Niet maakbaar, wel kwetsbaar - Main contents
Ik zag het levenslicht in 1969. Sinds die tijd is het CO2-gehalte met 30% toegenomen en die toename in de atmosfeer gaat steeds sneller en zou in 2100 zomaar eens het dubbele van het huidige niveau kunnen zijn. En natuurlijk, CO2 is een natuurlijk gas waar planten prachtig van groeien. Het zit zelfs in cola.
Maar het is ook een broeikasgas, waarvan het gehalte zo is toegenomen dat de temperatuur wereldwijd inmiddels een graad hoger is vergeleken met het begin van de industriële revolutie. Sinds het begin van die revolutie en vooral na de Tweede Wereldoorlog hebben we de fossiele brandstoffen uit de aarde er in ijltempo doorheen gejaagd en dat leidt tot opwarming.
Afgezien van het feit dat hierdoor steeds meer plekken op aarde minder leefbaar of zelfs onleefbaar zullen worden, is hier nog iets anders aan de hand. We leven simpelweg op te grote voet. Met onze ecologische voetafdruk hebben we als Nederlanders geëxtrapoleerd naar de gehele wereldbevolking inmiddels drieënhalve wereldbol nodig. Dit jaar viel onze Earth Overshoot Day nota bene al op 14 april.
Ja, wij hebben het goed, ‘hier’ en ‘nu’, maar dat gaat wel ten koste van ‘daar’ en ‘later’. Van de toekomst van onze kinderen. En dat terwijl we deze aarde in bruikleen hebben gekregen. Met deze manier van produceren en consumeren teren we in op het ons toevertrouwde kapitaal van toekomstige generaties, terwijl we rechtvaardige rentmeesters moeten en willen zijn.
De oorzaken zijn bekend en de gevolgen laten zich raden. We weten het, we meten het, maar we handelen er niet naar. En in Nederland al helemaal niet, dat even voor hen die denken dat wij als blinde vinken vooroplopen. Daarom is het Klimaatakkoord met recht een mijlpaal. Wat de ChristenUnie betreft een mooi akkoord, een ambitieus akkoord, een rechtvaardig akkoord.
Wel zorgde de hele kronkelweg naar dit akkoord toe voor onhelderheid en onzekerheid. Maar tegelijkertijd: wie had na de totstandkoming van het regeerakkoord met best al de nodige vergroenende maatregelen verwacht dat er nu een akkoord zou zijn met een effectieve CO2-heffing voor de industrie, een forse vermindering van de uitstoot in de landbouw door een warme sanering van varkenshouderijen en vernatting van het veenweidegebied, 70% elektriciteit uit zon en wind in 2030, concreet zicht op betalen naar gebruik in plaats van bezit van de auto en ook nog eens een forse korting op de energierekening in 2020?
De R is uit de maand, maar het R-woord is terug: rekeningrijden. Dat is even noodzakelijk als verstandig van het kabinet. Het is niet alleen een slimmere en rechtvaardiger manier van beprijzen van automobiliteit, maar wordt het voor het klimaat en de luchtkwaliteit ook beter.
Overigens ook mooi dat er niet alleen aan de auto is gedacht, maar dat ook het fietsgebruik weer een impuls krijgt met de extra investeringen in fietsparkeerplaatsen.
In de aanloop naar dit akkoord heeft de ChristenUnie-fractie zich voor en achter de schermen continu ingezet voor een evenwichtiger verdeling van de klimaat- en energierekening. Ik ben blij dat het kabinet de korting op de energierekening verhoogt met alleen al € 100 in 2020. Daar profiteren in relatieve zin de lage (midden)inkomens het meest van. Het is belangrijk dat de rekening van de energietransitie evenwichtig wordt verdeeld.
Niet alleen waar het gaat om burgers, maar ook als het gaat om bedrijven. De ChristenUnie wil niet dat bijvoorbeeld het MKB onevenredig opdraait voor de vervuiling van de multinationale industrie, maar wil juist dat de vervuiler betaalt.
De ChristenUnie staat in een traditie van vertrouwen in de samenleving. Het is dan ook niet voor niets dat wij warm worden van initiatieven als energiecoöperaties. Van initiatieven waarbij burgers zich organiseren van onderop en zo samen een prachtige bijdrage leveren aan hun buurt en daarmee aan onze samenleving. Het is belangrijk dat zij dit blijven kunnen doen en ik wil dat het kabinet daar ook aan bijdraagt.
Ik begon met het mooie jaar 1969. Het jaar waarin Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan zette. Een jaar waarin de mensheid tot grote dingen in staat bleek. Weliswaar tot dingen die met flinke emissies gepaard gingen, maar toch.
Maar waarom zouden we in 2019 niet opnieuw grote dingen tot stand kunnen brengen. Innovaties, waarmee emissies lager worden, waarmee mobiliteit schoner wordt, waarmee productie en consumptie duurzamer worden. Het is daarom goed dat in het klimaatakkoord daar ook aandacht en geld voor is, zoals voor onderzoek naar de grootschalige duurzame productie van groene waterstof. Het kabinet wil dat Nederland hierin koploper wordt. Ik wil dat het kabinet Noord-Nederland als koploper aanwijst, omdat deze regio daar ook plannen voor heeft klaar liggen.
Laat ik ten slotte benadrukken, dat we dit alles niet doen, omdat de schepping maakbaar is, wel omdat ze kwetsbaar is. Niet omdat we de thermostaat van de wereld in handen hebben, wel omdat we invloed kunnen en hebben uit te oefenen op productie en consumptie in dit mooie land, waar wij verantwoordelijkheid voor dragen. Wij willen immers dat wij hier en nu het goede leven leven, zonder het leven van anderen elders en later te verslechteren.