Stemmen tellen bij verkiezingen
Het tellen van stemmen bij verkiezingen1 en het vaststellen van de verkiezingsuitslag2 gebeurt in een aantal stappen. Dit is geregeld in de Kieswet. Het tellen van stemmen is openbaar: geïnteresseerde kiezers mogen aanwezig zijn, zolang zij de orde in het stembureau niet verstoren. Het Nederlandse kiesstelsel is decentraal van opzet, waarbij gemeenten belangrijke verantwoordelijkheden dragen.
De stemmen worden op vier verschillende niveaus geteld. Allereerst worden de stemmen per stembureau geteld. Vervolgens tellen gemeenteambtenaren de papieren uitslagen van alle stembureaus bij elkaar op, om zo tot de gemeentelijke uitslag te komen.
Daarna brengen de gemeenten het formulier van de uitslag zowel in persoon (op papier) en digitaal (via een beveiligd platform) naar de hoofdstembureaus. Er zijn twintig hoofdstembureaus, die allen een kiesring vertegenwoordigen. Ten slotte tellen de hoofdstembureaus de uitslagen op en maken ze het aantal uitgebrachte stemmen (per partij en per kandidaat) bekend in een openbare zitting.
Uiteindelijk brengen medewerkers van de hoofdstembureaus het proces-verbaal van hun zitting in persoon en digitaal naar het centraal stembureau.
Per verkiezing ziet het betreffende vertegenwoordigend orgaan in oude samenstelling toe op het functioneren van de stembureaus. Bij gemeenteraadsverkiezingen ziet de oude gemeenteraad hierop toe, bij Provinciale Statenverkiezingen de Staten in oude samenstelling en bij Tweede Kamerverkiezingen is dat de oude Tweede Kamer zelf.
De stembureaus tellen de aantallen uitgebrachte geldige stemmen3 op kandidaten, blanco en ongeldige stemmen, het aantal stemmen per lijst en het aantal stemmen per kandidaat, in het openbaar.
Het stembureau verpakt na het sluiten van de stemming de geldige, onbruikbare en niet-gebruikte stempassen, kiezerspassen en volmachtsbewijzen apart en verzegelt de pakketten. Na het verzegelen van de pakketten opent het stembureau de stembus. Daarna vouwen de stembureauleden de stembiljetten open en sorteren ze deze per lijst. Het stembureau stelt per lijst het aantal uitgebrachte stemmen op iedere kandidaat vast en het totaal aantal stemmen. Daarna wordt het aantal blanco en ongeldige stemmen vastgesteld.
Daarbij beslist het stembureau bovendien over de geldigheid van de stembiljetten. Aanwezige kiezers kunnen hierbij bezwaren indienen. Ook stelt het stembureau het eventuele verschil vast tussen het aantal kiezers dat heeft gestemd en het aantal stemmen dat is geteld. Ook na de mededeling van de voorzitter over het vastgestelde aantal uitgebrachte stemmen, blanco stemmen en ongeldige stemmen kunnen aanwezige kiezers bezwaren indienen.
Wanneer alle stemmen geteld zijn maakt het stembureau een proces-verbaal op van de stemming, deze wordt vervolgens met de verzegelde pakketten stemdocumenten naar het gemeentehuis gestuurd.
Per 1 januari 2023 mogen kandidaten die meedoen aan een verkiezing niet langer lid zijn van een stembureau voor diezelfde verkiezing. Deze procedurele verandering is ingevoerd om (de schijn van) verstrengeling van persoonlijke belangen tegen te gaan. Daarnaast mogen ook zittende leden van het orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden niet langer lid zijn van het stembureau. Op deze manier wordt voorkomen dat zij moeten oordelen over het verloop en de geldigheid van een verkiezing waar ze zelf bij betrokken zijn.
