Commissie-Engels (adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet)
Het adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet kreeg tot taak te adviseren over de interpretatie van lid 2 en 3 van artikel 57 van de Grondwet. Dit artikel gaat over de incompatibiliteiten van parlementsleden. Specifiek gaat dit over de vraag of demissionaire bewindslieden tegelijkertijd Kamerlid kunnen zijn gedurende kabinetsformaties.
Het college werd ingesteld op 28 april 2023, nadat de Afdeling advisering van de Raad van State al op 1 september 2021 een voorlichting over dit vraagstuk had gegeven. Middels een tweetal moties besloot de Tweede Kamer dat er een onafhankelijk adviescollege moest worden ingesteld om nader te adviseren over de werking van artikel 57 Grondwet.
Op 4 september 2023 bracht het college het rapport Demissionaire dubbelrol? De (on)verenigbaarheid van het lidmaatschap van Kamer en kabinet uit. Hierin wordt geadviseerd om de formulering van het derde lid aan te passen. Verder worden aanpassingen aan de Kieswet en het Reglement van Orde van de Tweede Kamer aanbevolen. Tot slot werd er een vervangingsregeling voor demissionaire bewindspersonen die tevens Kamerlid zijn voorgesteld.
Op 16 oktober 2023 heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het rapport voor kennisgeving aangenomen. Daaruit werd door het adviescollege geconcludeerd dat er geen behoefte was aan een vervolggesprek over de aanpak en de richting van het advies. Op 9 mei 2025 kwam de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Judith Uitermark (NSC), alsnog met een kabinetsreactie.
Contents
In mei en augustus van 2021 werden drie nieuwe staatssecretarissen benoemd in het demissionaire kabinet-Rutte III: Dilan Yeşilgöz1 (VVD, Klimaat), Dennis Wiersma2 (VVD, Sociale Zaken) en Steven van Weyenberg3 (D66, Infrastructuur). Zij moesten het uitgedunde, demissionaire kabinet aanvullen tijdens de lange formatie.
Artikel 57 lid 2 van de Grondwet bepaalt dat een parlementslid niet tegelijkertijd een aantal andere functies kan bekleden. Een van die functies is die van kabinetslid (minister of staatssecretaris). Lid 3 van hetzelfde artikel schrijft voor dat demissionaire bewindslieden niettemin tijdelijk beide functies mogen combineren als zij zijn gekozen in de ‘nieuwe’ Kamer, totdat er een nieuw kabinet is aangetreden.
De interpretatie artikel 57 Grondwet kwam ter discussie nadat een aantal nieuwgekozen Kamerleden in de zomer van 2021 toetraden tot een demissionair kabinet. Dit is als het ware een ‘omkering’ van de lezing van het derde lid, wat normaal gesproken een uitzondering is zodat demissionaire kabinetsleden hun rol met die van Kamerlid kortstondig mogen combineren.
Voorzitter van de commissie was emeritus hoogleraar Decentraal bestuur en oud-lid van de Eerste Kamer Hans Engels. De commissie bestond uit juristen, wetenschappers en oud-politici.
Leden:
naam |
functie |
Prof.mr.dr. J.W.M. Engels |
emeritus hoogleraar Decentraal bestuur in Leiden en Groningen, oud-lid Eerste Kamer |
Prof.dr. C.C. van Baalen |
emerita hoogleraar Parlementaire geschiedenis in Nijmegen |
Prof.dr. S.L. de Lange |
hoogleraar Politicologie in Amsterdam |
Prof.mr. R.J.B. Schutgens |
hoogleraar Algemene rechtswetenschap, decaan Faculteit der Rechtsgeleerdheid in Nijmegen |
prof.mr.dr. J.E. Soeharno |
hoogleraar aan de Juridische Faculteit in Amsterdam, oud-lid Eerste Kamer |
Het adviescollege kwam naar aanleiding van hun onderzoek tot de volgende conclusies:
Herformulering artikel 57
Het derde lid van artikel 57 zou zo aangepast moeten worden dat de beperkingen van de toegelaten uitzondering duidelijker naar voren komen. Hiermee moet een dergelijke situatie zoals in 2021 worden uitgesloten. De tekstuele verandering die werd voorgesteld is:
Niettemin kan een minister of staatssecretaris die zijn ambt ter beschikking heeft gesteld en vervolgens lid wordt van Staten-Generaal, beide ambten verenigen, zolang hij een ter beschikking gesteld ambt van minister of staatssecretaris vervult.
