Puttianen

Source: Parlement.com.

Met de Puttianen werden sympathisanten aangeduid van de liberale politicus I.D. Fransen van de Putte1. Het ging om een klein aantal Tweede Kamerleden, onder wie P.A.S. van Limburg Brouwer2 en F.W.C. Blom3 Zij stonden tegenover de grotere groep Thorbeckianen4. De informele groep bestond tussen 1866 en ca. 1871.

In 1866 ontstond in het tweede kabinet-Thorbecke5 een conflict tussen de liberale ministers Thorbecke6 en Fransen van de Putte over de koloniale politiek. Het conflict zelf, over de vraag of het Wetboek van Strafrecht voor Nederlands-Indië bij wet of bij KB moest worden vastgesteld, was ondergeschikt aan een grotere tegenstelling.

Dat betrof de vraag in hoeverre inlanders eigendom moesten krijgen over hun bezittingen en in hoeverre de verplichte levering van producten moest worden afgeschaft. Fransen van de Putte was tegenstander van het cultuurstelsel en voorstander van particulier eigendom. Thorbecke was terughoudender bij het doorvoeren van hervormingen.


meer over

  • Liberalen in de 19e eeuw7
 

  • 1. 
    Voornaam liberaal in de tweede helft van de negentiende eeuw. Vernieuwingsgezind op koloniaal gebied. Markante Zeeuw zowel door zijn voorkomen als accent. Scherpe, geestige man, die beschikte over een goed verstand. Niet geheel vrij van ijdelheid. Was succesvol ondernemer in Nederlands-Indië. Werd na een jaar Kamerlidmaatschap in 1863 minister van Koloniën en kwam in 1866 in conflict met Thorbecke over de koloniale grondpolitiek. Vormde toen zelf een kabinet, dat echter door Thorbecke c.s. snel ten val werd gebracht. Trachtte tijdens zijn tweede periode als minister tevergeefs te bemiddelen in het conflict tussen de koning en diens oudste zoon Willem. In die kabinetsperiode brak de Atjeh-oorlog uit. Speelde later ook als Eerste Kamerlid nog een vooraanstaande rol.
     
  • 2. 
    Onafhankelijk liberaal Kamerlid, dat vaak een filosofisch-wetenschappelijk inbreng in debatten had. Behoorde op koloniaal gebied tot de Puttianen. Was voor hij afgevaardigde voor Almelo werd redacteur van het tijdschrift 'De Gids' en wetenschappelijk ambtenaar van het Rijksarchief. Na zijn Kamerlidmaatschap wijdde hij zich weer aan de wetenschap en publiceerde hij onder meer over religie, geschiedenis, koloniale zaken, het Hindoeïsme, letteren en economie.
     
  • 3. 
    Rotterdamse handelaar, die zich als liberaal Tweede Kamerlid voor het district Rotterdam vooral met handel, financiën en koloniën bezighield. Medestander van Fransen van de Putte. Publiceerde regelmatig in tijdschriften over economische onderwerpen. Kundig behartiger van de Rotterdamse handelsbelangen.
     
  • 4. 
    Na de Grondwetsherziening van 1848 was er in de Tweede Kamer een groep rond de staatsman Thorbecke, die werd aangeduid als 'Thorbeckianen'. Andere namen die werden gebruikt waren 'doctrinairen', 'constitutionelen' of 'geavanceerden'. De Thorbeckianen zijn als een subgroep (minderheid) in het negentiende-eeuwse liberalisme te beschouwen. Het merendeel van de liberalen was gematigder.
     
  • 5. 
    Dit tweede kabinet onder leiding van Thorbecke richtte zich vooral op versterking van de economie. Het was, zo heette het, 'met de spade op de schouder' aangetreden. Het kabinet wist wetten over nieuwe waterverbindingen, over verbetering van het middelbaar onderwijs, tot verlaging van invoerrechten, alsmede tot opheffing van gemeentelijke accijnzen tot stand te brengen. De ministers waren allen liberaal.
     
  • 6. 
    Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 1848 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste staatsman van de negentiende eeuw.
     
  • 7. 
    Liberaal is een negentiende eeuwse politieke stroming. Vanaf het einde van die eeuw wordt de term gebruikt om aanhangers aan te duiden van partijen die streven naar een grote mate van vrijheid voor het individu. Liberale partijvorming was er pas voor het eerst in 1885 toen de Liberale Unie werd opgericht.