In elke gemeente4 wordt, voor elke verkiezing, een gemeentelijk stembureau (GSB) ingesteld door het college van burgemeester en wethouders om de verkiezingsuitslag op gemeentelijk niveau vast te stellen. Per 1 januari 2023 hebben gemeentes de mogelijkheid om te kiezen uit twee manieren voor het tellen van de stemmen.
De eerste manier houdt in dat stembureaus op de avond van de stemming een complete telling uitvoeren. Deze wordt de volgende dag door het GSB in het openbaar geverifieerd op een centrale locatie. Het GSB controleert de processen-verbaal van de stembureaus en telt opnieuw als er fouten zijn gemaakt of als er onverklaarbare telverschillen zijn.
De tweede manier is dat de stembureaus op de avond van de stemming louter tellen hoeveel stemmen er op elke partij zijn uitgebracht. Stemmen op de kandidaten worden in dat geval de volgende dag door het GSB door een nieuwe ploeg tellers in het openbaar op een centrale locatie geteld. Deze manier van tellen wordt ook wel 'centraal tellen' genoemd. Het doel hiervan is het proces van tellen betrouwbaarder, transparanter en dus beter controleerbaar te maken.
De burgemeester5 stelt het aantal stemmen op iedere kandidaat en elke lijst vast voor zijn gemeente. Daarnaast stelt hij het aantal blanco stemmen, ongeldige stemmen en het totaal aantal getelde stemmen vast. Vervolgens brengt de gemeente de vastgestelde aantal stemmen en de processen-verbaal naar het hoofdstembureau. De gemeente publiceert deze stukken op haar website. Kopieën van de processen-verbaal liggen op het gemeentehuis ter inzage. De gemeente bewaart de pakketten met stembiljetten tot drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Hierna vernietigt de gemeente deze documenten.
Voor de Tweede Kamerverkiezingen6 en Europese Parlementsverkiezingen7 is Nederland verdeeld in twintig kieskringen8. Elke kieskring heeft één hoofdstembureau. Het hoofdstembureau bestaat uit vijf leden, waaronder één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter. De burgemeester van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd functioneert als voorzitter van het hoofdstembureau. De plaatsvervangend voorzitter en andere leden worden benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties9. Voor waterschapsverkiezingen wordt per waterschap10 een hoofdstembureau ingesteld, dat ook fungeert als centraal stembureau. Bij gemeenteraadsverkiezingen11 kent elke gemeente een hoofdstembureau dat ook als centraal stembureau dient.
De invoering van kieskringen in 1917 had tot doel indiening van aparte kandidatenlijsten mogelijk te maken. Zo moest - na de afschaffing van het districtenstelsel12 - de regionale spreiding van kandidaten worden bevorderd. Tegenwoordig dienen partijen bij de Tweede Kamerverkiezingen vaak echter in alle kieskringen dezelfde lijst in.
De taak van het hoofdstembureau is de vaststelling van de stemtotalen van de kieskring. Na het optellen van de uitgebrachte stemmen (per partij en kandidaat) maken de hoofdstembureaus de uitslagen bekend in een openbare zitting. Uiteindelijk brengen medewerkers van de hoofdstembureaus het proces-verbaal van hun zitting in persoon en digitaal naar het centraal stembureau.
Bij Tweede Kamerverkiezingen en Europese Parlementsverkiezingen fungeert de Kiesraad13 als centraal stembureau. De Kiesraad is een bestuursorgaan dat onafhankelijk van de overheid opereert. Hoewel de ambtenaren van het secretariaat van de Kiesraad in dienst zijn van het ministerie van Binnenlandse Zaken, zijn zij enkel verantwoording verschuldigd aan de Kiesraad zelf. De regering benoemt de leden van de Kiesraad. Een wetenschappelijke Raad van Advies begeleid en beoordeelt het onderzoek van de Kiesraad.
De twee wettelijke taken van de Kiesraad zijn als volgt:
-
-adviseren over de uitvoering van het Kiesrecht14 en de verkiezingen voor de Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement;
-
-het vaststellen van de verkiezingsuitslag en de zetelverdeling.
