Dijsselbloem: 'We bereiden ons voor op de vorige oorlog'

Tuesday, June 30 2015, 9:28

DEN HAAG (PDC) - ‘De volgende crisis zal nooit gelijk zijn aan de vorige crisis: we bereiden ons voor op de 'vorige' oorlog en daarmee hopen we een volgende crisis van het systeem te voorkomen. De vraag luidt of dat voldoende is.’ Met deze sombere analyse opende minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem1 het door Schinkelshoek & Verhoog georganiseerde symposium Commissie De Wit I – Vijf jaar later. Jan de Wit was voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie2 die vijf jaar geleden de oorzaken van de financiële crisis onderzocht.

De essentie van de bankencrisis in 2008 was volgens Dijsselbloem dat de risico’s niet lagen bij degenen die de risico’s hadden genomen. De kosten voor het redden van een bank kwamen bij de overheid en de burger te liggen. 'Instellingen beschikken nu over een groter verliesdragend vermogen. Dankzij de bankenunie hebben we een bail-in mogelijkheid.' Hierdoor zijn beleggers als eerste aansprakelijk wanneer een instelling niet aan de betalingsverplichtingen kan voldoen.

Tijdens het symposium werden ook de uitkomsten van vertrouwelijke gesprekken gepresenteerd die de afgelopen maanden werden gevoerd met de hoofdrolspelers uit 2008. Centraal stond de vraag of er iets met de 27 aanbevelingen uit het rapport is gebeurd. Schinkelshoek3 - destijds vice-voorzitter van de Commissie De Wit I: 'De belangrijkste conclusie luidt dat na vijf jaar er nog niet veel van het verloren krediet is teruggewonnen. Er hangt nog steeds opvallend veel emotie rondom de financiële sector." Een andere conclusie was dat banken weliswaar grotere buffers hebben opgebouwd, maar dat de vraag blijft bestaan of die voldoende zijn. 

In de paneldiscussie kwam ook de toekomst van het genationaliseerde SNS ter sprake. Hoogleraar macro-economie Sweder van Wijnbergen4 zag weinig in een nutsbank. 'Alleen een stevige toezichthouder kan risico’s beperken. Het is een illusie te denken dat alleen beursgenoteerde bedrijven risico’s nemen.' Voormalig DNB-president Nout Wellink5 sloot zich hierbij aan: 'Je kunt niet een definitieve veilige bank creëren, er bestaan altijd risico’s.' 

Read more ...

  • Parlementair onderzoek/enquête financieel stelsel (2009-2012)

  • 1. 
    Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
     
  • 2. 
    De Tweede Kamer stelde in juni 2009 een onderzoek in naar de kredietcrisis van 2008. Het ging daarbij in een eerste onderzoeksronde om de structurele problemen in het financieel stelsel. Vanaf november 2011 kwamen daar de door het kabinet genomen maatregelen bij, met name de maatregelen die vanaf 2008 waren genomen om het bankwezen te ondersteunen. Dit laatste gebeurde in de vorm van een parlementaire enquête, waarbij getuigen onder ede werden verhoord.
     
  • 3. 
    Jan Schinkelshoek (1953) was van 30 november 2006 tot 17 juni 2010 Tweede Kamerlid van het CDA. Hij was eerder parlementair journalist, voorlichter van het CDA, directeur voorlichting van het ministerie van Justitie, hoofdredacteur van de 'Haagsche Courant' en directeur communicatie van de Rabobank. Sinds 2010 is hij zelfstandig communicatieadviseur. De heer Schinkelshoek was als Kamerlid onder meer woordvoerder binnenlands bestuur en initiatiefnemer voor de 'parlementaire zelfreflectie'. Tevens was hij ondervoorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie financieel stelsel.
     
  • 4. 
    Econoom van naam, die in 1997 de ambtelijke leiding van het ministerie van Economische Zaken kreeg. Vanwege een moeizame relatie met minister Jorritsma stapte hij zelf al na drie jaar op. Studeerde natuurkunde en econometrie en deed promotie-onderzoek in de VS en kwam daarna in dienst van de Wereldbank. In 1992 werd hij hoogleraar macro-economie in Amsterdam. Na zijn vertrek als S.G. keerde hij terug naar de wetenschap. Voorziet economische ontwikkelingen voortdurend van commentaar, waarbij hij ferme en veelal onwrikbare stellingen betrekt. Maakte het daardoor ook zijn eigen partij, de PvdA, soms lastig.
     
  • 5. 
    Nout Wellink (1943) was the President of the Dutch National Bank from 1997 to 2011. He reputedly strengthened the position of the Dutch central bank in monetary policy, both on the national and the European level, in the system of central banks of the euro area. In his long tenure he garnered much credit amongst his collegues, and he participated and chaired various high level international fora. He also played his part in the introduction of the euro in The Netherlands. Wellink, however, was also criticised for his perceived leniency in the aftermath of the Icesave-affair and in his role in the acquisition of ABN AMRO by other parties.