Achtergronden bij de Tweede Kamerverkiezingen

Iedereen die wel eens gestemd heeft weet dat je op die dag naar een stemlokaal gaat en met een rood potlood een vakje aankruist bij jouw voorkeurskandidaat. Maar waarom is dat potlood eigenlijk rood? En waarom stemmen we nog steeds op papier en niet elektronisch? Hoeveel waarde heeft een voorkeursstem? Dat zijn vragen waarop het antwoord soms verrassender is dan je denkt.

Sinds wanneer mogen alle mannen en vrouwen stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen? Hoeveel Kamerleden keren er na de verkiezingen sowieso niet meer terug, en wie? En wanneer en waarom is de opkomstplicht bij de verkiezingen afgeschaft? De redactie van Parlement.com zette voor de leukste en interessantste wetenswaardigheden voor je op een rij.

De wetenswaardigheden bij Tweede Kamerverkiezingen staan op deze pagina gecategoriseerd per thema.

1.

Kiesrecht

Sinds wanneer is er algemeen kiesrecht?

Algemeen kiesrecht voor mannen bestaat sinds 1917. Een wijziging van de kieswet zorgde dat vanaf 1920 ook vrouwen naar de stembus mochten. Een wijziging van de Kieswet in 1977 gaf ook Nederlanders in openbare dienst buiten Nederland het stemrecht. Vanaf 1985 mogen ook alle Nederlanders in het buitenland stemmen voor de Tweede Kamer. Door een grondwetswijziging in 2008 kregen ook wilsonbekwamen stemrecht.

Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen en hoe was dat vroeger?

Op dit moment mag iedere Nederlander van 18 jaar of ouder naar de stembus, tenzij hij of zij door bijzondere omstandigheden uitgesloten is van het kiesrecht. Tussen 1850 en het heden is die leeftijd echter niet altijd hetzelfde geweest.

Mogen leden van het Koninklijk Huis ook stemmen?

Leden van het koninklijk huis zijn niet uitgesloten van stemrecht, maar hoewel er tot 1970 een opkomstplicht bestond zagen zij veelal af van uitoefening van dat recht. Bekend is wel dat koningin Emma i (die tot 1898 koningin-regentes was) in 1922 gebruikmaakte van haar stemrecht.

Was het vroeger verplicht om te stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen?

Met de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 werd ook de opkomstplicht ingevoerd. Het was niet verplicht te stemmen, maar iedereen moest zich melden op het stembureau, tenzij er een geldige reden voor verhindering was. Wie zonder reden wegbleef, kon een boete krijgen.

2.

Organisatie van verkiezingen

Wat doet de Kiesraad en wat is de functie van deze raad tijdens de verkiezingen?

De Kiesraad is een adviesorganisatie op het gebied van kiesrecht en verkiezingen in Nederland.

Wat zijn kieskringen?

Bij de Tweede Kamerverkiezingen is het land verdeeld in 20 kieskringen. Dat heeft in belangrijke mate administratieve en organistarorische redenen. Wel kunnen partijen in de kieskringen een lijst indienen waarop (deels) regionale kandidaten staan. Ook is het mogelijk om niet in alle kieskringen mee te doen. Het kan dus voorkomen dat een kiezer in Amsterdam wel en een kiezer in Groningen niet een stem op een kandidaat van een bepaalde partij (lijst) kan uitbrengen.

3.

Stemmen op verkiezingsdag

Waarom is het stempotlood rood?

Tot 1922 moest op het stembiljet met een zwart potlood worden aangegeven wie de stem kreeg. Vanaf 1922 wordt er gestemd met een rood potlood. Deze wijziging is in 1922 doorgevoerd, omdat er vanaf 1918 veel uitgebreidere kandidatenlijsten kwamen, met veel partijen en namen.

Is het in Nederland ooit mogelijk geweest om te stemmen per post?

Tussen 1850 en 1896 ontvingen kiezers uiterlijk acht dagen voor de stemming zowel een oproepingsbrief als een stembiljet. Ze vulden thuis het stembiljet in en brachten dit op de verkiezingsdag naar het stembureau. Het stembiljet werd zo dus wel per post bezorgd, maar kon niet per post worden ingeleverd.

Sinds wanneer is het mogelijk om te stemmen per volmacht?

Sinds 1928 is het voor een kiezer mogelijk om iemand anders te machtigen de stem uit te brengen. Dat moest lange tijd wel gemotiveerd worden, maar de procedure werd in de loop der tijd vereenvoudigd. Zo moest je aanvankelijk al voor 1 januari van het verkiezingsjaar iemand anders machtigen. Bovendien konden alleen familieleden woonachtig in dezelfde gemeenten worden gemachtigd. Door een initiatiefwet-Haars i werd die kring in 1970 enigszins verruimd.

Wat is een voorkeursstem?

