Raad van State: uitsluiting van kiesrecht op basis van dubbele nationaliteit is discriminatie
DEN HAAG (PDC) - Een dubbele nationaliteit is onvoldoende reden om iemand uit te sluiten van kiesrecht of bepaalde functies als minister of burgemeester. Dit staat in een advies van De Afdeling advisering van de Raad van State over het initiatiefvoorstel1 van de Tweede Kamerleden Wilders2 en Bosma3 (beiden PVV)
Kiesrecht
Met het wetsvoorstel beogen de indiensers dat personen die naast de Nederlandse nationaliteit ook één of meer andere nationaliteiten bezitten, kunnen worden uitgesloten van actief en passief kiesrecht. Het kiesrecht is geregeld in artikel 54 Grondwet.
Bepaalde functies
Daarnaast wordt voorgesteld om in de Grondwet te regelen dat personen met een meervoudige nationaliteit niet mogen worden benoemd in bepaalde functies. Hierbij gaat het om functies als minister-president, ministers, staatssecretarissen, leden van de Raad van State, leden van de Algemene Rekenkamer, de Nationale Ombudsman, de commissaris van de Koning en burgemeesters. De artikelen 74, 77, 78a en 131 zouden hiervoor moeten worden gewijzigd.
Discriminatie
De uitsluiting van personen van het kiesrecht en van bepaalde ambten vanwege een dubbele nationaliteit, levert volgens de Afdeling advisering een schending op van het discriminatieverbod.
Legitimiteit
De Afdeling advisering is van mening dat voor het invoeren van zulke ingrijpende beperkingen van fundamentele rechten heel goede redenen moeten worden aangevoerd. Dit is naar haar oordeel te weinig, en met te weinig onderbouwing gebeurd. Alle bevolkingsgroepen met de Nederlandse nationaliteit moeten binnen onze samenleving toegang hebben tot de politieke besluitvorming. Is dit niet zo, dan wordt de legitimiteit van de overheid ondermijnd.
Het advies werd reeds in april 2019 uitgebracht en is op 16 juni 2022 openbaar gemaakt en gepubliceerd naar aanleiding van een concreet verzoek op grond van de Wet open overheid.
Bron: Raad van State
- 1.Dit initiatiefwetsvoorstel van de leden Wilders en Bosma (beiden PVV) stelt een wijziging voor van de Grondwet zodat personen die naast de Nederlandse nationaliteit ook een of meerdere vreemde nationaliteiten bezitten worden uitgesloten van het actieve kiesrecht. Daarnaast wordt voorgesteld in de Grondwet op te nemen dat enkel personen met uitsluitend de Nederlandse nationaliteit mogen worden aangesteld en/of worden benoemd als bepaalde (politieke) ambtsdragers. Onder bepaalde (politieke) ambtsdragers verstaan de initiatiefnemers de Minister-President, ministers, staatssecretarissen, leden van de Staten-Generaal, leden van de gemeenteraad, leden van de provinciale staten, leden van de Raad van State, leden van de Algemene Rekenkamer, leden van de gedeputeerde staten, leden van de Waterschappen, wethouders, de Nationale ombudsman, de commissaris van de Koning en de burgemeester.
- 2.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 3.Martin Bosma (1964) is sinds 14 december 2023 voorzitter van de Tweede Kamer en sinds 30 november 2006 lid van de Tweede Kamerfractie van de PVV. Hij was in de periode 2004-2006 medewerker van de fractie Groep-Wilders en daarvoor werkzaam in de journalistiek en onder meer mededirecteur van een mediabedrijf. De heer Bosma hield zich als Kamerlid vooral bezig met binnenlandse zaken, hoger en wetenschappelijk onderwijs, media en cultuur. Hij was fractiesecretaris en (tweede) ondervoorzitter van de Kamer. Eerder was hij lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen.