Europese Raad 28-29 juni 2016

Source: Europa Nu.
Europese Raad, bijeen op 28 juni 2016 © Europese Unie 2016

Op 28 en 29 juni 2016 vond er een Europese Raad1 plaats. Alle regeringsleiders van de EU-lidstaten, de vaste voorzitter2, de voorzitter van de Europese Commissie3 en de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid4 komen dan bijeen in Brussel. Tijdens deze vergadering stond de uitkomst van het Britse referendum over EU-lidmaatschap centraal. Op de tweede dag vergaderden de regeringsleiders zonder premier Cameron van Groot-Brittannië over hoe nu verder te gaan.

Andere onderwerpen waren de aanpak van migratiestromen naar Europa, verdere integratie van de interne markt en het vernieuwen van het Europese buitenlands beleid.

Contents

  1. Brexit en de toekomst
  2. Migratie
  3. Externe betrekkingen
  4. Economie: interne markt centraal
  5. Overige zaken
  6. Meer informatie

1.

Brexit en de toekomst

Brexit-onderhandelingen

De Britse bevolking heeft zich op 23 juni 2016 in een referendum uitgesproken voor het vertrekken uit de EU. De Britse premier Cameron kondigde daags na de uitslag zijn vertrek aan, zijn opvolger zal het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU in goede banen moeten leiden.

De overige lidstaten toonden zich bereid even te wachten op het formele verzoek van het Verenigd Koninkrijk om uit te treden als lidstaat (de zogeheten artikel 50-procedure5). De regeringsleiders zeiden de onderhandelingen met de Britten niet te willen starten voordat de artikel 50-procedure in werking wordt gesteld.

In artikel 50 staat dat de onderhandelingen maximaal twee jaar duren, of er nu een nieuw akkoord tussen de Britten en de EU gesloten kan worden of niet. Hiermee houdt de EU druk op de onderhandelingen. Eén voorwaarde die werd gesteld is dat, wanneer de Britten toegang willen houden tot de Europese interne markt, dan moet dat inclusief het vrij verkeer van personen zijn. Juist met de belofte het vrije verkeer van personen te stoppen, wist het kamp dat voor een Brexit pleitte veel stemmen te winnen.

  • Meer over het 'Brexit'-referendum6

De EU na de Brexit

In de Europese Raad benadrukten de Europese leiders dat ze samen verder willen als Europese Unie. De vraag wat precies gedaan moet worden om de onvrede onder Europese burgers over de EU weg te nemen, konden zij nog niet beantwoorden. Ze besloten om tijdens een top in september 2016 het debat hierover verder te voeren.

Uit de diverse reacties van regeringsleiders voor en na de top bleek dat de lidstaten het onderling niet eens zijn over de benodigde hervormingen. De voorstellen liepen uiteen van verdere integratie, bijvoorbeeld op het terrein van sociale wetgeving, tot juist het beperken van Europees beleid tot de kerntaak, de interne markt.

  • Meer over de toekomst van de Europese Unie7

2.

Migratie

De afspraken met Turkije en enkele andere maatregelen hebben ervoor gezorgd dat de stroom vluchtelingen die via Griekenland of de Balkan Europa binnen kwam sterk is afgenomen. Tegelijkertijd nam in de eerste helft van 2016 het aantal migranten dat vanuit Libië per boot de Middellandse Zee probeert over te steken weer toe, tot het niveau van 2015.

De regeringsleiders benadrukten het belang van de implementatie van de afspraken met Turkije. De extra inzet om de buitengrenzen te bewaken gaat onverminderd door.

Om de migrantenstroom in te dammen richt de EU zich ook op de bron. Ten eerste wil het mensensmokkelaars verder aanpakken. Ten tweede wil de EU investeren in de buurlanden. Bestaande hulpregelingen en instrumenten moeten beter op elkaar worden afgestemd, en de EU wil extra investeringen aantrekken.

3.

Externe betrekkingen

De samenwerking met de NAVO is besproken met de secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg8. De EU en de NAVO hebben elk een eigen rol, maar de samenwerking tussen de twee moet politiek en praktisch nauw op elkaar aansluiten. Versterking van het Europese defensiea-apparaat is ook onderdeel van de nieuwe buitenlandstrategie.

