Behandeling Europese voorstellen in Eerste en Tweede Kamer

Source: Europa Nu.

Voorstellen van de Europese Commissie1 worden op twee verschillende momenten in het wetgevingsproces door de Tweede en Eerste Kamer behandeld. Bij publicatie van nieuwe wetsvoorstellen mogen nationale parlementen hun oordeel geven of het Europese niveau wel het meest geschikte niveau is voor een dergelijke maatregel (subsidiariteit2). Daarna wordt het parlement betrokken bij de nationale behandeling van een voorstel. De regering heeft daarin het voortouw, en de Kamer spreekt zich eventueel uit over het standpunt dat de regering in de onderhandelingen over een voorstel in Europa moet innemen.

Contents

  1. Subsidiariteitsoordeel parlement
  2. Controle en inbreng op lopende voorstellen
  3. Meer informatie

1.

Subsidiariteitsoordeel parlement

De Europese Commissie stuurt ieder wetgevend voorstel naar de parlementen van de lidstaten, die een oordeel mogen geven of het onderwerp wel of niet Europees geregeld moet worden, of op een lager niveau in de lidstaten zelf. De Tweede en Eerste Kamer mogen ieder afzonderlijk aangeven of ze bezwaren hebben tegen het voorstel. Bezwaren moeten binnen acht weken na ontvangst van een wetsvoorstel worden opgestuurd.

Indien een derde van alle parlementen van de lidstaten (ieder land heeft 2 stemmen, in Nederland hebben de Tweede en Eerste Kamer beide één stem) bezwaar maakt dan kan de Commissie een voorstel alsnog doorzetten maar moet zij een uitgebreide onderbouwing opstellen waarom Europese maatregelen nodig zouden zijn. Er wordt dan gesproken over een gele kaart3. Indien de helft of meer van alle parlementen een bezwaar maakt moet de Commissie het voorstel heroverwegen. Er wordt dan gesproken van een oranje kaart4.

2.

Controle en inbreng op lopende voorstellen

De regering is in eerste instantie verantwoordelijk voor de behandeling van Europese voorstellen in Nederland, en voor het voeren van onderhandelingen over wetgeving in de EU met andere lidstaten en het Europees Parlement. De regering stelt voor ieder voorstel een BNC-fiche5 op. Het parlement krijgt alle BNC-fiches en besluit zelf welke voorstellen het met de regering wil bespreken.

  • Meer over de behandeling van voorstellen door de regering6

Tweede Kamer

De BNC-fiches worden in de vakcommissies7 van de Tweede Kamer behandeld. De vakcommissies geven zelf aan welke BNC-fiches besproken moeten worden, en welke ter kennisgeving kunnen worden aangenomen.

De commissies stellen vragen over wat het Commissievoorstel voor Nederland betekent, en wat de Nederlandse inzet voor de onderhandelingen in de EU zal zijn. Bij gevoelige en belangrijke dossiers maakt de Tweede Kamer - op voorstel van een vakcommissie - een parlementair voorbehoud8. Dat betekent dat de regering in de Raad van Ministers9 niet met een voorstel mag instemmen zonder expliciete goedkeuring van de Kamer.

Tijdens de commissiedebatten10 in de vakcommissies, voorafgaand en na afloop van bijeenkomsten van de Raad van Ministers, worden de in de Raad te behandelen respectievelijk behandelde voorstellen met de bewindspersoon doorgenomen.

Rapporteurs Tweede Kamer

De Tweede Kamer kan besluiten om één of meer rapporteurs (vaak zijn het er twee) aan te wijzen die een Europees dossier nauwgezet volgen en regelmatig verslag uitbrengen over de ontwikkeling in het dossier binnen de relevante vakcommissies. Dit gebeurt doorgaans alleen bij heel belangrijke dossiers.

Eerste Kamer

De vakcommissies11 van de Eerste Kamer bepalen zelf welke BNC-fiches zij willen behandelen. Na behandeling in de commissies worden de conclusies van die overleggen voorgelegd aan de hele Eerste Kamer in een plenaire vergadering12. De Eerste Kamer kan een minister verzoeken niet in te stemmen met een bepaald voorstel. De minister is niet aan het oordeel van de Eerste Kamer gebonden maar er geldt een 'inspanningsverplichting' voor de minister om mogelijke bezwaren van de Eerste Kamer weg te nemen.

De Eerste Kamer publiceert haar behandeling van Europese voorstellen op de website www.europapoort.nl.

3.

Meer informatie

  • De werking van het Nederlandse parlement13

  • 1. 
    The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.
     
