Bahlmannianen ('Centrum')
De conservatieve katholieke Kamerleden aan het einde van de negentiende eeuw staan bekend als 'Bahlmannianen', genoemd naar mr. B.M. Bahlmann1. Zij stonden tegenover de kleinere groep volgelingen van Schaepman2, de Schaepmannianen3.
De Bahlmannianen waren tegen invoering van de persoonlijke dienstplicht, tegen verregaande sociale maatregelen, tegen grote kiesrechtuitbreiding en tegen de leerplicht. Net als de Schaepmannianen waren zij wel voor financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs en voor verbetering van de positie van katholieken (onder meer afschaffing processieverbod).
Tot de Bahlmannianen behoorden vooral industriëlen (onder meer uit de Brabantse textielindustrie) en grootgrondbezitters uit Limburg. Bahlmann was redacteur van het katholieke dagblad 'De Maasbode', terwijl Schaepman verbonden was aan het dagblad 'Het Centrum'. De voor Bahlmannianen ook wel gebruikte naam 'Centrum' was een verwijzing naar de Duitse katholieke partij 'Zentrum'.
In 1896 lukte het Schaepman om een gezamenlijk programma op te stellen, waarna beide groepen werden verenigd. Ook Schaepman trad toe tot de Rooms-Katholieke Kamerclub4. Bahlmann overleed in 1898 en Schaepman in 1903.
Bent u op zoek naar specifieke gegevens over leden van de Katholieke Kamerclubs? In het biografisch archief5 van het Parlementair Documentatie Centrum zijn uitgebreide gegevens over Kamerleden opgenomen. Deze gegevens zijn onder voorwaarden beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op via het contactformulier.
- 1.Belangrijk exponent van de conservatieve vleugel van de katholieken en voornaamste katholieke tegenstander van Schaepman. Kwam uit een familie van textielhandelaren. In de Tweede Kamer hield hij zich vooral bezig met financiën en economische zaken en kwam hij op voor de belangen van de industrie (handelsbescherming). Speelde als president-commissaris een belangrijke rol bij dagblad De Maasbode. Stierf in de vergaderzaal van de Tweede Kamer toen hij fel ageerde tegen het voorstel om de mogelijkheid van plaatsvervanging (remplacering) bij het leger af te schaffen. Hoewel hij de naam gaf aan de club van conservatieve katholieken was hij in veel opzichten een zelfstandig opererend Kamerlid.
- 2.Priester, dichter en dé grote voorman van de katholieken aan het einde van de negentiende eeuw. Werd in 1880 als eerste priester Tweede Kamerlid. Ontwierp een politiek programma en sloot een verbond met de antirevolutionairen (de 'Coalitie') van Kuyper. Stond in eigen kring lange tijd nogal geïsoleerd, omdat hij veel progressiever en socialer was dan zijn geloofsgenoten (veelal industriëlen) in de Kamer. Steunde de kiesrechtuitbreiding, invoering van de leerplicht en afschaffing van de plaatsvervanging bij het leger. Pas in 1901 werd hij fractievoorzitter. Was hoogleraar aan het Seminarium te Rijsenburg. Boeiende en geestige spreker met een levendige voordracht. Ook een goed schrijver. In de omgang gezellig, goedlachs, praatgraag, en met iedereen op goede voet.
- 3.Met de Schaepmannianen wordt een kleine groep katholieke Tweede Kamerleden aangeduid aan het einde van de negentiende eeuw. Net als hun voorman, de priester Herman Schaepman, die in 1880 Tweede Kamerlid werd, waren zij voorstander van hervormingen met name op sociaal gebied. Zij werden daarbij geïnspireerd door de encycliek Rerum Novarum van paus Leo XIII uit mei 1891.
- 4.De Rooms-Katholieken hadden van 15 maart 1892 tot 17 september 1929 een Tweede Kamerfractie (Kamerclub). De katholieke fractie was vanaf 1901 de grootste in de Tweede Kamer. Eerder was er al een zogenoemde Centrumclub. Vanaf 1929 was er sprake van een RKSP-fractie, nadat in 1926 de Roomsch-Katholieke Staatspartij was opgericht.
- 5.De stichting PDC is een zelfstandige voortzetting van het voormalige Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden en partner van het Montesquieu Instituut. PDC verzamelt, redigeert en publiceert al tientallen jaren informatie over Kamerleden en bewindslieden in de vorm van een digitaal biografisch archief. Dit archief bevat alle personen (meer dan 5.000) die sinds 1796 tot op de dag van vandaag een rol spelen of hebben gespeeld in het landelijk bestuur zoals Kamerleden, bewindslieden, leden van het Europees Parlement, staatsraden en leden van de Rekenkamer. In het kader van Tweede en Eerste Kamerverkiezingen worden ook gegevens verzameld over (kansrijke) kandidaten.