Het is mogelijk om met voorkeurstemmen tot Tweede Kamerlid te worden gekozen. Dat betekent dat iemand die normaal gesproken niet was verkozen, omdat hij of zij te laag op de lijst stond, toch een zetel verovert. Er worden ook voorkeurstemmen uitgebracht op kandidaten die op grond van hun plaats op de lijst toch wel gekozen zouden zijn. Zo worden er als regel veel voorkeurstemmen uitgebracht op vrouwelijke kandidaten.

4.

Partijen en kandidaten

Hoeveel partijen doen er mee aan de Tweede Kamerverkiezingen?

Het aantal partijen dat deelneemt aan de Tweede Kamerverkiezingen lag in de periode 1982-2017 tussen de 17 en 28. Als regel behaalt iets minder dan de helft daarvan een zetel.

Hoeveel vrouwelijke lijsttrekkers zijn er?

Er zijn relatief weinig vrouwelijke lijsttrekkers geweest, maar bij sommige verkiezingen waren dat er wel meerdere. Zo waren in 2010 Femke Halsema, Marianne Thieme en Rita Verdonk lijsttrekker. VVD, CDA, PVV, SGP en ChristenUnie hadden nooit een vrouwelijke lijsttrekker.

Hoeveel nieuwkomers zijn er gemiddeld in de Kamer na de verkiezingen?

Bij de verkiezingen i komen ook nieuwkomers in de Tweede Kamer i. In het overzicht op deze pagina zijn de aantallen nieuwkomers opgenomen die bij de verkiezingen zijn beëdigd. Kamerleden die later zijn beëdigd, worden in dit overzicht niet opgenomen.

Hebben nieuwe politieke partijen een kans om gekozen te worden in de Tweede Kamer?

In mei 2002 haalde de lijst Pim Fortuyn i als nieuwkomer liefst 26 zetels in de Tweede Kamer i. Dat was uitzonderlijk, want tot 2002 haalde de grootste nieuwkomer slechts acht zetels. Dat was DS'70 i, de partij van Drees jr. i, in 1971.

5.

Verkiezingen in de coronacrisis

Zijn er vaker verkiezingen geweest in een crisisperiode?

Alleen in de jaren 1940-1945 vonden er geen verkiezingen plaats. Eigenlijk zou er in juni 1941 een nieuwe Tweede Kamer moeten zijn gekozen, maar de Duitse bezetting maakte dat onmogelijk. De eerste verkiezingen na de bevrijding waren op 17 mei 1946.

6.

Verkiezingen en de Grondwet

Wat betekent het begrip 'Grondwetsverkiezingen'?

Na aanvaarding door beide Kamers van een wetsvoorstel ter overweging van grondwetsherziening moet de Tweede Kamer worden ontbonden. Dat gebeurt sinds 1922 echter niet meer direct, maar 'op termijn'. De ontbinding valt daarmee samen met toch al geplande, reguliere Tweede Kamerverkiezingen.

Welke Grondwetswijzigingen liggen voor tijdens de komende Tweede Kamerverkiezingen?

Voorstellen om de Grondwet te wijzigen moeten in 'twee lezingen' door de Tweede en Eerste Kamer. Nadat een voorstel tot wijziging van de Grondwet in beide Kamers is behandeld en met een gewone meerderheid is aangenomen, moeten de voorstellen na Tweede Kamerverkiezingen nog een keer door de nieuwe Tweede Kamer en de Eerste Kamer worden behandeld. Een voorstel tot wijziging van de Grondwet is dan pas aangenomen als tweederde van de aanwezige Kamerleden in beide Kamers voorstemt.

7.

Verkiezingsuitslagen in de geschiedenis

Hoe zagen verkiezingsuitslagen er tussen 1917 en 2017 uit? Welke partijen deden er in welk jaar mee en met welk verkiezingsprogramma?

Van alle verkiezingen in de Tweede Kamer i sinds 1917 is op deze website een beschrijving te vinden. Daarin zijn de uitslagen, kerngegevens en informatie over lijsttrekkers en kandidaten opgenomen. Om enige structuur aan te brengen in de veelheid van verkiezingen is een onderverdeling gemaakt naar periode.

Welke partij boekte de grootste zetelwinst in de geschiedenis? En welke partij het grootste verlies?

De verschuivingen in zetels bij Tweede Kamerverkiezingen i zijn vanaf 1989 steeds groter geworden. Wie boekten de afgelopen jaren de meeste winst en leden het grootste verlies? Neem contact op met de redactie van PDC voor een volledig overzicht.

Worden partijen bij Tweede Kamerverkiezingen vaker beloond of afgestraft voor kabinetsdeelname?

Het is opvallend dat de regeringscoalitie haast altijd zetels verliest, waarbij overigens de tweede of kleinere partijen in een coalitie vaak harde klappen kregen. In 2017 en 2023 was het verlies zelfs dramtisch. In 2021 boekte het kabinet-Rutte III i twee zetels winst als coalitie. Daarvoor konden sinds 1959 enkel het kabinet-Kok I in 1998 en het kabinet-Den Uyl in 1977 winst boeken als coalitie.