CPN en de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1946 en 1986

Source: Parlement.com.

De Communistische Partij van Nederland1 (CPN) was van 1946 tot 1982 doorlopend vertegenwoordigd in de Tweede Kamer2. Het hoogtepunt van de CPN was in de periode 1946-1948: toen was de partij met maar liefst tien zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Regeringsdeelname zat er echter niet in. Gedurende hun zitting in het parlement, voerde de CPN oppositie.

Bij de verkiezingen van 1986 behaalde de CPN geen zetel. In 1991 ging de partij op in GroenLinks3 en werd de CPN opgeheven.

 

Jaar

Lijsttrekker

Programma

Zetels

Percentage

1986

 

VP 1986

   

19824

 

Ina Brouwer5

VP 1982

3

1,8

19816

 

Marcus Bakker7

VP 1981

3

2,0

19778

 

Marcus Bakker7

VP 1977*

2

1,7

19729

 

Marcus Bakker7

VP 1972*

7

4,4

197110

 

Marcus Bakker7

VP 1971

6

3,8

196711

 

Marcus Bakker7

Program 1967 van de communistische Partij van Nederland

5

3,6

196312

 

Paul de Groot13

VP 1963*

4

2,7

195914

*

Paul de Groot13

VP 1959*

3

2,4

195615

*

Gerben Wagenaar16

Verkiezingsprogramma

7

4,7

195217

 

Gerben Wagenaar16

VP 1952*

6

4,1

194818

*

Gerben Wagenaar16

Verkiezingsprogram voor de verkiezingen 1948

8

7,7

194619

 

Gerben Wagenaar16

Program der C.P.N. (De Waarheid) voor de verkiezingen 1946

10

10,6

  • * 
    (Nog) niet beschikbaar

** Tot 1956 waren er 100 zetels in de Tweede Kamer

Voor de ontsluiting van de verkiezingsprogrogramma's en verkiezingsaffiches is gebruik gemaakt van de collecties van Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (dnpp) van de Rijksuniversiteit Groningen. Ontbrekende affiches uit de collectie zijn afkomstig uit 'Om de stembus... verkiezingsaffiches 1918-1989,', D.J. Elzinga en G. Voerman, Den Haag (1992).

 

Meer over

  • CPN1
  • Tweede Kamerverkiezingen20

  • 1. 
    De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.
     
  • 2. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 3. 
    GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 4. 
    Op 8 september 1982 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze waren nodig nadat het kabinet-Van Agt I al na acht maanden ten val was gekomen. De PvdA won de verkiezingen, maar kon desondanks geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Onder leiding van Ed Nijpels maakte de VVD forse groei door, vooral ten koste van D'66. De komst van de extreemrechtse Centrumpartij zorgde voor veel beroering.
     
  • 5. 
    Communiste die na Marcus Bakker voor de moeilijke taak stond een minder door het verleden belaste en een moderner denkende CPN neer te zetten. Werd toch vaak met dat verleden geconfronteerd. Dochter van een politiecommissaris en opgegroeid in een VVD-milieu. Werd zelf echter in Groningen, waar zij rechten studeerde, actief in het buurtwerk en de rechtshulp. In 1982 Kamerlid en in 1986 lijsttrekker van de CPN. Haar partij leed toen een nederlaag en verdween uit de Kamer. Voorstander van samenwerking met PSP en PPR. Keerde in 1989 terug als Kamerlid voor GroenLinks en was in 1994 samen met Mohamed Rabbae lijsttrekker. Verliet na de verkiezingsnederlaag de politiek en werd ambtenaar op Sociale Zaken. 'Machtspolitica' die wel werd gewaardeerd om haar persoon.
     
  • 6. 
    Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
     
  • 7. 
    Hét gezicht van de CPN tussen 1963 en 1982 en één van de bekendste politici van zijn tijd. Rechtlijnige communist, die als vertrouweling van Paul de Groot tot midden jaren zestig in de Tweede Kamer een onvervalst stalinistisch geluid liet horen. Was daarvoor onder meer hoofdredacteur van dagblad De Waarheid. Vanaf het einde van de jaren zestig, toen hij fractievoorzitter was geworden, groeide zijn populariteit vanwege zijn scherpe, vaak bijtende, maar ook humoristische betogen, die veel 'gewone' kiezers - en zelfs tegenstanders - aanspraken. Gevreesd vanwege zijn snedige interrupties. Werd, omdat hij parlementaire rechten verdedigde, uiteindelijk zelfs een geacht Tweede Kamerlid, naar wie in de nieuwbouw van de Tweede Kamer een zaal werd vernoemd.
     
  • 8. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
     
  • 9. 
    Het politieke beeld veranderde door de vervroegde Tweede Kamer­verkiezingen van 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (elf zetels), waar PvdA en VVD wonnen. De PvdA bleef met Joop den Uyl als lijsttrekker de grootste. Hans Wiegel leidde de VVD naar zes zetels winst. Winnaar was ook de PPR, die vijf zetels won. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel.
     
