32213 (R1903) - Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen

Please note

This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 11 november 2009 ingediend door de minister van Algemene Zaken, Balkenende1, de minister van Justitie, Hirsch Ballin2, en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Bijleveld-Schouten3.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat Curaçao en Sint Maarten de hoedanigheid van land in het Koninkrijk verkrijgen, dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba toetreden tot het staatsbestel van Nederland, dat in verband daarmee besloten is om de Nederlandse Antillen op te heffen als land en dat daarom wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden noodzakelijk is.

Contents

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden een nota van wijziging en 17 amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer 16 moties ingediend.

4.

Documenten

(82 stuks)

2 11 november 2009, koninklijke boodschap, nr. 1     KST137278
Koninklijke boodschap
publicatie: 23 november 2009
 
2 11 november 2009, voorstel van wet, nr. 2     KST137279
Voorstel van wet
publicatie: 23 november 2009
 
2 11 november 2009, memorie van toelichting, nr. 3     KST137280
Memorie van toelichting
publicatie: 23 november 2009
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.


  • 1. 
    Former Christian democratic prime-minister of The Netherlands, from 2002 to 2010. Jan Peter Balkenende led four coalition governments, each of different composition. It mirrored the unstable political climate in The Netherlands after the rise and murder of Pim Fortuyn in 2002. Having worked for the Christian democratics' scientific bureau, Jan Peter Balkenende was elected as member of the House of Commons in 1998. He was spokesperson for the party on public finance before becoming party leader in 2001. Jan Peter Balkende left politics after a disastrous election result in 2012. He currently works at university and as consultant.
     
  • 2. 
    Christendemocratische rechtsgeleerde en politicus die twee perioden minister van Justitie was. Zoon van een Joodse, Duitse vluchteling. Stapte in 1989 over van de Tilburgse universiteit naar het kabinet-Lubbers III en had aanvankelijk het imago van een studeerkamergeleerde en zedenmeester. Trad kort voor de verkiezingen van 1994 af vanwege de IRT-affaire en werd nadien Tweede en Eerste Kamerlid. Werd in 2000 staatsraad, maar keerde in 2006 terug als minister van Justitie en bleef dat opnieuw vier jaar. Was in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bekwaam wetgever die als vurig verdediger van de rechtsstaat gezag had. Workaholic en voor alles jurist.
     
  • 3. 
    Ank Bijleveld (1962) was van 26 oktober 2017 tot en met 17 september 2021 minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 april 2020 was zij tevens minister voor de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst. Mevrouw Bijleveld was van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Balkenende IV. Zij was Tweede Kamerlid voor het CDA in de periode 1989-2001 en in 2010. Zij was enige jaren vicefractievoorzitter en in 2010 betrokken bij de onderhandelingen tijdens de kabinetsformatie. Eerder werkte mevrouw Bijleveld bij de gemeente Hengelo (Ov.), was zij raadslid in Enschede en was zij actief bij het dekenaat van Enschede. Van 1 januari 2001 tot 22 februari 2007 was zij burgemeester van Hof van Twente en van 1 januari 2011 tot 26 oktober 2017 commissaris van de Koning(in) in Overijssel. Op 17 januari 2022 werd zij waarnemend burgemeester van Almere en bleef dat tot 1 maart 2023.
     
  • 4. 
    Amsterdamse politieagent, die als PVV-dissident veel van zich deed spreken. Na de verkiezingswinst van de PVV kwam hij in november 2006 in de Tweede Kamer. Als woordvoerder binnenlandse zaken, politie, defensie, maar vooral Koninkrijksrelaties schuwde hij ferme uitspraken niet. Dat zorgde voor spanningen tijdens een delegatiebezoek aan de Antillen. In 2011 PVV-lijsttrekker bij de Statenverkiezingen in Noord-Holland en tot maart 2015 Statenlid. Kwam in 2012 in conflict met Wilders, toen hij kritisch was over organisatie en opereren van de PVV. Hij ging toen in politieke zin zijn eigen weg met nieuwe politieke bewegingen, maar zonder electoraal succes. Keerde daarna terug naar de politie, waarmee hij later echter in conflict kwam en opende later zijn eigen restaurant.
     
  • 5. 
    Groningse vakbondsvrouw die veertien jaar een spreek- en strijdvaardig lid van de GroenLinks-Tweede Kamerfractie was. Kwam uit de kring van de PSP en is overtuigd republikein. In de FNV was zij regiohoofd van de regio Noord (Friesland, Groningen en Drenthe) en daarnaast negen jaar gemeenteraadslid in Groningen. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met arbeid en zorg, emancipatie, verkeer, binnenlands bestuur en koninkrijksrelaties. Verder was zij vicefractievoorzitter, lid van het Kamerpresidium en voorzitter van vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Was in 2013-2017 regiodirecteur Noord bij de Nederlandse Spoorwegen en is nu burgemeester van Schiermonnikoog.
     
