24447 - Initiatiefvoorstel-Van Ardenne c.s. - Vereenvoudigd premie- en belastingregime bij seizoenarbeid in de agrarische sector
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 11 oktober 1995 aanhangig gemaakt door de Tweede Kamerleden Van Ardenne-van der Hoeven (CDA)1, Biesheuvel (CDA)2 en Reitsma (CDA)3.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is om de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet financiering volksverzekeringen te wijzigen in verband met een vereenvoudigd premie- en belastingregime bij seizoenarbeid in de agrarische sector.
Contents
Voorstel van wet van de leden Van Ardenne-van der Hoeven, Biesheuvel en Reitsma tot wijziging van de Ziektewet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet financiering volksverzekeringen in verband met een vereenvoudigd premie- en belastingregime bij seizoenarbeid in de agrarische sector
Bij dit wetsvoorstel zijn twee nota's van wijziging ingediend. (14 stuks)2 |
11 oktober 1995, geleidende brief, nr. 1
KST10351 Geleidende brief publicatie: 18 oktober 1995 |
2 |
11 oktober 1995, voorstel van wet, nr. 2
KST10352 Voorstel van wet publicatie: 18 oktober 1995 |
2 |
11 oktober 1995, memorie van toelichting, nr. 3
KST10353 Memorie van toelichting publicatie: 18 oktober 1995 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.Katholieke tuindersdochter uit het Westland die in 2003 minister voor Ontwikkelingssamenwerking werd in het kabinet-Balkenende II. Daarvoor was zij als staatssecretaris al met dat beleidsterrein belast. Toonde zich als energieke bewindsvrouw zeer betrokken bij de problemen in de Derde Wereld, in het bijzonder met de armoede in Afrika en zette zich onder meer in voor oplossing van de humanitaire problemen in Darfur. Afkomstig uit de vrouwenorganisatie van het CDA en wethouder in Vlaardingen. Was acht jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. Aanvankelijk woordvoerster land- en tuinbouw en daarna, als woordvoerster ontwikkelingssamenwerking, tegenspeelster van PvdA-minister Herfkens. Werkte bij de Wereldvoedselorganisatie, was voorzitter van het Productschap Tuinbouw en waarnemend burgemeester van de gemeente Westland.
- 2.Rustig en gedegen Tweede Kamerlid voor het CDA, die op diverse terreinen actief was. Afkomstig uit de kring van de Antirevolutionaire jongeren. Was voor hij Kamerlid werd werkzaam bij de Christelijke Boeren- en Tuindersbond, bij de Unie van Waterschappen en de Agrarische Sociale Fondsen. Als Kamerlid woordvoerder op het gebied van verkeer en waterstaat, volkshuisvesting en sociale zaken. Voorzitter van enkele Kamercommissies. Neef van Barend Biesheuvel. Na zijn Kamerlidmaatschap bekleedde Biesheuvel diverse functies bij organisaties die zich bezighielden met de leefomgeving en mobiliteit.
- 3.Op vele terreinen actief CDA-Tweede Kamerlid. Hield zich onder meer bezig met financiën (eerste woordvoerder bij de belastingherziening eind jaren negentig), verkeer en waterstaat (mobiliteit, openbaar vervoer, waterhuishouding), landbouw en beroepsonderwijs. Afkomstig uit de organisaties van de Christelijke plattelandsjongeren en Christelijke boeren en tuinders. Op lokaal gebied politiek actief in de gemeente Noordoostpolder (onder meer wethouder). Fries van geboorte en groot schaatsliefhebber. Was tien jaar burgemeester van een Friese plattelandsgemeente en vijf jaar voorzitter van de Schaatsenrijdersbond.
- 4.Groningse die na maatschappelijk werkster en wethouder te zijn geweest in de Tweede Kamer kwam. Bescheiden en rustig Kamerlid, dat op de achtergrond opereerde. Als presidiumlid zette zij zich in voor betere ondersteuning van fracties. Woordvoerder bijstandszaken, jeugdhulpverlening en emancipatie van het CDA. Was fractiesecretaris en ten slotte vicefractievoorzitter. Was tevens voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In 1996 wenste een deel van de Kamer haar als Voorzitter, maar het CDA gaf de voorkeur aan zijn eigen oud-voorzitter, oud-minister Bukman.
