Staatssecretaris als opstap naar minister

Source: Parlement.com.

Door het toegenomen belang van de functie werd het staatssecretariaat1 in toenemende mate een opstap naar het ministerschap. In het huidige kabinet zitten drie ministers, die eerder staatssecretaris waren.

Die stap kwam voorheen overigens ook al voor, want Cals2 werd bijvoorbeeld in 1952 na twee jaar staatssecretaris te zijn geweest, minister. De Jong3 doorliep in de jaren zestig een politieke loopbaan die begon als staatssecretaris en die na een ministerschap eindigde als minister-president.

Andere voorbeelden zijn Veldkamp4, Netelenbos5, Vermeend6, Hoogervorst7 en Bussemaker8. Sporadisch wordt een minister nadien weer staatssecretaris, zoals bijvoorbeeld Bukman9 en Paul10.


  • 1. 
    Een staatssecretaris ondersteunt een minister bij het politiek leiden van een ministerie. Staatssecretarissen komen vooral voor bij 'zware' ministeries. Daar krijgen zij een specifiek beleidsterrein onder hun hoede, maar de minister blijft medeverantwoordelijk. Net als de minister moet een staatssecretaris verantwoording afleggen aan het parlement.
     
  • 2. 
    Onderwijsminister en KVP-politicus, die korte tijd minister-president was. Begon zijn loopbaan als advocaat. Na twee jaar lidmaatschap van de Tweede Kamer staatssecretaris van jeugd en cultuur (en omroep). Tijdens zijn langdurige ministerschap van onderwijs (1952-1963) bracht hij vele wetten tot stand, onder andere over het kleuteronderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. Was vooral de man van de 'Mammoetwet', een wet tot regeling van het gehele voortgezet onderwijs. Verdedigde dit omvangrijke voorstel in een urendurend betoog. Het in 1965 door hem gevormde ambitieuze kabinet viel in de Nacht van Schmelzer. Hij leidde daarna met Donner een staatscommissie over staatkundige vernieuwing. Gewiekst politicus en debater, die als 'beste jongetje van de klas' ook wel weerstanden opriep. Behoorde in de KVP tot de linkervleugel, maar bleef wel zijn partij trouw. Had een enorme werklust wat ten koste ging van zijn gezondheid.
     
  • 3. 
    Katholieke onderzeebootcommandant die in de woelige jaren zestig op kordate wijze een kabinet leidde. Werd na staatssecretaris van Marine te zijn geweest (1959-1963) en na het ministerschap van Defensie (1963-1967) vrij verrassend premier, omdat een formatiepoging van Biesheuvel was mislukt. Goede, pragmatisch ingestelde bewindspersoon en teamleider. Beschikte over een typische, droge humor en relativeringsvermogen ('wij passen slechts op de winkel') en werd mede daardoor populair. Hoewel hij regeerde in een roerige tijd, was het door hem geleide kabinet het eerste naoorlogse kabinet dat zonder crisis de vier jaar volmaakte. Ondanks zijn populariteit wees de KVP hem in 1971 niet aan als lijsttrekker. Was daarna drie jaar Eerste Kamerlid en fractievoorzitter in de Senaat.
     
  • 4. 
    Krachtdadig KVP-minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid die belangrijke wetgeving tot stand bracht, zoals de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet, de Wet sociaal minimum, de Wet op de Arbeidsongeschiktheid en de Wet Werkloosheidsvoorziening. Was na leraar, ambtenaar en raadslid te zijn geweest als 31-jarige al staatssecretaris van Economische Zaken. Bracht in die functie de eerste Middenstandsnota uit. In 1961 volgde hij de zwakke minister Van Rooy op en loodste hij direct bekwaam de Kinderbijslag door het parlement. Had goede banden met de vakbeweging, maar weinig vrienden in de kabinetten waarvan hij deel uitmaakte. Voorstander van samenwerking met de PvdA. Zeer bekwame wetgever, maar ook een onbehouwen doordouwer in discussies en regelmatig het middelpunt van kabinetsruzies.
     
  • 5. 
    Zelfbewuste PvdA-politica die voortvarend haar politieke doelen nastreefde, maar daardoor soms weerstanden opriep. Was aanvankelijk lerares en cursusleidster en een bekwame voorzitter van PvdA-congressen. In de Tweede Kamer woordvoerster gehandicaptenbeleid en onderwijs. Bracht in het kabinet-Kok I als staatssecretaris van Onderwijs wetgeving over onder andere de financiering en inrichting (profielen) van het voortgezet onderwijs tot stand. Voerde ook het vmbo in. Haar plannen als minister van Verkeer in het kabinet-Kok II om via tolheffing het aantal files te verminderen, bleven onuitgevoerd. De fraude in de wegenbouw ondermijnde haar gezag als minister. In 2003 verliet zij, na een korte periode als Tweede Kamerlid, de Haagse politiek. Was daarna in diverse gemeenten waarnemend burgemeester.
     