Bij Provinciale Statenverkiezingen15 heeft elke provincie een eigen centraal stembureau. Bij provincies met meerdere kieskringen functioneert het hoofdstembureau van de kieskring met de gemeente waar de Provinciale Staten vergaderen als centraal stembureau. Bijvoorbeeld: de provincie Zuid-Holland is opgedeeld in vier kieskringen die ieder een hoofdstembureau hebben. Het hoofdstembureau in Den Haag treedt op als centraal stembureau van Zuid-Holland aangezien de Provinciale Staten van Zuid-Holland in Den Haag vergaderen.
Voor waterschapsverkiezingen en gemeenteraadsverkiezingen wordt per waterschap en gemeente een hoofdstembureau ingesteld dat ook dient als centraal stembureau.
Het centraal stembureau stelt uiteindelijk de officiële verkiezingsuitslag vast.
Op de avond van de stemming kunnen voorlopige, niet officiële uitslagen in de media worden gepresenteerd. Deze voorlopige uitslagen zijn gebaseerd op handmatige sneltellingen die stembureaus op lijstniveau uitvoeren. De sneltellingen worden doorgegeven aan de gemeenten, op basis daarvan presenteert de NOS op de avond van de verkiezingsdag voorlopige uitslagen.
De duur van de bekendmaking van de officiële uitslag na het sluiten van de stemming verschilt per verkiezing.
Bij gemeenteraadsverkiezingen wordt de uitslag vier dagen na de verkiezing vastgesteld door het gemeentelijk centraal stembureau, op basis van de uitslagen van de stembureaus. Bij waterschapsverkiezingen is dit vaak vijf dagen na de stemming.
Voor Provinciale Statenverkiezingen geldt dat de hoofdstembureaus de uitslag uiterlijk vijf dagen na de dag van de stemming per kieskring bekend maken in een openbare zitting. Doorgaans maken de centraal stembureaus, ook in een openbare zitting, op de maandag na de dag van de stemming de uiteindelijke uitslagen bekend. Deze worden in een proces-verbaal vastgelegd en op het internet gepubliceerd.
Het Europees Parlement kent geen uniforme verkiezingsprocedure. De stemming vindt niet in alle lidstaten op dezelfde dag plaats. Gemeenten mogen de (voorlopige) uitslagen pas bekendmaken nadat de stembussen in alle lidstaten van de EU zijn gesloten, om zo de verkiezing in andere landen niet te beïnvloeden. Enkele dagen na de stemming maken de twintig hoofdstembureaus de uitslag bekend per kieskring. Vervolgens stelt de Kiesraad op basis hiervan de officiële uitslag vast in een openbare zitting.
Voor de Tweede Kamerverkiezingen staat doorgaans een periode van ongeveer twee weken tussen de dag van de stemming en het bekendmaken van de uiteindelijke verkiezingsuitslag. Vijf dagen na de overdracht van de processen-verbaal van de stembureaus aan de gemeenten vindt de telling per kieskring plaats in de hoofdstembureaus.
Vier dagen later telt het centraal stembureau de tellingen van de hoofdstembureaus op en controleert het deze. Op basis van die tellingen wordt de zetelverdeling vastgesteld en stelt de Kiesraad de uitslag vast in een openbare zitting. Weer vier dagen daarna wordt de uitslag doorgegeven aan de Tweede Kamer, die daarna geïnstalleerd wordt.
Meer over
- 1.Alle Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen Tweede Kamerleden, Statenleden en raadsleden kiezen. Alles rond de verkiezingen is geregeld in de Kieswet. De wijze waarop de verkiezingen plaatsvinden, noemen we het kiesstelsel.
- 2.Het tellen van de stemmen na een verkiezing is geen sinecure. In Nederland moet er met een papieren biljet en rood potlood worden gestemd. Dit betekent dat alle stemmen met de hand moeten worden geteld. Het tellen van de stemmen is een openbare aangelegenheid en begint direct na het sluiten van de stembus.