De nieuwe buitenlandstrategie van de Europese Unie is doorgenomen met Hoge Vertegenwoordiger Mogherini9. Kern van de vernieuwde strategie is een pragmatische aanpak. Europa's 'soft power' is groot, maar de EU moet haar sociale en culturele model niet willen opleggen aan andere landen en regio's. Diplomatieke instrumenten moeten in een slimme mix worden ingezet, afgestemd op het land en de situatie van dat moment.

Dat houdt bijvoorbeeld ook in dat er aan het geven van steun voor met name een aantal landen in Afrika en het Midden-Oosten voorwaarden worden gesteld op het tegengaan van illegale migratie.

Speciale aandacht ging uit naar de relatie met Rusland. Aan de ene kant moeten de banden waar mogelijk worden aangehaald, aan de andere kant veroordeelt de EU de annexatie van de Krim en de steun aan de seperatisten in het oosten van Oekraïne.

4.

Economie: interne markt centraal

De interne markt kan nog verder worden geïntegreerd, zo vond de Europese Raad. De lidstaten willen belemmeringen zoveel mogelijk weghalen om de groei te stimuleren. Diverse actieprogramma's en plannen zouden uiterlijk in 2018 moeten zijn uitgevoerd, waaronder bijvoorbeeld het plan voor de energie-unie10 of de kapitaalmarktunie11.

Maar de focus lag vooral op de digitale interne markt. Online grenzen staan kansen in de weg en de capaciteit van netwerken moet worden versterkt. Alle plannen hiertoe krijgen extra prioriteit.

Naast deze plannen zijn ook de landenspecifieke aanbevelingen van de Commissie in het kader van het Europees semester12 goedgekeurd.

De Europese Raad toonde zich ook tevreden met de eerste concrete resultaten die het Europese Investeringsfonds (EFSI) heeft opgeleverd. De Commissie werd verzocht met voorstellen te komen over de toekomst van het EFSI.

  • Meer over EFSI13

5.

Overige zaken

De Europese Raad heeft de Raad verzocht met een oplossing te komen voor het Nederlandse 'nee' tegen het associatieverdrag met Oekraïne.

  • Meer het over referendum over het associatieverdrag met Oekraïne14

De plannen voor het tegengaan van belastingontwijking, lopende onderhandelingen voor nieuwe handelsovereenkomsten en de steun aan de zuivel- en varkensvlees sectoren zijn allen kort doorgenomen.

6.

Meer informatie

  • Europese Raad1
  • EU Global Strategy

  • 1. 
    The European Council brings together EU leaders to set the EU's political agenda. It represents the highest level of political cooperation between EU countries.
     
  • 2. 
    De vaste voorzitter van de Europese Raad leidt de werkzaamheden van deze Raad, die bestaat uit Europese regeringsleiders of staatshoofden. Ook treedt de vaste voorzitter op als vertegenwoordiger van de Europese Raad in contacten met andere regeringsleiders en staatshoofden. Deze functie, ook wel (ten onrechte) de 'president van de Europese Unie' genoemd, is in 2009 ingevoerd door het Verdrag van Lissabon.
     
  • 3. 
    Deze functie wordt sinds 1 december 2019 vervuld door de Duitse Ursula von der Leyen. Zij is de opvolger van de Luxemburger Jean-Claude Juncker.
     
  • 4. 
    De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
     
  • 5. 
    Lidstaten kunnen besluiten om de Europese Unie te verlaten. In artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn bepalingen opgenomen als een lidstaat zich uit de Europese Unie wil terugtrekken. Deze bepaling is opgenomen bij de totstandkoming van het Verdrag van Lissabon; daarvoor was er niets geregeld over het uittreden uit de EU. De artikel 50-procedure is de enige officiële manier waarop een lidstaat zijn lidmaatschap kan beëindigen.
     
