Provinciale Statenverkiezingen 2007
Op 7 maart 2007 vonden de Provinciale Statenverkiezingen1 plaats. De uitkomst van de verkiezingen kwam overeen met de politieke verschuivingen die zich na de Tweede Kamerverkiezingen van november 20062 hadden voorgedaan. Door de val van het kabinet-Balkenende II3 in juni 2006 vonden deze Tweede Kamerverkiezingen vervroegd plaats. Het CDA, D66, PvdA en VVD verloren toen zetels, en dit was ook bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2007 het geval. De LPF raakte al haar Statenzetels kwijt.
De PvdD deed voor het eerst mee en haalde negen zetels. De SP groeide explosief, en ook de ChristenUnie behaalde flinke winst. De PVV, die wel met de voorafgaande Tweede Kamerverkiezingen had meegedaan, nam niet deel aan de Provinciale Statenverkiezingen. Mogelijk was dit in het voordeel van de VVD, die slechts lichte verliezen leed.
De meeste landelijke politieke leiders hielden zich tijdens de verkiezingscampagne op de achtergrond. Uitzonderingen waren VVD-leider Mark Rutte4 en SP-leider Jan Marijnissen5, beiden behorend tot de oppositie.
Consequenties voor de Eerste Kamer
Voorafgaand aan de Statenverkiezingen werd gespeculeerd dat de regeringspartijen van het pas gevormde kabinet-Balkenende IV6 zoveel verlies zouden lijden dat ze hun meerderheid in de Eerste Kamer7 kwijt zouden raken. Uiteindelijk bleek dit mee te vallen. CDA, ChristenUnie en PvdA haalden in de Eerste Kamer, die op 29 mei door de nieuwe Statenleden gekozen werd, een krappe meerderheid.
Meer over
- 1.Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De laatste Provinciale Statenverkiezingen waren op 15 maart 2023.
- 2.Op 22 november 2006 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 15 mei 2007, maar werden vervroegd door de val van het kabinet-Balkenende II. Het CDA handhaafde zich als grootste, maar de SP onder leiding van Jan Marijnissen werd met zestien zetels winst de grote winnaar. De Groep-Wilders/PVV kwam met negen zetels in de Kamer. PvdA, VVD en D66 verloren.
- 3.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
- 4.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 5.Politiek voorman en lange tijd 'het gezicht' van de Socialistische Partij. Voor die partij vanaf 1994 zestien jaar Tweede Kamerlid, waarvan veertien jaar fractievoorzitter. Werd eerder, in 1975, lid van de gemeenteraad van Oss en bleef dat tot 1993 en was in 1987-1989 lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant. Fabrieksarbeider - hij was worstmaker bij 'Unox' en constructie-bankwerker/lasser - die altijd duidelijke taal sprak. Goed debater, die een belangrijke factor was bij de groei van zijn partij in de periode tot 2006. Moest in 2008 vanwege gezondheidsproblemen voortijdig zijn leiderschap neerleggen. Hij bleef tot 2015 wel partijvoorzitter; een functie die hij sinds 1988 had.
- 6.Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
- 7.De Eerste Kamer is medewetgever en beoordeelt als laatste instantie wetsvoorstellen. Als regel let zij vooral op uitvoerbaarheid, noodzaak en de wetskwaliteit, maar uiteindelijk is het politieke oordeel meestal doorslaggevend. Hoewel er formeel geen rangorde bestaat, wordt vaak gesproken over het primaat van de Tweede Kamer. Welke inhoud daaraan precies wordt gegeven, hangt van veel factoren af.
- 8.In de periode 1946 - 2023 zijn er 20 keer Provinciale Statenverkiezingen gehouden. Aangezien de Eerste Kamer door de Provinciale Staten wordt gekozen, werkt de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen door in de zetelverdeling van de Eerste Kamer. De grotere partijen zijn bij de gevolgde systematiek in het voordeel.
- 9.Op dinsdag 29 mei 2007 kozen de Provinciale Staten, die op 7 maart 2007 zelf nieuw waren gekozen, een nieuwe Eerste Kamer. De coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie haalden dankzij de winst van de ChristenUnie ook in de senaat een meerderheid. Door lijstverbindingen haalden SGP (verbonden met CDA en ChristenUnie) en D66 (verbonden met VVD en OSF) een iets gunstiger resultaat dan op 7 maart was voorzien.