Katholieke Volkspartij Jongeren Organisatie (KVPJO)

Source: Parlement.com.
Logo KVPJO

Pas in 1947 zag de eerste officiële jongerenorganisatie van een katholieke politieke partij het licht: de Katholieke Volkspartij Jongeren Groepen (KVPJG). Deze jongerenorganisatie stond onder streng toezicht van de moederpartij. Tot de zestiger jaren waren de jongeren dan ook de partij-jeugd van de KVP1.

Deze houding veranderde vanaf 1965, toen de standpunten een drastische wijziging ondergingen. Zo streefden de jongeren naar een progressieve christendemocratische samenwerking. Als gevolg hiervan kwamen de jongeren in conflict met het hoofdbestuur en stapte een groot deel over naar de PPR2, waarna de KVPJG leegliep en midden jaren 70 zelfs opgeheven werd.

In 1976 stelde het KVP-hoofdbestuur een nieuwe jongerenorganisatie in, die op kon gaan in het CDJA3. Deze fusie vond plaats in 1981.

Contents

  1. Ideologie
  2. Organisatiestructuur
  3. Prominente ex-leden
  4. Historische ontwikkeling

1.

Ideologie

De KVPJG was tot de jaren 60 de jongerentak van de moederpartij, waarbij hen als belangrijkste doel voor ogen stond om de katholieke jeugd volgens de partijbeginselen op te voeden. Ook heeft de KVPJG altijd gestreefd naar christendemocratische samenwerking.

Tijdens de jaren 60 veranderde de ideologie van de jongeren: zij hadden nog altijd één christendemocratische partij als doel, maar dan wel een met een progressieve signatuur. Dit was het grootste verschil tussen de KVP en de KVP-jongeren in die periode.

2.

Organisatiestructuur

De KVPJG kende onder andere een hoofdbestuur en lokale afdelingen. Het hoofdbestuur kende lange tijd een secretaris die door de KVP was aangesteld. De besluitvorming van de jongeren vond plaats tijdens de landelijke congressen.

3.

Prominente ex-leden

  • Marius van Amelsvoort4
  • Wim du Chatinier5
  • Pam Cornelissen6
  • René van der Linden7
  • Jean Penders8
  • Tjerk Westerterp9
  • Jaap van der Doef10

4.

Historische ontwikkeling

Pas in 1946 ontstond er iets van een katholieke politieke jongerenorganisatie. Op 10 mei 1947 erkende de KVP de Katholieke Volkspartij Jongeren Groepen (KVPJG) als officiële jongerenorganisatie. De KVP hield scherp toezicht op de jongeren, door middel van een (betaalde) jongerensecretaris die uit de KVP afkomstig was. Aan de andere kant had de voorzitter van de KVPJG een plek in het hoofdbestuur van de KVP.

De KVPJG diende om de jongeren te vormen tot goede KVP'ers. Alle financiële middelen van de jongeren waren afkomstig van de moederpartij, omdat het lidmaatschap gratis was. Daarnaast werden alle KVP'ers tot 30 jaar automatisch lid van de Jongeren Groepen.

Tijdens de zestiger jaren veranderde de relatie met de moederpartij: het automatische lidmaatschap werd opgeheven en lokale afdelingen mochten nu zelf contributie vragen. De toon van de jongeren werd steeds linkser en steeds progressiever. Dit botste met de koers van de partijleiding, waarna een groot aantal KVP-jongeren overstapte naar de PPR.

Deze leegloop was het begin van het einde voor de KVPJG. De leden liepen weg en de organisatie werd minder actief. Daar tegenover stond dat de KVPJG sinds 1970 twee jongeren op de landelijke kieslijst mocht plaatsen. In 1972 ontstond een federatie van de KVPJG met de CHJO11, maar die bleek niet een lang leven beschoren te zijn. In datzelfde jaar vond het laatste KVPJG-congres plaats en kort daarna hief de KVPJG zichzelf op.

In 1976 nam het KVP-bestuur het initiatief om alsnog een jongerenorganisatie op te zetten, in eerste instantie via de Stichting Politiek Jongerenwerk KVP. Nog in november dat jaar werd de stichting omgedoopt tot Vereniging KVP-Jongeren (KVPJO). Hier lagen twee redenen aan ten grondslag: ten eerste, omdat er sprake was van een christendemocratische samenwerking, waar katholieken deel van uit moesten maken. Als tweede speelde ook de in dat jaar ingestelde subsidie een rol: de KVP wilde de subsidie voor politieke jongerenorganisaties niet mislopen. In 1980 kwam het CDA12 tot stand, waarna in 1981 ook de jongeren fuseerden.

Gegevens

 

Naam

Katholieke Volkspartij Jongeren Organisatie

Moederpartij

KVP

Opgericht

10 mei 1947

Opgeheven

17 januari 1981

Ledenaantal

Maximaal 5200 (in 1960)

Ledenblad

Jongeren Voorop


Meer over

  • KVP1
  • Politieke jongerenorganisaties13
 

  • 1. 
    De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
     
  • 2. 
    De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
     
  • 3. 
    Het Christen-Democratisch Jongeren Appèl (CDJA) is een onafhankelijke politieke jongerenorganisatie die verbonden is aan het CDA. De jongerenorganisatie kwam tot stand na een fusie van de KVPJO (KVP-Jongeren), ARJOS (ARP-Jongeren) en CHJO (CH-Jongeren). De organisatie is opgericht in 1981 en is lokaal, landelijk en internationaal actief. Het CDJA heeft circa vijftig afdelingen die zich richten op provinciale en lokale politiek.
     