  • 6. 
    Fiscale 'whizzkid', die na docent aan de Leidse universiteit te zijn geweest een actief Tweede Kamerlid voor de PvdA werd. Tijdens zijn lidmaatschap enkele jaren parttime hoogleraar belastingrecht in Groningen en Maastricht. Ontpopte zich als Kamerlid al als vindingrijk wetgever, onder meer via een fiscale regeling om langdurig werklozen aan werk te helpen. Als staatssecretaris in de kabinetten-Kok was hij met Zalm architect van de ingrijpende belastingherziening, die in 2001 als het belastingplan voor de 21e eeuw van kracht werd. Als minister van Sociale Zaken bracht hij een veelomvattende wijziging van de uitvoering van de werknemersverzekeringen tot stand. Hij is nu hoogleraar in Maastricht en adviseur bij Boer & Croon. Politicus die steeds 'alle cijfers' kende.
     
  • 7. 
    Behendig, zelf- en doelbewust VVD-politicus, die al na vier jaar Tweede Kamerlidmaatschap tot het kabinet toetrad. Was medewerker en tekstschrijver van Frits Bolkestein en werd als Kamerlid financieel woordvoerder. Als staatssecretaris van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II bracht hij onder meer de Wet poortwachter tot stand, die snelle reïntegratie van zieke en arbeidsongeschikte werknemers moest bevorderen. Minister van Financiën in het kabinet-Balkenende I. Als minister van Volksgezondheid in het kabinet-Balkenende II voerde hij een nieuw zorgstelsel in, waardoor het ziekenfonds verdween en er meer marktwerking kwam. Debater die soms licht geraakt was en fel reageerde, maar die ook goed kon incasseren. Was in 2007-2011 bestuursvoorzitter van de AFM en is nu voorzitter van de International Accounting Standards Board te Londen.
     
  • 8. 
    Getalenteerde, nogal serieuze PvdA-politica, die na onderzoeker, beleidsmedewerker en universitair docent te zijn geweest, al snel een prominent Tweede Kamerlid werd. Hield zich bezig met volksgezondheid, sociale zaken en cultuur en was bij de mislukte formatie van 2003 secondant van partijleider Wouter Bos. In het kabinet-Balkenende IV was zij als staatssecretaris verantwoordelijk voor onder meer medische ethiek, de wmo, zorg, ouderenbeleid en sport. Keerde, na ruim anderhalf jaar rector van de Hogeschool van Amsterdam te zijn geweest, in 2012 in Rutte II terug als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voerde het omstreden sociaal leenstelsel in. Werd in 2018 hoogleraar in Leiden aan de medische en de governance faculteit. Haar vader overleefde als jongen de Japanse kampen en zij schreef daar een boek over. Was al jong maatschappelijk betrokken.
     
  • 9. 
    Vooraanstaand CDA-politicus van antirevolutionairen huize, afkomstig uit een tuindersgezin. Maakte carrière in de Christelijke Land- en Tuinbouwbond. Was in 1980 de eerste voorzitter van het CDA na de fusie van KVP, ARP en CHU. Stond bekend om zijn krachtige optreden. Wekte daarmee op den duur wrevel, maar wist zo wel effectief leiding te geven aan het verdere fusieproces. Korte tijd senator en vervolgens minister voor Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Lubbers II. Werd daarna - zeer tegen zijn zin - staatssecretaris in het kabinet-Lubbers III, maar volgde in 1990 Braks op als minister van Landbouw. In 1996 vrij onverwacht Tweede Kamervoorzitter als opvolger van Deetman, hoewel velen een voorkeur hadden voor Ali Doelman, die tot dan ondervoorzitter was. Zijn Kamervoorzitterschap werd niet als een groot succes beschouwd en eindigde in 1998.
     
  • 10. 
    Mariëlle Paul (1966) is sinds 2 juli 2024 staatssecretaris voor primair en voortgezet onderwijs en emancipatie. Zij was van 23 juli 2023 tot 2 juli 2024 minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in het demissionaire kabinet-Rutte IV. Van 31 maart 2021 tot 21 juli 2023 en van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 was mevrouw Paul Tweede Kamerlid voor de VVD. Daarvoor was zij werkzaam als communicatiedirecteur bij Royal BAM Group NV, was zij vicevoorzitter van de VVD Amsterdam en maakte zij deel uit van het gemeentelijke permanente campagneteam.