al in december 1815 ontslag als Kamerlid vanwege zijn leeftijd en zijn drukke werkzaamheden als rechtbank-president.
- 2.In Zeist wonend, maar van herkomst Zeeuws CDA-Tweede Kamerlid, dat zich vier jaar richtte op ouderenbeleid en cultuur. Was in haar Kamerperiode één van de weinige zeventigplussers in de Kamer. Voor haar Kamerlidmaatschap enige jaren wethouder en raadslid in de gemeente Schouwen-Duiveland en eerder eigenares van een kunsthandel. In de Tweede Kamer hield zij zich bezig met mantelzorg, wet maatschappelijke ondersteuning, thuiszorg, bibliotheekwezen en emancipatiebeleid. Bracht in 2018 een actieplan tegen eenzaamheid uit.
- 3.Afgevaardigde van het district Maastricht uit een oorspronkelijk Pools adellijk geslacht. Militair, die zijn redevoeringen voorlas als een bevelgevende officier. Sprak regelmatig en met grote passie. Lange tijd prototype van de 'Papo-liberaal'. Na de liberale medewerking aan het opheffen van het gezantschap bij de Paus ging hij geleidelijk afstand nemen van de liberalen en in 1879 stak hij in de Kamer over naar de rechterzijde. Bleef tot op hoge leeftijd Kamerlid en leidde diverse malen als nestor de eerste Kamervergadering na Prinsjesdag. Stond bekend als een gemoedelijke, hartelijke figuur, die populair was bij zijn medeleden.
- 4.Protestants politicus; voorman van de christelijk-historischen. Aristocratische, maar ook temperamentvolle Groninger die driftig kon reageren en zich soms zeer scherp uitliet tegen politieke tegenstanders. Stond echter wel open voor argumenten van anderen. Had een sterk juridische inslag bij de benadering van vraagstukken. Werd in 1879 Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en bleef dat tot 1921 (onderbroken door een kort ministerschap in het kabinet-Mackay en enige jaren in de Eerste Kamer). Brak samen met Kuyper met de Hervormde Kerk, maar keerde zich later af van de antirevolutionaire voorman. Van 1884 tot een conflict in 1896 hoogleraar aan de VU. Voor- en nadien rechter. Als vooraanstaand, invloedrijk staatsman was hij tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van koningin Wilhelmina.
- 5.Kaarsrechte katholieke officier, die tot op hoge leeftijd deel uitmaakte van de Tweede Kamer en als nestor enkele keren de eerste vergadering leidde. Was onder meer leraar aan de KMA en regimentscommandant. Hij eindigde zijn 65-jarige officiersloopbaan als generaal. Na zijn overlijden omschreven als 'een beminneljke grijsaard' en 'ons aller vriend' die met grote plichtsbetrachting het land had gediend. Sprak met een enigszins Frans accent.
- 6.Hoffelijke 'grand seigneur', die tot op hoge leeftijd actief bleef als Tweede Kamerlid. Werd in 1925 na een loopbaan bij het Indische Gouvernement minister van Koloniën in het kortstondige eerste kabinet-Colijn. Leidde daarna onder andere een bezuinigingscommissie en werd in 1937 wederom minister. Wees vóór 1940 een dominionstatus van Nederlands-Indië af en trad in Londen af na een conflict met Gerbrandy. Sympatiseerde in de oorlog met het bewind van Pétain in Frankrijk en gold daarom in Londen als defaitist. Keerde zich na de oorlog tegen de Indië-politiek van de KVP en richtte een eigen partij op, de Katholiek Nationale Partij. Onder invloed van het Mandement van 1954 in 1956 teruggekeerd in de 'moederpartij'. Als KVP-Kamerlid tamelijk onafhankelijk, met name ten aanzien van de Nieuw-Guineapolitiek.
- 7.Orthodox-hervormde predikant, die door zijn kenmerkende zwarte pak en conservatief-protestantse opvattingen jarenlang een opvallende figuur in de Tweede Kamer was. Pleitbezorger van een protestants, volgens bijbelse normen geregeerd Nederland. Antipapistisch. Maakte bijvoorbeeld bezwaar tegen een bankbiljet, omdat daarop een kleine afbeelding van Sint Maarten stond. Als nestor van de Kamer diverse keren waarnemend Kamervoorzitter. Raakte nooit zijn spreekangst kwijt, maar kon wel met Gronings accent scherp uit de hoek komen, bijvoorbeeld over de Indiëpolitiek. Was ook lange tijd gemeenteraadslid in Delft en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
- 8.Vooraanstaande CHU-senator en Eerste Kamervoorzitter. Kaarsrechte, conservatieve Overijsselse landedelman. Vurig verdediger van de Eerste Kamer, waarvan hij lange tijd en tot op hoge leeftijd voorzitter was. Zoon van een Eerste Kamervoorzitter, en, zoals hijzelf stelde 'van kindsbeen af' opgegroeid met eerbied voor de Senaat. Keerde zich in 1922 tegen het verbreken van de band tussen de Eerste Kamer en de provincies. Tegenstander van 'partijpolitiek', waarbij partijbestuurders veel macht hadden. Vermaard vanwege zijn zeer beeldende en kleurrijke taalgebruik, vol archaïsmen. Stond op zeer goede voet met Colijn, die hij als staatsman bewonderde. Grand seigneur die aangenaam gezelschap was, ook voor politieke tegenstanders.