  • 4. 
    Veelzijdige katholieke politicus uit Brabant die vijfentwintig jaar in diverse functies actief was. Begon zijn loopbaan in het bankwezen en was daarna financieel-economisch woordvoerder van de KVP in Eerste en Tweede Kamer. Hield zich als Tweede Kamerlid ook bezig met buitenlandse zaken. Tussen 1980 en 1994 diverse keren staatssecretaris van Financiën en Binnenlandse Zaken. Als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken bracht hij nieuwe wetgeving over rampenbestrijding tot stand; als staatssecretaris van fiscale zaken een nieuwe belasting op personenauto's. Was in die functie ook verantwoordelijk voor verhoging van de accijns op autobrandstoffen, in latere politieke discussies bekend als 'het kwartje van Kok'.
     
  • 5. 
    Katholieke Haagse winkelierszoon, die in jaren zeventig in de Tweede Kamer woordvoerder voor de KVP was voor sportaangelegenheden, defensie en drugsbeleid. Was zelf als kort-verbander actief geweest bij de Landmacht en Luchtmacht en nadien ambtenaar. Kwam als vertegenwoordiger van de KVP-jongeren in de Kamer. Na zijn Kamerlidmaatschap een links georiënteerde wethouder van Den Haag. Voortvarend zelfvoldaan bestuurder, die als burgemeester van Rucphen een uitbrander kreeg van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, omdat zijn gemeente een eigen uitleg gaf aan wetten.
     
  • 6. 
    Pam Cornelissen (1934) was a member of the European Parliament from 24 July 1984 to 20 July 1999 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
     
  • 7. 
    CDA-politicus en volbloed Europeaan, die zijn lange politieke loopbaan begon bij de KVP-jongerenorganisatie en eindigde als voorzitter en prominent lid van de Eerste Kamer. Was ambtenaar in Brussel en werd vanaf 1977 in de CDA-Tweede Kamerfractie Europa- en landbouwspecialist. Kreeg in Limburg, waar men sprak van 'Us Reneke', altijd veel voorkeurstemmen. In 1986 staatssecretaris voor Europese Zaken in het kabinet-Lubbers II. Moest twee jaar later noodgedwongen opstappen vanwege de uitkomst van de Paspoortenquête. Keerde kort daarna terug in de Tweede Kamer, waarvan hij tot en met 1998 lid bleef. Als Eerste Kamerlid voorzitter van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en in 2009-2011 Kamervoorzitter. Was in 2005-2008 tevens voorzitter van het parlement van de Raad van Europa.
     
  • 8. 
    Jean Penders (1939) was a member of the European Parliament from 17 July 1979 to 19 July 1994 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
     
  • 9. 
    Katholieke politicus, die vijftien jaar actief was in de landspolitiek. In 1963 Tweede Kamerlid na journalist en Europees ambtenaar te zijn geweest. Verklaarde na de Nacht van Schmelzer dat hij zich niet gerealiseerd had dat de motie-Schmelzer tot een kabinetscrisis zou leiden, en dat hij daarom vóór had gestemd. Staatssecretaris van Europese Zaken in de kabinetten-Biesheuvel. Als minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Den Uyl verantwoordelijk voor de afsluiting met een pijlerdam van de Oosterschelde. Nam verder diverse maatregelen om de verkeersveiligheid te vergroten. Stapte in 1978 over naar het bedrijfsleven. Man met onstuitbare dadendrang, zeer intelligent en succesvol, maar ook onberekenbaar en opportunistisch. Na zijn pensionering nog kort actief als politicus voor Leefbaar Nederland.
     
  • 10. 
    PvdA-politicus en burgemeester. Nuchtere zakelijke bestuurder met veel oog voor technologische ontwikkelingen. Begon als jongste bediende in een boekhandel en ontwikkelde zich daarna tot een prominent bestuurder in de katholieke vakbeweging. Deskundig op het gebied van het goederenvervoer. Als Tweede Kamerlid voor de PvdA woordvoerder verkeer, inkomensbeleid en technologiebeleid. Zorgde, samen met de VVD'er De Beer, voor een wettelijke regeling van de verplichte periodieke autokeuring. Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (onder meer van PTT-aangelegenheden en vervoer) in tweede kabinet-Van Agt. Daarna dertien jaar burgemeester van Vlissingen.
     
  • 11. 
    Sinds 1927 kende de CHU een landelijke jongerenorganisatie, die vanaf 1965 Christelijk-Historische Jongeren Organisatie (CHJO) heette. De toon richting de moederpartij werd toen kritischer en de focus van de jongeren kwam te liggen bij christendemocratische eenwording, het liefst gepaard met een progressief programma. Na verschillende fusiepogingen en een dalend ledenaantal, ging het CHJO in 1981 met de KVP-jongeren en de ARJOS op in het CDJA.
     
  • 12. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 13. 
    Vrijwel iedere in het Nederlandse parlement vertegenwoordigde politieke partij heeft een politieke jongerenorganisatie. Een politieke jongerenorganisatie is een organisatie voor jongeren die statutair is verbonden aan een politieke partij. Een politieke jongerenorganisatie bestaat normaal gesproken uit een (hoofd)bestuur, afdelingen en een congres. De afdelingen concentreren zich meestal op de studentensteden.