  • 6. 
    Op Curaçao geboren afgevaardigde van de ChristenUnie die in de Tweede Kamer zes jaar met veel overgave uiteenlopende dossiers behandelde. Zij was woordvoerster economische zaken, sociale zaken en werkgelegenheid, integratie, volkshuisvesting en Koninkrijksrelaties. Vooral op dat laatstgenoemde terrein speelde zij als delegatielid vaak een actieve rol. Daarnaast was zij lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Voor zij Kamerlid werd, was mevrouw Ortega directeur van een adviesbureau op het gebied van organisatie en personeelsbeleid en daarvoor als ambtenaar adviseur van de gemeente Rotterdam.
     
  • 7. 
    Nauwgezet, uit het onderwijs afkomstig CDA-Tweede Kamerlid. Hij was dat in de periode 2002-2012 met een onderbreking in 2010. Woordvoerder volkshuisvestingsbeleid en Koninkrijksrelaties, lid van de parlementaire onderzoekscommissies onderwijsvernieuwingen en huurprijzen. In de periode 2009-2012 voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Werd, na leraar te zijn geweest, in 1990 wethouder in Lelystad en bleef dat twaalf jaar. Na zijn Kamerlidmaatschap burgemeester van Weesp. Dat was hij van april 2014 tot de samenvoeging van Weesp met Amsterdam in 2022.
     
  • 8. 
    Extrovert en charmant PvdA-Tweede Kamerlid met stevige wortels in 'de West'. Was voor hij Kamerlid werd directeur en artistiek leider van een Amsterdams toneelgezelschap en regisseerde geregeld toneelproducties over politiek-historische thema's. Als Kamerlid onder meer voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en woordvoerder Antilliaanse zaken, cultuur en onderwijs. Toonde daarbij altijd een grote betrokkenheid. Een korte terugkeer in de Kamer in 2012 verliep weinig gelukkig voor hem.
     
  • 9. 
    Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.
     
  • 10. 
    Energieke, strijdbare en debatvaardige Brabantse SP-politicus; eerst drie jaar in de Eerste Kamer en daarna, vanaf 2006, ruim veertien jaar in de Tweede Kamer. Was als docent geschiedenis verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en daarna directeur van het wetenschappelijk bureau van de SP, waarvan hij later voorzitter werd. Als Kamerlid woordvoerder op het gebied van het binnenlands bestuur, constitutionele zaken, koninklijk huis, kiesrecht, beloning ambtsdragers, werkwijze van de Kamer, Koninkrijksaangelegenheden en veiligheid. Was tevens lid van het Presidium. Bracht in 2016 een wet over bescherming van klokkenluiders tot stand en had in 2020 succes met een voorstel in eerste lezing over het correctief referendum. Sinds 1 april 2021 is hij hoogleraar 'Erasmiaanse waarden' aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde eerder op een studie over het 19-eeuwse conservatisme.
     
  • 11. 
    Wetenschapper in de CDA-Eerste Kamerfractie, met bijzondere belangstelling voor het staatsbestel in alle delen van het Koninkrijk. Universitair hoofddocent Europees en Internationaal Publiekrecht in Tilburg en daar sinds oktober 2010 tevens bijzonder hoogleraar religie, rechtsstaat en samenleving. Was lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur en had bestuursfuncties op het raakvlak van kerk en maatschappij. In de Eerste Kamer hield zij zich behalve met constitutionele zaken onder meer bezig met bestuurlijke organisatie, kiesrecht, justitie en rechtsstaat. Stond bekend als een consciëntieus, principieel en vasthoudend Kamerlid.
     
  • 12. 
    Generaal-majoor b.d. der Mariniers, met een grote staat van dienst op het gebied van defensie en veiligheid. Werd in de Eerste Kamer, waarvan hij voor de VVD twaalf jaar deel uitmaakte, dan ook algemeen als autoriteit op dat gebied erkend. Hij was onder meer adviseur van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op het gebied van vredesoperaties en verbonden aan het Haagse Centrum voor Strategische Studies. In 2011-2015 was hij voorzitter van de vaste commissie voor buitenlandse zaken, defensie en ontwikkelingssamenwerking en daarnaast maakte hij deel uit van onder meer de parlementaire vergaderingen van NAVO en OVSE. Behalve met buitenlandse zaken hield hij zich ook bezig met Koninkrijksrelaties.
     
