Mr. J. (Jan) Terpstra

Foto Mr. J. (Jan) Terpstra
Source: Parlement.com.

Antirevolutionaire jurist en onderwijsdeskundige. Werd vrij onverwacht minister van Onderwijs in het derde kabinet-Ruijs de Beerenbrouck1, nadat eerst de aangezochte prof. Woltjer2 te lang aarzelde en Gerbrandy3 telefonisch niet bereikt kon worden. Was oud-onderwijzer en secretaris van de Schoolraad voor de scholen met de Bijbel. Kenner van het lager onderwijs. Zorgvuldig administrateur, die vanwege de economische crisis niet aan onderwijshervormingen toekwam. Later ARP-Tweede Kamerlid en ondervoorzitter van de Tweede Kamer. Beminnelijke, integere en nauwgezette man, die een afkeer had van oppervlakkigheid.

ARP
functie(s) in de periode 1933-1952: lid Tweede Kamer, minister

Contents

  1. Personal data
  2. Party/Movement
  3. Main functions and occupations
  4. Party political functions
  5. Other positions
  6. Education
  7. Activities
  8. Miscellaneous
  9. Publications
  10. Family
  11. Extended version

1.

Personal data

Surnames
Jan (Jan)

Place and date of birth
Scheemda, 8 June 1888

Place and date of death
's-Gravenhage, 13 December 1952

2.

Party/Movement

Party/Parties
ARP (Anti-Revolutionaire Partij)

3.

Main functions and occupations

  • - 
    secretaris Schoolraad voor de scholen met den Bijbel, from 1 May 1918 until 10 August 1929 (tot 1921 gevestigd in Voorburg, daarna in Den Haag)
  • - 
    directeur Bond van Vereenigingen van Christelijk middelbaar en voorbereidend hoger- en middelbaar onderwijs, from 1 May 1918 until 1 September 1929
  • - 
    lid gemeenteraad van Voorburg, from 2 September 1919 until 1 January 1921
  • - 
    minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, from 10 August 1929 until 26 May 1933
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 9 May 1933 until 13 December 1952
  • - 
    waarnemend voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 7 August 1948 until 12 August 1948 (na de ontslagname door Van Schaik)

Internment
geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint-Michielsgestel, from May 1942 until 17 September 1944

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Party political functions

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Other positions

  • - 
    lid plaatstelijke commissie voor studiebeurzen te 's-Gravenhage, until 1929
  • - 
    secretaris college van directeuren van de Vrije Universiteit te Amsterdam, from September 1936 until July 1951
  • - 
    lid Staatscommissie inzake concentratie van scholen voor bijzonder lager onderwijs, from 4 February 1936 until 16 December 1936
  • - 
    vicevoorzitter commissie lijst van verboden verenigingen (Commissie-Van Poelje), 1950

Derived functions (4/14)
  • - 
    voorzitter begrotingscommissie voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from 28 September 1949 until 14 December 1952
  • - 
    lid parlementaire delegatie naar Duitsland (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from February 1950 until March 1950
  • - 
    voorzitter Commissie van Voorbereiding voor de ontwerp-Kleuteronderwijswet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from October 1950 until December 1953
  • - 
    voorzitter vaste commissie voor Privaat- en Strafrecht (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from 14 October 1952 until 14 December 1952

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Education

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activities

as Member of the Parliament
  • - 
    Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met justitie en onderwijs

Dissenting voting behaviour
  • - 
    Behoorde in 1933 tot de drie leden van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel Beperking van uitgaven openbare kassen door uitvoering van de LO-wet 1920 stemden
  • - 
    Behoorde in 1949 tot de vier leden van zijn fractie die tegen een wijziging van de Visserijwet (verhoging van tarieven) stemden

Policy-making activities as minister
  • - 
    Voerde diverse bezuinigingen door in het onderwijs (onder andere verhoging door middel van een noodwetje van het maximaal aantal leerlingen per klas tot 50 à 55 en de verplichting wachtgelders aan te stellen)
  • - 
    Voerde in 1930 de spelling-Terpstra in, waarbij de naamsvals-n alleen nog bij personen en dieren van het mannelijk geslacht behoefde te worden gespeld ('den groten stier')
  • - 
    Diende in 1931 een omvangrijk wetsvoorstel tot deels technische herziening van de Lager-Onderwijswet. Het beoogde mede tot bezuinigingen te komen door nieuwe regels over schoolstichting. Het wetsvoorstel was gebaseerd op een advies van de Staatscommissie-Rutgers. Dit voorstel bleef onafgedaan.
  • - 
    Besloot in 1932 tot oprichting van bijzonder-neutrale scholen in plaats van openbare scholen in de ingepolderde Wieringermeer

