Parlementair onderzoek Technolease
Naar aanleiding van berichten in NRC Handelsblad en een rapport van de Algemene Rekenkamer werd in 1997 beperkt onderzoek ingesteld naar een - overigens legale - fiscale constructie die aan de Rabobank was vergund in relatie tot Philips. Philips verkocht technologische kennis aan de Rabobank en huurde die vervolgens terug. Later paste Rabobank dit ook toe bij Fokker.
In mei 1997 benoemden de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissies voor Financiën en Economische Zaken op voorstel van VVD-lid Jos van Rey1 een delegatie uit hun midden, die het onderzoek uitvoerde. Het rapport verscheen op 3 juni 1997.
Leden delegatie
-
-Tineke Witteveen-Hevinga2 (PvdA)
-
-Frans Wolters3 (CDA), voorzitter
-
-Henk Kamp4 (VVD)
-
-Francine Giskes5 (D66)
De delegatie vroeg en verkreeg openbaarmaking van (delen van) vertrouwelijke brieven, overlegde met de regering en voerde gesprekken met voormalig minister-president Lubbers6 en voormalig minister van Financiën Kok7.
Staatssecretaris Van Amelsvoort8 had de Kamer op 14 oktober en aansluitend op 15 december 1993 juist geïnformeerd over de politiek overeengekomen lijn. Hij slaagde er niet in de gedragingen op zijn departement voor- en nadien daarmee in overeenstemming te brengen. Daarmee had hij onvoldoende politiek leiding gegeven aan de ambtelijke dienst.
Het feit dat na het overleg op 14 oktober geen merkbare voortgang gemaakt werd met het ontwikkelen van richtlijnen voor technolease leidde niet tot parlementaire reacties. Ook werd niet nagegaan of het gebruik daadwerkelijk mogelijk was voor andere bedrijven, totdat zich de Fokker-casus voordeed. De Kamer ging er op 23 juni 1994 zonder meer vanuit dat de Fokker/Rabobank-transactie gelijk te maken was aan de Philips/Rabobank-transactie.
Meer over
- 1.Roermondse liberale politicus, afkomstig uit het verzekeringswezen en later vastgoedondernemer. Spraakmakende slagerszoon met grote geldingsdrang. Keerde zich in Limburg tegen de overheersing in het bestuur door de KVP. Hield zich als Tweede Kamerlid vanaf 1982 vooral bezig met volkshuisvesting en het midden- en kleinbedrijf en was ondervoorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Gaf in 1989 een nogal openhartig interview, wat hem tijdelijk zijn Kamerzetel kostte, maar keerde in 1991 terug. Werd in 1989 opnieuw wethouder van Roermond, waarmee hij zich een machtspositie verwierf in die gemeente. Zijn nauwe banden met de vastgoedwereld brachten hem later in opspraak en in 2012 moest hij zijn Eerste Kamerlidmaatschap neerleggen. Nadat de VVD hem royeerde, ging hij met een lokale partij verder. De rechter verhinderde in 2018 zijn terugkeer als wethouder, maar in 2022 werd hij dat wel (tot en met 2024).
- 2.PvdA-Tweede Kamerlid uit Drenthe, dat zich tijdens de twaalf jaar dat zij Kamerlid was, ontwikkelde tot een gedegen woordvoerster energiebeleid. Keerde zich namens haar fractie tegen het boren naar gas in de Waddenzee en de Biesbosch. Bescherming van natuurgebieden als de Wadden, de nieuwe Gaswet, intellectueel eigendom, rijksuitgaven en wetgeving op het gebied van beleggingen waren enkele van de onderwerpen waarover zij in de Kamer sprak. Was eerder actief bij de Rooie Vrouwen en het PvdA-gewest Drenthe, en als adjunct-secretaris van de bestuurscommissie Noorden des Lands en manager van Technopolis Twente.
- 3.Een voor het grote publiek niet zo opvallend Limburgs CDA-Tweede Kamerlid, die echter wel vicefractievoorzitter werd en die op de achtergrond in zijn fractie een belangrijke rol speelde. Kwam uit een katholiek middenstandersgezin en werd wethouder in Venlo. In de Kamer specialist op het gebied van de volkshuisvesting. Hield zich ook bezig met sociale zaken en financiën. Was na zijn Kamerlidmaatschap een jaar waarnemend burgemeester van Horst en opnieuw wethouder van Venlo.
