Dr.Ir. J.M.M. (Jo) Ritzen

foto Dr.Ir. J.M.M. (Jo) Ritzen
Naar de originele foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Ministerie van OCW
Source: Parlement.com.

Limburgse econoom en hoogleraar onderwijsplanning en -economie, die ruim negen jaar onderwijsminister was. Behoorde tot de ideologen van de PvdA en was adviseur van Den Uyl i. Als minister van Onderwijs en Wetenschappen in het kabinet-Lubbers III i zette hij het beleid voort waarbij studenten meer moesten bijdragen aan de studie en de studieduur werd verkort. Voerde de OV-jaarkaart voor studenten in. Behield, nadat Job Cohen i had geweigerd, als één van de weinigen in het kabinet-Kok I i de zelfde post als in Lubbers III i. Wetenschapper, die aanvankelijk zijn weg in de politiek moest vinden. Schuwde de dialoog met studenten niet. Na zijn ministerschap adviseur van de Wereldbank en bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht.

PvdA
functie(s) in de periode 1989-1998: minister

1.

Personal data

Surnames
Jozef Marie Mathias (Jo)

Place and date of birth
Heerlen, 3 October 1945

2.

Party/Movement

Party/Parties
  • PSP (Pacifistisch-Socialistische Partij), 1969
  • PvdA (Partij van de Arbeid), from 1970

3.

Main functions and occupations

  • student-assistent Laboratorium voor technische natuurkunde, Technische Hogeschool Delft, from September 1968 until 1970
  • adviseur onderwijsplanning, regering van Oost-Pakistan (Pakistan Berkely Program), from 1970 until 1971
  • lecturer University of California te Berkeley (VS), from 1973 until 1975
  • medewerker SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau), from 1975 until 1976
  • hoofd afdeling systeemanalyse, SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau), from 1976 until 1 May 1981
  • hoogleraar onderwijsplanning en -economie, Katholieke Universiteit Nijmegen, from 1 May 1981 until 1 September 1983
  • hoogleraar economie van de publieke sector, Erasmus Universiteit Rotterdam, from 1 September 1983 until 7 November 1989
  • minister van Onderwijs en Wetenschappen, from 7 November 1989 until 22 August 1994
  • minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, from 16 July 1994 until 22 August 1994
  • minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, from 22 August 1994 until 3 August 1998
  • speciaal adviseur bij de Wereldbank voor onderwijsbeleid, gezondheidszorg en armoedebestrijding, from October 1998 until 1 February 2003
  • voorzitter College van Bestuur Universiteit Maastricht, from 1 February 2003 until 1 February 2011
  • senior beleidsadviseur bij IZA (Duits arbeidsinstituut), from February 2011

Responsibilities as minister/statesecretary
  • Hield zich tijdens het derde kabinet-Lubbers tot juni 1993 vooral bezig met wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs; daarna met basis- en voortgezet onderwijs. Hield wel de verantwoordelijkheid voor de studiefinanciering.

4.

Party political functions

Previous
  • voorzitter EVS (Evert Vermeer Stichting), from 1 January 2005 until 2008

5.

Other positions

Current
  • voorzitter Conflict and Education Learning Laboratory
  • conservator Maatschappelijk Debat en Maatschappelijke Ontwikkelingen, Internationaal Museum voor Familiegeschiedenis, from 2019

Previous (20/34)
  • lid Raad van Advies Versnellingsagenda, from 2004 until 2009
  • voorzitter Governing Board, Institute for Statistics UNESCO te Montreal, until 1 January 2005
  • voorzitter bestuur Bonnefantenmuseum te Maastricht, from 1 January 2005
  • voorzitter Internationale Adviesraad voor Nigeria/UNESCO Project for Reform of the Science, Technology and Innovation System of Nigeria, from 2005
  • voorzitter Grand Jury Marie Curie Excellence Awards 2006
  • lid Programmacommissie PID Zuid-Oost Nederland, from 2006 until 2009
  • lid Committee Honorary Patrons Toezicht, HIIL (Hague Institute for the Internationalisation of Law), from 2006
  • voorzitter Erasmus Mundus Selection Board, from 2006
  • lid Erasmus Mundus Selection Board (EU-programma voor samenwerking EU-rest van de wereld op gebied van hoger onderwijs), from December 2006
  • lid Board of Trustees Educational Development Center Bilim - Central Asia, from September 2007
  • lid Netwerkbestuur Greenport Venlo, from 2007
  • lid Programmacommissie Zuidoost-Nederland "Pieken in de delta", from December 2007
  • lid Stuurgroep Operationeel Programma Zuid-Oost, from 2007 until 2009
  • lid Evaluatieteam OECD-Project "International Student Achievement" (PISA), 2008
  • lid Raad van Toezicht "Marie Curie Initial Training Networks", from 2008
  • lid Raad van Toezicht INSCOPE, from 2008
  • lid High Profile Group, taskforce van het innovatieprogramma Life Sciences en Gezondheid, from 2008
  • lid Raad van Toezicht Nederlandse Stichting van Bedrijfsproces Innovatie, from 2008
  • lid Raad van Toezicht NVSB (Nederlands Consortium voor Systeembiologie), from 2009
  • voorzitter Stichting Vrienden van Museum Het Ursulinenconvent, from 2015 until 2019