  • 2. 
    The principle of subsidiarity is defined in Article 5 of the Treaty on European Union. It aims to make sure that decisions are taken as closely as possible to the EU-citizen and that constant checks are made to verify action at EU level is justified in light of the possibilities available at national, regional or even local level.
     
  • 3. 
    A national parliament of an EU member state may object to an EU legislative proposal if it deems the principle of subsidiarity has been violated, i.e. if it argues the subject matter at hand can be best tackled on the national, regional or local level rather than at the European level. If one-third of the national parliaments raise an objection the European Commission must review the proposal. This is commonly referred to as the 'yellow card' as the Commission is given pause and has to decide on whether it withdraws the proposal or whether it will maintain or amend the proposal. In the latter cases the Commission will have provide reasons why it has chosen not to withdraw the proposal.
     
  • 4. 
    A national parliament of an EU member state may object to an EU legislative proposal if it deems the principle of subsidiarity has been violated, i.e. if it argues the subject matter at hand can be best tackled on the national, regional or local level rather than at the European level. If half of the national parliaments raise an objection the European Commission must review the proposal. This is commonly referred to as the 'orange card' as the Commission is given pause and has to decide on whether it withdraws the proposal or whether it will maintain or amend the proposal.
     
  • 5. 
    Dit stuk van de Nederlandse regering geeft een beschrijving van een voorstel van de Europese Commissie. In een BNC-fiche (de afkorting staat voor Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen) geeft de regering ook een eerste oordeel over het Commissievoorstel. De BNC-fiches zijn belangrijk omdat zij de inzet vormen voor de Nederlandse onderhandelaars in Brussel.
     
  • 6. 
    De lidstaten van de Europese Unie behandelen voorstellen van de Europese Commissie. In Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor die behandeling bij de regering. Voorstellen worden doorgelicht in een ambtelijk proces voordat ze in het kabinet worden besproken en naar de Eerste en Tweede Kamer worden gestuurd. Het Nederlandse standpunt wordt vervolgens door ambtenaren en het kabinet verdedigd in Europese overleggen.
     
  • 7. 
    De Tweede Kamerleden doen hun werk vooral in commissies. In een commissie houdt een groep Kamerleden zich bezig met een beleidsterrein of met een specifiek onderwerp. Vrijwel alle Kamerleden zijn lid van een of meer commissies. Voor specifieke onderwerpen stellen commissies soms werkgroepen in.
     
  • 8. 
    Als het parlement (de Eerste en/of Tweede Kamer) een voorstel dat in de Raad van Ministers besproken wordt erg belangrijk vindt voor Nederland, kan het parlement de regering vragen om niet met het voorstel in te stemmen voordat het hierover een debat met de regering heeft gevoerd. Na zo'n parlementair voorbehoud (ook wel behandelvoorbehoud genoemd) moet de regering de Kamer(s) informeren over de voortgang.
     
  • 9. 
    In the Council, government ministers from each EU country meet to discuss, amend and adopt laws, and coordinate policies. The ministers have the authority to commit their governments to the actions agreed on in the meetings.
    Together with the European Parliament , the Council is the main decision-making body of the EU.
    Not to be confused with:
     
  • 10. 
    In een commissiedebat wordt door één of meer Tweede Kamercommissies met één of meer ministers en/of staatssecretarissen van gedachten gewisseld over het beleid. Dit gebeurt bijvoorbeeld naar aanleiding van een brief van het kabinet. Omdat zo'n commissiedebat snel bijeen kan worden geroepen, is het een goede vorm om actuele zaken aan de orde te stellen.
     
  • 11. 
    De Eerste Kamer heeft twaalf vaste commissies. Deze commissies houden zich met een bepaald beleidsterrein bezig. Zij spelen een belangrijke rol bij de behandeling van wetsvoorstellen. Er zijn soms ook bijzondere commissies. Daarnaast is er een College van Voorzitter en Ondervoorzitters, die alleen gericht is op de interne organisatie.
     
  • 12. 
    De vergadering van alle 75 Eerste Kamerleden noemen we de plenaire vergadering. Deze wordt geleid door de Eerste Kamervoorzitter en wordt gehouden in de historische plenaire zaal. De vergaderzaal bevat een publieke tribune en vergaderingen zijn online te volgen. Alle plenaire vergaderingen zijn openbaar. De vergaderingen worden in de regel gehouden op dinsdagen, maar bij (hoge) uitzondering kan er ook op maandagavond en woensdag vergaderd worden.
     
  • 13. 
    Beslissingen lijken te worden genomen in een klein gebied in Den Haag, het Binnenhof. Dat wordt wel de Haagse 'kaasstolp' genoemd. In feite zijn er ook buiten het Binnenhof vele plekken van waaruit wordt bestuurd.