Betere communicatie rondom benoemingen
Om misverstanden rondom de demissionaire status van bewindspersonen te voorkomen, wordt aanbevolen “om er in en rond de voordracht voor de benoeming van een bewindspersoon in een demissionair kabinet expliciet op te wijzen dat hij wordt geacht net als de overige leden van het kabinet zijn ambt ter beschikking te hebben gesteld.”
Verduidelijking Kieswet en RvO
Het adviescollege beveelt aan om artikel X 3, eerste lid, en artikel X 1, eerste lid, van de Kieswet te heroverwegen.
Verder wordt aangeraden de onduidelijkheid in artikel 2.2, eerste lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal weg te nemen. Dit kan gedaan worden door te expliciteren dat het hier net gaat om een ambt bedoeld in artikel 57, tweede lid, van de Grondwet.
Vervangingsregeling
Tot slot wordt voorgesteld om een vervangingsregeling voor de uitzonderingsituatie waarin demissionaire bewindspersonen tevens Kamerlid zijn in werking te stellen. Daarbij worden suggesties gedaan over onder andere de duur, het salaris, pensioen en wachtgeld van het vervangende Kamerlid.
Op 9 mei 2025 kwam er bij monde van BZK-minister Judith Uitermark alsnog een kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Engels. Hierin wordt gesteld dat het kabinet de redenering van het adviescollege goed kan volgen. Ook wordt de aangenomen motie-Leijten uit 2021 aangehaald waarin wordt gepleit voor een strikte interpretatie van de uitzondering in artikel 57. Deze stelt dat:
"een Kamerlid nooit een dubbelfunctie kan krijgen nadat het Kamerlid zonder dubbelfunctie is geïnstalleerd en dat er geen enkele uitzondering op artikel 57 van de Grondwet bestaat dan de situatie dat een demissionair bewindspersoon gekozen wordt als Kamerlid."
Daarnaast wordt de voorgestelde tesktuele verandering van het derde lid als wenselijk gezien. Ook de andere aanbevelingen zijn ter harte genomen. Het kabinet zegt voornemens te zijn de andere voorgestelde wijzigingen door te voeren.
Volledig rapport + bijlagen
Achtergrondcommentaar
- 1.Dilan Yeşilgöz (1977) is sinds 23 november 2023 fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Sinds 6 december 2023 is zij Tweede Kamerlid. Eerder was zij lid van 23 maart 2017 tot 3 september 2021. Van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 was mevrouw Yesigöz minister van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte IV. In het (demissionaire) kabinet-Rutte III was zij van 25 mei 2021 tot 10 januari 2022 staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Mevrouw Yeşilgöz was eigenaar/senior adviseur van Bureau DenW in Amsterdam en daar raadslid. Eerder was zij bestuursadviseur veiligheid en zorg van het college van B&W van Amsterdam. Zij is lijsttrekker bij de Tweede Kamerverkiezingen 2025.
- 2.Dennis Wiersma (1986) was sinds 10 januari 2022 minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs in het kabinet-Rutte IV. Hij stapte per 23 juni 2023 op vanwege discussies over zijn gedrag. In het (demissionaire) kabinet-Rutte III was hij vanaf 10 augustus 2021 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De heer Wiersma was van 23 maart 2017 tot 3 september 2021 Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij werkte bij pensioenuitvoerder PGGM en was voorzitter van FNV Jong. Verder was hij projectleider jeugdwerkloosheid op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De heer Wiersma was als Kamerlid woordvoerder vreemdelingenzaken/migratie, aanpak mensenhandel, arbeidsmigratie en pensioenen en AOW. Hij werkt nu bij adviesbureau De Galan.
- 3.Steven van Weyenberg (1973) was van 12 januari tot 2 juli 2024 minister van Financiën in het demissionare kabinet-Rutte IV. Hij was eerder kort staatssecretaris voor Cultuur en Media en van 10 augustus 2021 tot 10 januari 2022 staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in het demissionaire kabinet-Rutte III. De heer Van Weyenberg was van 20 september 2012 tot 3 september 2021 en van 18 januari 2022 tot 5 december 2023 Tweede Kamerlid voor D66. Daarvoor was hij veertien jaar werkzaam bij het ministerie van Economische Zaken en daarna twee jaar bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De heer Van Weyenberg was als Kamerlid woordvoerder voor onder meer financiën en financiële markten en tevens vicefractievoorzitter. Sinds mei 2025 is hij wethouder in Amsterdam.