  • 13. 
    Zelfbewuste en ontspannen optredende PvdA-senator met onder meer grote belangstelling voor de ontwikkelingen op de Antillen. Was voor zij in 1995 Eerste Kamerlid werd onder meer zelfstandig onderzoeker op het terrein van sociale en bestuurlijke vernieuwing. Was tevens raadslid in Abcoude. Werd in 1999 niet herkozen en hield zich daarna bezig met grotestedelijke problemen in Rotterdam. Keerde in 2003 voor nog eens twaalf jaar terug in de Senaat. Aanvankelijk sprak zij vooral over ruimtelijke ordening en later was zij woordvoerster onderwijs. In 2007-2015 voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties en in 2013-2015 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
     
  • 14. 
    Maatschappelijk betrokken rechter, die acht jaar voor de SP in de Eerste Kamer zat. Specialiseerde zich op het gebied van kinderrechten en was bestuurslid van de Nederlandse tak van Defence for Children. In de Eerste Kamer hield zij zich, met veel juridische deskundigheid, bezig met onderwerpen op justitiegebied, jeugdzorg en vreemdelingenbeleid. Opgevoed in een katholiek milieu als dochter van een KVP-Kamerlid. Was lid van de Staatscommissie parlementair stelsel.
     
  • 15. 
    Rechter in de Eerste Kamerfractie van de ChristenUnie in de jaren 2007-2011. Was achtereenvolgens docent strafrecht, beleidsmedewerker bij het parket, rechter en vicepresident van een rechtbank. Hield zich in de Senaat bezig met justitie, arbeidsparticipatie, jeugd en gezin en Antilliaanse zaken. Had vooral een juridische inbreng bij de behandeling van wetsvoorstellen. Als bescheiden lid wist zij daarbij soms waardevolle toezeggingen aan bewindslieden te ontlokken. Was lid van de Staatscommissie parlementair stelsel.
     
  • 16. 
    Strijdbaar en actief senator voor Groenlinks, die tijdens zijn vierjarige Eerste Kamerlidmaatschap liefst achtenveertig moties (mede)indiende. Voordien was hij ruim acht jaar wethouder in Leiden, onder meer van milieu en sociale zaken. In de Eerste Kamer sprak hij geregeld over economische zaken, de Antillen, volkshuisvesting, sociale zaken en binnenlands bestuur. Tevens was hij financieel woordvoerder. Buiten de politiek onder meer actief als voorzitter van de Woonbond en van de Landelijke Cliëntenraad sociale zekerheid.
     
  • 17. 
    Rechtsgeleerde van D66-huize die als wetenschapper en politicus in de voetstappen van zijn leermeester Jan Vis stapte. Was docent staatsrecht en later bijzonder hoogleraar gemeenterecht/gemeentekunde (Thorbecke-leerstoel) in Leiden en bijzonder hoogleraar 'rechten decentrale overheden' (Oppenheim-leerstoeel) in Groningen. Kwam in 2004 in de Eerste Kamer en werd in 2010 fractievoorzitter, een functie die hij in 2018-2019 nog eens bekleedde. Sprak veelvuldig in debatten over binnenlands bestuur en constitutioneel bestel, maar ook over justitiële onderwerpen, zorg en integratie. Was voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin. Van september 2018 tot 1 januari 2021 was hij waarnemend burgemeester van Loppersum.
     
  • 18. 
    SP-Eerste Kamerlid dat met name goed was ingevoerd op het gebied van de zorg, een sector die zij als bijzonder hoogleraar zorgmanagement en inspecteur van de Volksgezondheid goed kende. Vroeg in debatten geregeld aandacht voor de positie van gehandicapten en chronisch zieken. In de Senaat hadden ook (beroeps)onderwijs, de jeugdzorg en de Antillen haar belangstelling. Zij was woordvoerder bij de debatten over de wijziging van de verhouding met het Caribische deel van het koninkrijk.
     
  • 19. 
    Fries Eerste Kamerlid voor de Onafhankelijke Senaatsfractie en in perioden (eerst acht jaar en later nog eens vier jaar) een eenling in de Senaat. Hield zich dan ook met uiteenlopende onderwerpen bezig, waarbij Europa, maar ook onderwijs, cultuur en de Antillen zijn speciale belangstelling hadden. Lid en voorzitter zijnde van de Fryske Nasjonale Partij, een partij waarvoor hij in de Staten van Fryslân zat, kwam hij tevens op voor de Friese taal en cultuur. Hij was als leraar economie, conrector en lid van de Centrale Directie van het Dockingacollege in Dokkum lange tijd werkzaam in het onderwijs.