24666 - Wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met decentralisatie van huisvestings- en bestedingsbeslissingen en vervallen van het economisch claimrecht
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 28 maart 1996 ingediend door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ritzen1, en de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Van Aartsen2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het gewenst is de bevoegde gezagsorganen van de regionale opleidingencentra, de regionale opleidingencentra in een samenwerkingsverband en de agrarische opleidingscentra, de besturen van de landelijke organen voor het beroepsonderwijs, alsmede de besturen van de innovatieve praktijkcentra grotere beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de huisvestingsvoorzieningen te verschaffen; dat ten gevolge van de overdracht van de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de huisvesting geen opbrengst voor het Rijk wordt verkregen; dat in verband met de ongelijke huisvestingssituatie waarin de instellingen verkeren een verevening dient plaats te vinden, waardoor deze in een normatief gelijkwaardige uitgangspositie komen; dat in verband daarmee wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs wenselijk is.
Contents
Wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met decentralisatie van huisvestings- en bestedingsbeslissingen en vervallen van het economisch claimrecht
Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging, een nota van verbetering en twee amendementen ingediend. Bij dit dossier werd in de Tweede Kamer een motie ingediend.2 |
28 maart 1996, memorie van toelichting, nr. 3
KST13724 Memorie van toelichting publicatie: 10 april 1996 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.Limburgse econoom en hoogleraar onderwijsplanning en -economie, die ruim negen jaar onderwijsminister was. Behoorde tot de ideologen van de PvdA en was adviseur van Den Uyl. Als minister van Onderwijs en Wetenschappen in het kabinet-Lubbers III zette hij het beleid voort waarbij studenten meer moesten bijdragen aan de studie en de studieduur werd verkort. Voerde de OV-jaarkaart voor studenten in. Behield, nadat Job Cohen had geweigerd, als één van de weinigen in het kabinet-Kok I de zelfde post als in Lubbers III. Wetenschapper, die aanvankelijk zijn weg in de politiek moest vinden. Schuwde de dialoog met studenten niet. Na zijn ministerschap adviseur van de Wereldbank en bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht.
- 2.VVD-politicus, maar zoon van een Haagse ARP-bestuurder en minister. Begon zijn loopbaan bij de VVD-Tweede Kamerfractie, onder meer als ambtelijk secretaris, en was daarna directeur van de Telders-stichting en medewerker van minister Wiegel. Na secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken te zijn geweest, werd hij minister van Landbouw in het kabinet-Kok I. Startte een grootschalige saneringsoperatie in de varkenshouderij. Minister van Buitenlandse Zaken in het tweede kabinet-Kok. Werd in 2002 Kamerlid en in 2003 fractievoorzitter van de VVD. Mocht zich echter niet politieke leider noemen en stapte na de verloren raadsverkiezingen van 2006 op. Stond als burgemeester van Den Haag (2008-2017) goed aangeschreven bij de bevolking. Was in 2017 waarnemend commissaris van de Koning in Drenthe en van december 2017 tot juli 2018 waarnemend burgemeester van Amsterdam.
- 3.VVD-Kamerlid en Commissaris van de Koning(in). Burgemeesterszoon en leraar, wiens opmars in de VVD in 1977 begon toen hij in Gelderland vicevoorzitter politiek van de JOVD werd. In 1983 beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie en daarna politiek adviseur van vicepremier De Korte, voorlichter van de fractie, en in 1994 Tweede Kamerlid. Was vooral onderwijsspecialist, maar hield zich ook bezig met openbare orde, veiligheid en criminaliteitsbestrijding. In 2002 lag een benoeming tot staatssecretaris van Onderwijs in de rede, maar op het allerlaatste moment koos VVD-leider Zalm voor een vrouw. Werd in 2005, ondanks geringe bestuurlijke ervaring, commissaris van de Koning(in) in "zijn" Gelderland en bleef dat ruim dertien jaar. Gedegen en beginselvast politicus.
