Periode van raadpensionaris Schimmelpenninck

Source: Parlement.com.

Het eenhoofdige bewind van raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck wordt in februari 1805 ingesteld door de Fransen (Napoleon) en vangt op 29 april dat jaar, na een (schijn)referendum over een nieuwe Grondwet waaraan slechts weinig burgers meedoen. Het bewind houdt het één jaar uit. Schimmelpenninck was daarmee president van de Bataafse Republiek (Bataafs Gemenebest).

Alleen de raadpensionaris heeft het recht van initiatief en is geen verantwoordiging schuldig aan het parlement (het Wetgevend Lichaam). Ook Schimmelpenninck wordt bijgestaan door secretarissen van staat. Een Staatsraad1 adviseert over wetsvoorstellen.

Het uit 19 leden bestaande Wetgevend Lichaam2, waarvan de leden als titel hebben 'Hunne Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest', heeft weinig macht en komt maar twee keer per jaar enkele weken bijeen.

Alexander Gogel3 voert als minister van Financiën nationale belastingen in te voeren, heft de gilden op, brengt eenheid in maten en gewichten en stelt het kadaster in. Ook de posterijen worden nationaal georganiseerd. De eerder door Van der Palm4 ontworpen Lager-onderwijswet wordt door A. van den Ende ingevoerd en zorgt voor verbetering van het (school)onderwijs.

Onvrede van de Fransen over het beleid van Schimmelpenninck leidt op 5 juni 1806 tot diens vervanging. Een Nederlandse delegatie wordt door de Fransen gedwongen de keizer te smeken zijn jongere broer, Lodewijk Napoleon, als koning aan te stellen.

Er komt wederom een nieuwe Grondwet, de Constitutie voor het Koninkrijk Holland, die op 7 augustus 1806 in werking treedt.

Contents

  1. Schimmelpenninck
  2. Staatsraad
  3. Secretarissen van Staat

1.

Schimmelpenninck

Telg uit een adellijke Gelders-Overijsselse familie die al als student actief was in de patriottenbeweging. Advocaat in Amsterdam. Kwam na de omwenteling van 1795 in het voorlopige stadsbestuur. Behoorde als lid van de Nationale Vergadering tot de gematigde unitarissen. Werd in 1798 Bataafs ambassadeur in Parijs en speelde een belangrijke rol bij het verdedigen van de Nederlandse belangen. In 1802 gezant in Londen, maar later teruggekeerd in Parijs. Nam op verzoek van Napoleon in 1805 als raadpensionaris de regering over van het Staatsbewind. Na een jaar vervangen door koning Louis Napoleon5. Tijdens de inlijving was hij senator in Parijs. Als Eerste Kamerlid onder Willem I voerde hij oppositie tegen enkele financiële voorstellen. Trad terug uit het openbare leven vanwege een oogaandoening.

  • more information

2.

Staatsraad

De Staatsraad was het adviescollege van de raadpensionaris (R.J. Schimmelpenninck6). De Staatsraad begon op 29 april 1805 haar werkzaamheden. Over alle voorstellen van wet moest, voordat ze werden ingediend bij het Wetgevend Lichaam2, door de Staatsraad advies worden gegeven. Bij een negatief advies moest in overleg worden getreden met de secretarissen van staat (ministers).

  • more information

3.

Secretarissen van Staat

Hieronder een overzicht van de secretarissen van Staat.

Secretaris van Staat
minister: Mr. C.G. Hultman (moderaat)

Buitenlandse Zaken
minister: Mr. M. van der Goes van Dirxland (moderaat)

Binnenlandse Zaken
minister: Mr. H. van Stralen (Orangisten) (2 mei 1805 - 19 juni 1806)

Financiën
minister: I.J.A. Gogel (Technocraat) (1 mei 1805 - 5 juni 1806)

Oorlog
minister: G.J. Pijman (Technocraat)
minister a.i.: G.J. Pijman (Technocraat) (19 juni 1806 - 11 juli 1806)

Marine
minister a.i.: H. van Roijen (Orangisten) (1 mei 1805 - 16 september 1805)
minister: Ch.H. Ver Huell (Technocraat) (1 mei 1805 - 10 juni 1806)

Meer over

  • Bataafs-Franse tijd (1795-1813)7
  • beschouwingen over de periode 1805-18068
  • 200 jaar geleden kreeg Nederland een staatshoofd8

  • 1. 
    De Staatsraad was het adviescollege van de raadpensionaris (R.J. Schimmelpenninck). De Staatsraad begon op 29 april 1805 haar werkzaamheden. Over alle voorstellen van wet moest, voordat ze werden ingediend bij het Wetgevend Lichaam, door de Staatsraad advies worden gegeven. Bij een negatief advies moest in overleg worden getreden met de secretarissen van staat (ministers).
     