- 4.Henk Kamp (1952) was van 24 september 2021 t/m tot 10 januari 2022 minister van Defensie in het (demissionaire) kabinet-Rutte III. Eerder was hij in het kabinet-Balkenende I minister van Volkshuisvesting en nam later in dat kabinet ook Defensie op zich; een ministerschap dat hij ook bekleedde in Balkenende II. Had toen intensieve bemoeienis met de missies in Irak en Uruzgan. Na twee jaar Kamerlid en een functie op de Antillen keerde hij in 2010 terug als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Rutte I. Wegbereider van het kabinet-Rutte II en daarin minister van Economische Zaken. De heer Kamp begon zijn loopbaan als fiscaal rechercheur en wethouder van Borculo en werd in 1994 Tweede Kamerlid voor de VVD. Sinds 1 januari 2018 was hij voorzitter van branchevereniging ActiZ (zorg).
- 5.Planologe en geografe die tien jaar een gewaardeerd Tweede Kamerlid voor D66 was. Werkte onder meer bij het adviesbureau van de Raad van State en het ministerie van VROM. Vanaf 1994 woordvoerster van de D66-fractie voor onder meer financiën, verkeer (waaronder grote projecten), volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, grotestedenbeleid, energie, pensioenen en arbeid en zorg. Pleitbezorgster van de kilometerheffing bij autogebruik. Wist moeilijke vraagstukken helder uiteen te zetten. Maakte enige tijd deel uit van het Kamerpresidium. Verliet in 2004 vanwege tragische persoonlijke omstandigheden de Tweede Kamer. Werd in 2009 burgemeester van Texel en was daarna vanaf 2015 vijf jaar lid van de Algemene Rekenkamer.
- 6.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 7.Former social democratic prime minister of The Netherlands between 1994 to 2002. Wim Kok led a coalition of two political opposites: the social democrats of the PvdA and the liberals of the VVD. Prior to becoming prime minister he was minister for Finance. Considered a competent, sincere politician, capable of forging alliances between political and socio-economic adversaries. During his tenure as prime minister unemployment figures dropped and general income levels rose continually, but his governments were unable to stem growing problems in the sectors of healthcare and education. Internationally lauded as proponent of the "Third Way", striking a balance between right-wing economic and left-wing social policies.
- 8.Veelzijdige katholieke politicus uit Brabant die vijfentwintig jaar in diverse functies actief was. Begon zijn loopbaan in het bankwezen en was daarna financieel-economisch woordvoerder van de KVP in Eerste en Tweede Kamer. Hield zich als Tweede Kamerlid ook bezig met buitenlandse zaken. Tussen 1980 en 1994 diverse keren staatssecretaris van Financiën en Binnenlandse Zaken. Als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken bracht hij nieuwe wetgeving over rampenbestrijding tot stand; als staatssecretaris van fiscale zaken een nieuwe belasting op personenauto's. Was in die functie ook verantwoordelijk voor verhoging van de accijns op autobrandstoffen, in latere politieke discussies bekend als 'het kwartje van Kok'.
- 9.Tweede en Eerste Kamer kunnen zelfstandig onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Er kunnen daarbij meerdere instrumenten worden gebruikt. Het zwaarste middel is onderzoek op basis van de Wet op de parlementaire enquête (Wpe). Tussen 2016 en 2023 kende de Tweede Kamer ook de mogelijkheid voor het houden van een parlementaire ondervraging. In juli 2023 is de parlementaire ondervraging vervangen door de beknopte parlementaire enquête.
- 10.De Tweede Kamer kan zelfstandig een onderzoek instellen naar beleid en projecten en dat onderzoek door Kamerleden laten uitvoeren. Dit heet het recht van parlementair onderzoek. Onderzoeken worden gedaan door middel van een hoorzitting, een rondetafelgesprek of een parlementaire enquête. Ook de Eerste Kamer heeft het onderzoeksrecht, maar maakt daar beduidend minder vaak gebruik van.