Sicco Mansholt als Eurocommissaris (1958-1973)

Source: Europa Nu.

Sicco Mansholt (PvdA) werd na 13 jaar minister van Landbouw te zijn geweest lid van de eerste Europese Commissie1. Hij werd de Eurocommissaris voor Landbouw in Commissie Hallstein2 I. De Commissie begon met 9 leden uit 6 landen en had zelfs bijna geen ambtenaren in eerste instantie. De belangrijkste vragen die speelden in deze tijd waren de mogelijke toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschap en de vraag welke rol de verschillende Europese instituties te spelen hadden tegenover de lidstaten.

Mansholt had als minister al enkele voorstellen gedaan voor een Europese markt van landbouw, maar kon hier als Eurocommissaris pas echt invulling aan geven. Hij vond het van groot belang dat de agrarische sector een plek zou krijgen in een 'modern' Europa, naast een sterke industrie. Hij hechtte er waarde aan dat het inkomensniveau van boeren gelijker zou lopen met dat van arbeiders. Hij zag moderne gezinsbedrijven als dé motor voor een sociaal ontwikkeld platteland.

Mansholt werd aan het einde van zijn loopbaan bij de Europese Commissie nog 9 maanden voorzitter, omdat de voorzitter van de Europese Commissie, Franco Malfatti3, tussentijds vertrok om zich verkiesbaar te stellen voor de Italiaanse presidentsverkiezingen. Mansholt zijn voorzitterschap werd door Italië, Frankrijk en West-Duitsland gesteund. Hoewel ze hier alledrie hun eigen redenen voor hadden, was hij vooral een veilige keuze omdat hij sowieso na 9 maanden met pensioen zou gaan.

Contents

  1. Verloop Eurocommissariaat
  2. Voorzitterschap Europese Commissie
  3. Wetenswaardigheden
  4. Meer informatie

1.

Verloop Eurocommissariaat

De eerste vergadering van de Europese Commissie was een samenkomst van de 9 commissarissen in Luxemburg. Er was buiten deze 9 leden niks, 'zelfs nog geen secretaresses', aldus Mansholt in zijn autobiografie. De eerste commissie besteedde de meeste tijd aan het uitwerken van regels en verdragen. In deze tijd was er nog geen instantie tegenover wie de Europese Commissie verantwoording diende af te leggen, zoals nu tegenover het Europees Parlement. Dit had als gevolg dat de Europese Commissie functioneerde als een kabinet zonder parlement. Daar staat tegenover dat de Europese Commissie vooral lidstaten tegenover zich vond die huiverig waren om soevereniteit af te staan.

In juli van het eerste jaar als Commissaris Landbouw belegde Mansholt een grote conferentie in het Italiaanse Sera. Zijn grootste verdiensten hier waren dat hij de concessie kreeg van landbouwministers dat ze mee wilden werken aan één markt voor landbouw tussen de lidstaten. Hoewel dit weinig concreet was, gaf dit hem wel een positie waarin hij ruimte had om te gaan onderhandelen.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)

Een jaar later, in 1959, zou hij een eerste voorstel doen voor een gemeenschappelijke markt. Het was een baanbrekend idee, waarbij er sprake zou zijn van één markt voor landbouwgoederen van de lidstaten. De drie pijlers van het GLB waren voor Mansholt: de eenheid van de markt, voorrang aan de interne markt en financiële solidariteit. Dit betekende dus dat de regels voor het verhandelen van landbouwproducten in alle lidstaten hetzelfde waren, Europese landbouwproducten beschermd werden en de kosten door alle lidstaten gedeeld werden.

Een jaar later kwam de Raad van Ministers met een antwoord. Het compromis werd uiteindelijk een tijdelijk systeem van heffingen tussen de lidstaten, om zo de overgang in beweging te zetten. Dit zou dan ter vervanging van protectionistische maatregelen zijn van lidstaten voorheen. De productie zou daarnaast gesteund worden door prijsgaranties vanuit de Europese Gemeenschap. Dit had als gevolg dat boeren een prikkel hadden om zo veel mogelijk te produceren. Dit leidde onder meer tot de 'boterberg' en 'wijnzee', omdat de Europese Economische Gemeenschap alles opkocht wat te veel geproduceerd was.

Mansholt had als voornaamste doel het versterken van de Europese Commissie, waarbij het voor hem van belang was dat landbouwbeleid hierin geen hindernis mocht zijn. Daarnaast zag hij een goed lopend landbouwbeleid als een manier om Europese integratie te bevorderen. In 1968 was het doel bereikt: één gemeenschappelijke markt voor landbouwproducten van de lidstaten.