Legislative activities as minister
  • - 
    Bracht in 1930 de Wet op het toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (Stb. 416) tot stand. Hierdoor moest er meer eenheid komen in activiteiten op het gebied van natuurwetenschappelijk onderzoek. Samenwerking tussen rijks- en particuliere instellingen werd bevorderd. Er werd een centrale organisatie (TNO) in het leven geroepen en er kwamen sectorale instellingen en laboratoria.

8.

Miscellaneous

algemeen
  • - 
    Werd vrij onverwacht minister, omdat prof. Woltjer die eerst was aangezocht, niet tijdig uitsluitsel kon geven over zijn beschikbaarheid. Een poging om de Friese gedeputeerde P.S. Gerbrandy te benaderen, mislukte door een telefoonstoring.
  • - 
    Werd in juli, augustus en september 1948, in september 1949, 1950 en 1951, en in juli en september 1952 als derde op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
  • - 
    Was in de perioden juni-juli en oktober-december 1952 afwezig vanwege zij gezondheid
  • - 
    Werd op 15 december 1952 in de Tweede Kamer herdacht. Namens het kabinet sprak daarbij minister Cals.

Private life
  • - 
    Speelde tijdens de Bezetting een rol in het Schoolverzet, dat aantasting van de vrijheid van onderwijs door de Duitsers trachtte te voorkomen

Campaign trail
  • - 
    Was in 1952 tweede op de ARP-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen

Non-acceptance of political functions
  • - 
    minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, August 1939 (tijdens formatie-De Geer, vanwege bezwaren van zijn partij)

9.

Publications

Publications
Winkler Prins Jaarboek 1954

10.

Family

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Extended version

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


  • 1. 
    Dit kabinet bestond uit ministers van de RKSP, ARP en CHU met Ruijs de Beerenbrouck net als tussen 1918 en 1925 als kabinetsleider, maar het was geen parlementair coalitiekabinet. De partijen konden het niet eens worden over binding aan een programma. Besloten werd een extraparlementair kabinet te vormen, zonder directe band met de Kamerfracties.
     
  • 2. 
    Antirevolutionair Eerste Kamerlid, dat tweemaal werd aangezocht als minister van Onderwijs. Was net als zijn vader hoogleraar aan de Vrije Universiteit; zeer belezen, arbeidzaam en geliefd bij de studenten. Vervulde diverse functies op onderwijskundig gebied, waarvan het voorzitterschap van de Onderwijsraad (drieëntwintig jaar) de belangrijkste was. In 1929 stond zijn naam al in de krant als nieuwe minister, maar er ontstond op het allerlaatste moment een probleem met de Vrije Universiteit. Was als Eerste Kamerlid een kampioen in het opsporen van fouten in wetsvoorstellen.
     
  • 3. 
    Fries, jurist, hoogleraar, maar bovenal oorlogspremier. Was gedeputeerde in Friesland en hoogleraar handels- en procesrecht aan de VU en al in 1929 kandidaat-minister. Trad in 1939 tegen de zin van zijn partij toe tot het tweede kabinet-De Geer en werd in september 1940 door de koningin aangezocht als premier, omdat hij, anders dan De Geer, krachtdadiger streed voor herwinning van de vrijheid. Inspireerde vanuit Londen met zijn kenmerkende stemgeluid in radiopraatjes het verzet. Trad als premier vaak zonder overleg met collega's op, hetgeen tot de nodige conflicten leidde. Na de oorlog fel opposant tegen de Indiëpolitiek van de kabinetten-Drees. Trok zich als Kamerlid vaak weinig aan van de lijn die door de fractie was uitgestippeld. Zette zich in voor een gelijkwaardige positie van de Friese taal. Solist, eigengereid, maar ook standvastig en oprecht.