- 4.Zat acht jaar in de Tweede Kamer voor D66, vanaf de leeftijd van 27 jaar. Was daarvoor werkzaam bij een taleninstituut voor het bedrijfsleven en bij ING Aviation Lease en tevens gemeenteraadslid in Aalsmeer. Nadat Roger van Boxtel minister was geworden, werd zij woordvoerster volksgezondheid en welzijn van haar fractie. Daarvoor hield zij zich onder meer bezig met beroepsonderwijs, jeugdbeleid en kinderbescherming en emancipatie. Sinds 2002 vervult zij diverse functies in belangenverenigingen in de zorg waaronder die van directeur van de Parkinson Vereniging.
- 5.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 6.Boerenzoon uit Noord-Limburg, die werkzaam was in het onderwijs en het vormingswerk. Zijn werkzaamheden als Tweede Kamerlid voor de PvdA lagen op het terrein van de landbouw en het voortgezet onderwijs. Zette zich als regiovertegenwoordiger ook in voor de belangen van Limburg, Als visserijspecialist bracht hij samen met enkele andere Kamerleden een wijziging van de Visserijwet tot stand.
- 7.Op vele terreinen actief CDA-Tweede Kamerlid. Hield zich onder meer bezig met financiën (eerste woordvoerder bij de belastingherziening eind jaren negentig), verkeer en waterstaat (mobiliteit, openbaar vervoer, waterhuishouding), landbouw en beroepsonderwijs. Afkomstig uit de organisaties van de Christelijke plattelandsjongeren en Christelijke boeren en tuinders. Op lokaal gebied politiek actief in de gemeente Noordoostpolder (onder meer wethouder). Fries van geboorte en groot schaatsliefhebber. Was tien jaar burgemeester van een Friese plattelandsgemeente en vijf jaar voorzitter van de Schaatsenrijdersbond.
- 8.Leraar biologie en geschiedenis die acht jaar Tweede Kamerlid was, eerst voor de RPF en vervolgens voor de ChristenUnie. Gedegen, hardwerkend Kamerlid dat zich met name inzette voor natuur, milieu en dierenwelzijn. Naast landbouw en milieu waren ook verkeer en onderwijs onderwerpen waarmee hij zich als Kamerlid bezighield. In de periode voor hij Kamerlid werd wethouder van Ede. In 2008-2014 was hij burgemeester van Lemsterland.
- 9.Vertegenwoordiger van de christelijke vakbeweging, die acht jaar voor het CDA in de Eerste Kamer zat. Afkomstig uit de streek rond Kampen en daar aanvankelijk werkzaam in de tuinbouw. Begon zijn vakbondsloopbaan bij de Nederlandse Christelijke Agrarische Bond (NCAB) en klom, als selfmade man, bij het CNV via de functies van secrertaris en tweede voorzitter op tot voorzitter. In de Eerste Kamer was hij een sociaal bewogen woordvoerder sociale zaken die ook regelmatig het woord voerde over economische zaken, ontwikkelingssamenwerking en beroepsonderwijs.
- 10.Onderwijsdeskundige die twee periodes deel uitmaakte van de VVD-Eerste Kamerfractie. Begon zijn carrière als leraar in het beroepsonderwijs en was daarna onder meer onderwijsinspecteur, onderwijsadviseur op de Antillen en interim-directeur van het Rijksopleidingsinstituut. In de Eerste Kamer hield hij zich naast onderwijs bezig met volkshuisvesting en Antilliaanse en Arubaanse zaken. Werd door zijn medeleden gewaardeerd als kenner van het onderwijs en van de verhoudingen in 'de West'.
- 11.Actief Tweede en Eerste Kamerlid van D66, dat vooral bekend werd door haar strijd voor liberalisering van de abortus- en euthanasiewetgeving. Diende over beide onderwerpen een initiatiefvoorstel in. Dochter van een dominee en een lerares Nederlands. Werkte in het onderwijs en was ambtenaar, en kwam in 1977 vrij verrassend in de Tweede Kamer (een hoger geplaatste kandidaat bedankte voor de eer). In de Kamer een nauwgezet en veelzijdig lid, dat vooral op het gebied van justitie en volksgezondheid werkzaam was. Zette zich ook in voor emancipatie van de vrouw. Keerde vijf jaar na haar vertrek uit de Tweede Kamer in 1991 terug in de Haagse politiek als Eerste Kamerlid.