Een monumentaal boek
De vorige maand verschenen Thorbecke-biografie van prof. Remieg Aerts is één van de beste biografieën die de afgelopen jaren is verschenen. Die conclusie durf ik gerust al te trekken. Het is niet alleen een goed geschreven boek, maar het 'wekt' de persoon van Thorbecke als het ware tot leven.
Deze beschouwing is niet bedoeld als recensie, maar wel als aansporing om het mooie boek ter hand te nemen. Het is een onmisbaar werk voor wie de Nederlandse politiek in het midden van de negentiende eeuw wil begrijpen.
De 'persoon' Thorbecke was - maar voor wie zou dat niet gelden - nogal complex. Mooier tot uiting komt dat niet dan in de tegenstelling tussen de romantische, liefhebbende echtgenoot die hij was, en de tegelijkertijd bijna zelfingenomen en bepaald niet altijd sympathieke staatsman die hij ook was.
Aerts besteedt veel aandacht aan de wetenschappelijke scholing en vorming van Thorbecke, met aanvankelijk reizen door en wetenschappelijke contacten in Duitsland. Dat levert een beeld op van indrukwekkende geleerdheid. Thorbecke was rechtshistoricus, geschiedkundige, filosoof, staatswetenschapper (in de 19e-eeuwse betekenis) en classicus. Als je zo geleerd bent, dan kijk je misschien al snel wat neer op 'mindere goden'. En hoewel ik de beschrijving van die wetenschappelijke vorming en denkbeelden soms wat uitgebreid vindt, zijn ze uiteraard wel relevant om de 'latere' staatsman Thorbecke te kunnen begrijpen.
In zijn jaren als minister en Kamerlid was er immers de staatsman, die soms onwillig leek om verantwoordelijkheid te nemen - de wispelturige koning Willem III was overigens bepaald een hindernis - en die zich vaker niet met de beste ambtsgenoten omringde. Enige rancune over politiek 'afvalligen' en minachting voor wie op andere wijze politiek bedreef (zoals Van Hall2) kon hem niet worden ontzegd.
In deze biografie komt het allemaal aan de orde en dat op een prettig te lezen wijze, die als literair document volkomen recht doet aan de grote staatsman, die Thorbecke natuurlijk bovenal was.
- 1.Kenner van de parlementaire geschiedenis met grote parate feitenkennis. Als medewerker van het PDC nauw betrokken bij websites over parlement en politiek en beheerder van het omvangrijke biografisch archief, het databestand over Nederlandse politici. Promoveerde in 1998 op een lijvig proefschrift over de Eerste Kamer, schreef samen met J.Th.J. van den Berg een boek over de parlementaire geschiedenis 1946-2016 en publiceert regelmatig in tijdschriften en dagbladen. Sinds 1 december 2018 is hij bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel in Maastricht.
- 2.Belangrijk staatsman uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Als moderaat vertegenwoordiger van de Amsterdamse handels- en bankierswereld, die als behendig politicus zowel vóór als na 1848 een voorname rol speelde. Volgde in 1842 Van Maanen op als minister van Justitie en saneerde in 1844 als minister van Financiën de staatsfinanciën met een gedwongen ('vrijwillige') geldlening. Volgde in 1853 Thorbecke op als kabinetsleider en wist de gemoederen na de Aprilbeweging tot bedaren te brengen. In 1860 bewerkstelligde hij als minister een regeling voor de aanleg van spoorwegen. Politieke tegenstander van Thorbecke en bête noire van de liberalen. Vaak onderwerp van spotprenten vanwege zijn rode gelaatskleur. Weigerde een benoeming tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië. Werd in 1856 door de koning tot baron verheven.