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Education

Secondary education
  • gymnasium-b, R.K. jongensgymnasium "Bernardinus College" te Heerlen, until 1963

Academic education
  • economie (niet voltooid), Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, from 1963 until 1964
  • natuurkunde: technische natuurkunde, Technische Hogeschool te Delft, from 1964 until 1970

Doctorate
  • economische wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam, 24 March 1977

Internships
  • stage bij Koninklijke Shell, 1964
  • stage Oranje Nassaumijnen, 1965

7.

Activities

Policy-making activities as minister
  • Bereikte in 1990 overeenstemming met de NS over invoering van de Openbaar-Vervoerjaarkaart voor studenten per 1 januari 1991. Vanwege de OV-jaarkaart vindt er een korting op de basisbeurs plaats.
  • Bracht in 1990 de Nota heroriëntering studiefinanciering uit. Door het toegenomen beroep zijn maatregelen nodig om de betaalbaarheid van de studiefinanciering ook in de toekomst zeker te stellen. Het stelsel mag onnodig lang studeren niet aanmoedigen, zeker als de rekening daarvoor bij anderen dan studerenden wordt gelegd. Verder is het nodig om het stelsel te vereenvoudigen. De Wet op de studiefinanciering zal daarom worden aangepast. (21.300-VIII, nr. 78)
  • Bereikte in 1991 overeenstemming met de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten en de HBO-raad over een nieuw bekostigingsstelsel voor het hoger onderwijs. In het wetenschappelijk onderwijs wordt het aantal ingeschreven studenten norm voor de bekostiging. Bij afstuderen ontvangt de universiteit nogmaals de jaarvergoeding. Er komt hierbij differentiatie naar dure en goedkope opleidingen. In het HBO is het aantal onderwijsvragende studenten, eveneens gedifferentieerd naar goedkope en dure opleidingen norm.
  • Gaf in 1994 samen met staatssecretaris Nuis aanzetten voor een stelselherziening in het hoger onderwijs, die verschillen tussen en binnen opleidingen naar aard, duur en niveau mogelijk moest maken. Tevens moest er meer vrijheid komen voor de selectie. De gemiddelde verblijfsduur in het hoger onderwijs moest afnemen en het hoger onderwijs diende meer gericht te worden op de maatschappelijke behoeften. Doel was mede een aanzienlijke besparing.
  • Stelde in 1996 gelden beschikbaar voor het aanstellen van onderwijsassistenten in het basisonderwijs (24.400)
  • Bracht in 1997 samen met staatssecretaris Netelenbos het beleidsplan 'Investeren in voorsprong' uit over informatie- en communicatietechnologie in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs (25.733)

