De Graaf: tweede lezing Grondwetsherziening direct na verkiezingen beginnen
Minister De Graaf1 vindt dat voorstellen voor Grondwetsherziening in tweede lezing onmiddellijk na het bijeenkomen van de nieuwgekozen Tweede Kamer moeten worden ingediend. De minister zei dat in de Eerste Kamer in een door PvdA-senator Jurgens2 aangevraagd debat over de uitleg van het grondwetsartikel (art. 137) over de herzieningsprocedure.
Tijdens het kabinet-Kok II3 werden Grondwetswijzigingen in eerste lezing aangenomen over onder meer het correctief referendum en de gekozen burgemeester. Omdat het na de verkiezingen van mei 2002 lang duurde voor de voorstellen in tweede lezing werden ingediend en het kabinet-Balkenende I4 heel snel viel, kwam de in mei 2002 gekozen Tweede Kamer niet meer toe aan afhandeling van de voorstellen.
Senator Jurgens en Van den Braak5 (PDC Universiteit Leiden) wierpen hierna de vraag op of de in januari 2003 gekozen Tweede Kamer wel bevoegd was de Grondwetsherzieningen te behandelen, omdat alleen de verkiezingen van mei 2002 (en niet die van 2003) vanwege de grondwetsherziening werden gehouden. Een regering zou anders, als verwerping dreigt, de behandeling van de tweede lezing net zolang kunnen uitstellen, tot er een (tweederde) meerderheid is.
De Graaf, daarin in de Senaat gesteund door CDA, VVD en D66, meent echter dat de Grondwet ook behandeling door een latere (in dit geval die in 2003) gekozen Tweede Kamer toestaat. Gezien de verschillende interpretaties had de minister eerder al een notitie toegezegd over de gehele procedure voor Grondswetsherziening. Die notitie zal begin volgend jaar verschijnen.
bron: PDC
verwant nieuws
meer over
- 1.Zoon van een KVP-Kamerlid die een vooraanstaand D66-politicus werd. Was al op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. Kwam in 1994 in de Tweede Kamer, was lid van de enqu tecommissie IRT en volgde in 1997 Wolffensperger op als fractievoorzitter. Leidde de fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II echter terug als vicepremier en minister voor bestuurlijke vernieuwing. Trachtte vergeefs het kiesstelsel te wijzigen en zag zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat. Trad toen af. Als burgemeester van Nijmegen stapte hij in 2007 in de voetstappen van zijn vader. Beminnelijke, maar ook vasthoudende debater.
- 2.Erudiete telg uit katholieke Unileverfamilie. Aanvankelijk actief op de linkervleugel van de KVP in Amsterdam en in 1968 medeoprichter van de PPR, voor welke partij hij in 1972-1975 Tweede Kamerlid was. Vanaf 1975 tien jaar voorzitter van de NOS en vervolgens hoogleraar staatsrecht en parlementsrecht. Stapte later over naar de PvdA en werd ook voor die partij Tweede Kamerlid en vervolgens een vooraanstaand lid (en ondervoorzitter) van de Eerste Kamer. Hoffelijke politicus die betrokken was bij uiteenlopende culturele en maatschappelijke activiteiten. Gezaghebbend woordvoerder staatsrecht, mediarecht en Europese samenwerking en als lid van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa actief verdediger van burgerlijke vrijheden. Bediende zich in debatten graag van Latijnse zegswijzen.
- 3.Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
- 4.Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
- 5.Kenner van de parlementaire geschiedenis met grote parate feitenkennis. Als medewerker van het PDC nauw betrokken bij websites over parlement en politiek en beheerder van het omvangrijke biografisch archief, het databestand over Nederlandse politici. Promoveerde in 1998 op een lijvig proefschrift over de Eerste Kamer en publiceert regelmatig in tijdschriften en dagbladen.