32290 - Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 19 januari 2010 ingediend door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Van Bijsterveldt-Vliegenthart1, en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dijksma2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat taal- en rekenvaardigheden een sleutelrol vervullen in de onderwijsloopbaan van leerlingen en van groot belang zijn voor het maatschappelijk en in voorkomende gevallen beroepsmatig functioneren van leerlingen; dat het wenselijk is te komen tot versterking van de taalen rekenvaardigheden van leerlingen en tot een betere aansluiting tussen het taal- en rekenonderwijs van de verschillende sectoren in het onderwijs, in het belang van een doorlopende leerlijn van leerlingen; dat het in verband daarmee wenselijk is voor deze vaardigheden beheersingsniveaus vast te stellen; dat deze niveaus vanwege hun sectoroverstijgende betekenis een grondslag dienen te krijgen in een sectoroverstijgende wet; dat de doorwerking van de niveaus naar de afzonderlijke onderwijssectoren tevens noodzaakt tot aanpassing van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Contents
Vaststelling van regels over referentieniveaus voor de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen (Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen)
Bij dit wetsvoorstel werden zeven amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer twee moties ingediend. (28 stuks)2 |
19 januari 2010, koninklijke boodschap, nr. 1
KST140056 Koninklijke boodschap publicatie: 25 januari 2010 |
2 |
19 januari 2010, voorstel van wet, nr. 2
KST140057 Voorstel van wet publicatie: 25 januari 2010 |
2 |
19 januari 2010, memorie van toelichting, nr. 3
KST140058 Memorie van toelichting publicatie: 25 januari 2010 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.CDA-politica en bestuurder, die achtereenvolgens wethouder, burgemeester, partijvoorzitter, staatssecretaris, (kort) Tweede Kamerlid en minister was. Vervolgens werd zij, na drie jaar directeur van het Ronald McDonald Kinderfonds te zijn geweest, in 2016 burgemeester van Delft. Was aanvankelijk werkzaam in de gezondheidszorg en werd na een gedwongen voortijdig vertrek als wethouder van Almere op 33-jarige leeftijd burgemeester van Schipluiden. Staatssecretaris voor voortgezet onderwijs in het kabinet-Balkenende IV. Maakte zich sterk voor kwaliteitsverbetering, onder meer door een rekentoets en een leerlingvolgsysteem. Liep als minister tijdens kabinet-Rutte I niet weg voor pijnlijke bezuinigingen. Vasthoudende en toegewijde bestuurder, met een groot plichtsbesef, die zich even makkelijk verstaat met bestuurders als met 'gewone' burgers.
- 2.Sharon Dijksma (1971) is sinds 17 december 2020 burgemeester van Utrecht. Zij was van 18 december 2012 tot 3 november 2015 staatssecretaris van Economische Zaken (met name voor landbouw) en van 3 november 2015 tot 26 oktober 2017 staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (met name voor milieu) in het kabinet-Rutte II. Van 22 februari 2007 tot 23 februari 2010 was zij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende IV. Verder was zij in de jaren 1994-2007, 2010-2012 en 2017-2018 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Zij was toen onder meer fractiesecretaris. In 1992-1994 was mevrouw Dijksma voorzitter van de Jonge Socialisten en in de periode 2018-2020 wethouder van verkeer en vervoer van Amsterdam. Bij haar aantreden als Tweede Kamerlid in 1994 was zij het tot dan jongste Kamerlid.
- 3.Jong Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie in de jaren 2007-2010 en daarna wethouder in Almere en Zwolle. Begon zijn loopbaan als medewerker van de Statenfractie van de CU in Noord-Holland en was raadslid in Zaanstad. Daaruit bleek al zijn bijzondere belangstelling voor het decentrale bestuur. Met onderwerpen op dat terrein hield hij zich dan ook als Kamerlid bezig en daarnaast voerde hij het woord over justitie (asielbeleid), onderwijs, constitutionele zaken en openbaar vervoer. Had veel aandacht voor werkwijze, agendering en omgangsvormen in de Kamer. Na zijn Haagse periode enige tijd presentator bij EO-radio en in 2012-2022 wethouder.
- 4.Jasper van Dijk (1971) was van 30 november 2006 tot 6 december 2023 lid van de Tweede Kamerfractie van de SP. In de periode maart-juli 2023 werd hij tijdelijk vervangen door Frank Futselaar. Hij was medewerker van de SP-fracties in de Tweede Kamer en het Europees Parlement en gemeenteraadslid in Amsterdam. De heer Van Dijk was eerst woordvoerder onderwijs, sociale zaken en integratie en werd later woordvoerder defensie, buitenlandse zaken, ontwikkelingssamenwerking, Europa en asiel en migratie.
- 5.Jonge, spraakmakende GroenLinks-politicus die vanuit de collegebanken in de Tweede Kamerbankjes terechtkwam. Was behalve student cultuur en media in Amsterdam actief in buurtverenigingen en als organisator van demonstraties. In de Kamer woordvoerder onderwijs, justitie, jeugd en integratie en pleitbezorger van het kinderpardon. Tevens was hij fractiesecretaris en lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Ging in 2012, na ruim vijf Kamerlid te zijn geweest, zonder succes de strijd aan om het lijsttrekkerschap van zijn partij en keerde daarna niet terug in het parlement.
- 6.Mark Harbers (1969) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister van Infrastructuur en Waterstaat in het kabinet-Rutte IV. Van 26 oktober 2017 tot en met 21 mei 2019 was hij staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte III. Hij was eerder in 2009-2018 en 2019-2022 Tweede Kamerlid voor de VVD, onder meer als financieel woordvoerder en fractiesecretaris. Verder was hij eerste ondervoorzitter van de Kamer en voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven. De heer Harbers was eerder politiek adviseur van minister Zalm en in de periode 2007-2009 wethouder van Rotterdam. Als Kamerlid was hij in de periode 2019-2022 woordvoerder klimaat, energiebeleid en stikstofbeleid.
- 7.PvdA-politica, die in 1991 als 18-jarige in Drenthe als jongste Provinciale Statenlid van Nederland werd en daarna carrière maakte als ambtenaar, gedeputeerde en burgemeester. Was bijna vier jaar Tweede Kamerlid en als zodanig woordvoerster kenniseconomie, innovatie, onderzoek, hoger onderwijs, voortgezet onderwijs en lerarenbeleid. Kwam in 2010 echter (te) laag op de kandidatenlijst om te worden herkozen. Voor zij Kamerlid werd directiesecretaris Stadsbeheer van de gemeente Groningen en nadien gedeputeerde van de provincie Groningen. In 2015-2024 was zij burgemeester van Bronckhorst.
- 8.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 9.Uit de christelijke vakbond afkomstige erudiete politicus, die bijna acht jaar Tweede Kamerlid voor het CDA was. Begon zijn loopbaan als onderzoeker bij het CNV en was vanaf 2005 naast Kamerlid bijzonder hoogleraar christelijk-sociaal denken aan de VU in Amsterdam. Was woordvoerder onderwijs, met name over hoger onderwijs, onderwijsvrijheid en de positie van leraren, en hield zich daarnaast bezig met Europese samenwerking. Zo zat hij de commissie uit beide Kamers voor die Europese voorstellen op het subsidiariteitsbeginsel toetste. Na zijn Kamerlidmaatschap zeven jaar gedeputeerde van Gelderland. Hij is bestuursvoorzitter van een koepel van christelijke onderwijsinstellingen en voorzitter van de Raad voor de Leefomgeving.
- 10.Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.