Legislative activities as minister (10/22)
  • Bracht in 1994 een wijziging (Stb. 742) van de Wet op de studiefinanciering tot stand, tot onder meer invoering van ouderinkomensonafhankelijk lenen, alsmede tot verlaging van de basisbeurs ('student op eigen benen') (23.634)
  • Bracht in 1995 de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) (Stb. 501) tot stand, die regelingen bevat over de inrichting en financiering van alle vormen van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Er komen Regionale Opleidingscentra (ROC's) voor beroepsonderwijs. De KVE, WCBO, VAVO en de SVM-wet (sectorvorming en modernisering beroepsonderwijs) worden in de nieuwe wet geïntegreerd. (23.778)
  • Bracht in 1996 een wet (Stb. 227) tot invoering van de prestatiebeurs in het wetenschappelijk onderwijs tot stand. Studenten moeten in het eerste jaar van hun studie 70 procent van hun jaarlijkse studiepunten halen om voor een beurs in aanmerking te komen. Om voor het tweede, derde en vierde studiejaar een studiebeurs te krijgen, moeten studenten binnen zes jaar hun einddiploma halen. Als zij daaraan niet voldoen, behouden zij alleen een lening. De kinderbijslag voor studerende jongeren van 18 jaar en ouder wordt afgeschaft. Op 6 juni 1995 verwierp de Eerste Kamer met 35 tegen 34 stemmen een eerder voorstel over de prestatiebeurs. (24.325)
  • Bracht in 1996 een wijziging (Stb. 434) van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek tot stand over bevordering van de kwaliteit en studeerbaarheid in het onderwijs. Er komen afstudeerfondsen, waaruit projecten om de kwaliteit te verbeteren kunnen worden gefinancierd. Belemmeringen om een studie daadwerkelijk in vier jaar te kunnen afronden, moeten worden weggenomen. Voor het wegwerken van knelpunten wordt extra geld uitgetrokken (f 200 miljoen voor universiteiten en f 300 miljoen voor HBO's). Studenten krijgen aan het begin van hun studie een studentenstatuut over hun rechten en plichten. (24.619)
  • Bracht in 1997 de Wet tot modernisering van de universitaire bestuursorganisatie (Wet MUB) (Stb. 117) tot stand. Faculteiten krijgen een grotere verantwoordelijkheid voor de inrichting van het onderwijs en de positie van het College van Bestuur wordt versterkt door instelling van een raad van toezicht. Door de bestuursstructuur moeten de slagvaardigheid en kwaliteit worden verbeterd en wordt de verzelfstandiging verder doorgevoerd. Universiteiten krijgen mogelijkheden om strategisch onderzoeksbeleid te ontwikkelen en kunnen onderzoekscholen inrichten De positie van de studenten wordt versterkt, doordat de universiteitsraad en faculteitsraad medezeggenschapsorganen voor personeel en studenten worden. (24.646)
  • Bracht in 1997 de Wet op de onderwijsraad (Stb. 220) tot stand. Er komt een Onderwijsraad nieuwe stijl, die anders dan zijn uit 1919 daterende voorganger, meer gaat adviseren over toekomstig beleid. De 'oude' raad had als belangrijke taak het evenwicht te bewaken tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Het aantal leden wordt teruggebracht van circa 80 naar maximaal negentien.
  • Bracht in 1997 een wet (Stb. 402) inzake decentralisatie van huisvestings- en bestedingsbeslissingen in het beroepsonderwijs tot stand. De huisvestingskosten worden toegevoegd aan de bedragen die lump-sum aan regionale en agrarische opleidingscentra worden gegeven voor personele en materiële kosten. Hierdoor moet de zelfstandigheid en doelmatigheid met betrekking tot de inzet van collectieve middelen worden vergroot. (24.666)
  • Bracht in 1997 samen met minister Borst een wijziging van de Wet studiefinanciering tot stand vanwege de overgang van studenten van ziekenfondsverzekering naar particuliere verzekering. Voor studerenden die in of na het studiejaar 1997/98 voor het eerst onder de Wsf vielen, verviel het recht op gratis medeverzekering met de ouders in het ziekenfonds. Zij kwamen in aanmerking voor de StudentenStandaardPakketPolis. De toegang tot de aanvullende beurs werd om die reden verbreed. (25.330)
  • Bracht in 1998 samen met minister Dijkstal en staatssecretaris Terpstra de Wet inburgering nieuwkomers (Stb. 261) tot stand, die immigranten verplicht om zich voor inburgering in te spannen en gemeenten verplicht hen daartoe in staat te stellen. (25.114)
  • Bracht in 1998 een wet (Stb. 431) decentralisatie wachtgeldregelingen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie tot stand. De 'eigenwachtgelderbepalingen' worden afgeschaft, evenals de verplichting voor de instellingen in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie om aan te sluiten bij het participatiefonds wachtgelden. (25.899)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Miscellaneous

algemeen
  • Baarde aan het begin van zijn ministerschap opzien toen hij leek te pleiten voor het invoeren van Engels als voertaal in het academische onderwijs. Het bleek echter te gaan om een wat ongelukkig uitgevallen uitspraak tijdens een interview.
  • Bleef in 1994 minister, nadat staatssecretaris M.J. Cohen en voorzitter van de Onderwijsraad J.M.G. Leune hadden bedankt
  • Nam in januari 2011 het initiatief voor een Europese progressieve beweging (Vibrant Europa Forum), die bij de Europese verkiezingen in 2014 met een gezamenlijk programma moet komen

Private life
  • Was als student internationaal secretaris van de UKSN (Unie van Katholieke Studenten in Nederland, overkoepelend orgaan van alle katholieke studentenverenigingen)

Anecdotes and citations
  • In mei 1993 gaf Kamervoorzitter Deetman hem te verstaan, dat hij zijn jasje moest aantrekken. Hij zei toen: "Mijnheer de voorzitter! Ik wilde hiermee de geachte afgevaardigden de gelegenheid geven, ook voor zichzelf het optimum te zoeken tussen de lichaams- en de omgevingstemperatuur!"
  • Zijn herbenoeming in 1994 was tamelijk onverwacht. Op het ministerie was het schilderij van hem voor de portrettengalerij al geschilderd. Het werd haastig opgeborgen en na vier jaar alsnog opgehangen. Ritzen had toen inmiddels wel zijn snor afgeschoren, maar de schilder wilde dat niet meer in het portret veranderen.

9.

Publications

Publications
  • Staatscourant, 8 november 1989
  • De Volkskrant, 11 november 1989
  • Toof Brader en Marja Vuijsje, "Haagse portretten. Tweede-Kamerleden, ministers, staatssecretarissen" (1995)
  • Roos Menkhorst, "'Ik heb me heel erg geërgerd aan de pers'", Trouw, bijlage Ideale Banen, 22 mei 2010

10.

Family

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Extended version

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.