  • 6. 
    Het Verenigd Koninkrijk verliet op 31 januari 2020 de Europese Unie. Het is daarmee het eerste land ooit dat uit de Europese Unie stapte. Het vertrek van de Britten ('brexit') was de uitkomst van een referendum over het lidmaatschap van de EU in het Verenigd Koninkrijk in 2016. Nadien volgden lange onderhandelingen over de scheidingsvoorwaarden en de overgangsperiode na de brexit, die op 31 december 2020 afliep. Eind december 2020 bereikten de onderhandelaars van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk een handels- en samenwerkingsovereenkomst. Die overeenkomst regelt vanaf 1 januari 2021 de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.
     
  • 7. 
    Van 9 mei 2021 tot en met 9 mei 2022 vond de Conferentie over de Toekomst van Europa plaats. Deze had als doel het vaststellen van de prioriteiten van de Europese Unie. Hierin stond de burger centraal. Er zijn bijna 50 voorstellen aangenomen, die zijn uitgewerkt in 325 voorgestelde maatregelen. Enkele opvallende daarvan zijn dat er een einde moet komen aan veto's van lidstaten bij stemprocedures bij de Raad van de EU en de Europese Raad. Verder moet het Europees Parlement het recht krijgen om wetsvoorstellen te initiëren, en moeten er transnationale kandidatenlijsten komen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
     
  • 8. 
    Jens Stoltenberg (1959) is sinds 1 oktober 2014 secretaris-generaal van de NAVO. Eerder was hij twee keer minister-president van Noorwegen: in 2000-2001 en 2005-2013. De sociaaldemocraat Stoltenberg, zoon van een diplomaat en opgeleid als econoom, werd in 1990 staatssecretaris van milieu. Daarna was hij minister van Industrie en Energie en minister van Financiën. Ook was hij enige tijd parlementslid. In 2002 werd hij leider van de Noorse sociaaldemocraten.
     
  • 9. 
    Federica Mogherini (1973) is the High Representative for Foreign Affairs and Security Policy and a member of the Juncker Commission on behalf of Italy. Mogherini is a member of the Italian party Democratic Party (PD), which is aligned with the Progressive Alliance of Socialists and Democrats. Prior to her post in the Commission she served as minister of foreign affairs.
     
  • 10. 
    De Europese Unie was in 2013 voor ruim de helft van haar energiebehoeften afhankelijk van import uit landen waarmee de relatie moeizaam is (Rusland) en/of uit instabiele regio's (het Midden-Oosten). Dat maakt de economie en veiligheid van de EU kwetsbaar. In het kader van het Europees milieubeleid wordt er ook nadruk gelegd op het investeren in duurzame energie. In 2050 moet de EU volledig klimaatneutraal zijn.
     
  • 11. 
    De kapitaalmarktunie moet het voor spaarders en beleggers makkelijker maken om in bedrijven buiten hun eigen land te investeren. Zo kunnen kleine en middelgrote bedrijven gemakkelijker aan kapitaal komen buiten de banken om. Zo moet het makkelijker worden om extra te investeren in de economie, wat moet leiden tot meer economische groei.
     
  • 12. 
    Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Binnen het kader van het semester analyseert de Europese Commissie de nationale begrotingen van EU-landen en geeft de landen vervolgens aanbevelingen, waarmee de lidstaten rekening moeten houden als zij hun nationale begroting voor het komende jaar opstellen.
     
  • 13. 
    Het InvestEU Programma of InvestEU Programme is een zevenjarig investeringsprogramma van de Europese Commissie, dat van 2021 tot 2027 loopt en een verscheidenheid aan Europese financieringsinstrumenten samenbrengt. Door middel van een EU-begrotingsgarantie van 26,2 miljard euro die investeringsprojecten ondersteunt van financiële partners als de Europese Investeringsbank (EIB), nationale stimuleringsbanken (zoals het Nederlandse Invest-NL) en internationale instellingen creëert InvestEU een aantrekkelijke investeringsklimaat voor publieke en private partijen. Het uiteindelijke doel van de Europese Commissie is daarbij dat structurele economische groei binnen de EU aangewakkerd wordt.
     
  • 14. 
    De Europese Unie en Oekraïne sloten in juni 2014 een associatieovereenkomst (ook wel 'associatieverdrag' genoemd). Het verdrag zorgt voor verregaande politieke en economische samenwerking tussen de EU en Oekraïne. Het verdrag is op 1 september 2017 volledig in werking getreden.