Bepaling over veiligheid (2001-2008)
Het initiatiefvoorstel Bepaling over veiligheid beoogde in de Grondwet vast te leggen dat het een kerntaak is van de overheid om de veiligheid van burgers te beschermen. Tweede Kamerlid Theo Rietkerk1 (CDA) diende dit wetsvoorstel in op 9 oktober 2001.
Volgens het voorstel zou er na artikel 22 een artikel 22a worden ingevoegd. Met het voorstel hoopte Rietkerk (CDA) te bewerkstellingen dat de overheid zich meer zou inspannen om veiligheidsrisico's te voorkomen en beperken omdat hij constateerde dat criminaliteit een groter probleem vormde ten opzichte van de decennia daarvoor.
Uiteindelijk werd het voorstel in eerste lezing ingetrokken door Sybrand van Haersma Buma2 op 27 mei 2008. De voornaamste reden was dat een bepaling over veiligheid niet als zelfstandig voorstel doorgezet moest worden volgens de Raad van State en het Kamerlid.
Na artikel 22 van de Grondwet zou een artikel worden ingevoegd, luidende:
Artikel 22a
-
1.De veiligheid van allen die zich in Nederland bevinden en hun bezittingen, is voorwerp van zorg van de overheid.
-
2.De wet stelt regels ter bevordering van de veiligheid.
Als respons op toenemende criminaliteit en een rits aan ingrijpende rampen - de memorie van toelichting noemt de vliegramp in de Bijlmer, de Herculesramp in Eindhoven, de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam - beoogde het voorstel dat een bepaling in de Grondwet over veiligheid zou waarborgen dat de verantwoordelijkheid van de overheid werd onderstreept. Het voorstel leunde onder andere op het argument dat concretere wet- en regelgeving bij zou dragen aan het beter sturen en coördineren van samenwerking op gebied van rampenbestrijding. Samengevat zou met dit artikel de "systeemverantwoordelijkheid" van de overheid worden benadrukt, omdat veiligheid in de regel vaak werd uitbesteed aan lokaal bestuur.
De Raad van State4 was echter van mening dat de bepaling over veiligheid niet thuis hoorde bij de sociale grondrechten. Bovendien miste de Raad van State de toegevoegde waarde van het voorstel, het zogezegd maatschappelijk draagvak ontbrak omdat het met het bestaan van de staat een gegeven is dat veiligheid een overheidstaak is. Ook adviseerde de Raad van State dat een dergelijke algemene veiligheidswet niet de juiste manier zou zijn om rampenbestrijding in te vullen, specifieke wet- en regelgeving werd nuttiger geacht.
Het voorstel werd ingetrokken door Van Haersma Buma in 2008 omdat het hem beter leek de bepaling onder te brengen bij de initiatiefnota Alles van waarde is weerbaar; vrijheid is een verantwoordelijkheid, in plaats van het zelfstandig als Grondwetswijziging door te voeren. De Raad van State gaf een soortgelijk advies.
- 1.Theo Rietkerk (1962) is sinds 11 juni 2019 lid van de CDA-Eerste Kamerfractie. In de periode 1998-2003 was hij Tweede Kamerlid en toen woordvoerder politie, criminaliteitsbestrijding en veiligheid. Hij was tevens fractiesecretaris. Voor hij Kamerlid werd, was de heer Rietkerk algemeen juridisch medewerker landelijk gebied van de provincie Overijssel en projectleider plattelandsvernieuwing. In 2003-2014 was hij lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel belast met onder andere de thema's ruimte, economie, energie, wonen en milieu. Sinds 1 november 2014 is hij bestuursvoorzitter van een onderwijsorganisatie. Als Kamerlid houdt hij zich onder meer bezig met infrastructuur en waterstaat en is hij voorzitter van de vaste commissie voor OCW.
- 2.Sybrand van Haersma Buma (1965) is sinds 26 augustus 2019 burgemeester van Leeuwarden. Hij was van 12 oktober 2010 tot 21 mei 2019 fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer en van 23 mei 2002 tot 29 mei 2019 Tweede Kamerlid. Bij de verkiezingen in van 2012 en 2017 was hij lijsttrekker van het CDA. De heer Buma was beleidsmedewerker justitie en plaatsvervangend ambtelijk secretaris van de CDA-Tweede Kamerfractie. In de Tweede Kamer hield hij zich tot hij fractievoorzitter werd vooral bezig met justitie (veiligheidsbeleid). Hij was fractiesecretaris en had zitting in het Presidium van de Kamer.
- 3.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot opneming van een bepaling over de veiligheid in de Grondwet.
- 4.De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.