Plenaire COSAC voor 55e maal van start

Op maandag 13 juni kwamen ruim 250 parlementariërs en medewerkers uit heel Europa in Den Haag bijeen voor de plenaire vergadering van de COSAC. De COSAC beoogt het uitwisselen van informatie en best practices tussen de verschillende nationale parlementen. Ook leden van het Europees Parlement i namen deel aan de conferentie. De deelnemers werden verwelkomd door de Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol i. Zij sprak over hoe Europa moet omgaan met de instabiliteit waarmee we worden geconfronteerd:

“Het is van essentieel belang dat wij een manier vinden om onze vrije, open en democratische samenleving te beschermen en te waarborgen en dat wij vastberaden de rechtstaat handhaven. Parlementariërs vervullen daarin een belangrijke rol. De rechtstaat is de grondslag van de basiswaarden van de EU. Deze waarden vormen onze Europese identiteit en nationale en Europese parliamentariërs zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het beschermen van die identiteit.”

Na deze openingswoorden werd onder leiding van senator Tuur Elzinga i de agenda vastgesteld en werden de resultaten van de Trojka-vergadering, die gister plaatsvond, gedeeld.

Mark Rutte i sprak vervolgens de deelnemers toe. In zijn toespraak reflecteerde hij op het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie i. Hij gaf daar bij aan dat nationale parlementen als ze samenwerken een belangrijke rol kunnen hebben in de EU:

“Nationale parlementen kunnen een sleutelrol vervullen. Een enkel parlement kan slechts een beperkte rol spelen. Samen kunnen nationale parlementen geweldig veel bereiken: je kunt parlementen de luidste stem in de EU geven.”

De parlementariërs kregen vervolgens de gelegenheid om zich met vragen en opmerkingen tot de minister-president te richten. Daarbij kwamen onder andere de gevolgen van de uitslag van het raadgevend referendum over het associatieakkoord met Oekraïne, TTIP en de migratieproblematiek aan de orde.

Tijdens de eerste sessie spraken de parlementariërs met elkaar over de wijze waarop zij parlementaire controle uitoefenen op Europese dossiers. Tijdens deze sessie, die gemodereerd werd door Tweede Kamerlid Marit Maij onder andere over het gebruik van rapporteurs en de inzet van de gele of groene kaart. Ook werd er gesproken over de zogeheten trilogen.

Als afsluiting van de ochtendsessie werd Eurocommissaris en eerste vicepresident van de Europese Commissie i Frans Timmermans i geïnterviewd door Marit Maij i. Zij spraken met name over de instrumenten die nationale parlementen tot hun beschikking hebben om invloed uit te oefenen op Europees beleid. Maij vroeg Timmermans onder andere naar zijn gedachten over de verschillende kaartprocedures en hoe deze procedures kunnen werken in de politieke dialoog.

Timmermans stelde naar aanleiding van de recente gele kaart over de mogelijkheid tot verschillen in betaling van arbeidsmigranten dat de Europese Commissie in gesprek moet gaan over het politieke probleem hierachter en niet een louter formele opstelling moet kiezen. Hij verwees naar de frustrerende ervaring die hij destijds als minister had toen de EC een gele kaart over een Europees Openbaar Ministerie naar zijn zeggen onmiddellijk naar de prullenbak verwees. "Natuurlijk gaat het bij die kaarten om subsidiariteit en proportionaliteit maar ik vind dat we als Commissie ook het politieke probleem moeten bespreken."

Hij gaf daarbij aan dat de procedures in Brussel niet te lang moeten duren: meer tijd leidt niet automatisch tot meer kwaliteit: “we take a terrible long time on legislation.”

In zijn betoog benadrukte Timmermans verder meerdere keren het belang van openheid: iedereen, dus ook de nationale parlementen, moet weten: what’s cooking in Brussels?

Tijdens de lunchpauze vonden er twee informele side-sessies plaats. De Nederlandse rapporteurs voor de Single European Sky (SES) organiseerden een bijeenkomst over de implementatie van de SES. Daarnaast vond er op initiatief van het Estse parlement een informele sessie over de deeleconomie plaats, waarover de parlementsleden uit Estland graag met hun collega’s van gedachten wilden wisselen.