Commissie-Kranenburg
De ministeriële commissie-Kranenburg werd in 1954 bij ministeriele regeling ingesteld door de minister-president, de minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Buitelandse Zaken en minister zonder portefeuille Luns. Ze kreeg de taak om te adviseren over een technische herziening van de grondwettelijke bepalingen over het buitenlands beleid, zoals die in 1953 in de Grondwet1 waren opgenomen. Het ging onder meer om zaken als het horen van de Raad van State2, de toepasbaarheid van bepalingen op door de ILO (Internationale Arbeidsorganisatie) gesloten overeenkomsten en over de mogelijkheid van een spoedprocedure.
De commissie stelde met name redactionele wijzigingen voor, zoals het vervangen van 'van kracht worden' in 'in werking treden'. Voorts werden voorgesteld enkele overbodige gebleken zinnen te schrappen.
Contents
1953 ingrijpende herziening van Grondwetsbepaling betreffende buitenlands beleid n.a.v. opmerkingen in Staten-Generaal hierover en inmiddels opgedane ervaringen(rechtstechnische tekortkomingen)
naam |
functie(s) |
politieke kleur |
---|---|---|
lid Raad van State2 (voorzitter) |
||
PvdA |
||
Eerste Kamerlid8 en hoogleraar aan de VU |
||
hoogleraar VU |
ARP |
|
prof.mr. F.J.F.M. Duynstee |
hoogleraar KU Nijmegen |
|
hoogleraar KU Nijmegen |
KVP |
|
directeur-generaal Binnenlandse Bestuur |
partijloos |
|
prof.mr. B.H. Kazemier |
hoogleraar te Rotterdam |
partijloos |
Eerste Kamerlid |
||
Tweede Kamerlid en hoogleraar te Rotterdam |
||
J. Riphagen |
ambtenaar ministerie van Binnenlandse Zaken |
partijloos |
Tweede Kamerlid |
KVP |
|
dr. A.M Stuyt |
hoofd afdeling Verdragen, ministerie van Buitenlandse Zaken |
KVP |
Gewijzigde bepalingen nader te herzien zonder aan de beginsel van de nieuwe bepalingen te raken, dus vooral rechtstechnische herziening.
Het was niet duidelijk of bij overeenkomsten met andere landen of volkenrechterlijke organisaties die ter stilzwijgende goedkeuring aan de Staten-Generaal konden worden voorgelegd, de Raad van State moest worden gehoord.
Op basis van de conclusies van de commissie kwam in 1956 een herziening van de Grondwet tot stand.
- 1.De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument en hoogste nationale wet van Nederland. Zij bevat de regels voor onze staatsinstellingen en de grondrechten van de burgers. Daarnaast bevat de Grondwet regels over bestuur, wetgeving en rechtspraak. De Grondwet telt acht hoofdstukken. Artikel 5.2 van het Statuut van het Koninkrijk bepaalt dat de Grondwet de bepalingen daarvan in acht neemt.
- 2.De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
- 3.Staatsrechtgeleerde met groot gezag, die, hoewel hij meer wetenschapper dan politicus was, onder andere als senator en partijvoorzitter een voorname rol in de VDB speelde. Zoon van een tabaksfabrikant en aanvankelijk rechter. Werd in 1914 hoogleraar, eerst in Amsterdam en daarna in Leiden. Schreef handboeken over het staats- en administratief recht. Als lid van de nieuwgevormde PvdA volgde hij in 1946 De Vos van Steenwijk op als Eerste Kamervoorzitter. Leidde in 1948 de inhuldigingsplechtigheid van koningin Juliana in de Nieuwe Kerk. Werd in 1951 lid van de Raad van State.
- 4.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 5.PvdA-voorman die in het tijdperk-Drees, maar ook nadien, onder meer als formateur, een vooraanstaande politieke rol speelde. Was advocaat in Dordrecht en werd in 1944 als Engelandvaarder opgenomen in het kabinet-Gerbrandy. Een conflict met Gerbrandy over de naoorlogse berechting van 'foute' Nederlanders leidde tot zijn aftreden. In 1945 voor de SDAP lid van het noodparlement en vanaf 1952 als fractievoorzitter naast Drees de voornaamste PvdA-politicus. In 1955 en 1956 succesvol informateur. Verliet in 1962 de Tweede Kamer na kritiek op zijn ongepolijste stijl. Werd daarna senator en in 1970 staatsraad. Mede door zijn directe wijze van uitdrukken en doortastende optreden wist hij in 1973 een wig te drijven in het confessionele kamp en werd hij de architect van het kabinet-Den Uyl. Was behalve PvdA-voorman ook voorzitter van de VARA.
- 6.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 7.Kleine, parmantige hoogleraar, senator, minister van Onderwijs en Wetenschappen en Tweede Kamerlid uit een bekende antirevolutionaire familie. Zoon van een Tweede Kamerlid en neef van een Eerste Kamerlid. Verhief spreken tot een kunst en wist de prachtigste zinnen met zijn sonore, enigszins gedragen stemgeluid uit te spreken. Kreeg bekendheid door radio- en tv-rubrieken bij de NCRV. In 1965 minister in het kabinet-Cals en daarna in het interimkabinet-Zijlstra. Was na zijn ministerschap vier jaar Tweede Kamerlid voor de ARP en keerde daarna terug naar de Eerste Kamer, vanaf 1977 als CDA'er. Erudiete wetenschapper met een verfijnde humor.