  • 10. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1971 waren op 28 april. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Kamer, maar tevens waren het grondwetsverkiezingen. Grootste partij werd de PvdA, grote nieuwkomer was DS'70 (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie haar meerderheid verloor haar meerderheid; alle vier regeringspartijen verloren. Winst was er behalve voor DS'70 en de PvdA ook voor D'66. De nieuwe NMP kreeg twee zetels. Bij deze verkiezingen was voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
     
  • 11. 
    Op 15 februari 1967 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig na de val van het kabinet Cals. Het gevolg was een spectaculaire winst voor nieuwkomer D'66 en groei voor de Boerenpartij. De KVP bleef de grootste partij, ondanks een fors zetelverlies. Het waren de eerste verkiezingen na verlaging van de leeftijdsgrens van het actieve kiesrecht tot 21 jaar. De leeftijd om te kunnen worden gekozen, ging naar 25 jaar.
     
  • 12. 
    Op 15 mei 1963 waren er reguliere Tweede Kamerverkiezingen. Er lagen ook enkele grondwetsvoorstellen voor. Winnaars waren de KVP, die 50 zetels behaalde en nieuwkomer Boerenpartij, die onder leiding van 'boer' Koekoek drie zetels kreeg. Kleine winst was er verder voor CPN en PSP, terwijl de PvdA juist verloor.
     
  • 13. 
    Uit België afkomstige diamantbewerker, die na 1945 lange tijd de communistische voorman was. Gevreesd of bewonderd (of beide) door zijn partijgenoten. Speelde in de Kamer geen opvallende rol en had daar nauwelijks contact met andersdenkenden. Als partijsecretaris feitelijk de invloedrijkste CPN-leider. Gold als een onvoorwaardelijke Stalinist. Bleef ook na zijn Kamerlidmaatschap lange tijd de machtigste man van de CPN, maar in 1978 werd hem zijn erelidmaatschap ontnomen.
     
  • 14. 
    Op 12 maart 1959 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Drees III. Omdat de PvdA bij deze vervroegde Tweede Kamerverkiezingen twee zetels verloor, werd de KVP met 49 zetels de grootste partij. Grote stijger was de VVD met zes zetels, die daarmee voor het eerst de derde partij van het land werd. De communisten leden een zware nederlaag. Nieuwkomer was de PSP met twee zetels. De PvdA koos voor de oppositie en KVP, VVD, ARP en CHU vormden het kabinet De Quay.
     
  • 15. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1956 waren op 13 juni van dat jaar. Het was een nek-aan-nek-race tussen KVP en PvdA, die werd gewonnen door laatstgenoemde partij. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Er waren verder slechts kleine verschuivingen in de zeteltallen.
     
  • 16. 
    Bekende communistische voorman van de CPN na de Tweede Wereldoorlog die met Paul de Groot de CPN leidde. Bij vier verkiezingen lijsttrekker. Had Friese ouders; zijn vader werkte bij de tram in Amsterdam. Werkte zelf voor de oorlog als meterhersteller bij het Gemeentelijk elektriciteitsbedrijf van Amsterdam. Speelde als 'blonde Freek' een belangrijke rol in het verzet. Na de oorlog fel tegenstander van onder meer het bondgenootschap met de VS en van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Kwam daarbij enkele malen in aanvaring met de Kamervoorzitter, omdat hij de orde verstoorde. Mocht desondanks toch op sympathie van zijn medeleden rekenen. Brak in 1958 samen met onder anderen Gortzak met de CPN na een conflict over de positie van de Eenheids Vakcentrale. In 1959 via een eigen lijst niet herkozen.
     
  • 17. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1952 waren op 25 juni. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. De PvdA van premier Drees haalde een goed resultaat. Door een zetelwinst van drie en een hoger stemmenaantal streefden zij de KVP voorbij als grootste partij. Na de verkiezingen formeerden PvdA, KVP, ARP en CHU het derde kabinet-Drees.
     
  • 18. 
    Op 7 juli 1948 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Deze waren nodig vanwege de aanstaande Soevereiniteits­overdracht aan Indonesië (en daarmee samenhangende grondwetsherziening). De KVP kwam als sterkste uit de bus. Net als in 1946 behaalde de partij 32 zetels. De PvdA verloor daarentegen twee zetels en kwam op 27 zetels. Nieuwkomer was de lijst-Welter, van een oud-minister die ontevreden was over de koers van de KVP. Lichte winst was er voor de VVD van Oud, de 'opvolger' van de Partij van de Vrijheid.
     
  • 19. 
    De eerste naoorlogse Tweede Kamerverkiezingen waren op 17 mei 1946. Het tegenvallende resultaat van de nieuwe PvdA sprong het meest in het oog. Daarnaast was het resultaat van de CPN zeer opmerkelijk. Die partij behaalde tien zetels. De verkiezingen maakten een einde aan het noodparlement, dat na de oorlog was ingesteld uit leden van de Tweede Kamer van voor de oorlog.
     
  • 20. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.