Parlementair onderzoek Aanschaffingsbeleid defensiemateriaal en de controle daarop
Op 22 december 1976 stelde de Tweede Kamer1 een bijzondere commissie in voor het onderzoek naar het aanschaffingsbeleid op het gebied van defensiemateriaal en de controle daarop (COAC). Directe aanleiding waren de bevindingen van de commissie van drie in de Lockheed-affaire.
Taak was het onderzoeken van de besluitvorming bij aanschaf van defensiematerieel en de controle die Kamer daarbij uitvoert. Verder moest worden bekeken wat de betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven was bij het aankoopbeleid.
De onder voorzitterschap van de KVP'er Marius van Amelsvoort2 staande commissie stelde twee subcommissies in, waarvan alleen die voor het wapenaankoopbeleid o.l.v. K.G. de Vries3 een rapport uitbracht. Die subcommissie onderzocht één casus, namelijk de aanschaf van de NF-5-toestellen voor de Koninklijke Luchtmacht in de jaren 1965-1966.
Subcommissie wapenaankoopbeleid
-
-Klaas de Vries3 (PvdA), voorzitter
-
-Joop van Elsen4 (KVP)
-
-Ad Ploeg5 (VVD)
-
-Hannie van Leeuwen6 (ARP)
-
-Bas de Gaay Fortman7 (PPR)
-
-Joop Wolf8 (CPN)
Griffier: A.J.B. Hubert
Over de werkzaamheden van de subcommissie, zoals het horen van diverse ambtenaren, militairen en bewindspersonen, verscheen in juni 1977 een uitvoerig verslag (kamerstuk 14.511, nr. 2).
De reconstructie van de aanschaf van de NF-5 bestond hoofdzakelijk uit gedetailleerde vastlegging van het gehele proces en de daarin gemaakte keuzes en afwegingen. Geconcludeerd werd dat in de aanvangsfase niet altijd de noodzakelijke zorgvuldigheid in acht was genomen. Zo was er soms onvoldoende terughoudendheid bij mededelingen over een mogelijke opdracht aan bedrijven.
Meer over
- 1.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 2.Veelzijdige katholieke politicus uit Brabant die vijfentwintig jaar in diverse functies actief was. Begon zijn loopbaan in het bankwezen en was daarna financieel-economisch woordvoerder van de KVP in Eerste en Tweede Kamer. Hield zich als Tweede Kamerlid ook bezig met buitenlandse zaken. Tussen 1980 en 1994 diverse keren staatssecretaris van Financiën en Binnenlandse Zaken. Als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken bracht hij nieuwe wetgeving over rampenbestrijding tot stand; als staatssecretaris van fiscale zaken een nieuwe belasting op personenauto's. Was in die functie ook verantwoordelijk voor verhoging van de accijns op autobrandstoffen, in latere politieke discussies bekend als 'het kwartje van Kok'.
- 3.Dominante PvdA-politicus met een grote staat van dienst. Zoon van een protestantse Limburgse leraar. Studeerde staatsrecht na eerst in de VS een opleiding voor acteur te hebben gevolgd. Onderscheidde zich in de Tweede Kamer al jong als defensiewoordvoerder en was daarna onder meer fractiesecretaris en voorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Na hoofddirecteur van de VNG en voorzitter van de SER te zijn geweest, keerde hij in 1998 terug in de Haagse politiek als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II. In 1999 stapte hij over naar Binnenlandse Zaken. Kwam in 2002 als één van de weinige paarse ministers terug in de Kamer en dong mee naar het leiderschap van de PvdA. Kruiste vaak de degens met minister Verdonk over het asielbeleid. Na 2007 acht jaar een prominent Eerste Kamerlid. Scherp debater, die met een nuchtere zakelijkheid zijn tegenstanders nooit spaarde.
- 4.Generaal-majoor die in de politiek was 'verdwaald'. Was havik noch duif en ook niet de houwdegen uit de militaire wereld van toen. In doen en laten eerder onconventioneel, in opvattingen over defensie eerder gematigd progressief dan streng behoudend. Dat verhinderde deze woordvoerder defensie van de KVP-fractie overigens niet zich te ontwikkelen tot geharnast tegenstander van minister Vredeling in het kabinet-Den Uyl. Begon zijn militaire loopbaan in Nederlands-Indië en was nadien onder andere docent en commandant van een pantserbrigade. Als Kamerlid voorzitter van de vaste commissie voor Defensie.
