Tweede Kamerfractie Groep-Gortzak

De fractie Groep-Gortzak ontstond op 15 april 1958, nadat Henk Gortzak1, Bertus Brandsen2 en Gerben Wagenaar3 wegens onenigheid in de CPN4 geroyeerd waren als partijlid. Rie Lips-Odinot5 stapte zelf uit de CPN om zich bij Gortzak c.s. aan te sluiten. De fractie was van tot 20 maart 1959 in de Tweede Kamer6 vertegenwoordigd.

Alle leden van de Groep-Gortzak waren in 1959 kandidaat voor de lijst-Wagenaar, die zich na de verkiezingen tot Socialistische Werkers Partij (SWP) zou omdopen. De lijst-Wagenaar (en daarmee de SWP) behaalde bij de Tweede Kamerverkiezingen van 19597 slechts 0,58% van de stemmen. Dat was onvoldoende voor een Kamerzetel.

 

Meer over

  • CPN8
  • afsplitsing CPN 1958

  • 1. 
    Amsterdamse timmerman, die vanaf 1946 één van de voornaamste communistische leiders was. Was tijdens de bezetting actief in het verzet. Voorzitter van de CPN-fracties in Tweede Kamer en gemeenteraad van Amsterdam. Als Kamerlid een fel debater, die het de Kamervoorzitter vaak lastig maakte. Verliet in 1958 na een conflict met Paul de Groot over de positie van de Eenheids Vakcentrale (EVC) samen met Wagenaar en twee anderen de communistische fractie en deed zonder succes mee aan de Kamerverkiezingen van 1959. Nadien lid van de PSP, voor welke partij hij - tot onvrede van de CPN - vanaf 1969 nog twee jaar Kamerlid was. Vader van Wouter Gortzak, het latere PvdA-Kamerlid.
     
  • 2. 
    Amsterdamse voorman van de communistische Eenheids Vakcentrale (EVC), die in de jaren 1956-1958 tot de voornaamste opposanten tegen de leiding van Paul de Groot behoorde. Verzette zich met name tegen de sterke greep van De Groot op de EVC. Volgde in april 1958 Frits Reuter op als Tweede Kamerlid en trad onmiddellijk toe tot de groep-Wagenaar/Gortzak.
     
  • 3. 
    Bekende communistische voorman van de CPN na de Tweede Wereldoorlog die met Paul de Groot de CPN leidde. Bij vier verkiezingen lijsttrekker. Had Friese ouders; zijn vader werkte bij de tram in Amsterdam. Werkte zelf voor de oorlog als meterhersteller bij het Gemeentelijk elektriciteitsbedrijf van Amsterdam. Speelde als 'blonde Freek' een belangrijke rol in het verzet. Na de oorlog fel tegenstander van onder meer het bondgenootschap met de VS en van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Kwam daarbij enkele malen in aanvaring met de Kamervoorzitter, omdat hij de orde verstoorde. Mocht desondanks toch op sympathie van zijn medeleden rekenen. Brak in 1958 samen met onder anderen Gortzak met de CPN na een conflict over de positie van de Eenheids Vakcentrale. In 1959 via een eigen lijst niet herkozen.
     
  • 4. 
    De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische fractie die van 8 juni 1937 tot 3 juni 1986 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. De fractie was een voortzetting van die van de CPH, met Lou de Visser en David Wijnkoop als vooraanstaande leden. De partij heeft nooit deelgenomen aan de regering. In 1958 was er een splitsing in de CPN-fractie.
     
  • 5. 
    Hilversumse timmermansdochter, die in de jaren vijftig Tweede Kamerlid voor de CPN was. Van huis uit sociaaldemocrate. In de jaren dertig actief bij de hulpverlening aan strijders in de Spaanse burgeroorlog en aan Joodse vluchtelingen uit Duitsland. Werd opgesloten in kamp Ravensbrück. Werd daar communist. Kwam in de Koude-Oorlogjaren in de Kamer en voerde het woord over zaken als voogdij, adoptie, maatschappelijk werk en vrouwenemancipatie. Ook actief als gemeenteraads- en Statenlid. Brak in 1958 na de destalinisatie met de CPN en sloot zich aan bij de groep-Gortzak/Wagenaar.
     
  • 6. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 7. 
    Op 12 maart 1959 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Drees III. Omdat de PvdA bij deze vervroegde Tweede Kamerverkiezingen twee zetels verloor, werd de KVP met 49 zetels de grootste partij. Grote stijger was de VVD met zes zetels, die daarmee voor het eerst de derde partij van het land werd. De communisten leden een zware nederlaag. Nieuwkomer was de PSP met twee zetels. De PvdA koos voor de oppositie en KVP, VVD, ARP en CHU vormden het kabinet De Quay.
     
  • 8. 
    De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.