Meer inspraak en invloed voor deelnemers aan pensioenfondsen? Graag!

Source: Tweede Kamerfractie Den Haan i, published on Wednesday, March 29 2023.

D66 wil meer inspraak bij pensioenfondsen over hoe zij het geld van de deelnemers beleggen, en diende daarvoor een initiatiefwetsvoorstel in. “Maar bij de Wet Toekomst Pensioenen stemde D66 juist tégen alle voorstellen om deelnemers meer invloed te kunnen geven”, zei Liane den Haan. “Als D66 nu gelooft dat inspraak zo belangrijk is voor de betrokkenheid van deelnemers, gaat de Eerste Kamerfractie van D66 de nieuwe pensioenwet dan niet steunen?”, vroeg Liane aan D66-Kamerlid Van Beukering.

D66 komt met een initiatiefwetsvoorstel waarin wordt geregeld dat belanghebbenden of een verantwoordingsorgaan advies mag geven over de beleggingen van een pensioenfonds. “Er zit nogal eens verschil in de wensen van deelnemers in een fonds en het beleid van dat fonds op het terrein van verduurzaming van de beleggingen”, beargumenteert Tweede Kamerlid Marijke van Beukering - Huijbregts het initiatiefwetsvoorstel.

Enorm verbaasd

Kamerlid Liane den Haan wijst erop dat plots inspraak bij pensioenfondsen een prioriteit voor D66 is nu het gaat om de stokpaardjes van die partij, zoals beleggen in bijvoorbeeld fossiele brandstoffen. “Bij de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) heeft D66 juist níet met voorstellen ingestemd om de wet aan te passen zodat de deelnemer meer invloed zouden kunnen krijgen”, zei Liane. “Alle individuele rechten en zelfs de rechtsgang van het individu wordt door deze wet verhinderd. En nu komt uitgerekend D66 met dit wetsvoorstel; dat verbaast me enorm.”

Daadwerkelijk inspraak

“Waarom heeft D66 in hemelsnaam voor een Wet Toekomst Pensioenen gestemd waarvan onduidelijk is wat de gevolgen zijn voor de deelnemers?”, vroeg Liane aan haar collega Van Beukering. “In de WTP zijn de individuele inspraak en bezwaarrechten juist beperkt en zelfs verslechterd ten opzichte van het huidige stelsel. Als u écht meent dat de betrokkenheid moet toenemen, adviseert u dan de Eerste Kamerfractie van D66 om de WTP niet te steunen en terug te sturen naar de Tweede Kamer? Dan zouden de deelnemers daadwerkelijk inspraak krijgen op de transitiefase, de volgorde van indexeren, inhaalindexatie en compenseren en hun individueel passend beleggingsbeleid!”

De volledige inbreng van Kamerlid Liane den Haan bij het voorstel van wet van Kamerlid Van Beukering-Huijbregts (D66) tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met het toekennen van een adviesrecht aan het verantwoordingsorgaan en belanghebbendenorgaan voor het maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid.

“Het initiatiefwetsvoorstel van de heer Van Weyenberg, dat is overgenomen door mevrouw Van Beukering, beoogt het toekennen van een adviesrecht aan het belanghebbendenorgaan en/of het verantwoordingsorgaan inzake het beleggingsbeleid.

Hiervoor wordt een aantal argumenten gegeven:

Het beleggingsbeleid zal beter corresponderen met de voorkeuren van de deelnemers.

Er zal meer zeggenschap en invloed zijn van de deelnemers waardoor het draagvlak voor het pensioenstelsel kan worden versterkt omdat er meer weerklank is bij het pensioenfondsbestuur aangaande de wensen ten aanzien van het beleggingsbeleid.

Zoals geschreven in de memorie van toelichting is deelname aan een pensioenfonds veelal verplicht en wordt een substantieel deel van het inkomen verplicht in het pensioen gestort. Het is belangrijk dat deelnemers zich betrokken voelen bij het pensioen en juist reële inspraak en invloed is van groot belang. Het lijkt tegenstrijdig, maar hoe kleiner het pensioen hoe belangrijker de betrokkenheid is. Men heeft het dan vaak het aanvullende pensioen het meeste nodig om rond te kunnen komen.

Ook wijst de initiatiefnemer op een discrepantie tussen de wensen van deelnemers en het fondsbeleid. Ze stelt dat meer inspraak gewenst is. Deze gedachte wordt in haar argumentatie ondersteund door verwijzing naar de Commissie Frijns en De Nederlandse Bank. Er wordt ook gewezen op een toenemende roep van deelnemers bij ABP en PFZW om verduurzaming van het beleggingsbeleid.

Kan de initiatiefnemer aangeven in welke mate dit eigenlijk plaats vindt?

Zijn dat enkele actieven of is er een groot deel van de deelnemers die zich hierover uitspreekt en zijn daarbij ook de mogelijke consequenties op het beleggingsrendement voor de kortere en langer termijn inzichtelijk gemaakt? Met andere woorden: is deze uitspraak zodanig kwantitatief te onderbouwen dat het hier werkelijk gaat om een meerderheid van de deelnemers van genoemde pensioenfondsen?

GOUD is helemaal voor meer inspraak. Maar het is gebleken dat beleggingsbeleid een weerbarstig onderwerp is en zeker als de sectorale keuze invloed kan hebben op het rendement. Goede en evenwichtige voorlichting is onontbeerlijk als we willen komen tot een verantwoord advies.

