Kamervragen over het bericht dat Wit-Rusland weer begonnen is met het uitspreken en uitvoeren van de doodstraf

Source: M. (Michiel) Servaes i, published on Thursday, October 13 2016.

Vragen van het lid Servaes (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Wit-Rusland weer begonnen is met het uitspreken en uitvoeren van de doodstraf

Bent u bekend met het bericht ‘Belarus resumes executions after EU sanctions dropped’ 1)

Kunt u bevestigen dat Wit-Rusland in de laatste maanden minimaal één persoon heeft geëxecuteerd, minimaal vier personen heeft veroordeeld tot de doodstraf en dat er diverse lopende zaken zeer waarschijnlijk zullen resulteren in een veroordeling tot de doodstraf?

Kunt u tevens bevestigen dat dit een negatieve trendbreuk is met de periode tussen 2013 en 2015 waarin de doodstraf niet of nauwelijks werd uitgesproken of uitgevoerd in Wit-Rusland?

Deelt u de opvatting van de PvdA-fractie dat de hervatting van het uitspreken en uitvoeren van de doodstraf op gespannen voet staat met het besluit van de EU eerder dit jaar om het grootste gedeelte van de sancties tegen Wit-Rusland op te heffen?

Herinnert u zich de antwoorden op eerder gestelde schriftelijke vragen (Kamerstuk nr. 2016D09763) waarin u stelt dat er “een aantal evenementen worden opgezet met VN-instanties om draagvlak te creëren voor een moratorium op de doodstraf”? Zo ja, wat voor evenementen hebben er plaatsgevonden? Hoe beoordeelt u op dit moment de effectiviteit van deze evenementen?

Heeft u tevens kennis genomen van het OVSE-rapport over de Wit-Russische parlementsverkiezingen van 11 september jongstleden? Zo ja, deelt u de stevige conclusies dat fundamentele vrijheden structureel worden geschonden en dat er serieuze onregelmatigheden hebben plaatsgevonden? 2)

Deelt u de mening van activisten in Wit-Rusland dat de verkiezing van slechts twee oppositieleden in het Wit-Russische parlement feitelijk van hogerhand geregisseerd is, bedoeld is om het Westen te apaiseren terwijl er in de praktijk niets zal veranderen? 3)

Hoe beoordeelt u het besluit tot opheffing van het grootste deel van de EU-sancties tegen Wit-Rusland in februari van dit jaar in het licht van de genoemde bevindingen over het opnieuw uitspreken en uitvoeren van de doodstraf en de stevige conclusies over de parlementsverkiezingen van 11 september jl.?

Wanneer staat de discussie over EU-sancties richting Wit-Rusland weer op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken?

Herinnert u zich uw uitspraak dat het schrappen van de sancties eerder dit jaar van tijdelijke aard kan zijn en dat deze ‘ook weer opnieuw ingesteld [kunnen] worden.’ 4)

Bent u, in het licht van bovengenoemde bevindingen, bereid om de discussie over EU-sancties tegen Wit-Rusland opnieuw aan te zwengelen in de Raad Buitenlandse Zaken en te bepleiten dat het eerdere besluit om sancties te verlichten zo spoedig mogelijk moet worden herroepen?