  • 2. 
    Het Wetgevend Lichaam ten tijde van het bewind van Rutger Jan Schimmelpenninck (1805-1806) bestond uit negentien leden. Het waren deels oude regenten, zoals Six van Oterleek, Van Foreest en Van Styrum, en deels gematigde patriotten, zoals Van Hooff en De Vos van Steenwijk.
     
  • 3. 
    De belangrijkste en bekwaamste minister uit de Bataafs-Franse tijd. Was voor zijn ministerschap eigenaar van een handelshuis in Amsterdam. Kreeg in 1798 bestuursfuncties tijdens het radicale bewind en behield die onder latere, gematigder regeringen. Ontwierp als minister van Financiën het eerste landelijke (uniforme) belastingstelsel, dat in 1806 werd ingevoerd. Wist daardoor de inkomsten van het rijk sterk te laten toenemen. Stond in hoog aanzien bij Napoleon en diende onder hem als minister tijdens de inlijving door Frankrijk. Na het herstel van de onafhankelijkheid was zijn rol nagenoeg uitgespeeld en keerde hij terug naar de nijverheid.
     
  • 4. 
    Theoloog en hoogleraar in Leiden, die in de Bataafs-Franse tijd een bekwame agent (minister) van Nationale Opvoeding was. Zoon van een hoofd van een kostschool in Rotterdam. Ontwierp als minister een regeling voor het lager onderwijs, maar zijn Schoolwet uit 1801 (gewijzigd in 1803) werd niet ingevoerd. Hij legde er wel de basis mee voor de Schoolwet van 1806. Gaf verder de opdracht voor het formuleren van een uniforme spelling en van grammaticaregels. Als voormalig predikant zeer welsprekend en na beëindiging van zijn ministerschap hoogleraar welsprekendheid.
     
  • 5. 
    Broer van keizer Napoleon die in 1806-1810, tijdens de Franse overheersing van grote delen van Europa, de eerste koning van de eenheidstaat Nederland was. Doordat hij zijn medeleven betuigde bij rampen als de kruitramp in Leiden (1807) en de overstromingen in het rivierengebied (1809) verwierf hij een zekere populariteit bij de bevolking. Zette zich meer in voor de Nederlandse belangen dan zijn broer wenselijk achtte en abdiceerde ten gunste van zijn zoontje. Was nogal wispelturig. Na zijn aftreden in ballingschap in Bohemen en Italië.
     
  • 6. 
    Telg uit een adellijke Gelders-Overijsselse familie die al als student actief was in de patriottenbeweging. Advocaat in Amsterdam. Kwam na de omwenteling van 1795 in het voorlopige stadsbestuur. Behoorde als lid van de Nationale Vergadering tot de gematigde unitarissen. Werd in 1798 Bataafs ambassadeur in Parijs en speelde een belangrijke rol bij het verdedigen van de Nederlandse belangen. In 1802 gezant in Londen, maar later teruggekeerd in Parijs. Nam op verzoek van Napoleon in 1805 als raadpensionaris de regering over van het Staatsbewind. Na een jaar vervangen door koning Louis Napoleon. Tijdens de inlijving was hij senator in Parijs. Als Eerste Kamerlid onder Willem I voerde hij oppositie tegen enkele financiële voorstellen. Trad terug uit het openbare leven vanwege een oogaandoening.
     
  • 7. 
    Onder de Bataafs-Franse tijd verstaan we de periode tussen 1795 en 1813 waarin de Nederlanden onder Franse invloed stonden. Tot 1806 is er sprake van een overwegend Nederlands bestuur, daarna nemen de Fransen de touwtjes zelf in handen, eerst onder koning Lodewijk Napoleon en vanaf 1810 door inlijving bij het Franse keizerrijk.
     
  • 8. 
    Op 10 mei 1805 werd Rutger Jan Schimmelpenninck ingehuldigd als eerste staatshoofd van Nederland (dat toen overigens het Bataafse Gemenebest heette). De titel van het nieuwe staatshoofd was 'raadpensionaris'; een benaming uit de tijd van de Republiek, maar met een geheel andere inhoud dan vóór 1795.