Dat betekent dat er moet worden geïnvesteerd in voorlichting en begeleiding. Dat is ook wat GOUD heeft voorgesteld in de WTP. Daar was D66 het toen echter niet mee eens. Hoe denkt de initiatiefnemer dat voorzien kan worden in voldoende voorlichting en hoe moet die vormgegeven worden?

En hoe gaan de deelnemers en verantwoordingsorganen hun achterban betrekken bij dit ingewikkelde onderwerp? Worden zij hierin gefaciliteerd met kennis, financiën en ondersteuning? Of moeten zij, net als gepensioneerden in de transitiefase, zelf maar iets oprichten en zien hoe ze het financieren? Hoe ziet de initiatiefnemer dit?

Er wordt regelmatig verwezen naar de risicohouding inventarisatie in de Wet Toekomst Pensioenen. In de behandeling is echter steeds aangegeven dat wetenschappelijk inzicht een grote tot wellicht dominante rol speelt bij het vaststellen van de risicobereidheid. Hoe ziet u dat in de context van dit onderdeel van het beleggingsbeleid?

De keuzes voor deelnemers zullen niet eenvoudig te overzien zijn en ook eenduidigheid zal niet makkelijk te verkrijgen zijn op dit onderwerp. Het zal zo zijn dat juist per groep er verschillende visies zijn. Bijvoorbeeld voor of tegen beleggen in wapens, fossiel of groenbeleggen en of kernenergie al dan niet groen is. Hoe ziet de initiatiefnemer dat? Krijgen we dan verschillende adviezen per groep gelijkgestemden? En hoe daarmee om te gaan door het fondsbestuur? Graag een reactie van de initiatiefnemer.

Ik zei het al eerder: natuurlijk is GOUD een groot voorstander van betrokkenheid van de deelnemers als het gaat om het beleid van pensioenfondsen. Beleggingen zijn het belangrijkste onderdeel om een goed pensioen op te bouwen en dat moet passen bij de deelnemer. Het is daarom dat we, net als een aantal andere collega’s, in de behandeling van de Wet Toekomst Pensioenen juist voorstellen hebben gedaan om de deelnemer een meer beslissende stem te geven in de eigen beleggingsportefeuille, zodat die beter past bij de individuele omstandigheden.

Helaas gaven de regeringspartijen, net als GroenLinks en PvdA, hier niet op thuis. Het argument lag volgens de memorie van toelichting in de complexiteit voor de deelnemer en de uitvoeringsproblemen bij individuele keuzes.

Daarmee is in de WTP gekozen voor een schijnoplossing voor het vergroten van de betrokkenheid. Je mag je eigen pensioenpotje wel zien, maar niet afstemmen op je individuele behoefte. Iets wat door beleggingsinstellingen en verzekeraars al heel lang mogelijk is en dus technisch geen probleem behoeft te zijn. Ook dit voorstel is weer een schijninspraak. Het gaat slechts om een adviesrecht in plaats van een instemming.

Een adviesrecht lijkt erg bescheiden bij belangrijke onderwerpen. Ook al wordt een advies beargumenteerd niet overgenomen door het fondsbestuur dan zal dit eerder leiden tot teleurstelling bij de deelnemers omdat ze zich niet echt gehoord voelen en zorgt eerder voor minder dan meer betrokkenheid. En al zeker voor minder dan voor meer vertrouwen in de pensioenen. Inmiddels weten we wat het betekent als grote groepen zich niet gehoord voelen.

Overigens onderschrijft GOUD de visie van de Raad van State dat er duidelijk verschil is tussen het verantwoordingsorgaan en het belanghebbendenorgaan. Deze laatste is wel op inhoudelijke kennis en professionele kwaliteiten getoetst en heeft wel instemmingrecht waardoor dit voorstel beperkt kan blijven tot verantwoordingsorganen. De tegenargumentatie door de initiatiefneemster is voor mij onduidelijk. Kunt mevrouw Beukering dit nog eens nader toelichten?

Wat mij aan dit hele Wetsvoorstel eigenlijk nog het meest verbaast is het feit dat D66 bij de Wet Toekomst Pensioenen juist niet met voorstellen heeft ingestemd om de wet aan te passen zodat de deelnemer meer invloed zou kunnen krijgen. Alle individuele rechten en zelfs de rechtsgang van het individu wordt door deze wet verhinderd.

Nu het gaat om stokpaardjes van uw partij, zoals beleggen in bijvoorbeeld fossiel, is inspraak een prioriteit.

Als u nu gelooft dat inspraak zo belangrijk is voor de betrokkenheid van deelnemers, waarom heeft u dan in hemelsnaam voor een Wet Toekomst Pensioenen gestemd waarvan onduidelijk is wat de gevolgen zijn voor de deelnemers en waar de individuele inspraak en bezwaarrechten juist beperkt zijn en zelfs verslechterd zijn ten opzichte van het huidige stelsel? Als u echt meent dat de betrokkenheid moet toenemen, adviseert u dan de Eerste Kamerfractie van D66 om de WTP niet te steunen en terug te sturen naar de Tweede Kamer opdat deelnemers daadwerkelijk inspraak krijgen op de transitiefase, de volgorde van indexeren, inhaalindexatie en compenseren en hun individueel passend beleggingsbeleid?”