- 8.De Eerste Kamer bestaat uit 75 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van vier jaar worden gekozen via de kieslijst van een politieke partij. De leden worden indirect gekozen: eerst kiezen burgers leden van de Provinciale Staten. Zij kiezen daarna de Eerste Kamerleden.
- 9.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 10.Vooraanstaand staatsrechtgeleerde uit een bekend gereformeerd geslacht van juristen. Hoogleraar aan de Vrije Universiteit en daarna rechter in het Europese Hof van Justitie. Leidde met Cals in de jaren zestig een grondwetscommissie en onderzocht in 1976 samen met Peschar en Holtrop de Lockheedaffaire. Bewerkte het door Van der Pot geschreven gezaghebbende leerboek over staatsrecht. Zijn vader en zoon waren minister.
- 11.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 12.KVP-politicus en rechtsgeleerde, die in 1949 staatssecretaris van Economische Zaken in het kabinet-Drees I werd en daarmee de eerste staatssecretaris van ons land was. Zoon van een Nijmeegse hoogleraar staatsrecht. Had een belangrijk aandeel in de totstandkoming van de Wet op de bedrijfsorganisatie, waarbij de SER werd ingesteld. Na zijn staatssecretariaat hoogleraar in Nijmegen en voorzitter van diverse commissies, onder andere over het vennootschapsrecht. Tijdens de kabinetsformatie van 1977 opende hij als informateur de weg voor samenwerking tussen CDA en VVD en voor vorming van het eerste kabinet-Van Agt. Vruchtbaar publicist op juridisch gebied.
- 13.Topambtenaar op Binnenlandse Zaken en staatsraad. Secretaris en lid van enkele staatscommissies. Vervulde verder enige functies op het gebied van de luchtvaart. In de bezettingstijd een loyaal medewerker van secretaris-generaal Frederiks en na de oorlog steun en toeverlaat van Beel. Vooraanstaand publicist over staats- en administratief recht. Zoon van minister J.B. Kan en broer van cabaretier Wim Kan.
- 14.Kantonrechter die vierentwintig jaar Eerste Kamerlid voor de CHU was. Zowel zijn vader als grootvader en diverse andere familieleden waren burgemeester van Deil. Hijzelf was actief als waterstaatsbestuurder in de Tielerwaard en kantonrechter in Geldermalsen en later in Vianen en Gorinchem. Bekleedde verder diverse bestuursfuncties in het veilingwezen. In de Senaat hadden justitie, waterstaat en landbouw zijn voornaamste belangstelling en was hij enige jaren fractievoorzitter. Overleed kort nadat hem in de Senaat een huldeblijk ten deel was gevallen vanwege zijn 80e verjaardag. Beschikte over een milde humor en stond bekend als een prettige causeur.
- 15.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 16.Staatsman, geschiedschrijver, staatsrechtgeleerde en voorman van de VDB en de VVD. Begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris en belastingontvanger en was al op jonge leeftijd een vooraanstaand en veelzijdig Tweede Kamerlid. Trad in 1933 met Marchant toe tot het crisiskabinet-Colijn en voerde als minister van Financiën een strak bezuinigingsbeleid. In 1938 burgemeester van Rotterdam (tot 1952). Na de oorlog korte tijd lid van de PvdA, maar voelde zich daarin toch niet thuis en richtte met Stikker in 1948 de VVD op. Werd daarvan de onbetwiste politieke leider. Sprak met een wat hoge, zachte stem, maar had in de Kamer veel gezag door zijn kennis van het staats- en parlementsrecht. Kon overigens ook vilein uit de hoek komen en gold als autoritair. Schreef standaardwerken over de parlementaire geschiedenis.
- 17.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 18.Voorman van de KVP die met Drees in de naoorlogse jaren de Nederlandse politiek domineerde. Was voor de Tweede Wereldoorlog als jong Amsterdams gemeenteraadslid al een gedreven katholiek politicus. Na een hoogleraarschap in Tilburg werd hij in 1937 minister van Sociale Zaken in het vierde kabinet-Colijn. Streefde een actievere werkgelegenheidspolitiek na en kreeg bekendheid door zijn spaarregeling voor werklozen ('het kwartje van Romme'). Werd na de oorlog geen minister meer, waarbij mogelijk zijn wat omstreden rol in de oorlog (commissaris van een reclamebedrijf dat ook voor de Duitsers werkte) een rol speelde. Was tot 1961 fractieleider en werd toen staatsraad. Was tevens politiek commentator van De Volkskrant. Begenadigd spreker, die prachtige zinnen maakte. Harde werker: las als enige alle kamerstukken. Politieke peetvader van Klompé en Schmelzer. Bijnaam: 'de Sfinx van Overveen'.
- 19.Een grondwetscommissie houdt zich bezig met mogelijke Grondwetsherzieningen. Vaak is een grondwetscommissie een staatscommissie: een niet-permanent adviesorgaan dat bij koninklijk besluit wordt ingesteld door de regering.