Bond van Jonge Liberalen (BJL)

Source: Parlement.com.

De Bond van Jong-Liberalen (BJL) was de jongerenorganisatie van de Liberale Staatspartij1 (LSP). Twee jaar voor het ontstaan van de landelijke jongerenorganisatie (in 1924) waren al lokale afdelingen ontstaan, maar het duurde een tijd voordat zij zich verenigden. De BJL en de LSP werkten lang aan een duurzame relatie, die halverwege de dertiger jaren ruw werd verstoord door een confrontatie. Na deze botsing liepen de leden weg. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin de organisatie was opgeheven, kwam de BJL nog wel kort terug, maar in 1946 viel het doek.

Contents

  1. Ideologie
  2. Prominente ex-leden
  3. Historische ontwikkeling
  4. Gegevens

1.

Ideologie

De BJL stond politiek gezien dicht bij de Liberale Staatspartij, alhoewel ook de niet-economische vrijheidsopvatting hoog werd gehouden.

2.

Prominente ex-leden

  • Jeanne Fortanier-de Wit2
  • Henk Korthals3
  • Johan Witteveen4

3.

Historische ontwikkeling

Sinds 1922 waren al lokale liberale afdelingen ontstaan, vooral in de Randstad. Pas in 1924 vonden deze afdelingen zich in een verband. Het duurde echter tot 1929 voor de LSP de BJL een vastgelegde relatie kregen. De tweede voorzitter, Ferdinand Hollander, bouwde langzaam aan een hechte relatie met de Liberale Staatspartij.

De derde voorzitter, H.L. van Zanten, zocht de confrontatie met de moederpartij door te pleiten voor een fusie met de Vrijzinnig-Democratische Bond5. In 1937 pikte de LSP deze houding niet langer en moest Van Zanten opstappen. Na deze botsing liepen de leden weg: van ongeveer 5000 in 1934 tot ongeveer 3000 in 1937. De latere VVD-minister Korthals3 zou Van Zanten opvolgen.

De organisatie werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verboden, maar keerde daarna weer terug. Met steun van de BJL fuseerde de Partij van de Vrijheid6 (de opvolger van de LSP) met het Comité-Oud7 tot de VVD8. De BJL ging zelf niet mee: de Bond van Jong-Liberalen is dan ook niet de voorganger van de JOVD9.

4.

Gegevens

Naam

Bond van Jong-Liberalen

Moederpartij

Liberale Staatspartij

Opgericht

24 december 1924

Opgeheven

1948

Ledenaantal

Maximaal 5000 (in 1934)

Ledenblad

De Jonge Liberaal


Meer over

  • Liberale Staatspartij 'De Vrijheidsbond'1
  • Politieke jongerenorganisaties10
 

  • 1. 
    De Liberale Staatspartij ontstond in 1921 toen Liberale Unie, de Bond van Vrije Liberalen en enkele kleinere liberale partijen samengingen. Sinds 1921 was de LSP in de Tweede Kamer vertegenwoordigd en vanaf 1922 in de Eerste Kamer. Tot februari 1938 voerde de partij als naam 'De Vrijheidsbond'. In 1946 ging de LSP op in de Partij van de Vrijheid. Daaruit ontstond in 1948 de VVD.
     
  • 2. 
    Charmante liberale afgevaardigde voor de PvdV en VVD in de Tweede Kamer, die zeer gewaardeerd werd door haar medeleden en de parlementaire pers. Kampioene van het openbaar onderwijs. Was zelf in Rotterdam werkzaam geweest in het onderwijs. Hield zich verder bezig hield met Koninkrijkszaken, de omroep en sociale vraagstukken. Lid van diverse (Staats)commissies, waaronder de Staatscommissie-Cals/Donner (maar dat was na haar Kamerlidmaatschap).
     
  • 3. 
    Vooraanstaand naoorlogs liberaal politicus, tweede man van de VVD-fractie. Afkomstig uit de journalistiek. Was als Tweede Kamerlid actief op het gebied van de europese samenwerking, economische zaken en defensie, en maakte deel uit van de enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945. Europeaan in hart en nieren en lid van het Europees Parlement. Vicepremier en minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-De Quay. Stimuleerde in een tijd van welvaartsgroei sterk de aanleg van wegen. Werd door Oud als zijn opvolger gezien, maar trok zich in 1963 terug, omdat hij de confrontatie met partijgenoot-senator Van Riel vreesde. Deftige, integere politicus, die duidelijk tot de vooruitstrevende vleugel van zijn partij behoorde en die uit was op consensus.
     
  • 4. 
    Geleerde econoom en VVD-politicus, leerling van Tinbergen, die al op zijn zevenentwintigste hoogleraar was in Rotterdam en betrekkelijk jong Eerste Kamerlid. Kleinzoon van de socialist Wibaut, maar zelf, net als zijn ouders, overtuigd liberaal. Als verzoeningsgezinde minister van Financiën in het kabinet-Marijnen geen al te krachtige bewindsman. Opereerde veel sterker in het kabinet-De Jong toen hij in 1968 de wensen van ARP-leider Biesheuvel om meer uit te geven voor ontwikkelingshulp, onderwijs en woningbouw pareerde. Was tussen zijn ministerschappen Tweede Kamerlid en nadien nog even lid van de Senaat. Daarna topman van het IMF. Hoffelijke, minzame, op consensus ingestelde man.
     
  • 5. 
    De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
     
  • 6. 
    De PvdV ontstond op 23 maart 1946 als voortzetting van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP). De oprichters wilden wel dat de nieuwe partij een vooruitstrevender koers zou volgen dan haar voorganger. In 1948 kwam er al weer een einde aan het bestaan van de PvdV, toen zij met leden van het Comité-Oud (vrijzinnig-democraten die uit de Partij van de Arbeid waren getreden) opging in de VVD.
     
  • 7. 
    Het Comité-Oud of voluit Comité ter voorbereiding van een democratische volkspartij werd op 4 oktober 1947 door voormalig VDB-voorman P.J. Oud opgericht. Hij en enkele andere VDB'ers waren in februari 1946 toegetreden tot de nieuw opgerichte PvdA. Zij bleken zich daarin echter niet thuis te voelen. Andere voormalige VDB'ers waren politiek 'dakloos' geworden. Doel was oprichting van een niet-socialistische volkspartij.
     
  • 8. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 9. 
    Deze in 1949 opgerichte Nederlandse liberale politieke jongerenorganisatie is sinds 2000 formeel gelieerd aan de VVD. De Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD) is echter in politiek opzicht volledig onafhankelijk van de VVD en heeft op bepaalde punten dan ook afwijkende standpunten. De organisatie heeft lokale afdelingen die zijn verdeeld over het gehele land. Het Algemeen Secretariaat van de JOVD is gevestigd in Den Haag.
     
  • 10. 
    Vrijwel iedere in het Nederlandse parlement vertegenwoordigde politieke partij heeft een politieke jongerenorganisatie. Een politieke jongerenorganisatie is een organisatie voor jongeren die statutair is verbonden aan een politieke partij. Een politieke jongerenorganisatie bestaat normaal gesproken uit een (hoofd)bestuur, afdelingen en een congres. De afdelingen concentreren zich meestal op de studentensteden.