In 1968 publiceerde Mansholt het structuurplan 'Landbouw 1980'. Dit was bedoeld om de onvoorziene gevolgen van het GLB terug te dringen. Het voorstel van Mansholt was om binnen 10 jaar de Europese landbouw volledig te herzien. Boeren bedrijven zouden enkel nog gesteund worden met gemeenschapsgeld als ze modern waren. Daarnaast stelde hij voor om de prijssubsidies flink te verlagen, de boterpijs met zelfs 30%. Er zou echter ook veel meer geld gaan naar vervroegde pensionering en omscholing. Gevolg van het plan was volgens Mansholt dat binnen die 10 jaar ongeveer de helft van de Europese werknemers in de agrarische sector ander werk zouden hebben. Dit voorstel schoot bij veel boeren in het verkeerde keelgat, wat uiteindelijk uitmondde in de boerenprotesten. Deze protesten in Brussel verliepen erg onrustig en er werden galgenpoppen van Mansholt door de stad gedragen. Bij de protesten kwam één iemand om het leven. Deze gebeurtenis heeft Mansholt altijd als de zwartste dag gezien.

2.

Voorzitterschap Europese Commissie

Het voorzitterschap van Mansholt werd gesteund vanuit de belangrijkste landen van de Europese Gemeenschap op dat moment. Frankrijk wilde graag een nieuwe kant van zichzelf tonen nadat De Gaulle meerdere keren een veto had uitgesproken over Britse toetreding. De nieuwe Franse president, Georges Pompidou, zag dit als een manier om om duidelijk te maken dat de periode dat Frankrijk lid was van de Europese Gemeenschap om het Franse belang zo veel mogelijk te dienen voorbij was. Het Verenigd Koninkrijk betrad uiteindelijk in 1973 toe tot de Europese Gemeenschap.

Naar aanleiding van het rapport van de Club van Rome, Grenzen aan de groei, begon hij voorstander te worden van een duurzamer landbouwbeleid. Dit stuitte echter op verzet van lidstaten, die zagen dat daarmee het belang van hun boeren niet per se gediend was op de korte termijn. Na zijn voorzitterschap is Mansholt zich blijven inzetten voor een duurzamer beleid.

3.

Wetenswaardigheden

  • - 
    Wist tijdens de conferentie van Sera indruk te maken op de aanwezigen toen hij bij de tweede poging al succesvol was bij het waterskiën, terwijl de Europese landbouwministers toekeken
  • - 
    Werd door Richard Nixon ooit omschreven als 'that jackass in the European Commission'
  • - 
    Gaf na één van de eerste marathonvergaderingen een 'familiefeest' waarmee hij al het betrokken personeel bedankte, waaronder de chauffeurs en de bedienden. Dit werd hem in dank afgenomen door de betrokkenen.

4.

Meer informatie

  • Biografie Sicco Mansholt4
  • Commissie Hallstein I2

  • 1. 
    The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.
     
  • 2. 
    Dit was de eerste Europese Commissie, die aantrad op 1 januari 1958 en tot 1967 in functie bleef. De Duitse Walter Hallstein was voorzitter van de Commissie en de Nederlander Sicco Mansholt was vicevoorzitter van de Commissie en eurocommissaris voor landbouw.
     
  • 3. 
    Franco Maria Malfatti (1927-1991) was in de jaren 1970-1972 voorzitter van de Europese Commissie. De christendemocraat Malfatti was Kamerlid en een jaar minister in twee opvolgende kabinetten. Tijdens zijn voorzitterschap werden verdere stappen gezet naar vorming van een interne Europese markt en werden onderhandelingen gevoerd over toetreding van Denemarken, Noorwegen, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Na zijn voorzitterschap werd Malfatti opnieuw minister.
     
  • 4. 
    Vooraanstaande sociaaldemocratische minister en Europeaan. Afkomstig uit een rijke, sociaal betrokken Groningse landbouwfamilie. Was - na een korte tijd in de Oost - boer en verzetsman in de Wieringermeer en werd op zijn 36ste minister van Landbouw in het kabinet-Schermerhorn/Drees. Zorgde tijdens zijn tienjarige ministerschap voor herstel van de voedselvoorziening en bevorderde de modernisering van de Nederlandse landbouw. Als Europees landbouwcommissaris speelde hij vanaf 1958 eveneens een belangrijke rol bij de schaalvergroting in de landbouw en bij het ontwikkelen van een Europees landbouwbeleid. In 1972 negen maanden voorzitter van de Europese Commissie. Dynamische en sportieve man met groot nationaal en internationaal gezag en met duidelijk omlijnde visies over internationale economische en ecologische vraagstukken.