- 5.Defensie-woordvoerder van de VVD-Tweede Kamerfractie, die staatssecretaris van onder meer dierenwelzijn en visserij werd in het eerste kabinet-Lubbers. Vocht als officier mee in de Korea-oorlog. Nadien onder meer docent aan de Hogere Krijgsschool en luitenant-kolonel. Vurig verdediger van de NAVO en voorstander van een krachtige defensie die weinig op had met vredesactivisten. Mocht noch in 1977, noch in 1982 staatssecretaris van Defensie worden, maar werd in dat laatste jaar tot veler verrassing wel staatssecretaris van Landbouw. Keerde vervolgens nog drie jaar terug in de Tweede Kamer.
- 6.Vooraanstaande, strijdbare christendemocratische politica. Was maatschappelijk werkster en kwam eind 1966 voor de ARP in de Tweede Kamer. Werd woordvoerster maatschappelijk werk en sociale zaken en in 1973 tevens defensie-woordvoerster. Behoorde tot de 'sociale' vleugel van haar fractie. Verdedigde in 1976 (tevergeefs) met Til Gardeniers een abortusvoorstel dat uitging van het beginsel 'nee, tenzij'. Verliet in 1978 de Kamer en stapte over naar het bedrijfsleven. Actief in diverse organisaties op het gebied van welzijn, volksgezondheid en sociale zekerheid. Was tevens fractievoorzitter in de gemeenteraad, wethouder en waarnemend burgemeester. Keerde in 1995 op 69-jarige leeftijd terug in de Haagse politiek als senator. Was in de Eerste Kamer voorzitter van de vaste commissie voor VWS en woordvoerster sociale zaken. Door haar kennis en ervaring was zij in de Senaat een geducht tegenspeelster van de bewindslieden op die terreinen.
- 7.Voorman en later senator van de PPR en deskundige op het gebied van politieke economie. Stapte in 1970 als één van de weinige ARP-spijtstemmers over naar de PPR. Hoogleraar in Afrika, daarna jarenlang aan het Institute for Social Studies en vanaf 2000 aan de Universiteit Utrecht. In 1971 Tweede Kamerlid. Was op het eerste gezicht voor de wat jonge, hippe achterban een wat a-typisch PPR-lid, maar was bij hen populair. Leidde zijn partij in 1972 naar verkiezingswinst. Fractievoorzitter tijdens het kabinet-Den Uyl. Verruilde in 1977 de Tweede Kamer voor de Eerste Kamer, waarvan hij steeds meer een verdediger zou worden. Zoon van ARP-senator en minister W.F. de Gaay Fortman.
- 8.Communist van de oude stempel en als Tweede Kamerlid een fel en geducht debater. Lange tijd bestuurder van het ANJV, de communistische jeugdbeweging en later hoofdredacteur van De Waarheid. Als voormalige verzetsstrijder trad hij in de Tweede Kamer vaak op bij debatten over de nasleep van de oorlog, zoals bij de Menten-debatten en debatten over de zaak-Aantjes. Zette zich in het bijzonder in voor oorlogs- en verzetsslachtoffers. Woordvoerder justitie, politie, cultuur, media en defensie van de CPN-fractie. Kwam uit een arm gezin uit de IJmond. Zijn vader overleed al voor Joops geboorte, waarna zijn moeder als verpleegster de kost moest verdienen. Behield, ook na de val van de volksdemocratieën in Oost-Europa, een onwankelbaar geloof in de zegeningen van het communisme.
- 9.Tweede en Eerste Kamer kunnen zelfstandig onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Er kunnen daarbij meerdere instrumenten worden gebruikt. Het zwaarste middel is onderzoek op basis van de Wet op de parlementaire enquête (Wpe). Tussen 2016 en 2023 kende de Tweede Kamer ook de mogelijkheid voor het houden van een parlementaire ondervraging. In juli 2023 is de parlementaire ondervraging vervangen door de beknopte parlementaire enquête.
- 10.De Tweede Kamer kan zelfstandig een onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Dit heet het recht van parlementair onderzoek. Onderzoeken worden gedaan door middel van een hoorzitting, een rondetafelgesprek of een parlementaire enquête. Ook de Eerste Kamer heeft het onderzoeksrecht, maar maakt daar beduidend minder vaak gebruik van.