- 5.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 6.Voormalige marineofficier en vakbondsbestuurder die afwisselend voor de VVD Tweede Kamerlid en staatssecretaris was. Kwam tussentijds in de Kamer en werd daar een gedegen woordvoerder ambtenarenzaken en sociale zaken. Maakte deel uit van de parlementaire enquêtecommissie sociale zekerheid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van personeels- en materieelbeleid bij Defensie. Na een kort hernieuwd Kamerlidmaatschap waarnemend burgemeester in Delfzijl en daarna opnieuw staatssecretaris, van Sociale Zaken. Hield zich vooral bezig met de problematiek van de arbeidsmarkt en de komst van werknemers uit nieuwe EU-landen. Stond bekend als de minst opvallende bewindspersoon.
- 7.Voorman van de RPF en de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Was aanvankelijk timmerman en daarna werkzaam in de hout- en bouwmaterialenhandel. Zijn politieke loopbaan begon in Provinciale Staten van Zeeland, waar hij onder meer fractievoorzitter was. In 1994 opvolger van Leerling als politiek leider van de RPF. Hield zich vooral bezig met het financieel-economisch beleid en sociale zaken. Bracht samen met het PvdA-lid Bussemaker een initiatiefwet tot stand over zondagsarbeid. Kwam in opspraak vanwege een op zijn religeuze overtuiging gebaseerde uitspraak over homoseksuelen. Overigens in de omgang een minzaam man, die veel werk maakte van zijn Kamerlidmaatschap. Na de fusie van RPF en GPV enige tijd eerste man van de ChristenUnie.
- 8.Uit een rood nest afkomstige PvdA-politica, die zich in de Tweede Kamer met bevlogenheid inzette voor armoedebestrijding. Had een uitstekende dossierkennis. Dochter van PvdA-voorman Joop den Uyl. Opgeleid als binnenhuisarchitecte. Was onder meer wethouder van Heemstede en directeur van de sociale dienst in Leiden. Behalve met het armoedevraagstuk en de bijstand hield zij zich bezig met de uitvoeringsorganisatie van de sociale zekerheid en arbeidsbemiddeling. Overtuigde, vasthoudende sociaaldemocrate met grote culturele belangstelling.
- 9.GroenLinks-politicus van Marokkaanse afkomst. Vluchtte in 1966 als student naar Nederland toen veel activisten tegen het regime van koning Hassan gevangen werden genomen. Studeerde in Amsterdam en werd later als directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders een belangrijk woordvoerder namens de minderheden. Koos na de Golfoorlog voor GroenLinks en was in 1994 met Ina Brouwer lijsttrekker. In de Kamer een gewaardeerd woordvoerder op onder meer onderwijsgebied. Maakte deel uit van de enquêtecommissie IRT en van het presidium van de Kamer. In 2002 werd hij vrij onverwacht op een onverkiesbare plaats gezet. Hij was na zijn Kamerlidmaatschap enige tijd wethouder van Leiden.
- 10.Gedegen en gerespecteerd lid van de Tweede Kamerfracties van GPV en ChristenUnie, die na vier jaar Eerste Kamerlidmaatschap minister van Defensie werd in het kabinet-Balkenende IV. Had het in die laatste functie veel moeilijker, onder andere vanwege de discussies rond de vredesmissie in Afghanistan. Zijn politieke loopbaan begon hij als medewerker van de Tweede Kamerfractie van het GPV, waarna hij in 1989 zelf Kamerlid werd. Hield zich met uiteenlopende onderwerpen bezig. Leidde in 1995-1996 het parlementaire onderzoek naar klimaatverandering. Daarnaast was hij nauw betrokken bij de parlementaire nasleep van het Srebrenicadrama en het vastleggen van betrokkenheid van de Tweede Kamer bij militaire missies. Na het uittreden van de PvdA-ministers was hij in 2010 acht maanden tevens minister voor Wonen, Wijken en Integratie.
- 11.Prominente D66'er die van alle markten thuis was. Hield zich in de twaalf jaar waarin hij Tweede Kamerlid was bezig met onder meer financiën, sociale zekerheid, de zorg, buitenlands beleid, defensie, media en economische zaken. Leidde bekwaam de commissie die onderzoek deed naar de uitzending van Nederlandse militairen op vredesmissies en was voorzitter van de enquêtecommissie Srebrenica. Was, gevraagd en ongevraagd, altijd bereid de pers te woord staan en zette dan op heldere wijze de standpunten van zijn partij uiteen. Voor hij Kamerlid werd hoofd voorlichting van de Sociaal-Economische Raad. Verloor in 2006 zijn zetel, omdat Fatma Koser Kaya met voorkeurstemmen werd gekozen.