- 3.Alle Nederlandse staatsburgers van 18 jaar en ouder hebben stemrecht bij verkiezingen en referenda, tenzij bij rechterlijk vonnis het kiesrecht is ontzegd. Men kan stemmen voor:
- 4.De gemeente is naast de provincie en het Rijk één van de drie bestuurslagen van ons land. Gemeenten staan het dichtst bij de burgers en hebben een democratisch bestuur. Zij hebben lokale taken, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, verkeer, openbare orde, cultuur en onderwijs. Daarnaast voeren gemeenten mede rijkstaken uit, bijvoorbeeld ten aanzien van ruimtelijke ordening, werk en inkomen, jeugdzorg en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Gemeenten krijgen geld van het Rijk, maar ze kunnen ook zelf belastingen heffen. Er zijn op 1 januari 2024 in Nederland 342 gemeenten.
- 5.Een burgemeester is een door de Kroon benoemde gemeentebestuurder, die lid en voorzitter is van het College van burgemeester en wethouders in een gemeente. De burgemeester heeft een belangrijke rol bij de beleidsvorming in een gemeente en heeft daarnaast speciale verantwoordelijkheid voor de openbare orde. De burgemeester is het gezicht van de gemeente. In 2018 is de Kroonbenoeming uit de Grondwet gehaald, maar de Gemeentewet is nog niet gewijzigd.
- 6.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
- 7.In Nederland vonden vanaf 1979 iedere vijf jaar verkiezingen plaats voor de Nederlandse volksvertegenwoordigers in het Europees Parlement. De opkomst daalde van 58,1 procent van de kiesgerechtigden in 1979 naar een dieptepunt van onder de 30 procent in 1999. Sinds 2004 ligt het opkomstpercentage tussen de 30 en 46 procent. De verkiezingen waren op 6 juni 2024.
- 8.Voor de Tweede Kamerverkiezingen is Nederland verdeeld in 20 kieskringen. Ze hebben een administratieve functie bij de organisatie van landelijke verkiezingen en bestaan sinds in 1917 de evenredige vertegenwoordiging werd ingevoerd. In 2012 is Bonaire (bestaande uit de Bonaire, Sint Eustatius en Saba) als twintigste kieskring toegevoegd.
- 9.Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- 10.Deze overheidsinstantie, ook wel hoogheemraadschap genoemd, heeft tot taak om de waterhuishouding te regelen in een bepaalde regio van Nederland. Hierbij valt te denken aan de het onderhoud van rivier- en zeedijken en duingebieden, en het beschermen van het dieren- en plantenleven in het water.
- 11.Hoewel landelijke politici vrijwel altijd benadrukken dat gemeenteraadsverkiezingen over lokale issues gaan, was er toch soms sprake van effecten op de landelijke politiek. In 2006 trad na het slechte resultaat van de VVD bij de raadsverkiezingen bijvoorbeeld VVD-fractievoorzitter Jozias van Aartsen af. Het trekken van landelijke conclusies is sinds de jaren negentig van de vorige eeuw overigens nog moeilijker geworden door de opkomst van lokale partijen. De veel lagere opkomst was al langer een complicerende factor.
- 12.Bij een districtenstelsel wordt het land in twee of meer districten verdeeld, waarin afgevaardigden worden gekozen. Het aantal districten kan variëren en het is denkbaar dat per district meerdere afgevaardigden worden gekozen.
- 13.De Kiesraad is een adviesorganisatie op het gebied van kiesrecht en verkiezingen in Nederland.
- 14.Een democratie wordt onder andere gekenmerkt door vrije, geheime en algemene verkiezingen waarbij het volk een volksvertegenwoordiging kiest. Volgens artikel 4 van onze Grondwet mogen dan ook alle Nederlanders kiezen en gekozen worden, behalve bij de wet gestelde beperkingen.
- 15.Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De laatste Provinciale Statenverkiezingen waren op 15 maart 2023.